TERUG NAAR START
Gerhardus (Gradus) Gerrits(en)
GeslachtMan
Leeftijd58 jaar (Gebaseerd op doopdatum)
 
Gedoopt16-12-1759teVriezenveen
Overleden14-3-1818teVriezenveen
Vader Gerrit Harms Kerre
 Gedoopt 17-8-1732
  Begraven 13-1-1806
Moeder Geesjen Garrits
 Gedoopt 25-3-1728
 
 
Ondertrouw 1-1-1780
 
metGerhardina Hospers
 Gedoopt29-10-1758
 Overleden6-7-1831
Notitiesgehuwd te vriezenveen
Kinderen  Gerrit
Cheefijna
Geesijna (ook Gezina en Gesina)
Jan
Notities persoonwever en landbouwer. Moet in de buurt van Westeinde 100 hebben gewoond, evenals zijn vader en grootvader. Het erf was van de kerk ofwel de Sint Annenvicarie (beheerder hiervan was de Heer van Almelo die toezicht hield op alle kerkelijke goederen) . Rond 1790 betaalde hij daarvoor 38 gulden en 12 stuivers per jaar (bron: AHA inv. nr. 1804).
Uit de boekhouding van de kerkelijke goederen blijkt dat Gerhardus de volgende landerijen huurde: "twee akkers het oosterstukke met zes koeweiden, een huisplaats, een halve akker in het westerstuk en een halve koeiweide, een grasgaarden, een part in de schuttenmaat een halve koeiweide"

Bij de volkstelling van 1795 staat als beroep wever vermeld. Aangever van de informatie van dit gezin bij de volkstelling was de vader van Gerhardus, te weten Gerrit Harms. Het gezin bestond toen uit 6 personen. Bewoonde vermoedelijk het huis dat in 1832 kadastraal bekend stond onder Sectie A nr. 2042, dat werd ingedeeld in belastingklasse 6, een gemiddelde boerenwoning dus. Men was buur van de familie Bramer (Gjötten) die destijds op nummer 256 (toenmalige nummering) woonde.
Neemt op 9 mei 1812 de naam Gerritsen aan. Gedoopt als Gradus, later Gerhardus genoemd.

In 1801 wordt hij genoemd op de lijst van begunstigden met betrekking tot de verbouwing van de Hervormde kerk voor een bedrag van 5 gulden. Het inkomen van Gerhardus was volgens het kohier op de personele quotisatie van 1808 gelegen tussen 75 en 100 gulden en daarmee kan geconcludeerd worden dat Gerhardus een keuterboertje geweest zal zijn.

Op 16 juli 1802 geeft Gradus Gerrits de 50e penning aan ivm de aankoop van een huis staande op het land van de St. Cruijsenvicarie van Gerrit ten Cate voor het bedrag van 400 gulden (bron: register 50e penning 1802 Statenarchief Overijssel inv. nr. 6012).
Notities overlijdenaangifte van zijn overlijden wordt gedaan door de zonen Gerrit, landbouwer 29 jaar en Roelof landbouwer 32 jaar (1818).