TERUG NAAR START
Jan Jansen Mathuisen de Jonge
GeslachtMan
LeeftijdOnbekend
 
Geboren teSiegerswoude (Opsterland)
Overleden< 27-12-1666teRottevalle
Vader Jan Jansen Mathuisen
 
 Overleden > 1661
 
Huwelijk < 1659
 
metAssel Egberts
 Geboren± 1630
 Overleden< 1668
 
Notities persoonbrouwer van beroep.

28 november 1659 Jan Jansen Mathuisen en Assel Egberts doen proclameren de aankoop van een brouwerij met gereedschap en schuur die thans door Willem Jetses in gebruik is, gelegen te Rottevalle, hebbende de weduwe Folkert Jacobs ten oosten, Focke Feddes ten zuiden, de vaart ten westen en ten noorden, wandelkoop verkregen van Regnerus van Buiten mede practicijn voor het Gerecht Achtkarspelen te Kollum ea en daarboven te betalen 800 goudguldens (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 84, foto 59).

20 maart 1662 Antie van Andringa koopt van Assel Egberts gehuwd met Jan Jansen Brouwer te Rottevalle het huis van wijlen haar vader Egbert Hendriks gelegen te Siegerswolde hetselver thans door Lieuwe Bookes gebruikt in ruil voor zeker 5 morgen veen te Rottevalle in waarde geschat op 1100 goudguldens met daarbovenop nog een zilveren beker ter waarde van een gouden dukaat. Kantlijn: Kollum, Hendrik en Tije Egberts en Lieuwe Boockes als voogd van zijn vrouw Antie Egberts te Siegerswolde protesteren tegen de verkoop van het huis en de sathe eertijds door Egbert Hendricks gebruikt en door Jan Jansen Madhuijsen de Jonge 10 april 1662. 4 december 1662 afgedaan? (bron: archief Nedergerecht Opsterland, proclamatieboeken, inv. nr. 116 foto 332 folio 621).

3-8-1662 Douwe Andries, wonende onder Opeinde, mede voor zijn vrouw Barbera Idskedr, verklaart ƒ 115 schuldig te zijn aan Jan Jansen en Assel Egbertsdr, el., brouwers te Rottevalle, wegens koop van drie mad maden, hooi- en klijnlanden onder Eernewoude, hebbende Pyeter Piers ten oosten, Baucke Cornelis als gebruiker ten westen, alles breder volgens koopbrief van heden (bron: hypotheekboeken Nedergerecht Tietjerksteradeel inv. nr. 94, folio 328, Allefriezen.nl).

10 november 1662 Jan Jansen Mathuijsen Brouwer en Assel Egberts echtelieden te Rottevalle doen proclameren de aankoop van een perceel hoogveen, groot 5 morgen, (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 84, folio 259).

23 november 1663 Linse Willems en Feijkje Hessels op’t Veen onder de klokslag van Opeinde verkopen een huis cum annexis te Rottevalle aan Jacob Hendricx en Lamcke Piers te Jollum voor de som van 400 goldguldens bezwaard met een jaarlijkse grondpacht van 44 stuivers te betalen aan Jan Jansen Mathuisen brouwer te Rottevalle, het huis wordt thans bewoont door Tjeert Dircx, koopman. Er zit nog een bijzondere speciale bepaling bij deze verkooptransactie. De koop vindt plaats onder voorwaarde van het verbod voor Bastiaan Egberts het beroep van bakker uit te oefenen, zolang de koper het bakkersambt te Rottevalle uitoefent. (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 84, folio 356).

Op heden den 10e mei 1667 zijn Lieuwe Baukes te Siegerswoude en Jan Jansen te Beetsterzwaag als geautoriseerde curatoren over het enige minderjarige weeskind van Jan Jansen Mathuijsen in zijn leven brouwer te Rottevalle en Jacob Hendricx als man en voogd over Wimcke Jans zijn echte huisvrouw in dier voege allen erfgenamen van Jan Jansen bij deze boeke ontvangen van de heer Livius van Scheltinga grietman van Achtkarspelen 230 goudguldens. Kantlijn: 3 mei 1667 Bastiaan Egberts vertegenwoordigd door procurator Gerritsma doet aanspraak op zijn gerechtigheid (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Recesboeken inv. nr. 14, folio 266).

24 februari 1668 Jelle Sijbrens en Aeltie Ritsckes echtelieden wonende op het Witveen doen proclameren de aankoop van een stukje veen zonder ondergrond te Rottevalle van Wimcke Jans huisvrouw van Jacob Hendricx voor de ene helft wonende te Rottevalle en Lieuwe Bockers te Siegerswoude en Jan Jansen te Beetsterzwaag voor de andere helft en gezamenlijk erfgenamen van Jan Jansen Mathuijsen in leven brouwer en Asseltie Egberts eertijds in Rottevalle wonende voor de som van 111 caroli guldens en 14 stuivers (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 85, folio 105).