TERUG NAAR START
Abbe Gerrits
GeslachtMan
Leeftijd> 50 jaar
 
Geboren± 1605
Overleden> 1655teLeeuwarden
Vader Gerrit Lous
 Geboren ± 1565
 Overleden > 1627
Moeder N.N. Abbedr.
 Geboren ± 1565
 
Zus  Griet
Broer  Lou *± 1600
Broer  Jan *± 1610
 
Huwelijk 21-5-1628 te Hennarderadeel (Gerecht)
 
metTrijn Jansdr.
NotitiesBruidegom: Abbe Gerrijtzn
wonende te Beers
Bruid: Trijn Jansdr
wonende te Spannum
 
Huwelijk ± 1635 te Leeuwarden
 
metInske Seijes
 
Notities persoonkoemelker te Leeuwarden. Heeft zijn woning aan de Haniasteeg, verkoopt deze in 1652. Zijn koeien worden geweid op de Stads- en Gasthuislanden.

14 april 1630 Inventarisatie van het sterfhuis van burgemeester Tijerck Abbisz. op verzoek van Lou Gerrijtsz, voor zichzelf en mede vanwege zijn broers Jan en Abe Gerrijtsz. zijn broers en Griet Gerrijtsdr. zijn zuster. Abe Abisdr. wed. van Sije Willems, als moeder en vanwege haar zeven kinderen door voorschreven Sije in echte verwekt, en Pietie Wijbes huisvrouw van Gerrijt IJsbrands vleeshouwer, voor haarzelf en mede vanwege Abe en Antie haar broer en zus, tezamen erfgenamen van Tijerck Abbis en op aangeven van zijn weduwe Tieets Sioerds. Bezittingen: woning aan de Doeco Martenapijpe waar Cromholt op de stok staat, aankoopbrief dateert van 3 april 1605 (aankoop samen met Jurrie Siouckes en Botte Tijercx. Kleding, oa een fluwelen hoed en 30 kragen, 2 zwart laken mantels. Aan wapens: oa een spits en een hellebaard. Meerdere met name genoemde boeken, oa de Bijbel, een groot Psalmenboek, De Friessche Kroniek, Handelingen van de Nationale Synode, De Tirannie der Spangiaerden, Erasumus Rotterdamus etc. Aan zilver omvatte de boedel diverse zilveren bekers en kroezen, een dozijn zilveren eetlepels. Schuldeisers zijn oa Jan Tiedes, voor een bedrag van 340-14-8 voor geleverde boter en kaas. Idem Gerrijt Lous voor geleverde boter en kaas heeft recht op 56-12-0. Obligatie ten laste van Gerrit Lous te Beers van 50 goudguldens gedateerd 18 december 1624. Obligatie ten laste van Griet Joannes wed. van Sioerd Gerrijts [schoonmoeder?] (Bron: inventarisatieboeken, inv.nr. 3376, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 203-211).

29 november 1634 kwestie tussen Marten Jacobs te Nijkerk en Abbe Gerrijts koemelker inzake onenigheid inzake wandelinge (ruil) van 2 koeien (Bron: recesboeken, inv.nr. 2713, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 392).

9 november 1635 Jr. Bartelt Tiara contra Abbe Gerrijts koemelker, van wie 2 paarden een etmaal in diens weide gestaan zouden hebben, Bartelt Tiara verzoekt Abbe Gerrijts dit onder ede te verklaren (Bron: recesboeken, inv.nr. 2714, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 328).

23 mei 1636 Inventaris sterfhuis van Foppe Sijes koemelker bij Wubbe Wisses brugge op verzoek van Aebe Aebisdr. weduwe van Sije Willems als moeder van de voorschreven Foppe en Aecht Sijes gesterkt met Johannes Hartmans haar man en Ints Seijes met Aebe Gerritsz. hun respectievelijke mannen, enverder Jan Seijesz. en Trijn en Sijcke Sijesdrs. allen broer en zusters van Foppe. De inventarisatie gebeurt op aangeven van Antie Claesdr. weduwe van Foppe. Tot de boedel horen oa 2 bedden en 8 oorkussens, 2 tafellakens, 7 kinderhemdjes, 13 manshemden, een zwart lakens pak, een zwart lakense mantel, nog afkomstig van burgemeester Tijerck Abbis. Koemelkersgereedschap, 9 melkkoeien, 2 melkrieren en een hokling (Bron: inventarisatieboeken, inv.nr. 3379, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 123-127).

25 mei 1636 Inventaris van sterfhuis van wijlen Foppe Sijes koemelker bij Jacoburen, op verzoek van Aebe Aebedr. weduwe van Sije Willems, als moeder van de voorschreven Foppe en Aecht. Sijes gesterkt met Johannes Hartmans en Ints Sijes met Abbe Gerrijts haar man, mede vanwege Jan Sijeszoon en Sijke en Trijn Sijesdrs., allen zusters en broer van Foppe Sijes alles op aangeven van Antie Claesdr. weduwe van voornoemde Foppe. Levende have 10 koeien en 2 rieren (Bron: Nedergerecht Leeuwarden, Aestematieboek inv.nr. 3476, foto 266).



18 juni 1636 Abbe Gerrits en Intske Sijedr. echtelieden burgers binnen Leeuwarden, verklaren schuldig te zijn aan Aernt Eelckes grootschipper en Frouckien Clases, echtelieden, burgers binnen deze stad, 100 goudguldens onder hypotheek van ons huis, akte 2 mei 1635. Ondertekend met de merktekens van Abbe Gerrits en Intske Seijedr. (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3764, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 230).

11 februari 1643 Gedeon Bethelius Dienaar des Goddelijken Woord te Wier,eiser, citeert Abbe Gerrijts koemelker binnen deze stad vanwege een verschuldigd bedrag van 40 goudguldens vanwege een op 8 mei 1642 op de markt gekochte roodbonte koe. De koe bleek 3 dagen na de aankoop al niet gezond en daarop heeft Bethelius Abbe gelijk op de hoogte gebracht. Op 3 juni is dat officiëel gebeurd met een notariële akte. Aangezien gedaagde protesteerde is de koe elders op een stalling ondergebracht waarmee kosten zijn gemaakt. Eiser eist dat Abbe de koe komt ophalen en de 40 goudguldens restitueert en alle bijkomende kosten en renten. Abbe zegt dat de koe bij verkoop nog gezond was. De koe is opgehaald in Abbes afwezigheid. Het hof vonnist dat de eiser niet ontvankelijk is en dat Abbe dus niets te verwijten valt. Abbe hoeft de koe niet terug te nemen en hoeft ook geen geld of onkosten te vergoeden (Bron: Defenitief sententieboek, inv.nr. 3202, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 6).

20 februari 1647 heeft Lieuwe Wijbes alhier ter Secretarij navolgende obligatie overlegd luidende als volgt: Simen Dircx wonende onder de klokslag van Leeuwarden verklaart 50 gg schuldig te zijn aan Lieuwe Wijbes mede onder de klokslag van Leeuwarden woonachtig. Akte Leeuwarden 15 september 1644. Kantlijn 20 maart 1669 verklaart Riemer Lieuwes dat de schuld is voldaan met zijn eigen handtekening (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3775, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 39).

Op heden den 21e mei 1647 verklaren Abbe Gerrijts en IJnske Seijes echtelieden burgers en koemelkers binnen Leeuwarden verklaren 100 goudguldens schuldig te zijn aan Outger Jans en Sijke Minnes echtelieden onder borg van ons hele hebben en houden, zowel roerende als onroerende goederen. Was getekend 30 mei 1651 met de handmerken van Abbe Gerrijts en IJnske Seijes (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3775, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 194)

17 januari 1649 de heer Gualterus en Joannes Gualteri protesteren tegen de effecten van opzegging van huur aan Abbe Gerrijts om 14 pondematen gehuurd land te Beers op Petri ad Cathedram (22 februari) te verlaten (Bron: recesboeken, inv.nr. 2727, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 14).

26 januari 1649 de heer Gualterus en Joannes Gualteri citeren Abbe Gerrijts om achterstallige landhuur te betalen (108 goudguldens) (Bron: recesboeken, inv.nr. 2727, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 36).

8 juni 1649 [geregistreerd 18 april 1650] heeft Trijntie Jans alhier ter Secretarie de volgende obligatie ter registratie in het hypotheekregister overleg die luidt als volgt: Aebe Gerritsz. koemelker en burger binnen Leeuwarden verklaren voor hem en zijn vrouw Inske Sijesdr. verklaart 100 gg schuldig te zijn aan Trijntie Jansdr. wed. van Claes Claesz. mede te Leeuwarden. Het huis van Aebe aan de Haniasteeg is met name onderpand voor de obligatie. Jan Seijes brouwersgezel stelt zich mede borg voor zijn zwager (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3778, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 134).

Op heden den 22 november 1650 [geregistreerd 2e januari 1651] verklaren Abbe Gerrijts koemelker en IJnske Seijes echtelieden binnen Leeuwarden verklaren 200 goudguldens schuldig te zijn aan de Edel Hooggeleerde Heer dr. Joannes Scheltinga mede Raads ordinaris van den hove van Friesland onder hypotheek van ons huis en onze koeien. Borgesteller is mede Geert Pieters burger en mr. glasmaker te Leeuwarden. Was getekend met de handmerken van Abbe Gerrijts en IJnske Seijes en handtekening van geert Pieters. Kantlijn: 19 mei 1652 Abbe Gerrijts toont de originele schuldverklaring met verklaring van aflossing van de schuld. (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3779, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 1)

3 juli 1650 heeft Andries Pieters alhier bijgaande obligatie ter registratie ter Secretarie overlegd luidende als volgt: Abbe Gerrijtsz. koemelker en Inske Seijesdr.verklaren 150 caroli guldens schuldig te zijn aan Andries Pieters Nijhof mr. schilder en Margriete Ariens ondder hypotheek van huis en schuur gelegen aan de Heer Haniasteeg. Louw Gerrijts koopman en burger binnen Leeuwarden stelt zich tevens borg. Akte 26 mei 1649 ondertekend door de handmerken van Abbe Gerrijts en Inske Seijes en de handtekening van Louw Gerrijts (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3778, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 148).

23 september 1650 Jan Gerrijts te Beers citeert Abbe Gerrits te Leeuwarden vanwege een schuld van 375 goudguldens geleend geld of anders zijn vaders erfenis met de intrest van dien (Bron: Recesboeken, inv.nr. 7, Nedergerecht van Baarderadeel – Tresoar, foto 113 en 118).

4 juni, 11 juni en 13 juni 1651 Pouwel of Poulus Tjerx citeert Abbe Gerrijts koemelker vanwege een uitstaande obligatie van 100 gg van 2 mei 1635 ten laste van laatstgenoemde (Bron: recesboeken, inv.nr. 2729, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 191, 207 en 213).

Op heden den 1e september 1651 verklaren Abbe Gerrijts en IJnske Seijes echtelieden burgers en koemelkers binnen Leeuwarden verklaren 300 goudguldens schuldig te zijn aan Juffrouw Bauck van Eminga en Frans van Eminga echtelieden. Was getekend 30 mei 1651 met de handmerken van Abbe Gerrijts en IJnske Seijes (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3779, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 187)

15 oktober 1651 Jan Sakes Sipma citeert Abbe Gerrijts vanwege schuld van 3 goudguldens en 7 stuivers voor 2 paar hosen (Bron: recesboeken, inv.nr. 2729, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 367).

11 februari 1652 Jan Harmens burger binnen Leeuwarden citeert Abbe Gerrijts vanwege schuld van 11 caroli guldens (Bron: pleidooiboeken, inv.nr. 2869, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 1).
10 april 1652 Jan Harmens burger binnen Leeuwarden citeert Abbe Gerrijts. Vonnis: eis is niet ontvankelijk (Bron: Defenitief sententieboek, inv.nr. 3211, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 59).

Op heden 9 mei 1652 verklaren Abbe Gerrijts en IJnske Seijes echtelieden binnen Leeuwarden verkocht te hebben hun huis aan de Haniasteeg door verkopers zelf gebruikt en bewoond aan Geert Bennes en Eelck Hendrickdr. voor 1125 goudguldens, hebbende Harmen Willems ten zuiden en Robert Jans ten noorden, met bijbehorend recht en gebruik van 8 koegangen naar de stads- en gasthuislanden, de cruiffenne genaamd en de kopers en huurders dienen te betalen aan het stads- en gasthuis 36 goudguldens jaarlijks. De koop omvat verder nog een rosenobel en 6 zilveren dukaten. Akte 22 april 1652. (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3780, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 105)
Op 7 mei 1652 extract uit boelgoedregister ten laste van Abbe Gerrijts koemelker staat te boek met de aankoop van 3 koeien en 2 kalveren met een totaalsom van 221 guldens. (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3780, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 110)

28 mei 1652 Abbe Gerrijts verklaart Eerckien de Blocq terug te betalen 100 caroli guldens volgens obligatie dd 29 januari 1648 (Bron: recesboeken, inv.nr. 2730, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 205).

Op heden den 1e september 1651 verklaren Abbe Gerrijts en IJnske Seijes echtelieden burgers en koemelkers binnen Leeuwarden verklaren 300 goudguldens schuldig te zijn aan Juffrouw Bauck van Eminga en Frans van Eminga echtelieden. Was getekend 30 mei 1651 met de handmerken van Abbe Gerrijts en IJnske Seijes. (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3779, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 187)

Op heden 9 mei 1652 verklaren Abbe Gerrijts en IJnske Seijes echtelieden binnen Leeuwarden verkocht te hebben hun huis aan de Haniasteeg door verkopers zelf gebruikt en bewoond aan Geert Bennes en Eelck Hendrickdr. voor 1125 goudguldens, hebbende Harmen Willems ten zuiden en Robert Jans ten noorden, met bijbehorend recht en gebruik van 8 koegangen naar de stads- en gasthuislanden, de cruiffenne genaamd en de kopers en huurders dienen te betalen aan het stads- en gasthuis 36 goudguldens jaarlijks. De koop omvat verder nog een rosenobel en 6 zilveren dukaten. Akte 22 april 1652. (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3780, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 105)

19 augustus 1652 Ericia de Blocq eist voor het gerecht uitvoering de Akte van aanneminge dd 28 mei 1652 die verplicht tot betaling van 100 caroli guldens met intrest door Abbe Gerrijts aan Juffrouwe Ericia de Blocq volgens obligatie van 29 januari 1648 (Bron: recesboeken, inv.nr. 2730, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 525).

21 augustus 1652 Abbe Gerrijts burger binnen Leeuwarden voor mij zelf en voor mijn vrouw IJnske Seijes verklaar 100 caroli guldens schuldig te zijn aan Juffr. Erckien Block wed. van de Edele Heer Frankema (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3780, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 196).

5 maart 1653 Abbe Gerrijts koemelker protesteert tegen de effecten van arrest gedaan door Jan in persoon gedaan bij de moutmaker Sipke Foitses om geen penningen te betalen aan Jan Gerrijts te Beers voor arrestant heeft voldaan de schuld van 38 caroli guldens (Bron: recesboeken, inv.nr. 2731, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 82).

11 maart 1653 Pijter Melis accuseert Abbe Gerrijts vanwege een schuld van 5 goudguldens vanwege 2 geleverde houten goten (Bron: recesboeken, inv.nr. 2731, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 92).

2 april 1653 Juffrouw Ericia de Blocq en haar zuster Anna de Blocq citeren Abbe Gerrijts en zijn vrouw. Vonnis betalen van 140 goudguldens ter zake van verschuldigde landhuur (Bron: Defenitief sententieboek, inv.nr. 3212, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 53).

15 april 1653 Geert Bennes koemelker protesteert tegen de effecten van arrest gedaan tegen Abbe Gerrijts om geen goederen en huisraden uit diens huis te onttrekken of naar anderen te doen overbrengen voor aleer arrestant zijn huur van het lopende jaar betreffende 35 goudguldens zijn betaald aan de verhuurder. Daarnaast protesteert d’arrestant van schade en intrest zo arrestant uit het huis aan planken en andere goederen die het huis toehoren heeft ontvreemd. Het arrest is in persoon gedaan door Jan de bode die de vrouw des huizes hiervan kennis heeft gedaan. (Bron: recesboeken, inv.nr. 2731, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 135).

27 april 1653 [geregistreerd] hypotheek van 240 goudguldens, verstrekt door rekenmeester van deze provincie Jan Sijdses, aan Abbe Gerrijts koemelker te Leeuwarden, onder borg van al mijn goederen, mede borgen zijn Jan Sijes [zwager?] en Jan Harmens [Bakker, zwager?] wonende mede te Leeuwarden (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3781, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 126)

1 juni 1654 Freerck Feddricx citeert Aebbe Gerrijts koemelker die paard en wagen heeft gehuurd om hooi te rijden, maar deze met grote schade weer heeft afgeleverd, waarvan de onkosten om dit te repareren, 5 caroli guldens bedroegen en de huur 1 gulden en 4 stuivers die Aebbe Gerrijts heeft geweigerd om te voldoen (Bron: pleidooiboeken, inv.nr. 2871, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 12).

15 juni 1653 Veerck Feddrix accuseert Abbe Gerrijts vanwege schuld van 6 goudguldens 4 stuivers, vanwege het breken van een wagen. (Bron: recesboeken, inv.nr. 2731, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 214).

24 juli 1653 Abbe Gerrijts koemelker verklaart de artikelen (vragen) van Freerck Feddricks te beantwoorden op maandag 25 juli om 9 uur. (Bron: recesboeken, inv.nr. 2731, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 262).

20 september 1653 Geert Pieters koopman en glazenmaker te Leeuwarden citeert Abbe Gerrits koemelker te Leeuwarden vanwege weigering verlaten verhuurde landerijen van 13 pondematen land bij Sierxmahof per Sint Pieter 1653. Abbe zegt dat hem beloofd is dat hij altijd eerste huurder zou blijven. Vonnis: opzegging is volgens de regels gegaan en Abbe moet het land verlaten (Bron: Defenitief sententieboek, inv.nr. 3212, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 222).

30 november 1653 Vonnis Abbe Gerrits moet Bauke Sijbrens 51 caroli guldens betalen overeenkomstig diens rekenboek (Bron: Defenitief sententieboek, inv.nr. 3212, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 268).

Rechtdag 9 december 1653 Jan Gerrijts te Beers citeert Abbe Gerrijts koemelker te Leeuwarden. Geldwestie gelinkt aan Sipcke Haeijttes brouwer en burger te Leeuwarden. Toegevoeg extract uit het recesboek van 22 november 1653. vermeld bedrag in de stukken 38 caroli guldens. Laatste aantekening bij deze procedure 22 juni 1654. (Bron: pleidooiboeken, inv.nr. 2870, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 88).

Vrijdag 16 december 1653 H. Jacobi overlegt een schriftelijke procuratie van de 22 september 1653 onder de hand van notaris N. van der Lee door Jan Gerrijts wonende te Beers aan hem H.Jacobi overhandigd in de zaak van ageren en verschil gevoerd voor dit Gerecht tegen Abbe Gerrijts koemelker (Bron: recesboeken, inv.nr. 2731, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 456).


16 december 1653 Aktenummer:
Res-1653/12/16
Soort bron: Resoluties
Aktedatum: 1653-12-16
Samenvatting: Abbe Gerrijts, alhier.
Terzake: tegenstand aan de executeur.
1. Volgens ordonnantie te straffen, alias: naar het toorntie.
2. Overgebracht naar honnegat (bron: Historisch Centrum Leeuwarden).

24 december 1653 Jacob Lolles nom. uxoris [namens zijn vrouw] protesteert de effecten van opzegging door de bode Fedd gedaan aan Abbe Gerrijts koemelker om de helft van 18 pondematen (ruim 6,5 hectare) weiland door hem gebruikt per 1 mei in vrijdom te verlaten (is opzegging huur) (Bron: recesboeken, inv.nr. 2731, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 467).

7 juni 1654 Abbe Gerrijts citeert Rinnert Wijtses om te betalen 6 guldens en 4 stuivers vanwege geleverde 3 partijen hooi (Bron: recesboeken, inv.nr. 2732, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 217).

2 juli 1655 Jan Dircx citeert Abbe Gerrijts, overlegt zijn 3 akten van beschuldiging van achterstallige schuld, gedateerd 7, 9 en 14 februari 1655. Veroordeling door het Gerecht tot betaling van 2 guldens en 2 stuivers (Bron: recesboeken, inv.nr. 2733, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 400).