Notities persoon | Bewoont een erf gelegen in de buurt van het Westeinde nummer 582 (huidige nummering). Genoemd in het boterpachtregister van 1652, als opvolger van zijn vader Egbert Jansen Glasemaker. Heeft dan het eigendom van 3 1/2 akkers land. Jan Egberts wordt nog genoemd in 1688. Hij wordt ook wel Glaesens (1684) of Glas (1679) genoemd. In 1689 heeft de weduwe Jan Jansen Spitseboer zijn landerijen, gelegen aan het einde van het Westeinde overgenomen. Ze beslaan 3 1/2 akkers volgens de boterpachtkohieren.
Genoemd als getuige in de rechtzaak inzake de inbraak bij Jan Hendrix Prince (1632 Archief Huize Almelo inv. nr. 2991). Verklaart dan omtrent 23 jaar oud te zijn. | Notities geboorte | Genoemd als getuige in de rechtzaak inzake de inbraak bij Jan Hendrix Prince (1632 Archief Huize Almelo inv. nr. 2991). Verklaart dan omtrent 23 jaar oud te zijn. | Notities overlijden | nog genoemd in een gerechtelijke procedure voor het hooggericht van Almelo, als hij zijn schoonzoon Gerrit Jansen de Witte beschuldigd hem geslagen te hebben. Het komt de schoonzoon op een boete van 50 oude schuilden te staan. (HAA inv. nr. 3097, foto 415) |
|