Notities persoon | Huwt in op het erf van zijn eerste vrouw Hendrikjen Berkhof, Oosteinde nr. 368 (huidige nummering) het erf stond later bekend onder de bijnaam "de Wolters". In 1721 wordt "Jan Frericks" de schoonzoon van Jasper Berckhoff vermeld als degene die het goed bewoond (getrouwd met Hendrikje Berkhoff) in de boterpachtregisters, het erf is 4 akkers groot. Jan Fredriks wordt nog in het boterpachtregister van 1763 genoemd. Hij wordt ook genoemd in het testament van zijn zoon Jan in 1752.
In 1737 wordt Jan Fredriks inzake het hoofdgeld aangeslagen voor 2 personen en moet dan 1,20 betalen, met 60 cent p.p. een meer dan gemiddeld bedrag. In 1753 bedraagt de aanslag voor 3 personen 1,30, met 43 cent p.p. nog steeds een bovengemiddeld bedrag (dit lag op 39 cent). In 1760 bedraagt de aanslag voor 2 personen 1,80 een erg hoge aanslag als je rekening houdt met een gemiddelde van 39 cent p.p. De familie moet dus welvarend zijn geweest voor plaatselijke begrippen.
In het kohier van de 1.000e penning van 1734 en 1739 wordt Jan Fredriks vermogen geschat op 500 gulden. In 1751 is dit gegroeid tot 1100 gulden en in 1758 1150 gulden. Daarmee behoorde Jan tot de meer welgestelden van het dorp.
In 1768 nog genoemd in de balestingkohieren van gehoornde beesten en gezaaide landen; in 1769 staat zoon Fredrik Jansen vermeld als hoofdbewoner.
Genoemd in het testament van zijn zoon Jan op 22-05-1752. |
|