Notities persoon | herbergier te Oostermeer.
10-06-1618 Wilt Geertsz en Fed Jansdr, el., verklaren £ 145-10 schuldig te zijn aan Bartel Cornelisz, herbergier, en Griet Sickedr, el. te Oostermeer, wegens verteringen en biergelagen ("byergelachen"); akte gepasseerd voor notaris Wiardus Frederici (Tietjerksteradeel hypotheekboeken, inv. nr. 86, folio 46v).
10 september 1618 [geregistreerd] Wildt Geerts en Fedt Jans mijn echte huisvrouw wonende onder de klokslag van Smallinger Opeinde verklaren overgedragen te hebben zekere landen en leijen onder voorschrevene dorp aan Hessel Geerts mijn broer etc x Tedts Sioerdts zijn echte huisvrouw eveneens in het zelfde dorp wonende, hebbende ten oosten Minne Lamberts strekkende ten zuiden tot aan de Leijdijk, hebbende ten westen en ten noorden de koper zelf tussen de pedt en de Schipslootwal voor de som van 375 goldguldens. Akte 19 april 1618. Was getekend Wijlt Geerts (met eigen handtekening) en de getuigen Ruerdt Hoyts [met handmerk] en Koene Freercks (met eigen handtekening). 10 september 1618 [geregistreerd] Wildt Geerts en Fedt Jans mijn echte huisvrouw wonende onder de klokslag van Smallinger Opeinde verklaren overgedragen te hebben zekere veen en klein onder voorschrevene dorp aan Hessel Geerts mijn broer etc x Tedts Sioerdts zijn echte huisvrouw eveneens in het zelfde dorp wonende, hebbende ten oosten Minne Lamberts strekkende ten zuiden tot aan de Leijdijk, hebbende ten westen de koper zelf en ten noorden zelf zal de verkoper het klein zelf genieten, voor de som van 743 goldguldens. Akte 18 april 1618. Was getekend Wijlt Geerts (met eigen handtekening) en de getuigen Ruerdt Hoyts en Jan Harckes (allen met handmerk). (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, hypotheekboeken 1613-1618 inv. nr. 93 foto 150-154).
30-05-1620 Wilt Geertsz en Fed Jansdr, el. te Oostermeer, verklaren £ 166-10 tegen 7% rente schuldig te zijn aan Jan Jansz Benninck, brouwer, en Sijke Jansdr (vgl. fol. 129v, daar: Sytthie Jansdr), el.; hiervan is £ 66-10 wegens geleverde bieren (Tietjerksteradeel hypotheekboeken, inv. nr. 86, folio 131).
04-07-1620 Wilt Geertsz, wonende op Oostermeerderveen, belooft op 1 november a.s. £ 100 te zullen betalen aan Wybe Arjens, biersteker te Leeuwarden, wegens te leveren bier aan Christiaen Willems en Empke Jansdr, el. herbergiers te Oostermeer (Tietjerksteradeel hypotheekboeken, inv. nr. 86, folio 127v.).
29-03-1625 Koopcontract tussen Wilt Geerts, wonende op Oostermeerderveen, verkoper, en Gielt Jans en Fed Sjoerdsdr, el., thans wonende te Oostermeer, kopers, van de halve huizinge c.a. met de helft van de bomen en plantagie, alsmede 1/4 van "alle d’landen ende leyen met clijn, grond, sand en soden", invoegen dit thans eigendom is van verkoper en zijn kinderen bij wijlen Fed Jans, mandelig met voornoemde kinderen, hebbende voor ’t geheel als naastliggers Henrick Ruerds ten oosten, Gerrit Coenes ten zuiden, Berbar Meyerts Haersma ten westen, de Mieden ten noorden; de verkoper zal genieten drie jaar vrije woning in de huizinge van Jan Mom te Oostermeer aan de Wal, nu door Aesge Oenes cum uxore bewoond; de huur zal door de kopers worden voldaan; aldus verkocht voor ƒ 300; getuige: Gercke Cornelisz (Tietjerksteradeel hypotheekboeken, inv. nr. 88, folio 40).
Cessie. Wilt Geerts te Oostermeer cedeert aan Jan Roelffsz, burgerhopman, en Aeltje Lambertsdr, el. te Leeuwarden, zodanige ƒ 166-18 als hem nog competeert van Gielt Jans cum uxore, volgens het "instrument" van 29 maart 1625 (zie fol. 40), om de boekschulden wegens gehaalde bieren te voldoen (Tietjerksteradeel hypotheekboeken, inv. nr. 88, folio 41v.).
Cornelis Gerrytsz (tekent echter: Cornelis Gercks) en Pytrick Doeckesdr, el. te Oostermeer, verklaren ƒ 625 schuldig te zijn aan mr. Jacob van Campen, advocaat voor het Hof van Friesland, wonende te Leeuwarden, en Joanis Mom, wonende te Surhuisterveen, tot profijt van de erfgenamen van wijlen Harmen Forck, wegens koop van een huizinge, met de gerechtigheid van de plaats, daartoe behorende, staande en gelegen te Oostermeer, door Wilt Guerts herbergier gebruikt, hebbende Gielt Jans en Wilcke ....ers huizinge ten westen, Isbrant smid’s huizinge ten oosten, strekkende voor van de weg tot achter "aen de ackers ofte d’sloot aldaer", breder volgens de artikelen en de koopbrief; gepasseerd voor notaris Govert van Tongeren te Leeuwarden. Vervolgd op fol. 4 bij merkteken, aantekeningen over betalingen; de koper Cornelis Gerryts heeft volgens kwitantie d.d. 28 april 1628 aan Jan Mom ƒ 50 toegeteld, en nog ƒ 150 volgens kwitantie van 18 november (1628); heeft ook het strijkgeld ad ƒ 8 voldaan; op 5 mei (1629) betaald aan Catharine Heerman 9 stuivers betaald, met nog ƒ 4-14 van intrest, en is hiermee de eerste termijn van ƒ 208 voldaan. Op 5 mei 1629 aan Catharina Heerman ƒ 158-10 betaald, zodat de koper in de tweede termijn nog ƒ 50 schuldig blijft, getekend door Catharina voornoemd, Eernst Noyen, haar man, en de advocaat Campen. Op 17 september (1631) heeft Gerck Cornelis uit naam van de weduwe en erfgenamen van zijn zoon ƒ 60 betaald aan J. Campen; door dr. Noyen is in tijden ontvangen ƒ 81-17, zodat nog de intresten ad ƒ 20-13 "te reste" blijven, w.g. Ernst Noyen, 8 okt. 1631; ook het laatste is op 8 oktober 1631 voldaan aan J. Campen. Geregistreerd 23 maart 1635 ten verzoeke van Gerck Cornelis (Tietjerksteradeel hypotheekboeken, inv. nr. 90, folio 2).
24-3-1629. Wilt Geerts en Geertje Oensedr, el. te Oostermeer, verklaren £ 76-10 schuldig te zijn aan Pieter Sybransz, brouwer, en Grietje Epedr, el. te Leeuwarden, wegens gehaalde bieren; gecedeerd aan Minne Jellis en Arjaentje Hendricx Cluyter, el., 1 april 1629 (Tietjerksteradeel hypotheekboeken, inv. nr. 89, folio 64).
12-01-1632. Wopke Hylckesz en Neel Aedesdr, el. te Oostermeer, alsmede Coene Roeleffsz en Gees Uylckesdr, el., wonende op Oostermeerderveen, verklaren ƒ 158 schuldig te zijn aan Wilt Geertsz te Oostermeer, voor zichzelf en voor zijn kinderen bij wl. Fed Jansdr, terzake "gepachte leyen ofte clyng (klijn) cum annexis", liggende op het Zwartveen, voor de tijd van vijf jaar, volgens pachtbrief van heden; getuigen: Binnert Haersma en Folcke Ubles; Wopke en Coene tekenen met merken; daaronder stond een cessie (van Wilt Geertsz) op Aesge Oenes en Welmoed Metskesdr, el. aldaar, d.d. 12 januari 1632; verderop: Wopcke Hylckes draagt zijn aandeel in het contract over aan Aeble Martensz (is well. Ebe Martens, vgl. fol. 228) en Coene Roeleffs, elk voor de helft, 13 augustus 1634. (Tietjerksteradeel hypotheekboeken, inv. nr. 89). |
|