Notities persoon | Woonde aan het Oosteinde (ongeveer nummer 361 huidige nummering). Wordt in het boterpachtregister van 1733 nog genoemd als eigenaar van de 6 akkers land. In 1735 bezit zijn kleinzoon Jan Bramer de landerijen. Hermen wordt in het boterpachtregister van 1683 reeds genoemd, heeft dan 4 1/2 akker land. In een ongedateerd boterpachtregister (inventarisnummer 1684) dat ik op het jaar 1713 schat, staat vermeld bij Hermen Berents 5 1/2 akker, met de toevoeging dat hier nog bijkomt een halve akker van zijn schoonzoon "Berent Braemer", die dan kennelijk al inwonend is. Hermen Berents wordt nog in 1733 in het boterpachtregister genoemd. Harmen Berents behoorde tot een kleine groep van rijken. In het register van de 1.000e penning uit 1694 blijkt dat zijn vermogen toen op 600 gulden werd geschat, maar in 1715, volgens het register op de 1.000e penning werd dit inmiddels geschat op 2.000 gulden. In het zoutgeldkohier van 1702 wordt Hermen belast met een aanslag van 13 stuivers. In 1723 in het hoofdgeldkohier wordt als hoofdbewoner de wed. Berent Bramer vermeld (Statenarchief). Dat is ook het geval in het verpondings en contributieregister van dat jaar.
Op 25-01-1717 verkopen Pieter Harrewigh en zijn echtgenote Jenneken Janssen voor 345 car. guldens, de Ooster Egge, de kamer met de halve deele en de helft van de smederij aan Harmen Berends en huisvrouw Hinrikjen Wichers (oostwaarts Roelof Smit, westwaarts Coert Henrixen), eerder in eigendom bezeten door Jan Hendriks Post en Jenneken Hendriks [Kruis] (bron: Archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2674). Dit huis met smederij moet gelegen hebben daar waar later smederij Peereboom was (Oosteinde 151). |
|