Notities persoon | Koopt in 1717 dit goed van de provincie Overijssel, dat aanvankelijk het klooster Sibculo toebehoorde. De grond werd daarvoor door de familie Hofman gehuurd, Jan was al vanaf ca. 1689 huurder. Hij had het goed van z´n vader overgenomen als huurder. De 2 1/2 akker wordt door hem in 1717 voor 950 caroli guldens gekocht. Lukas Harmsen Hospers koopt de andere helft, ook 2 1/2 akker groot. Het goed is gelegen aan het Oosteinde 121-123 (huidige nummering). (Bron: Ken uw dorp en heb het lief blz. 85). Toch bezit Jan meer dan dat. In 1752 , volgens het boterpachtboek, beschikt hij over 5 akkers. Hij komt veelvuldig onder de naam Hofjan in de boterpachtregisters voor tot 1735. Dan neemt zijn zoon z´n bezittingen over. Op 26-06-1738 repareert hij samen met Lucas Geertsen Hols de middelste sluis bij het Kooikershuis en ontvangt daarvoor een gage van 71 guldens (bron: AHA inv. nr. 1731).
Verkoopakte 15 maarti 1728 van Jan Berendsen Hofman en zijn vrouw Armke Egbersen een derde half akker land met huis, schuur en schapenschot aan hun zoon Hendrik Jansen en zijn aanstaande vrouw Berentien Jansen (bron: inventaris nr. 81.3 archief verening Oud Vriezenveen). gelimiteerd wed. Hoffenne oostwaarts en Hendrik Evertman westwaarts. De gaarden die in het land ligt van Claas Jansen [de Jonge] is uitgezonderd van de koop. Verder zit in de koop 1 1/2 akker turfland op de Oosterhoeven, gelimiteerd oostwaarts Jan Hend. Boesgen en westwaarts de wed. Harmen Grave. Dit voor de som van 300 Ceijser guldens. Verder verkopen zij een paard en 6 beesten [lees koeien] die op stal staan en 13 schapen, het "beeste varken", kribben, kisten en spind en alle huisraad voor de som van 426 Ceijser guldens, maakt samen 700 Ceijser guldens. Verder is er een uitgebreide bijlage van rechten die de verkopers op het oude erf houden, een stede bij den heert, licht en brant vrij, een wand rogge en een wand haver, 3 schapen, een koe en een dagwerk turf etc.. verder moet (als ze hier niet meer toe in staat zijn, hun linnen genaaid en hun was gewassen worden, waarbij de verkopers de hiervoor benodigde zeep ter beschikking zullen stellen. De ongetrouwde zoon Egbert, zal, zolang hij ongetrouwd is ook recht hebben op kost en inwoning en verder komt hem nog 2 wand bouwland toe op Rutgersland, waarvoor de koper [Hendrik Jansen] 10 jaar de mest zal moeten leveren om het land te kunnen bemesten, maar koper komt het recht van haver en knollen toe geoogst op dit land. Ook komt Egbert het slaghland toe in de Almelose slagen gelegen, onverscheiden met Hendrik Cluppels. De ouders [Jan Berents Hofman en echgenote] komt echter het vruchtgebruik toe en een eiken boom bij de put, zolang nog één van beiden leeft. Verder komt Egbert de oudste kast toe na het overlijden van zijn ouders en een zijde spek. Als Egbert mocht komen te trouwen komt hem de één na beste koe toe. Jan Berents Hofman en Armke Egberts, evenals koper Hendrik Jansen tekenen allen met een kruisje . Op 05-03-1729 verklaren de volgende personen -Rutger Berendsen, voor hemzelf. -Jan Gerritsen en Jan Berendsen Hoffman als voogden over de 3 nagelaten dochters van hun overleden moeder Grietien Claassen. -wed. van wijlen Lucas Hospis genaamd Henrikien Engberts [Klooster] geassisteerd met als haar voogd Derk de Ritter. -Derk Coops [gehuwd met Trijntje Engberts Clooster; info Vriezenveners.nl] en -Berend Engberts Klooster als voogden over de nagelaten kinderen van wijlen hun vader Lucas Hermsen Hospis.
Te verkopen hooiland toebehorend aan Rutger Berends, lopend van de Oudeweg tot aan de dijk of de Aa, belast met 6 pond boter, dus 1 1/2 akker, namelijk 4 pond boter per akker. Te verkopen door de wed. Lucas Hospis 5 akkers land, lopend van de Oudeweg tot aan de Oude Graaven, belast met 11 pond boter (? ponden boters en akkers land zijn strijdig met elkaar). Tesamen voor een som van 700 car. guldens te verkopen aan de kopers Jan Cruis en Gerrit Feijer (bron: archief schoutambt Vriezenveen; inv.nr. 2674).
Jan Berents Hofman kon niet schrijven. Dit blijkt uit een akte van 25-5-1727, als hij samen met Jan Gerritsen als momber (voogd) optreedt voor de drie kinderen van de overleden moeder Griettien Klaassen. Verkoper is verder de weduwnaar van Grietje, Rutger Berends. het land wordt verkocht aan Egbert Lamberts en zijn vrouw Maria Egberts Spijcker. Zowel Jan Berens Hoff als Rutger Berents ondertekenen de akte als verkopers met een kruisje. (NB hier staat dus niet dat Griettien Klaassen de moeder van Jan Berents Hofman zou zijn. Hij zal wel verwant zijn aan Griettien Klaassen, dat was bij voogdijschap meestal het geval, maar hoe de familierelatie precies in elkaar zit is volstrekt onduidelijk.)
In het zoutgeldkohier van 1694 komt Jan niet onder de naam Hoff(man) voor. Er zijn een viertal Jan Berentsens genoemd, die allen worden aangeslagen voor het zoutgeld en dus niet tot de grote groep van paupers behoorden die van deze belasting waren vrijgesteld. (zie mijn digitale archief; via mijn home-page te bereiken). |
|