Notities persoon | In 1748 bij de volkstelling Kerre genoemd, had toen slechts één kind Gerrit, boven de 10 jaar. Moet ergens op het middengedeelte van het Westeinde hebben gewoond, gezien de positionering op de volkstellingslijst van 1748. Pacht volgens het zogenaamde Vicarijenboek evenals zijn zoon landerijen van de Sint Crucenvicarie (1761). Staat te boek voor een halve akker pacht; is daarvoor per jaar 6 gulden verschuldigd en verder nog een halve akker hooiland in de Woesten voor 4 gulden. (bron: archief Huize Almelo inv. nr. 1807).
Er is slechts 1 doop van een Hermen als zoon van en Gerrit te vinden en dat is de doop van Hermen in 1707 als zoon van Gerrit Gerrissen en Greetjen Hindricks. Hier sluit ik voorlopig bij aan. Aangezien de derde dopeling ook nog eens Grietje heet lijkt dat idee bevestigd te worden.
Iets westelijker van Harmen woonde ook nog een andere familie Kerre of ook wel Kirre, Kere of Keere. Dit moet haast wel familie zijn. Met de volkstelling staat Gerrit Jans Kirre vermeld met zijn echtgenote Jenneken Jansen. Dit moet haast wel een zoon van Jan Gerrits Kerre zijn (verder in de belastingkohieren niet te traceren) Daarnaast is er nog broer Gerrit. Deze staat reeds vermeld in het hoofdgeldkohier van 1735, ook zijn vader die alleen aangeduid wordt met "de Kere". Zijn voornaam moet gezien het patroniem Gerritsen van de zonen Gerrit en Harmen.... Gerrit geweest zijn.
Het is ook mogelijk dat Harmen Kerre voorvaderen had in Almelo. In het breukregister van Almelo (AHA inv. nr. 3245) wordt op 4 augustus 1685 een zekere Hermen Schoemaker alias Kerre genoemd. Dit lijkt haast meer dan toeval met zo’n bijzondere en zeldzame naam. Hij zou de overgrootvader van Harmen kunnen zijn.
Volgens het Rekenboek van de Diaconie ontving "Herm. Gerrits de Kirre" in 1740 26 stuivers van de diaconie van de Gereformeerde Kerk. Hieruit valt af te leiden dat hij dus tot de lagere sociale klasse moet hebben behoord. | Notities geboorte | gedoopt als zoon van "Gerrit Janszen en Jenneken Hermz" |
|