Notities persoon | 14 juni 1739 Lieppe Gebriels mr. schoenmaker en Feikien Hendricks egtelieden te Rottevalle bekennen schuldig te zijn aan onze ouders respectievelijke schoonouders, Henrik Sierds en Teetske Hessels 43 caroli guldens en aan onze oom en onze moeij Bernardus Rommerts en Eets Wilts egtelieden mede inde Rottevalle de som van 80 caroli guldens vanwege geleend geld vanwege de aankoop van een huis gekocht van Harmen Geerts staande in de Rottevalle onder het behoor van Harcama Opeinde. Schuldakte 11 april 1720. Was getekend Lieppe Gabriels en Feijkien Hendriks en J. van Weperen publiek notaris.(bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Hypotheekkohier inv. nr. 123, folio 366)schoenmaker te Oudega/Rottevalle oa 1682 (bron: Archief Nedergerecht Smallingerland, weesboeken inv. nr. 37, folio 228, foto 116). Dat zal de grootvader zijn, gezien de datering.
15 januari 1720 Lieppe Gabriels mr. schoenmaker inde Rottevalle en Feijck Hendricks egtelieden inde Rottevalle proclameren zeker [geven kennis van de aankoop] huis en erf gelegen in de Rottevalle onder Harcama Opeinde hebbende de armen van de Rottevalle cum socus ten oosten, Hendrick Sjerds ten westen, de vaartswal of geregtigheit ten zuiden, Wobbe Liebbes ten noorden. gekocht voor 200 car gld van Harmen Geerts mede in Rottevalle woonachtig, met geschenk van schoenen en hemden voor mijne kinderen ’t welck te samen wordt gerekend op 6 car. guldens te betalen (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatiekohier inv. nr. 90).
26 november 1723 Gepke Jans wed. van Roelof Jans verklaart 80 caroli guldens schuldig te zijn aan Hendrik Beerns en Lippe Gabriels ter zake van geleverde winkelwaren en verschoten penningen (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Hypotheekboeken inv. nr. 121, folio 212).
23 april 1731 Liepe Gabrejels schoenmaker doet proclameren, "sekere huijsinge, hovinge, boomen en plantagie" met alles wat daarbij hoort, inclusief de leerkuipen die erbij horen voor de schoenmakerij, te Rottevalle onder Harcama Opeinde, tegenwoordig door de wed. Gerke Jacobs bewoond, maar vanaf 12 mei 1731 vrij van huurjaren opgeleverd, jaarlijks belast met 2 car. guldens 10 stuivers grondpagt, te betalen aan Liepe Gabrejels en bij elke verkoping van het erf. Kopers hebben land gelegen ten westen van het aangekochte perceel. Gekocht van Klaas Gerlofs mr. timmerman voor de som van 125 goldguldens en 21 stuivers, 8 penningen (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatiekohier inv. nr. 92, folio 507 en 508).
21 april 1738 Hessel Hendriks cum uxore woonachtig in de Rottevalle onder Harcama Opeinde doet proclameren een huisinge, hove, boomen en plantagie met alles wat er bij hoort gelegen in Rottevalle gekocht van Feijkjen Hendriks weduwe van Lieppe Gabriels voor de som van 150 caroli guldens. (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatiekohier inv. nr. 93, folio 503). | Notities overlijden | In 1734 staat de weduwe Lieppe Gabriels als eigenaar vermeld in de Reeele kohieren van Achtkarspelen van belastingnummers 43 en 48. In 1733 stond Lieppe Gabriels zelf nog vermeld. Hij moet dus ongeveer in deze periode zijn overleden. |
|