| Notities persoon | arbeider bij huwelijk, wonende te Rottevalle onder Dragten. In 1891 bij huwelijk zoon Jan arbeider wonende te Dragten. In 1899 bij huwelijk zoon Ynze arbeider wonende te Surhuisterveen.
Koopman van beroep bij huwelijk zoon Willem in 1902 en bij het eigen overlijden in 1914. Is dan nog steeds wonende te Surhuisterveen.
22-02-1858 Compareerden Antje Gjalts Kootstra huisvrouw van Tjeerd Harmens Nijboer, Harmen Harmens Nijboer en Klaas Gjalts Kootstra arbeiders wonende te Dragten, de welke mij verklaarden en wel de eerste dat zij in den morgen van Maandag den vijtienden februarij ll. Tusschen drie en vier uur met haren man buiten hunne woning staande drie personen zagen aankomen met name Bauke Fokkes Postma en Jacob Hanzes Hoekstra benevens eenen jongen genaamd Sake welke personen zich op de hieminge voor hun huis even van de publieke weg verwijderd, begaven doch dadelijk terugkeerde toen zij comparante en haren man gewaar werden. Dat twee dier personen den jongen iets toefluisterden, waarop deze zich in allerijl verwijderde en terugkeerde met verscheidene andere personen welke met grooten spoed zich bij Postma en Hoekstra vervoegden en van welken zij herkende Gerben Gerbens de Jong, Sijbe Sijbes Boomsma, Frans Jans Bosgra, Trijntje Hendriks Tuinstra, Klaas Jans Mulder en Auke Willems Postma allen wonende te Dragten. Dat zij comparante daarop met hare man naar binnen is gegaan uit vrees dat die personen zouden binnenkomen ten einde zekere Maaike Hendriks Bethlehem te mishandelen welke zelfs hieromtrent vermoeden had in welk vermoeden zij comparante versterkt was geworden door de vraag gedaan door Postma of namelijk eene zekere Maaike ook bij hen aan huis was. Dat de drie getuigen gezien hebben dat Sijbe Sijbes Boomsma en Frans Jans Bosgra de eerste met dikke steenen tegen de muur wierp de tweede met een stok zeer hevig op de deur en de muur sloeg terwijl beiden met kracht pogingen deden om de deur open te breken waarna eindelijk een steen door de glazen wierd geworpen welke een en ander behalve het inwerpen van glazen door hen allen duidelijk opgemerkt geworden door het sleutelgat waarvoor zij zich daar het rumoer eenigen tijd aanhield en zij zich niet naar buiten durfde te begeven, beurtelings geplaatst hadden. Dat zij hebben opgemerkt dat Sijbe Sijbes Boomsma een mes in de hand had en de woorden bezigde " die er uit komt zal ik snijden en steken!" Dat zij de andere personen wel meer dan tien in getal hadden zien staan voor de woning van Tjeerd Harmens Nijboer op de weg en in de dam voor het huis dat zeer nabij de weg gelegen is vloekende en tierende onder elkander en dat Klaas Gjalts Kootstra de derde getuige onder de personen voor het huis nog heeft opgemerkt de persoon van Andries Hendriks Tuinstra arbeider wonende te Dragten. Dat Klaas Gjalts Kootstra en Harmen Harmens Nijboer de avond en nacht hadden doorgebragt in de woning van Tjeerd Harmens Nijboer en niet de minste aanleiding hadden gegeven tot het gebeurde terwijl de opgegeven personen met opzet zich naar de woning moeten hebben begeven, daar alle…. Plaats eene geheele tegenovergestelde rigting had en zij dus nimmer kunnen verklaren dat zij naar huis gaande waren. Dat al die personen toen getuige eindelijk de deur openden om de woning te verdedigen zich in allerijl hebben verwijderd naar de rigting van waar zij waren gekomen zijnde ook die naar hunne woning loopende. w.g. A.G. Kootstra, H.H. Nijboer en E. Manger Cats, K.G. Kootstra kan niet schrijven.
(transcriptie op internet te vinden met de volgende link: https://www.smallingerland.nl/archiefonderzoek/Verhoorboeken/Verhoren.html). (bron internet 21-2-2019).
06-05-1861 Compareerden Gerben Klazes Hoff arbeider en zijne huisvrouw Aukje Hendriks Storm wonende onder Dragten, de welke mij verklaarden dat zij in den vroegen morgen van den vijfden dezer maand uit hunne slaap gewekt wierden door het ongewoon geroep “ Gerben, Gerben! Gaauw, gaauw!” waarop onmiddellijk volgde het inslaan van een glasruit. Dat zij in allerijl het bed verlatende ontwaarden buiten onmiddellijk bij hunne woning twee personen met name Harmen Harmens Nijboer wiens stem zij reeds aan dat geroep hadden herkend en Siebe Boomsma. Dat Boomsma op dat oogenblik pogingen aanwende om Nijboer slagen toe te brengen waartegen deze alle moeite in het werk stelde om die slagen af te weren, zonder dat zij comparanten evenwel in de hand van Boomsma eenig scherp werktuig hebben gezien. Dat Nijboer eindelijk zijne tevlugt heeft genomen in hunne woning waar zij toen de gelegenheid om op te merken dat de buis van Nijboer op onderscheidene plaatsen, vooral op den rug, van sneden was voorzien en zijn hand (de regter) geheel bebloed was als gevolg naar het comparanten voor kwam van toegebragte sneden, terwijl Nijboer hun te kennen gaf dat het hem ook op de rug smette en hij daar pijn gevoelde en hij ook daar ter plaatse zeker gesneden was. Dat Boomsma nadat Nijboer in de woning was geraakt in allerijl met veel spoed de vlugt heeft genomen. w.g. G.K. Hof, A.H. Storm en E. Manger Cats.
05-05-1861 Verhoor van Hoe is uw naam? Siebe Boomsma Wat is uw beroep? Arbeider Hoe oud zijt gij? Drieentwintig jaren Welke is uwe woonplaats? Onder Dragten Erkent gij u heden in den vroegen morgen ongeveer te half vier ure nevens de woning van Gerben Klazes Hoff te hebben schuldig gemaakt aan het toebrengen van steken met een mesje aan den persoon van Harmen Harmens Nijboer wonende in de Dragtster Compagnie? Ja dat heb ik gedaan het kwam door de drank. Erkent gij zulks te hebben verrigt met het mesje dat ik u nu vertoon en dat heden morgen bij u is bevonden? Ja dit mesje had ik gisteren en heden in den vroegen morgen bij mij en hiermede heb ik dan ook de steken en stooten toegebragt. Zijt gij meer in handen der Justitie geweest? Ik ben tweemalen veroordeeld geweest bij het kantongeregt te Beetsterzwaag; eenmaal wegens het schieten met een pistool zonder verlof de tweede maal wegens burengerucht en inslaan van glazen in een huisje aan de Folgeralaan onder Dragten. Zijt gij ook in Militaire dienst? Ja. w.g. S. Boomsma en E. Manger Cats.
22-03-1865 Compareerden Jan Jans Bosgraaf oud 23 jaren, Sijbe Boomsma oud 27 jaren en Auke Baukes Doetjes oud 17 jaren allen arbeiders op de Houtigehage, de welke mij verklaarde(n) dat gisterenmiddag ongeveer te half drie uur, terwijl zij het publieke voetpad langs gingen, zich iemand komende van de zijde bij hen vervoegde met name Fokke Ages van der Heide arbeider op de Houtigehage woonachtig. Dat deze dadelijk den eersten comparant nadat hij hem had toegevoegd dat hij iets met zijn broeder had gehad dat hem zeer deed, een slag met de vuist tegen de kin toebragt. Dat hij daarop zijne tabaksdoos uit de zak heeft gehaald en daarmede den eersten comparant verscheidene slagen toebragt tegen het hoofd zoodat het bloed uit de neus te voorschijn kwam terwijl dit vergezeld ging van schoppen. Dat die zelfde van der Heide daarna comparant toevoegde dat hij hem wanneer hij zich tegen hem wilde verzetten nog meer zoude toemaken. w.g. S. Boomsma en E. Manger Cats de eerste en derde comparant kunnen niet schrijven.
11/64 onbevoegd uitoefening van verlofkundige hulp Dragten 7 Mei 1898 De Officier van Justitie der Arrondisements Rechtbank te Heerenveen Onder geleide dezes heb ik de eer Uw Edel Gestrenge in te zenden een proces verbaal opgemaakt door A. Schuite brigadier titulair der rijksveldwacht te Rottevalle en J. Huisma dienaar van politie en onbezoldigd rijksveldwachter te Rottevalle tegen Bregtje Zinneker huisvrouw van Saebe Boomsma wonende te Surhuisterveen terzake onbevoegd uitoefening van verloskundige hulp. W.g. Tresling (bron: https://www.smallingerland.nl/archiefonderzoek/Uitgaande_stukken). |
|
