TERUG NAAR START
Berent Jansen Berkhof
rekening1737berent_jansen_berkhof_metondertekening.jpg  
GeslachtMan
Leeftijd< 67 jaar
 
Geboren1691teVriezenveen
Overleden< 29-7-1758teVriezenveen
Vader Jan Berents Berkhoff
 Geboren ± 1660
 Overleden ± 1713
Moeder Fennighjen Hermsen
 Geboren ± 1660
 Overleden > 1723
Broer  Hermen Jansen *1688
Broer  Jan Jansen *25-9-1701
 
Huwelijk ± 1718 te Vriezenveen
 
metGeertje Jansen Evertman (Post)
 Geboren± 1695
 Overleden> 27-3-1769
Kinderen  Jan Berends
Jenneken Berends
Fenneken Berends
Hendrik Berends
Janna Berends
Egbert Berends
Jenneken Berends
Frederik Berends
Hermina
Notities persoonwas van 1734-1752 verwalter-scholtus van Vriezenveen. Ook Key Berend genoemd (Archief Jansen/Jonker), bewoonde het pand Oosteinde 251, bekend als het Keibeerndserf (blz. 114,115 Ken uw dorp en heb het lief). In 1737 en 1740 vermeld als kerkmeester (bron: Rekenboek van de Diaconie).

In 1720 voor het eerst in het boterpachtregister vermeld. Had toen een 3-akkerstuk overgenomen van zijn schoonmoeder de weduwe Jan Henrixen Post, die in 1719 nog als eigenaresse van het goed genoemd werd, dat toen overigens nog 5 akkers besloeg. Key Berend kon zich ook nog eigenaar noemen van een halve akker "woestenland". Wordt in het boterpachtkohier van 1756 (over 1755) nog genoemd. In 1763 wordt als eigenaar van het goed genoemd zijn schoonzoon Wolter Derks Schipper.
29-12-1730 krijgt Berent Berkhof 28 gulden betaald voor 10 1/2 dagwerk op Toet Jansland gegraven geleverde turf (bron: rekeningen Huize Almelo (AHA inv. nr. 1040).

Berend wordt in 1737 inzake het Hoofdgeld aangeslagen voor 2 personen en moet betalen 1 gulden en 6 stuivers. Dat is 0,65 per persoon. Behoorde met zo´n aanslag zeker niet tot de minder bemiddelden van het dorp. In het Oosteinde lag de gemiddelde aanslag destijds op ongeveer 0,46.
In 1753 wordt Berend inzake het hoofdgeld aangeslagen voor 5 personen en moet 1,85 betalen. Dat is 0,37 tegen een gemiddelde in Vriezenveen van 0,39 per persoon. Daarmee was de familie op de maatschappelijke ladder enigszins gedaald , tenminste als je dat aan de hoofdelijke aanslag af mag meten.

Diakonale kerkrekening:
8-12-1763 ontvangen van de wed. Berent Jansen Berkhoff de somma van 25 gulden welke penningen zijn bekomen uit de nalatenschap van haar overleden zoon Frederik Berkhoff (bron: Gens Nostra, artikel van de heer H. Wagenvoort ca. 1977)

Op 05-05-1750 verklaart Berent Jansen Berkhof 150 gulden schuldig te zijn aan Bernardus Spijker en Gezijna Cruijs (Archief Huis Weleveld, kerspel Vriezenveen, inv. nr. 2).

Rond 1750 was er een grote sociale onrust in Vriezenveen. Deze onrust hield verband met de landelijke onrust (in Amsterdam bekend als de Doelistenbeweging). Berent was onderdeel van deze onrust, zo was hij één van de 9 Vriezenveners die zich met de strijd inzake de sluis bij het Kooikershuis tegen de Heer van Almelo keerde, samen met 8 andere Vriezenveners voerde hij processen namens de Vriezenveense gemeenschap, inzake de bevoegdheid en het gezag van de Heer van Almelo aangaande de sluis. Verder had Berent zich in 1747 actief bemoeid om de door de Heer van Almelo gewenste nieuwe beroepen predikant van Eibergen persoonlijk te overtuigen dit beroep niet aan te nemen, hetgeen Berent op een boete van 200 zilveren dukaten kwam te staan en de proceskosten. Het gezag van de Heer van Almelo die predikanten in Almelo, Vriezenveen en Wierden benoemde was in het geding. Berent werd eveneens in juli 1752 uit z’n ambt als verwalter-schout gezet wat de Vriezenveense boeren protestbeweging niet accepteerden. In een smeekschrift van Jan Brink en Hendrik ten Cate aan Ridderschap en steden van Overijssel d.d. 07-08-1752 werd onder andere gevraagd dit ontslag door de Heer van Almelo terug te nemen en de benoeming van procurator Harwig, die nieuw benoemd was in zijn plaats, ongedaan te maken. Het smeekschrift mocht niet baten. Berent bleef aan de kantlijn staan en door de grote boete heeft de familie ongetwijfeld grote schade gelden.
In 1752 werd Berent in verband met de kwestie ondervraagd en verklaarde hij als verwalter-schout aangesteld te zijn geweest door de Richter met een akte die ondertekend was door de Heer van Almelo en dus niet door de schout of de Vriezenveense gemeente was aangesteld. Berkhof verklaarde ook dat de Heer van Almelo in juli en augustus zijn ontslag als verwalter-schout had medegedeeld. De Heer van Almelo beweerde dat Berkhof op 31 juli 1752 zelf om zijn ontslag had verzocht en liet dit Berent Berkhof ook verklaren. De hele verklaring paste precies in het straatje van de Heer van Almelo. Het lijkt er sterk op dat Berent inzake zijn verklaringen sterk onder druk was gezet (bron AHA inv nr’s 3209 en 2969).

12-01-1763 ontvangen Egbert Berends Berkhof en Wolter Derks Schipper (gehuwd met Jenneken Berends Berkhof) van de schout Jan Dikkers 237,10 gulden, in verband met proceskosten inzake de sluis bij het Kooikershuis, die wijlen hun (schoon) vader als verwalter-schout had gemaakt en van gemeentewege had voorgeschoten (Archief Huis Weleveld, kerspel Vriezenveen, inv. nr. 2).
Er is nog een waterput van Berent Jansen Berkhof, die verplaatst is naar de achtertuin van J. Eshuis, Oosteinde 42 met de inscriptie BJBGJ 1754 (mei 2012). BJB is de afkorting voor Berent Jansen Berkhof en GJ is de afkorting voor Geertje Jansen (put nog aanwezig mei 2012).
Notities geboorteis in 1752 61 jaar volgens eigen getuigenverklaring (HAA inv. nr. 3209)
Notities overlijdenop een lijst van Vriezenveners die de boerhaverplicht (uit protest) niet hadden voldaan staat op een lijst,( die opgesteld is tussen 28 november en 1 december 1752), de vrouw van de gewezen verwalter scholtus Berent Berkhoff. In het belastingregister van de 1000e penning van 29-7-1758 wordt genoemd de weduwe Berent Barckhoff.