Notities persoon | in een register van restanten van boterpacht uit 1585 staat vermeld dat Alheit Berendes zoon Egbert dat gerekend d.d. 4 juni 1585 de boterpacht van 1585 en alle voorgaande jaren 15 akkers en nog vanwege zaliger Berent Grubben over het jaar 1579 2 akkers aan boterpacht.
In het boterpachtregister van 1619 wordt Egbert met 7 akkers land vermeld. In het boterpachtregister van 1634 staat vermeld dat Jan Otten (gehuwd met een dochter van Grietje Berends en Egbert Schulten) 5 akkers land van Egbert Berendes overneemt. Egbert zal dan al op aardige leeftijd zijn geweest. In 1652 wordt de naam van Geert Egberts (zoon van zuster(?) Grietje Berends gehuwd met Egbert Schulten) genoemd bij het erf van Egbert Berentsen: Egbert Berentsen staat vermeld met 2 "cop" d.w.z. 2 akkers land, welke gedeeltelijk wordt voldaan door Jan Otten 1/2 cop en Geert Egbersen 1/2 cop, "door Schulten Volck" de rest. De schulte in deze tijd is Frerick Egberts, een zoon van Egbert Schulten. Jan Otten is ook een verwant, namelijk gehuwd met een dochter van Grietje Berends en Egbert Schulten. In 1657 vermeldt het boterpachtregister inzake het erf van Egbert Berents dat de boterpacht van, het inmiddels tot 1 1/2 akker geslonken goed, wordt voldaan door Jan Jansen Snijder, Jan Otten en Frederik Egberts. Jan Jansen Snijder was gehuwd met een kleindochter van Grietje Berends (gehuwd met een dochter van Jan Otten).
Of Egbert Berendes daadwerkelijk zo oud is geworden als de boterpachtregisters suggereren is miinder waarschijnlijk. Mensen werden in deze tijd door de bank genomen niet zo heel oud. Mogelijk dat de naam van Egbert Berendes lange tijd in de boterpachtregisters werd vermeld omdat er nog geen overeenstemming tussen de erfgenamen was over de toedeling van de erfenis. Met name de familie Schulten had diverse erfrechtkwesties in de 17e eeuw. |
|