Notities persoon | linnenkoopman heeft 5 akkers land aan het Oosteinde nr.294 (huidige nummering).Vanaf 1657 in de boterpachtregisters genoemd onder de naam Albert Frederiks. Hij betaalt dan voor 4 1/2 akker van het voormalige erf van de overleden Albert Wijchers (schoonvader?), de weduwe van Albert Wijchers betaalt de boterpacht van 1 1/2 akker van het voormalige erf dat 6 akkers groot was. In 1692 betaalt hij de boterpacht met turf. Hij wordt tot 1704 in de boterpachtregisters genoemd. In 1696 in de boterpachtregisters onder de naam Joncker vermeld. Opmerkelijk is dat in een lijst uit 1654 van protesteerders tegen een weg door het veen (bron: AHA inv. nr. 2821) Albert Freriks al vermeld staat. Hij zal toen dus reeds gehuwd zijn geweest met de dochter van Albert Wijcherts op wiens erf hij inhuwde, zo concludeer ik op grond van de boterpachtregisters.
Gerechtszaken: Stadsgericht, Almelo, 14 maart 1677: Hermen Eskes, en zijn huisvrouw Berentien Jansen namen een hypotheek op bij Albert Frerix van het Veen, en zijn huisvrouw Jenneken Alberts, met als onderpand hun inboedel en hun huis, staande achter het huis van Gerrit Lucas tot aan de straat.1 Bronvermelding(en) [S23] SA, Inv. #2618, Fol. 131. Hypotheekacte, 14 Mar 1677. Bron± Safina Broekman, gezinsreconstructies van Almelo.
(Bron: Toegang 5075 Stadsarchief Amsterdam, inv. nr. 4737, notaris David Srafmaeker Valet mbv Read & Search)
Folio 303 Op Huijden den 22e„ Julij Ao„ 1677 Compareerde voor mij David Staffmaker Varlet openb. Nots. Albert Fredrikse Jonker Linnecooper out 65 Jaaren dewelke ten versoeke van Pr. Frans Meijer & Matheus weduwe procuratie hebbende van Hendrik Jansz Bramer woonende in’t vrieseveen in Overijssel soo voor hem selve mitsgaders als oom en voogd over de kinderen van zijn broeder Claas Janse braamer heeft verclaart ende geattesteert hoewaar, En hem getuijge wel bekend is dat debbigas Pieter Jansz Vos in zijn leven gewoond hebbende op de Zeedijk inde Fortuijn hem geneerende indt houden van Commesaalen & slaapers aan voorn. Hendrik en Claas Janse braamer Deuchdelijk schuldig is geweest d’ obligatie breeder vermelt inde verclaeringe ende affirmatie bij hendrik Janse braamer selven op den 27 Julij des voorleeden Jaars 1676 voor mij Nots. ende seek’re getuijgen verleeden ende gepasseert Geevende voor reedenen van weetenschap dat hij getuijge ten huijse van voorn. Pieter Janse Vos neffens de voorss. Hendrik & Claas Janse braamer is gelogeert geweest ende bij die Occasie tot verscheijden reijse en eenige Jaaren achter malcanderen heeft gesien dat Maritje de huijsvrou vande voorn. Pieter Janse Vos aan de selve gebroedens de Intresse vande capitale somme in zijn getuijgen bij wesen heeft betaelt bereijt zijnde tselve des noots met solemneelen Eede te bevestigen, alles oprecht gedaan binnen Amsterdam ter presentie van Isacus Hegeman & Anthonij Brackarius als getuijgen hier overgestaan Albardt frerijcks J. Hegeman A. Brackarius Ita Attestor D: Stafmaker Varlet Nots. |
|