Notities persoon | bewoonde het pand Oosteinde 268. Met de volkstelling van 1748 staat vermeld de wed. Luicas Vik en de kinderen boven 10 jaar. Egbert en Aaltje. Inwonend is Maria Hendrixen. Ik vermoed dat Maria Hendrixen identiek is aan de dochter Marie van tante Jenneken Hendriks in het testament van tante Geertje Hendriks in 1710.
Eerder bewoonde dit erf Armke Schoemaker, of de kinderen van Armke Schoemaker, rond 1713 bewoont dan Lucas Harmsen dit erf. Armke die in het boterpachtregister van 1671 onder haar patroniem hendrix wordt aangeduid is dus lange tijd als weduwe op het erf als hoofdbewoner woonachtig geweest. In dat jaar 1671 had het erf een omvang van 1 akker. Ook in het boterpachtregister van 1670 wordt Armke al vermeld, dan onder de naam Armtjen Schomakers. Wellicht is Armke de (schoon)moeder van Lucas Hermsen Fik. In 1668 staat in het boterpachtregister vermeld: Jan Alberts Henrick nu Armtien Schoemakers. Armke of Armtien wordt in het boterpachtregister van 1671 aangeduid met het patroniem Hendricks.
In 1738 nog vermeld in het hoofdgeldkohier. Luijkas Fick, naast hem staat vermeld Maria. Ook nog vermeld in het vuurstedengeldregister van 1742, in het register van 1743 staat echter de weduwe van Lucas Fik vermeld.
In het verpondings en contributieregister van 1723 staan Lucas Harms en broer Hindrik Harms naast elkaar vermeld. |
|