Notities persoon | In 1625 als boer wonende op de Stelp op het Nieuwland onder de klokslag van Leeuwarden, herbergier te Hardegarijp, 27-10-1634 herbergier te Hardegarijp samen met Rinck Rinttiedr.
3 april 1610 [geregistreerd 10 juni 1616] Pieter Lieuues en Sipk Hanckes, el., thans wonende "op Merridobbe onder Canbuer", verklaren ƒ 100 tegen 7% rente schuldig te zijn aan Tyetke Vryelsma; getuige: Doede Hillebrandts N.B. Canbuer is Cambuur ofwel Cammingaburen onder Leeuwarden; volgens de kaart ligt de "Merriedobbe" onder Tietjerk (Bron: Weesboeken, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 085, foto 170).
11 maart 1611 Pieter Lieuwes uit naam van zijn moeder de weduwe Grietie Lieuwes heeft tegoed van het sterfhuis van Jucke Douwes te Steens 6 goudguldens vanwege 2 halve kintgens geleverde boter (Bron: Weesrekeningboeken, inv.nr. 125, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 91).
4 december 1611 Inventaris in het sterfhuis van de Feijcke Saeckes weduwe van Haencke Broers te Steens op verzoek van Aeme Rintses als wettige voorstander van zijn kind Haencke door wijlen Haencke Haenckedr. verwekt, ter presentie van Sijts, Fopcke, Ymck, Beijts en Sipcke Haenckedr. en Saecke Haenckes, sampt Jacob Gerloffs, Aele Hilbrands Tied Tiepkckes en Pieter Lieuwes als voogden van voorschreven Sydts, IJmck, Beyts en Sipcke hun huisvrouwen in bijzijn van Hotze Wibrants en Douijna. Inventarisatie: Huis groot 15 vack op Claercamperland, met 38 pondematen land. een 5 roeden grote hooiberg en enig geboomte bij het huis. Eigen land: 18 pondematen eigen land in het dorp Steens en diverse stukken door wijlen Feijcke zelf gebruikt. Ongeveer 3 pondematen land bij Wijngestate te Marrum en nog enige eijnsen land bij Wijngestate te Marrum gelegen. Vee: 7 koeien, 4 rieren, een Twenter Bulle, 6 hocklingen, 5 lammeren, 5 winterbargen, 9 eenden toekomende aan Pieter Lieuues 10 hennen met een haan, 3 merrie’s, een veulen, enige duiven toekomende Pieter Lieuues, enig hooi en stro in de hooiberg, een sluick schove, 4 stro schoven. Brieven en dergelijke: een koopbrief van grondrente van 5 en halve gg jaarlijks, gekocht van Foeckel weduwe van Alle Hettes te Hallum, gedateerd 28 april 1556, een koopbrief van 5 en half pondematen land te Steens gedateerd 16 april 1569 door Keijmpe Feijckes voor de helft en Meijns Feijckedr voor de andere helft gekocht van Tijeerdt Intes haar man, koopbrief van 3 en half pondematen land gelegen op het oudland bij Steens van Mary Juckes gedateerd 21 mei 1570. en een aantal gerechtigheden van land gekocht van Douwe Pieters volgens koopbrief van 11 mei 1599 (Bron: weesboeken, inv.nr. 84, Nedergerecht van Leeuwarderadeel – Tresoar, foto 75-78).
27 april 1614 [geregistreerd 10 juni 1616] Pieter Lieuwezn en Sipck Haenckedr, el. te Oenkerk, verklaren ƒ 200 schuldig te zijn aan Tyalck Frielsma en Idtjen Frielsma, haar dochter, (beiden) wonende te Leeuwarden; Pieter zet handmerk, Sipck een handtekening (Bron: Hypotheekboeken, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 085, foto 171). Het handmerk van Pieter uit 1614 is belangrijk omdat dat het bewijs is dat Pieter Lieuwes als herbergier te Hardegarijp identiek is. Er zijn merktekens van Pieter bekend uit 1630, 1631, 1633 en 1634 die in de hypotheekboeken van Tietjerksteradeel staan. Hij is dan woonachtig te Hardegarijp. Waarschijnlijk geen toeval is dat de zwager van Pieter Lieuwes moeder Pieter Jacobs zich van exact hetzelfde merkteken bedient.
5 februari 1616 Afgevaardigden dorpen van Tietjerkstradeel voor de Heren Gedeputeerden van Friesland. Voor Oenkerk zijn Peter Lieuwes en Claes Talus afgevaardigden. originele handmerk Peter Lieuwes zelf gesteld, (Bron: Nedergerecht van Tietjerksteradeel recesboeken inv. nr. 7 foto 171 en 172).
7 mei 1616 Anna Tiallings wed. van Watse Tijallings te Steens doet proclameren voor haar en haar kinderen de verkoop van 3 en een half pond lands te Steens door Saecke Haenckes gebruikt, gelegen in het oosten van de Trioerder buren te Steens, bezwaard met 35 stuivers in de floreen, Hebbende Peter Lieuwes gebruikende landen ten zuiden voor 200 goudguldens aan Gerrijt Gerrijts en Bregt Jans te Steens. (Bron: Hypotheekboeken, inv.nr. 173, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 278).
11 april 1625 Albertie Jans sterfhuis in de Stelp op het Nieuwland, huisvrouw van Pieter Lieuwes, bestevader Jan Pieters te Stiens, vader van Albertie, 2 nagelaten weeskinderen, genaamd Sipcke en Maaicke. Inventaris in aanwezigheid van Griet Cornelis de bestemoeder, vrouw van Jan Pieters en Dieucke Jans dochter van Jan Pieters en tante van de weeskinderen. De boedel bestaat uit: aan zilverwerk: een fluwelen tas met zilveren ketting, een zilveren onderriem, een zilveren schorthaak, een zilveren vingerhoed, een zilveren ketting met 4 strengen en een koker etc, een zilveren kaisel van 4 strengen. Aan vee: 12 koeien, 2 hoklingen, 2 schapen 2 jonge kalveren, 2 bijenkorven, 6 hennen met een haan Inschulden: oa Saecke Haenties is schuldig aan zijn zusters kinderen 40 goudguldens, Jelte van Eijsenga van koop van een ruin 58 caroli guldens, Uitschulden: de voorkinderen van Pieter Lieuwes competeren van hun moeders goederen 755 goudguldens, 16 stuivers en 8 penningen. Jacob Oeges komt toe als restant van de aankoop van de zate door Pieter Lieuwes en Albertje Jans 500 goudguldens en een rozenobel (= 709 caroli guldens en 6 stuivers). Rixt Warners komt toe vanwege het doodvat van Albertje 25 caroli guldens. In de lijst van schuldeisers staat ook een zekere Lisck Lieuwis, zij heeft nog tegoed 12 guldens (waarschijnlijk bodeloon, ze zou een zus van Pieter kunnen zijn).(Bron: Nedergerecht Leeuwarden, Aestematieboek inv.nr. 3473, foto 82-87).
25 juli 1625 Pieter Lieuwis opt Nieuwland onder de klokslag van Leeuwarden ter instantie van Jan Pieters en zijn huisvrouw zijnde de bestevader en bestemoeder van Sipck en Maicke Pietersdr. verklaart komende maandag rekening en liquidatie te overleggen van der weeskinderen moederlijke goederen en zilver........1 augustus 1625 Jan Pieters en zijn huisvrouw accuseren nogmaals Pieter Lieuwis inzake kwestie van 25 juli jl. (Bron: recesboeken, inv.nr. 2705, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 335 en 342).
13 december 1630 [10 augustus 1636 geregistreerd] Koopcontract; Feycke Gauckesz te Hardegarijp, mede voor zijn vrouw Eebel Sioerdtsdr, verkoper; Pyeter Lieuwesz te Oudkerk, koper van een huizinge en schuur cum annexis, bomen en plantagie, de halve winterbouw in ’t land, "mits dat d’cooper tot sijne costen d’gehele bou sal opwinnen ende dan den helfte bij mij vrij t’mogen affhalen", ook de mesthoop en losse goederen, met de ontruiming van de zate en landen "over hooch ende leech, soo van boulanden, maeden als weydlanden"; onder de koop is ook begrepen "een kleyne plaets" te Rijperkerk, al enige tijd door Edsie Wybes bewoond en gebruikt, "behooren[de] aen de principale saete voors.", waarvan jr. Ryoerd van Juckema eigenaar is; belast met 5 oord in de floreen en met onderhoud van de weg "beneffens" de landen; de verkoper mag zijn schapen en varkens tot mei aanstaande op de hieminge en landen weiden, en zal geen boelgoed mogen houden tot 6 weken voor mei aanstaande; aldus verkocht voor ƒ 4188-14, waarvan bij de aanvaarding te betalen ƒ 2000, met een rozenobel als geschenk voor verkopers’ vrouw en een rijksdaalder voor elk van zijn vijf kinderen (Bron: Hypotheekboeken Nedergerecht Tietjerksteradeel, inv. nr. 90, foto 98-99).
26 mei 1631. Registratie van een akkoord in het geschil tussen Pyeter Lieuwesz, als vader en voorstander van Saes Pyetersdr, getrouwd met Jucke Montes, ter ene zijde, contra Haye Juckesz, voor zichzelf; Keimpe Sydtses als man en voogd van Tied Juckedr (verderop: Tziedt Juckes); Monte Wobbes als man en voogd van Tied Juckedr en zij tezamen voor Monte Juckes en Pyeter Allerts, ter andere zijde, betreffende "de houwelijcxe onderlinge quaestie" die tussen Pyeter Lieuwesz in kwaliteit en Jucke Montes is ontstaan wegens zekere huwelijkse voorwaarden; via arbitrage door jr. Frans van Eysingha, grietman, en dr. Jacobus Buttinga, secretaris van Tietjerksteradeel, en bemiddeling van Julius Adsonides, predikant te Oenkerk c.a., Dirck Agges en de executeur Heyne Freercx is een overeenkomst bereikt waaraan partijen verklaren zich te zullen onderwerpen, op straffe van verbeurte van ƒ 50. De overeenkomst houdt in: Jucke Montes en Saes Pyeters beloven, voortaan als goede echtelieden te zullen leven; de goederen zullen hen, na betaling van de schulden, elk voor de helft toekomen, ongeacht de wederzijdse inbreng; tot administratoren van de goederen worden aangesteld Pyeter Lieuwes en Haye Juckes; indien een der partijen de echt breekt zullen de goederen de ander toevallen. (Bron: Hypotheekboeken Nedergerecht Tietjerksteradeel, inv. nr. 89, foto 103).
11 februari 1633 [geregistreerd 20 juni 1634] Koopcontract tussen Pyter Lieuwesz te Hardegarijp, verkoper, en Gerloff Minses en Reinsck Douckedr, el., wonende onder de klokslag van Hardegarijp, kopers van een huizinge en schuur c.a., met de hovinge, bomen en plantagie, de helft van de uitgezaaide rogge en de ontruiming van de zate en landen, zoals thans door de verkoper wordt bewoond en gebruikt, staande en gelegen te Hardegarijp, bezwaard met 35 stuivers in de algemene aanbreng; aldus verkocht voor ƒ 4075 en drie rijksdaalders, en een halve rozenobel tot "een vereringe"; baarslieden (bemiddelaars): mr. Epe Epes en Roordt Epes; bijkomende voorwaarden: de el. kopers zullen van zekere "cleyne plaets", thans bij Lyckle Jacobs in gebruik, jaarlijks ontvangen ƒ 11-7-0, maar "deselve" weer moeten uitkeren aan de Patroon van Rijperkerk; de kopers moeten jaarlijks aan de grondheren ƒ 58 (huur) betalen; het geschenk komt voor rekening van beide partijen, elk de helft; de "bargen" (varkens) van de verkoper zullen tot 1 mei, de schapen tot twee weken vóór mei de landen mogen "beweyden"; Pyter, Gerloff en Reinsck tekenen met handmerken (Bron: Hypotheekboeken Nedergerecht Tietjerksteradeel, inv. nr. 89, foto 201).
7 mei 1633 [geregistreerd 30 november 1633] Pyter Lieuwesz te Hardegarijp verklaart ƒ 100 tegen 6% rente schuldig te zijn aan Arjen Sybrants Hemminga en Beyts Anskes, el. te Oenkerk; tekent met merk (Bron: Hypotheekboeken Nedergerecht Tietjerksteradeel, inv. nr. 89, foto 107).
27 oktober 1634 [geregistreerd 14 augustus 1636] Pyter Lieuwes, herbergier, en Rinck Rinttiedr, el. te Hardegarijp, verklaren ƒ 200 schuldig te zijn aan Minne Jelles, burger en brouwer binnen Leeuwarden, en Ariaentie Henricx Cluyters, el.; wegens een lening, in leven ontvangen door Evert Annis en Alst Unia, el., die ons per 1 mei 1633 heeft gestrekt tot betaling van de eerste termijn van de koopsom van de huizinge c.a., door ons gekocht van voornoemde Ewert Annis cum uxore; verklaren verder nog £ 18-10 schuldig te zijn van "genegotieerde bieren"; het huis en de inboedel zijn onderpand (Bron: Hypotheekboeken Nedergerecht Tietjerksteradeel, inv. nr. 90, foto 99).
12 augustus 1635 Pijter Lieuwis herbergier op Hardegarijp en Henricus Jacobi [notaris] protesteren tegen de effecten van arrest gedaan aan Claes Gerbens om geen penningen af te dragen aan Fock Pieters of iemand anders namens hem. (Bron: recesboeken, inv.nr. 2714, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 230). |
|