Notities persoon | 21 februari 1647 Koopcontract; Harcke Jansz te Oostermeer, mede voor zijn vrouw Sytske Hendricxdr, verkoper; Jan Aploonsz en Wytske Wopckedr, el., voor 2/3, en Rapcke Ritskesz en Antie Wopckedr, el., voor 1/3 kopers van een stuk klijnland, "met cling, gree, grond, sand ende soden", gelegen te Oostermeer aan het Westveen, vrij van floreen, met aan beide zijden de gerechtigheid van de halve sloot, zullende aan elke koper vrije doorvaart moeten toestaan "volgens besoignes van Harcke andere naestgelegene clinglanden", onder de procureur A. Radfoorde berustende; mede verkocht 1/3 van de watermolen, bezwaard pro quota met het onderhoud daarvan, alles met een vrije uitvaart, "met additie dat Gerryt Juckes tot tuee jaeren, sonder wijders, jaerlijcx sijn te gravene pet eenmael mette voors. meulen daer uyt te maelen ende ledich maecken"; de kopers zijn verplicht, een dijk om hun perk te onderhouden en moeten de andere kopers toelaten tot het gebruik van de tochtsloot of waterlossing; naastliggers zijn Pier Hendricx c.s. en Gerryt Jueckes ten oosten, Gerryt voornoemd ten zuiden, Jan Gyelts c.s. ten westen, "den hiemsloot" ten noorden; aldus verkocht voor ƒ 822. Lager stond een cessie d.d. 17 aug. 1647 voor het hele bedrag aan Haye Hayesz en Fritsen Hylckedr, wegens koop van "een stuck hooge hage feens", gelegen in het Witveen onder Oostermeer, volgens koopbrief van dezelfde datum. 21 februari 1647 Koopcontract; Harcke Jansz te Oostermeer, mede voor zijn vrouw Sytske Hendricxdr, verkoper; Gerryt Jueckesz en Bauck Jansdr, el. aldaar, kopers van een stuk klijnland, "met cling, gree, grond, sand ende soden", gelegen te Oostermeer aan het Westveen, vrij van floreen, met de gerechtigheid pro quota van de watermolen en pro quota ook belast met het onderhoud daarvan, alsmede het onderhoud van dijken, alles volgens de besognes van de verkoping (vgl. fol. 241v); de koper mag de andere percelen het waterlossen niet beletten; naastliggers zijn Jan Hendricx ten oosten, Pier Hendricx en "Hedsers mar" ten zuiden, Jan Gyelts met Jan Aploons c.s. ten westen, Wybren Hendricx, Jan Aploons en Rapcke Ritskes ten noorden; verkocht voor ƒ 398-16. Lager stond een cessie d.d. 17 aug. 1647 voor het hele bedrag aan Haye Hayesz en Fritsen Hylckedr, wegens koop van "een stuck hooge hage feens", gelegen in het Witveen onder Oostermeer, volgens koopbrief van dezelfde datum (Bron: Hypotheekboek, archiefnummer 13-38, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 0091, blad 241v, aktenummer 428 en 429).
17 augustus 1647 [eerste proclamatie] Harcke Jans en Sijts Rijurdts kopen een huis op Smallinger Opeinder Veen van Sijtse Hijles en Jets Tijeerts voor 640 goudguldens, hebbende de kopers of proclamanten ten westen en Focke Lammerts cs ten oosten en noorden en verkopers zelf ten zuiden, volgens zekere scheidingsbrief d.d. 6 maart 1646 (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 116, foto 60).
7 september 1647 [ eerste proclamatie] Harcke Jans en Sijts Hendrickx op Opeinder Veen verklaren voor de som van 400 goudguldens gekocht te hebben zekere verkopers kinderen erfenis een zate en plaats door wijlen hun bestevader Rijuert Dirckx eertijds bezeten, en in gemeenschap met Jan Hendricx in koop bekomen van Roeloff Mennis als vader en voorstander van zijn kinderen bij wijlen Barber Hendrickx verwekt. Akte 6 maart 1646 (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 133, foto 69).
15 juni 1658 [eerste proclamatie] 22 juni 2e proclamatie en 24 augustus 3e proclamatie. Harcke Jans cum uxore verklaart gekocht te hebben een perceel leijen op Smallinger Opeinder Veen van Linse Willems voor 37 goudguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 362, foto 180). . 18 augustus 1657 [eerste proclamatie] Harcke Jans cum uxore wonende op’t Veen koopt een perceel leijen van, gelegen bij de Leijdijck gekocht van Aett Ritsers voor 59 caroli guldens. 18 augustus 1657 [eerste proclamatie] Harcke Jans cum uxore wonende op’t Veen koopt een perceel land eveneens gelegen op ‘t Veen in Focco Lambertszate voor 331 goudguldens van Dirck Fockis. (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 299-300, foto 149-150). 24 november 1657 [eerste proclamatie] Harcke Jans cum uxore wonende op’t Veen koopt een huis met hovinge en bomen en plantagie gelegen op’t Veen onder de klokslag van Opeinde, hebbende Joucke Eeverts cs ten oosten, Joucke Saeckes ten westen, Linse Willems ten zuiden en ten noorden, voor de som van 216 goudguldens en 14 stuivers van Dirck Fockes (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 321, foto 160). 4 december 1657 Harcke Jans en Hendrick Martens wonende op’t Veen onder de klokslag van Smallinger Opeinde, curatoren over de weeskinderen van wijlen Hendrick Jan Harckes en Sijtzke Martens zijn voorwijf en Grietje Roeloffs. Rekening opgemaakt ten overstaan van de weeskinderen en de bestevader van de weeskinderen. (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, weesboeken, inv. nr. 35 folio 203, foto 103).
13 maart 1660 [eerste proclamatie] Harcke Jans en Sijtske Hendrickx kopen een zekere polle lands op Smallinger Oosteinderveen voor 36 goudguldens van Reid Martens en Wijts Lenses, hebbende Harcke Jans, hier proclamant ten zuiden, Hermen Franckes en Sipcke Rinthies ten noorden, Joucke Evers ten oosten en Joucke Saeckes te westen (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 452 , foto 229-257).
22 januari 1661 [eerste proclamatie] Harcke Jans en Sijtske Hendrickx kopen een zekere zate lands met bomen en plantagie gelegen in de Hooge Schure, thans door Jacob Cornelis meierwijze bewoond, hebbende Hendrick Rinthies ten oosten, de verkopers ten westen en de Lits ten noorden, belast met 4 caroli guldens grondpacht te betalen aan degenen van Oostermeer, gekocht voor 734 goudguldens van Franciscus Bavius, predikant te Rinsumageest (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 508, foto 257).
4 november 1662 [eerste proclamatie] Harcke Jans cum uxore wonende aan het Opeinder veen en Freerck Harckes kopen een perceel leijen in de Rottevalle voor 912 caroli guldens van Lucia van Siccama, weduwe van Saco Fockens eertijds grietman van Opsterland (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 591, foto 299).
9 mei 1671 [eerste proclamatie] Harcke Jans en Hendrick Harckes doen proclameren de aankoop van een perceel veen zonder ondergrond, zijnde het 13e in orde van nummering ten westen van de dwarsvaart, strekende van Sijtse Wilts tot aan de verkopers gerechtigheid, hebbende de Compagnons van Rottevalle ten noorden, en de Wijck of Splitting ten zuiden voor de som van 550 goudguldens van (de familie Bouricius?) (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 67 folio 414, foto 209).
30 mei 1671 [eerste proclamatie Sijtse Wilts en Sijtse Hijlles te Oostermeer doen proclameren de aankoop van een perceel aan de Wittehage, hebbende de Rottevalster Compagnons ten noorden en de Wijck ten zuiden en nog een perceel liggende als voren, gekocht van Jelckjen Bouricius voor de som van 501 goudguldens, NB Harcke Jans en Hendrick Harckes volgens procuratie van 29 augustus 1671 hierbij present, verklaren als naastliggende eigenaren inzake deze transactie recht ter hebben op 50 caroli guldens [omdat???]. Dit bedrag ontvangen ze op 4 november 1673 uit handen van de Grietman (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 67 folio 422, foto 212). |
|