TERUG NAAR START
Rinnert Jans
GeslachtMan
Leeftijd± 52 jaar
 
Geboren± 1630
Overleden± 1682teOpeinde (Smallingerland)
Vader Jan Rinnerts
 Geboren ± 1610
 Overleden 1668
Moeder Luijten Egberts
 
 
Zus  Wopkje
Broer  Egbert *± 1630
 
Huwelijk ± 1658
 
metSaeck Ottes
 Overleden1688
Kinderen  Ate
Jan
Otte
Luijtsen
Notities persoon29 januari 1679 Rinnert Jans te Opeinde heeft zich goedwillig laten autoriseren tot curator over de kinderen van Bonne Oenes mede erfgenaam van [Jan Hendriks] en Geeske Egberts in tijden egtelieden in tijden hun wijlen [stief?]bestevader en bestemoeder. (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, autorisatieboeken, inv. nr. 31 folio 17, foto 10).
24 maart 1680 Rinnert Jans vervangen door Henne Sioerdt als curator over de kinderen van Bonne Oenes neemt over de afrekening van de weduwe van Rinnert Jans (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, autorisatieboeken, inv. nr. 31 folio 22).

24 maart 1680 rekening van de wed. en erfgenamen van wijlen Rinnert Jans in zijn leven curator over de 4 weeskinderen van wijlen Bonne Oenes en Blijke Wobbes. Acte van autorisatie 29 januari 1679 van de rendeerdes goederen van haar bestemoeder Geeske Egberts 29 jjanuari 1679 bevonden aan liggend geld van des rendierten bestemoeder 524 guldens en 6 stuivers (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, weesboeken, inv. nr. 36 folio 456).

31 juli 1682 Saeck Ottes weduwe van wijlen Rinnert Jans in Smallinger Opeinde. Curatoren Goijtse Douwes van Selmien en Ate Ottes van Lippenhuizen. Benoemd tot curatoren over Aet Rinnerts 13 jaar, Jan Rinnerts 10 jaar, Otto 7 jaar, Luijdske Rinnerts 4 jaar.(bron: archief Nedergerecht Smallingerland, autorisatieboeken, inv. nr. 31 folio 36).


Op 12 oktober 1684 betaald door de Rendanten (curatoren) ontvangen van Hendrik Everts 6 caroli guldens en een stuiver wegens rendeerdes toekomende deel van een obligatie welke tot last is geweest van Ulcke Gauckes en ten profijte van Sijke… rendeerdes bestemoeder (zie foto 168).

28 maart 1688 Egbert Jans van Nijega en Oene Jans van Opeinde hebben zich laten autoriseren tot curatoren over de weeskinderen van Rinnert Jans en Saeck Ottes te weten ipv Goijtze Douwes en Ate Ottes, genaamd Ate Rinnerts 18 jaar, Jan Rinnerts 15 jaar, Otto Rinnerts 12 jaar en Luijtsen Rinnerts 9 jaar (bron: Autorisatieboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 31 foto’s 62).

13 juni 1688 Douwe Goitses van Silmeen [Selmien], Egbert Liebes man en voogd van Engel Goitses te Opeinde samt voornoemde Douwe en Egbert Liebbes als voorstander over Jan Goitses "in dier qualiteit kinderen en erfgenamen van wijlen Goitsen Douwes " die in leven curator is geweest over de vier weeskinderen van wijlen Rinnert Jans en Saeck Ottes in die tijd rendanten contra Oene Jans en Egbert Jans als curatoren over deze voorschreven kinderen. Akte van afrekening 31 juli 1682 (bron: Weesboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 38 foto’s 162-191).

16 december 1695 Taetske Saepes wed van Egbert Jans curator over de kinderen van wijlen Rennert Jans, te weten Jan Rennerts 22 jaar, Otto Rennerts 19 jaar en Luijtsen Rennerts 16 jaar. Ate Ottes (weer ) geautoriseerd als curator (bron: Autorisatieboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 31 folio 97).
Notities overlijden31 juli 1682 boedelbeschrijving van Sake Ottes wed. van Rinnert Jans te Opeinde op verzoek van Goitzen Douwes tot Salmien en Ate Ottes tot Lippenhuizen curatoren over de 4 minderjarige weeskinderen van Saeckje Ottes. Alles op aangeven van Egbert Jans [broer van Rinnert Jans] (bron: Weesboeken Nedergerecht Smallingerland inv.nr. 51 foto 256 ev).
Tot de boedel horen aan levende have, 3 paarden en 7 koeien. 4 twenter rieren, een twenter oks en 3 enter rieren, verder nog 3 suijpcalvers, 4 varkens en ongeveer 13 á 14 hennen.
Tot de akten in de boedel bevindt zich oa de Afrekening van curator Jan Rinnerts als curator over de nagelaten weeskinderen van Hedsert Haijes.
Verder een akte van afrekening van Rinnert Jans aan 12 juli 1668 ter betaling van 176 goud guldens aan Goijtse Douwes als rechthebbende van de erfenis van zijn zijn vrouws moeders goederen.
Een koopbrief van 4 mei 1648 van het huis en de schuur met annex gelegen te Smallinger Opeinde op het land van Vrouwe Lucia van Bouricius.
Een koopbrief d.d. 14 juli 1650 opgemaakt door Siouck Alles ten profijte van Jan Rinnerts en Focke Teijes. Betreft de helft van 16 mad maden land buiten Oudega.
Een quitantie gedateerd 4 mei 1682 opgemaakt door Jan Egberts voor zijn ouders in verband met betaling van 44 guldens aan rente van zijn oudersgoed. In mei 1682 voor het laatst verschenen [betaald] en door de weduwe aan hem betaald.
Een renversaal ten laste van Jan Egberts dd 18 mei 1655.
Een handschrift dd 1 mei 1657 tot laste van Jan Egberts en Wijtske Eelckes voor de som van 250 goudguldens ten profijte van Hedsert Haijes.
Een quitantie dd 26 november 1670 van 50 goudguldens inzake achterstallige landhuren door Juffrouw Jouckien Hillema uit handen van Rinnert Jans ontvangen.
Een quitantie van Jan Diemers dd 5 januari 1680 voor 5 caroli guldens, inzake gehaald putshout voor Aelle Egberts uit handen van Harcke Rinnerts ontvangen.
Twee quitanties van Frouwe Lucia van Bouricius wed. Vierssen wegens 3 kjaar landhuur mei 1681 voor het laatst verschenen [betaald] van Oene Jans wegens de weduwe ontvangen.
Onroerend goed: een huis met schuur en annex staande op de sathe en het land van Vrouw Lucia van Bouricius toebehoren en met het overlijden van Saeck Ottes te ontruimen.
3 mad maden land gelegen buiten Oudega, in gemeenschap bezten met Egbert Jans en Goijtse Douwes.
Een gerecht elfde part met nog een gerechte 12e part van een sate lands cum annexis west van Oudega, eertijds bewoond door Hempcke Rinses [geboren 1626 te Suameer, huwde in 1661 Sjoukje Loukes, dv Rinse hedsers] en tegenwoordig Diemer Tijses.