TERUG NAAR START
Willem Jansen
GeslachtMan
Leeftijd± 49 jaar (Gebaseerd op doopdatum)
 
Gedoopt8-1-1682teOpeinde
Overleden± 1731teRottevalle
))))))))))))))))))))
Vader Jan Ritskes
 Geboren ± 1650
 Overleden 1709
Moeder Sjouck Andries
 
 
Broer  Andries ~2-2-1673
Broer  Hendrik Jans ~2-1-1676
Broer  Willem ~19-9-1680
Broer  Ritske ~7-9-1684
Broer  Andries ~24-10-1686
Halfzus  Ritske *± 1693
Halfbroer  Cornelis *± 1695
Halfbroer  Harke *± 1698
Halfzus  Sjouk *± 1705
Halfbroer  Harmen ~5-6-1708
 
Kerkelijk huwelijk 16-12-1708 te Oudega-Nijega-Opeinde
 
metJets (ook Aeetske, Jitske of IJets) Hendriks
 Gedoopt10-3-1689
 Overleden< 1725
Notitiesbeiden heeten bij hun huwelijk woonachtig te zijn te Rottevalle.
Kinderen  Tettje
Sjouck
Jittie
Jan
Kerkelijk huwelijk 13-5-1725 te Rottevalle
 
metRinske Wierds
 
Notities persoonOp 15 augustus 1728 belijdenis in de NH-kerk van Opeinde, staat vermeld als woonachtig te Rottevalle.
Treedt in 1717 op als Buitenvoogd van Rottevalle (dat was de gemeentelijke armenzorg, vergelijkbaar met de kerkelijke armenzorg waar men diakenen heeft). Bron: (bron: recesboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 10 folio 118).

Op 16 maart 1706 kopen de broers Hendrik, Willem en Andries Jans van de Heren Compagnons van de Rottevalle 10 bonken veen voor de som van 970 caroli guldens, 4 stuivers en 4 penningen (Bron: Inventarisboeken Nedergerecht Smallingerland, inv. nr. 57, folio 113) en (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatiekohier inv. nr. 88 folio 404.

16 november 1706 [eerste proclamatie] Dictus Naenis, Hendrick Jans, Willem Jans en Jan Jelles verklaren gekocht te hebben 16 bonken hoogveen zonder ondergrond gelegen aan de zuidkant van de secret. Eringawijk onder Noorderdrachten voor de som van 1075 goldguldens van Hendrick Jans (Bron: Proclamatieboek Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 71 folio 386).

8 februari 1707 [eerste proclamatie] Hendrick Jans, Willem Jans en Andries Jans verklaren gekocht te hebben van 10 bonken veen zonder ondergrond in Rottevalle onder Noorderdrachten strekkende van Harmen Jans tot aan Harmen Freercks cum sociis gekochte land, hebbende de Heeren Hillemaerven ten zuiden en de verkoperswijk ten noorden met vrije in- en uitvaart naar Rottevalle, voor de som van 693 goldguldens van de Heren Compagnons van de Rottevalle (Bron: Proclamatieboek Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 71 folio 404).


den 23 oktober 1710 volgens obligatie aan Willem Jansen en Jitske Hendriks echteluiden tegen 4 % intrest uitgeleend 300 Caroli guldens, uitgeleend door Lammert Pieters en Eelkien Willems. Dit blijkt uit de opgemaakte rekening voor het weeskind Willem Lammerts (bron: Weesboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 42 folio 522).

3 mei 1712 [eerste proclamatie] Jan Pieters verklaart gekocht te hebben 8 bonken blauwveen zonder ondergrond aan de zuidkant van de secret. Eringawijk te Noorderdrachten voor de som van 620 caroli guldens 11 stuivers van Hendrik en Willem Jans. Koopbrief dd 27 februari 1712 (Bron: Proclamatieboek Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 72 folio 430).

14 juni 1712 [eerste proclamatie] Hendrik en Willem Jans kopen diverse percelen veen zonder ondergrond alle gelegen boven de Nieuwe Verlaat in Rottevalle onder Noorderdrachten voor de som van 2.630 caroli guldens van, alles binnen 30 jaar te vergraven. Koopbrief dd 1 april 1712 (Bron: Proclamatieboek Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 72 folio 451).

20 oktober 1713 [eerste proclamatie] Willem Jans en Jits Hendriks te Rottevalle verklaren schuldig te zijn aan Antie Tierks en Wijtse Sjoerds 100 caroli guldens. Akte Oudega 21 mei 1713. Was getekend Willem Jans. (Bron: Hypotheekboeken Nedergerecht Smallingerland, inv. nr. 101 folio 349).

10 februari 1716 [eerste proclamatie] Willem Jans en Jits Hendriks in de Rottevalle proclameren aankoop huis en erf in Rottevalle onder Harkema Opeinde hebbende Hendert Sierdts ten oosten [= de vader van Jets/Jits], worden bij de verkoper bewoond en gebruikt voor de koopsom van 215 goldguldens van Oentse Romckes. Uitgezonderd van de koop is de rosmolen, welke aan Willem Pieters is verkocht. (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatiekohier inv. nr. 90 folio 11).

17 maart 1716 [eerste proclamatie] Hendrik Jans en Willem Jans verklaren gekocht te hebben 2 percelen hoogveen zonder ondergrond gelegen in de zogenaamde 40 Roeden in de Folgeren onder Norderdrachten van de Erfgenamen van de Heer Gellius van Hillema voor 3/4e deel en de Heren Compagnons van de Rottevalle voor 507 goldguldens en 14 stuivers (Bron: Proclamatieboek Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 73 folio 132-134).

2 juni 1716 Bodse Ritserts wonende op het Witveen onder Oostermeer koopt zeker perceel Leijen gelegen op het Swartveen, de Lammert Joukeleijen genaamd, groot 226 roeden 2 voet en 5 duim voor 53 gg en 5 st van Hendrik Jans en Willem Jans wonende inde Rottevalle voor 22/37e en Antie Cornelis tegenwoordige egte huisvrouw van Hendrik Gerbens en voor haar 5 minderjarige kinderen bij wijlen Jan Ritskes in egte getogen geassisteerd met voornoemd Hendrik Jans als curator (Bron: Proclamatieboeken Nedergerecht Tietjerksteradeel inv. nr. 60 folio 175).

22 juni 1716 Jan Jelles op het Witveen koopt een perceel Leijen op het Swartveen, genaamd de Uijlke Gerrits Leijen groot 198 roeden en 3 voet voor 30 gg gekocht van Hendrik Jans en Willem Jans (Bron: Proclamatieboeken Nedergerecht Tietjerksteradeel inv. nr. 60 folio 183).

10 mei 1717 [eerste proclamatie] Hendrik Tijmens en Hijlkien Rinties proclameren een huis met de huisstede en tuin in Rottevalle onder Harcama Opeinde, hebbende Hendrik Sjerds ten oosten, de kopers ten westen, de Compagnievaart ten zuiden en de landen van Wobbe Liebbes ten noorden, gekocht van Willem Jansen cum uxore voor de som van 340 caroli guldens en 3 stuivers (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatiekohier inv. nr. 90 folio 145).

28 januari 1719 [geregistreerd] Willem Jansen en Jetske Hendriks wonende in de Rottevalle onder Smallinger Opeinde verklaren 250 caroli guldens schuldig te zijn aan Henricus Duijf secretaris van Smallingerland. Akte getekend Oudega 28 januari 1719 door Willem Jans en zijn broer Hendrik Jans (Bron: Hypotheekboeken Nedergerecht Smallingerland, inv. nr. 102 folio 332).

5 april 1719 Willem Jansen en Jitske Hendriks echtelieden te Rottevalle onder het behoor van Smallinger Opeinde verklaren 300 caroli guldens schuldig te zijn aan Joannes Hendricks en Lijckle Everts geauthoriseerde curatoren ten behoeve van hun pupil Willem Lamberts. Kantlijn geroyeerd 20 april 1721. Was getekend Willem Jans en IJets Hendricks (Bron: Hypotheekboeken Nedergerecht Smallingerland, inv. nr. 102 folio 350).

Regtdag Oudega 23 mei 1719. Michiel Auckes neemt aan te betalen de som van 31 caroli guldens aan Hendrik Jans en Willem Jans pro se samt Hendrik Jans en Hendrick Gerbens als curatoren over de minderjarige kinderen van Jan Ritskes ter zake van achterstallige huishuur (bron: recesboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 10 folio 213).

15 oktober 1719 [geregistreerd] Willem Jansen wonende in de Rottevalle onder Smallinger Opeinde verklaart 100 caroli guldens schuldig te zijn aan Foocke Inses als diaken van Opeinde. Akte Oudega, 8 oktober 1719, was getekend Willem Jans (Bron: Hypotheekboeken Nedergerecht Smallingerland, inv. nr. 102 folio 383).

4 januari 1721 [eerste proclamatie] Hendrick Jans koopt het aandeel van de verkopers aandeel in het recht en eigendom van een huis met landerijen, bomen en plantagie en annex staande en gelegen te Rottevalle onder Smallinger Opeijnde door de verkoper bewoont gemeenschappelijk en ongescheiden met de proclament cum sociis (de koper dus), hebbende in’t geheel de wed. Andries Jans en erfgenamen ten oosten, Wobbe Liebbes erfgenamen ten westen, Jan Gosses ten zuiden en de weg ten noorden, met de verkopers quota van het klein huis en de landpacht van het huis van de wed. Luijtsen Hijlckes alsmede het aandeel van de verkoper in de Hollanders Leijen en het hiemstede, tevens van de 3 bilgrazingen en het halfmad onder de Hornst en de tien mad in het weiland en de vier mad maden buiten Oudega alles gemeenschappelijk en ongescheiden als voren, etc. etc. met het recht van vrije reed en drift naar de Lidts, voor 1.214 caroli guldens gekocht van Willem Jansen. Koopbrief 27 april 1721. (Bron: Proclamatieboek Nedergerecht Smallingerland 1721-1726 inv. nr. 74 folio 74).

Regtdag Oudega 28 januari 1721. Willem Jansen alhier verklaart 300 caroli guldens schuldig te zijn aan Willem Lammerts volgens obligatie dd 3 oktober 1710. (bron: recesboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 10 folio 274).

17 april 1721 [registratie] Willem Jan Ritskes voor mijzelf en voor Jetske Hendriks mijn vrouw te Rottevalle (zie ook 158) verklaren aan Wijtse Folkis en Jan Edsis als volmachten van Oostermeer en aan dit dorp en haar bewoners 200 caroli guldens schuldig te zijn, met instemming van de inwoners van Oostermeer, tegen 5 1/2 % rente. Was getekend Willem Jans d.d. 19 april 1716 (Bron: Hypotheekboeken Nedergerecht Smallingerland, inv. nr. 102 folio 487).

Oudega landeveranderingen 20 januari 1722. Hendrik Jans protesteert de effecten gedaan door dorpsrechter Molle Sjoerds aan Willem Jans om per 5 maart en 12 mei 1722 te verlaten zeker plaetse land met huijsinge en schuijre als de denuncieerde van de denunciant in gebruik heeft (bron: autorisatieboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 11 folio 20).

10 februari 1722 [eerste proclamatie] Willem Jans koopt westelijke kamer met bijbehorende tuin staande bij het Verlaat onder Opeinde in de Rottevalle, thans door Severijn Mients bewoont, hebbende Tamme Edses gekochte kamer ten oosten, Wobbe Liebbes erfgenamen ten westen, de verkopers ten zuiden en de Kolkswal ten noorden. Gekocht van de erfgenamen van Claas Luijtjens voor 250 goldguldens. (bron: Nedergerecht Smallingerland, Proclamatiekohier inv. nr. 74 folio 107).

8 september 1722 Willem Jansen en Bernardus Rommerts kopen een perceel hoogveen zonder ondergrond in de 40 Roedenlanden voor 1384 goldguldens (bron: Nedergerecht Smallingerland, Proclamatiekohier inv. nr. 74 folio 176).

Tot Oudega voor Recht. Den 10 maertii 1722. Willem Jans vertegenwoordigd door Sinnema geeft aan 50 caroli guldens schuld vanwege geleend geld te willen terugbetalen aan Melle Wolters overeenkomstig handschrift d.d. 12 april 1716 (bron: autorisatieboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 11 folio 30).

Regtdag 2 november 1722 Willem Jans pachter van de dorpsdaalder in Rottevalle ingaande 1 mei 1722 en eindigend laatste aprildag 1723 contra Edse Jans herbergier te Rottevalle inzake 2 processen (bron: recesboeken Achtkarspelen, inv. nr. 16 folio 236 Tresoar.nl).

Regtdag Oudega 14 september 1723 Willem Jans vertegenwoordigd door notaris Sinnema contra de eis van Auckien Clases gesterkt met haar tegenwoordige man Jelle Jans voor haar zelve en het recht bekomen hebbende volgens akkoord met Hendrik Jansen [broer van Willem Jansen] als curator over de kinderen van wijlen haar eerste man (bron: recesboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 11 folio 66).
15 februari 1724 Willem Jans verklaart te betalen aan Jelle Jans molenaar in de Rottevalle 29 caroli guldens 10 stuivers als restschuld (er was een erfeniskwestie met de vrouw van Jan Jelles zie hiervoor) (bron: recesboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 11 folio 89).

14 december 1724 Willem Jansen wonende in Rottevalle onder het behoor van Opeinde verklaart schuldig te zijn aan Bernardus Rommerts en Jetske Wilts wonende te Rottevalle onder het behoor van Harkema Opeinde 347 caroli guldens. Was getekend Willem Jans (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, hypotheekboeken, inv. nr. 103 folio 143-144).

16 februari 1729 [geregistreerd] Willem Jans woonachtig onder het behoor van Smallinger Opeinde verklaart schuldig te zijn aan de kinderen van wijlen Claas Luijtsens en Sjoerdje Willems 250 goldguldens vanwege de aankoop van een kamer in de Rottevalle naast het Verlaat onder het behoor van Smallinger Opeinde. Bernardus Rommerts stoker van hete wateren in de Rottevalle onder het behoor van Harkema Opeinde stelt zich borg voor de hypotheekschuld. Was getekend 4 februari 1722 Willem Jans en Bernardus Rommerts. (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, hypotheekboeken, inv. nr. 103 folio 465-466).

28 februari 1730 [eerste proclamatie] Alle Jans cum uxore doet proclameren de aankoop van de westelijke kamer van een huis met "lijtshuis" met de tuin daar achter staande en gelegen bij het Verlaat in de Rottevalle onder Smallinger Opeinde door de verkoper zelf bewoond, behalve het bijenhuis en de elzen en elzebomen die de verkoper voor zich zelf houdt, gelegen oostelijk de kamer van Liebbe Wobbes, cs, de rijdweg ten zuiden, de Kolkswal ten noorden, vrij van huur en grondpacht, in koop bekomen van Willem Jans voor de som van 500 caroli guldens, voor de verkopers twee kinderen tot een geschenk te betalen 4 zilveren ducaten bij het tekenen van de koopbrief. Akte 20 juli 1730 (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 75 folio 501).
Notities overlijden20 maart 1731 hebben zich gemeld als curatoren van de boedel van wijlen Willem Jans, Jan Hendriks in de Rottevalle onder Oostermeer en Lieppe Gabriƫls in de Rottevalle onder Harkema Opeinde. Dit op verzoek van Michiel Annes als eerst geregistreerde crediteur van wijlen Willem Jans (bron: autorisatieboeken Smallingerland inv. nr. 32 foto 8).