Notities persoon | landbouwer en linnenkoopman. In 1752 ook nog vermeld als zijnde herbergier (AHA inv. nr.3242). Noemde zich ook Holland. Bewoonde het erf Oosteinde 325-327 (huidige nummering). Bron Ken uw dorp en heb het lief, blz.141. Het goed stond ook bekend onder de bijnaam "Joonkbeernds" welke bijnaam af zou stammen van de Berend, getrouwd met Berendje Jonker. Dit erf staat in de boterpachtregisters uit die tijd geregistreerd als het gemeenschappelijke bezit van Berent Hollander en zijn zwager Lucas Jonker. In 1755 wordt de weduwe B. Hollander vermeld. Het gedeelde erf beslaat 4 1/2 akker. In 1744 staat de vader van Berendje Jonker, "Albert Vreriks Jonker" nog als eigenaar van het goed vermeld. Volgens Herman Jansen bewoonden later de 2 zoons Jan en Hendrik Holland het erf, echter in de boterpachtregisters is dit niet terug te vinden. In 1764 staat nog wel Lucas Jonker in de boterpachtkohieren vermeld, mogelijk betaalde hij ook het deel aan boterpacht voor de gebroeders Holland. Dit gebeurde wel vaker op opgesplitste erfen. In 1753 wordt Berend inzake de hoofdgeldbelasting aangeslagen voor 1 gulden voor 2 personen, dit is 0,50 per persoon, gemiddeld voor Vriezenveen was dit 0,39. In 1760 wordt "Berent Wippe" de 2e echtgenoot van Berendje Jonker aangeslagen voor 3 personen en moet 1,40 betalen, ongeveer 0,46 per persoon, tegenover een dorpsgemiddelde van 0,39. Berend Holland had het erf overgenomen van zijn schoonvader Albert Jonker. Dat wil zeggen de grond, aangezien Albert in 1748 bij zijn zoon Albert inwoont, lijkt het vermoeden gerechtvaardigd dat Berent een nieuwe boerderij heeft neergezet, terwijl zijn zwager Lucas het vaderlijk erf zal hebben bewoond. Dat Berend ook naast boer ook linnenkoopman was blijkt uit een schuldbekentenis van 11 mei 1745, waarin hij en zijn vrouw verklaren een schuld te hebben in verband met gekochte en geleverde linnens (Bron: Ken uw dorp en heb het lief. 141)
Op 14-05-1745 verklaren Berent Berentsen Hollander en zijn vrouw Berentjen Alberts Jonker in verband met gekochte en geleverde linnens van 261 car. guldens schuldig te zijn aan Jan Freriks Fronten en zijn broer Hendrik Freriks Fronten. Aan Lambert Costers te Almelo een som van 58 car. guldens 17 stuivers en 3 penningen. Aan Jan Derks 188 car. guldens en 2 stuivers. Aan Jan Albers Jonker de som van 50 car. guldens. Aan Gerrit Fronten 52 car. guldens. aan de kinderen van Berent Koers, met name Jannes Berens Koers en Jan Braamer de somma van 165 car. guldens. In totaal de som van 916 car. guldens 13 stuivers en 3 penningen te verrenten tegen 3 % rente onder hypotheek van huis en land aan het Oosteinde. Gelegen tussen het land van Jan Freriks Fronten en de wed. Garrijt Bramer(bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2675). |
|