Notities persoon | had een erf aan het Oosteinde van 5 akkers (boterpachtregisters 1645, 1652, 1657, 1664, 1666. waarschijnlijk tapper van beroep. In het schuldboek van Jan Evers Coster wordt in 1649 een Rotger tapper genoemd die bieraccijns verschuldigd is (bron: AHA inv. nr. 1657).
In 1668 staat in het boterpachtkohier vermeld "nu Roelof Gerrits" mogelijk een schoonzoon. Het is goed mogelijk dat Rotger Berentsen door de legers van de bisschop van Münster is vermoord in 1668. De aanname van de vader-zoon relatie is uitsluitend op de namen gebasseerd. Rotger of Rutger is een zeer unieke naam in Vriezenveen, en dan ook nog een keer gelinkt aan de naam Berent in beide gevallen (voornaam, dan wel patroniem). In 1632 bewoonde een zekere Hinric Aelberts het erf (de eerste man van Gese Everts, zie hierna). Rotger figureert van 1636-1637 in een rechtzaak als beklaagde. Een zekere Jan Alberts daagde Rotger in verband met een bedrag met intrest die hij meende tegoed te hebben van de erfgenaam van zijn broer Hendrik Alberts. Het betrof een schuld die wijlen Hendrik Alberts met zijn broer Jan Alberts was aangegaan en welke plicht door boedelscheiding (2 e huwelijk van gese na het overlijden van haar man Hendrik Alberts) aan Rotger Berends was toegekomen. Gese wordt in de stukken de huidige echtgenote van Rotger Berends genoemd. Daarmee wordt gesuggereerd dat Rotger eerder gehuwd moet zijn geweest, dat maakt de link tussen zoon en moeder niet 100% zeker. Gese was de dochter van Evert Hendrix en Jenne. Laatstgenoemde was de dochter van Hendrik Alberts. Rotger weet de schuld door de rechtzaak terug te dringen naar een bedrag van 41 en een halve goldgulden. Diverse verwanten komen opdraven om getuigenis af te leggen. (bron: Archief Huize Almelo inv. nr.3221).
04-10-1658 boete van het breukgericht voor Rutger Berends van een dukaat en 3 schepel haver, overtreding staat niet vermeld (bron: Archief Huize Almelo inv. nr.3245).
1-3-1661 heeft Rotger Berends voor zijn zoon geaccordeerd een boete van 12 keijser guldens vanwege messentrekkerij tegen de zoon van Berckhoff. Op 1 mei 1661 is de boete betaald (AHA inv. nr. 3245).
In het boterpachtregister van 1657 wordt de naam van Rotger Berends en Peter Jan Berends ivm het erf van Berend Henriks Schuirman genoemd. Hen komt een aandeel van repsectievelijk 1/2 pond en een pond boterpacht van het erf toe. | Notities geboorte | afgeleid uit zijn verklaring d.d. 19-2-1663 als getuige bij een proces "omtrent" 57 jaar oud te zijn. (HAA inv. nr. 3001). in juni 1634 getuige in een proces en verklaart dan omtrent 25 jaar oud te zijn (bron: AHA inv. nr. 2992). |
|