TERUG NAAR START
Jan Wiggersen (de Jonghe) Bramer
GeslachtMan
Leeftijd65 of 66 jaar (Gebaseerd op begraafdatum)
 
Geboren1660teVriezenveen
Begraven4-12-1726teAmsterdam
Vader Wijcher Jansen Bramer
 Geboren 1622
 Overleden ± 1667
Moeder Aeltje Alberts
 Geboren ± 1615
 Overleden ± 1702
Zus  Aaltje
Zus  Geesje Wijchers
Broer  Jan Wiegers (de Olde)
Zus  Geertjen *± 1670
 
Ondertrouw 14-10-1690 te
 
metRijntje Jans
 Geboren1645
 Begraven1-5-1713
NotitiesJan Wijchers huwt volgens de huwelijksregistratie met moeders consent.
 
Notities persoonbewoonde het erf aan het Oosteinde nummer 243 (zie Ken uw dorp en heb het lief, blz. 112).

Jan Wiggersen Bramer woont tijdens zijn huwelijk in 1690 op de Bierkaaij te Amsterdam, dat is nu beter bekend als de Oudezijds Voorburgwal. De bierkaaij was het gedeelte tussen het Oudekerksplein en de Damstraat. Volgens de huwelijksregistratie van Amsterdam was Jan een schoenmaker

Jan trouwt in op het erf van Rijntje wiens eerdere echtgenoot (huwelijk 1-5-1676 ) Wessel Jansz, ook wel Mulder genoemd, van beroep lakenbereider, op 4-5-1685 een pand had gekocht aan de zuidzijde van de Zwartlakensteeg voor 1150 gulden. Wessel Jansz overlijdt in 1690 en wordt op 19 januari van dat jaar begraven op het Sint Antoniekerkhof, volgens het begraafregister 4 kinderen nalatend. De 4e echtgenoot van Rijntje, Jan Bramer neemt dit pand formeel over op 20-2-1702 als één en ander schriftelijk wordt vastgelegd. Jan Bramer verkoopt het huis en erf (medecomparant is Albert Mulder een wijnkoper, kennelijk een zoon uit heet vorige huwelijk van Rijntje) voor maar liefst 7.000 gulden aan een zekere Gerrit Schuurman op 18-7-1719. Of hij dan in Vriezenveen woont blijkt niet uit de overdrachtsakte. De lokatieaanduiding van het pand wordt genoemd aan de O.Z. Voorburgwal of ook wel Delftse Bierkaai tussen de Blauwlakensteeg en de Zwartlakensteeg. Het is het huidige Oudezijds Voorburgwal 132, een behoorlijk imposant pand.

Jan Bramer en Rijntje laten op 20 oktober 1709 hun testament maken bij notaris Pieter Carel en stellen (stief-) zoon Albert Mulder aan tot enig erfgenaam, onder uitsluiting van alle anderen. Van Albert Mulder staat vermeld dat hij op het moment van opmaken van het testament dat ook door hem wordt ondertekend op het punt stond naar het buitenland te vertrekken, kennelijk voor zaken. Mocht de erfenis hem toekomen op het moment dat hij in het buitenland zou vertoefen dan moest zijn oom Hendrick Jacobs en zijn goede bekende Matthijs Schonenberg zijn belangen vertegenwoordigen in de erfenis. Op 28 april 1713, als Rijntje is overleden, koopt Albert zich bij Jan Bramer uit inzake de spullen die Jan en zijn vrouw gemeenschappelijk hebben bezeten, in ruil voor zorg voor kleding, kost en inwoning, drank en andere behoeften. Albert moet zijn stiefvader wekelijks ook een zakcentje geven van 1 gulden en 10 stuivers en heeft de plicht hem een keurige begravenis te bezorgen mocht hij komen te overlijden. Mocht Albert Mulder komen te overlijden dan zal de plicht tot zorg van Jan Bramer overgaan op de weduwe van Albert Mulder en mochten ze niet tot een vergelijk op dit gebied kunnen komen dan moet diezelfde weduwe Jan Bramer 2.500 gulden betalen, waarna ze van de plicht tot zorg ontheven zou zijn. Jan Bramer verkoopt het huis en erf aan de Oudezijds Voorburgwal nr. 132 (huidige nummering) voor maar liefst 7.000 gulden aan een zekere Gerrit Schuurman afkomstig van Steenwijk op 18-7-1719 (medecomparant is Albert Mulder een wijnkoper, kennelijk de zoon uit het vorige huwelijk van Rijntje). De lokatieaanduiding van het pand wordt genoemd aan de O.Z. Voorburgwal of ook wel Delftse Bierkaai tussen de Blauwlakensteeg en de Zwartlakensteeg. Gezien het statige pand dat Jan Bramer in Amsterdam bewoonde lijkt het erop dat hij het schoenmakersbestaan vaarwel heeft gezegd en evenals de eerdere echtgenoot van zijn vrouw (Wessel Mulder) actief was in de lakenindustrie en/of handel. Volgens de informatie van het begraafregister was Jan evenals zijn stiefzoon ook nog eens wijnkoper.
De Zwartlakensteeg heette niet voor niets zo, er was daar in de 17e eeuw een concentratie van lakennijverheid en ik vermoed dat Jan Bramer hier toch een aardig aandeel in heeft gehad. Zie voor een afbeelding van de woning de site betreffende Vriezenveens-Amsterdamse woningen. Jan Bramer staat in de kohieren van de 100e/200e penning nog tot en met 1732 als eigenaar van de panden aan de Zwartlakensteeg vermeld, hoewel hij dan reeds enkele jaren is overleden. Stiefzoon Albert Mulder neemt de panden over en wordt in de kohieren van de 100/200e penning vanaf 1734 als eigenaar genoemd.
Notities geboorteJan is bij zijn huwelijk in 1690 30 jaar oud.
Notities overlijdenbegraven in de Oude Kerk in grafnummer 36 van de Sebastiaanskapel.