Notities persoon | RK. woonde op het Oosteinde in de buurt van nummer 130 (huidige nummering). Het erf staat in het vuurstendegeldregister van 1731 vermeld als "de Hutte". Grietjen Berends wed. van wijlen Jan Berends, kerkmr. Jan Schol, Jan Jansen Everts, Berent Berents Grubbe en Jan Henriks van Beek als mombaren van de onmondige kinderen van Jan Berents schuldig aan Henrik Gerritsen Winter en huisvr. 248 gld en 8 stuivers, aan Jan Krul en zijn vrouw 156 gulden aan Klooster Engberts zijn vrouw Aaltje Berends 150 gld. en aan Berend Engberts Klooster 57 gld en 12 stuivers onder hypotheek van 2 akkers land gedeeld bezit met Jan Jansen Everts en 5 vierdel land onverscheiden met Wicher Jansen Dodde, ook de gaardens gekocht van Jan Gerritsen ten Cate en die van Jan de Ruiter zoals Jan Berents deze eertijds in gebruik heeft gehad. 25-03-1710 (bron: archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2673).
23-01-1714 verschenen Gerrit Bartelinck en Lucas Hinrixen Hulst als mombaren van de onmondige kinderen van wijlen Luixen Berends Hulst, alsmede Berend Berendsen Vos, voorts Lucas Berendsen Hulst voor hem selfs, hebben verkocht een akker bovenwegsland en een half vierendeels gelimiteert, oostwaarts Wolter Hinrixen Krol en westwaarts Berend Pauwels, gepasseerd 20-12-1698 ten profijte van Jan Hinrixen van der Beek cs en erfgenamen, neffens de erfgenamen van Lucas Berendsen Wanders voor 290 goldguldens ieder gulden 28 stuivers (bron: 2673 Sch.a.vr.)
23-01-1714 verschenen Lucas Berendsen Hulst die erkent schuldig te zijn aan de erfgenamen van Lucas Berends, met name Jan Hendriks van der Beeck en Jan Jansen Everts cs 190 caroli guldens onder hypotheek van een halve woestenakker gelimiteert oostwaarts Henrik Gerritsen Winter en westwaarts Jan Krol onverscheijden met de wed. Henrick Gerrits cs (bron: 2673 Sch.a.vr.) |
|