Notities persoon | landbouwer, bewoonde het pand gelegen aan Oosteinde 293 (huidige nummering) Bron: Ken uw dorp en heb het lief, blz.126. Bezit in ca. 1735 volgens het boterpachtregister 2 1/2 akker land. In 1763 is dit uitgegroeid tot 6 akkers. In 1748 bij de volkstelling heeft het gezin een dienstbode genaamd Zwenne Harmsen. Het erf kwam in het bezit van de familie Post via het huwelijk van Willem met Grietje Claassen. In 1733 was de weduwe van Claes Hendriks (moeder van Grietje Claassen) eigenares van het goed volgens het boterpachtregister.
In het boterpachtregister van 1733 staat de naam Willem Post onder het erf van Berent Jansen Berkhof voor 3 pond boterpachtverplichting in de boeken. De zuster van Willem Post was met Berent Berkhof gehuwd. In 1736 staat Willem Post op het schoonouderlijk erf een stukje oostelijker te boek in het boterpachtregister, dan als de hoofdbewoner. Vreemd genoeg komt Willem niet voor in de registers van de 1.000e penning van 1751 en 1758. Dat is vreemd, want uit andere belastingregisters waarin hij wel genoemd wordt, zoals het hoofdgeld, komt hij zeker niet als armoedzaaier naar voren.
Op 18-08-1751 (3x) treden Berent Gerrits Coster Willem Jansen Post (gehuwd met Mette Jansen Snijder) als mombers op voor het onmondige kind van wijlen Gerrit Gerritsen Koster en Aaltje Jansen Snijder, genaamd Jan Gerrits (Bron: Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675).
Akte van transport d.d. 27 maart 1756 als de voogd van Rutgert Hendriks Klompemaker, genaamd Henrikus Hendriks Klompemaker, namens zijn broer Rutgert verklaart een halve akker hoevenland te hebben verkocht aan Willem Jansen Post op 15-02-1753 (bron: archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675).
Voor het laatst vermeld in het kerspelbelastingregister van 1769, in 1770 staat Jannes Post als hoofdbewoner van het ouderlijk erf vermeld. |
|