TERUG NAAR START
Egbert Gerrits Bramer
GeslachtMan
Leeftijd< 66 jaar
 
Geboren1657teVriezenveen
Overleden< 1723teVriezenveen
Vader Geert Jansen Bramer
 Geboren 1618
 Overleden < 1683
Moeder N.N. Bramers
 Geboren 1628
 Overleden > 1686
Broer  Jan Gerrits (Geertsen) *1648
Broer  Hendrick Gerrijtsen *± 1655
Broer  Gerrit *± 1655
Broer  Frerick Gerrits *± 1660
Broer  Lucas Gerritsen *± 1660
 
Kerkelijk huwelijk 28-7-1695 te Vriezenveen
 
metHendrikjen Hendriks Bulligjen
 Geboren± 1670
 Overleden> 1748
NotitiesEgbert Gerrijts Braemer N.Z. van Gerrijt Janssen Braemer J.M. en Hendrikjen Hendriks Dochter van Hendrik Hendriksen Bulligjen beijde op ’t Vriesenveen
Kind  Engeltje
Notities persoonBewoonde een boerderij aan het Oosteinde, had het erf overgenomen van zijn schoonvader Hendrik Hendriks Bulligjen (bron: boterpachtregisters).
R.K. ondanks diverse gedoopte kinderen in de gereformeerde kerk.
oa. NH doopboek:
Den 1 Juny 1705
Egbert Gerritz Bramer ende Henrikjen Henrikz Engeltjen
NB. De belofte, omtrent het laetste gedoopte kind van deeze ouders,
die beide paeps zijn, gedaen (zie Anno 1701 den 27 November), zijn
alhier van woord tot woord erhaeld en verniewd.

Was knecht bij de katholiek Jasper Geerts Fox, toen laatstgenoemde overleed in 1679. Was daarbij inwonend. Werd ook een aardige som geld toebedeeld in het door de priester Johannes Schurink opgestelde en door Jasper Fox ondertekende testament, namelijk 500 gulden, samen met zijn broer Jan Bramer; dus elk 250 gulden. Over de rechtsgeldigheid van het testamant werd uitgebreid geprocedeeerd doorde schout Otto Frerix en later diens erven, vanwege hun erfbelang. Er waren geen onafhankelijke getuigen aanwezig geweest was het eindoordeel en het testament werd vernietigd. (bron: AHA inv. nr. 2981).

Volgens het kohier van de 1.000e penning van 1715 beschikte Egbert over een geschat vermogen van 800 gulden.
Volgens het kohier van de 1.000e penning van 1734 is [schoonzoon] Berent Harms (gehuwd met Engeltje Egberts Bramer) de nieuwe hoofdbewoner met een geschat vermogen van 1.500 gulden.

is volgens eigen verklaring de volle neef van de vrouw (dochter van schout Otto Fredriks) van de schout Lucas Hermsen Coster (bron: AHA inv. nr. 2981 foto342).
Treedt op 21-04-1713 voor het schoutengericht op als momber over het onmondige kind van "Bulgies Gert" (bron: archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22).

In 1685 wordt Egbert Bramer beboet met 50 gulden en een "goeden dortschen zalm" vanwege het tot bloedens slaan van Bour Henne ’s-nachts slapendertijd op de vrije weg (bron: AHA inv. nr. 3245 foto 215).
Notities geboorteverklaart 32 jaar oud te zijn in 1689 (rechtzaak erfenis Jasper Fox) inv. nr. 2981 HAA. en is een volle neef van de vrouw van de schout Lucas Hermsen (Coster).(foto 342 ,inv. nr. 2981 HAA). Had net als zijn broer Jan 250 gulden gelegateerd gekregen van Jasper Fox. In de rechtzaak (1688-1689) die volgt op het overlijden van Jasper Fox, blijkt dat Egbert "den waeren Godts dienst verlaten, ende tot de Paepse affgoderij begeven heeft". Dat wil zeggen dat hij wel protestant geweest is, maar daarna zich toch weer tot het Rooms Katholicisme gekeerd had (archiefnr. 2981, foto nr. 178). Jasper Fox, was kennelijk het katholieke geloof goedgezind. Hij legateert een aantal katholieken, waaronder de pastor Johannes Schurinck. Probleem was alleen dat het testament niet ondertekend was en dat er ook niet 2 onpartijdige getuigen aanwezig waren. De erfgenamen van de schout Otto Frerix en diens zuster Aeltjen Frerix,(zij waren weer erfgenaam van Jasper Fox), betrijdden de rechtmatigheid van het testament van Jasper Fox met succes, zodat de vermaking van gelden aan anderen, waaronder dus een aantal katholieken, alsnog ongedaan werd gemaakt. Ook de kerk, vertegenwoordigd door de kerkmeesters Lucas Fronten en Berent Berckhoff en Jan Cleassen visten achter het net van de erfenis. Ook zij waren in het "testament" bedacht met een legaat van 500 gulden voor "de behoeftige armen" en 100 goltgulden voor "die Kercke van t’ Friesenveen". Zij hadden dus ook baat bij de rechtmatigheid van het testament. Verder was nog de meid Maria Hesselinck partij in het proces. Aan haar was 100 gulden gelegateerd. De priesters van Vriezenveen werden 500 guldens toebedeeld, waarvan 500 guldens aan Joannes Schuren, en de andere helft mocht Joannes bepalen waaraan dat besteed zou worden. Helaas voor hen, het testament werd als onrechtmatig beschouwd.
Notities overlijdenin het hoofdgeldkohier van 1723 staat vermeld de wed. Egbert Bramer, idem kohier op verponding en contributie van dat jaar met vermelding de wed. Bramer.