Notities persoon | 7 januari 1633 Tierck Meijnerts wonende te Englum is schuldig 250 goudguldens met bijbehorende intrest (uit Inventarisatie sterfhuis Goijtse Taeckes te Steens, boedelpapieren van het sterfhuis van , inventarisatie dd 18 april 1638) (Bron: weesboeken, inv.nr. 90, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 258).
30 december 1651 [geregistreerd 23 maart 1656] zijn verschenen voor het nedergerecht Pieter, Jelte en Lieuwe Riencx voor hun zelf, Tierck Meinerts als man en voogd van Rinck Riencksdr., Pieter Martens als vader en wettig voorstander van zijn zoon Rienck door Saepcke Riencxdr. in echte verwekt en Harcke Geerts als man en voogd van Trijntie Riencxdr. zijn huisvrouw allen erfgenamen van wijlen Rienck Pieters Riemersma in leven mederechter van…. en Teetske Jeltedr. hun wijlen ouders indertijd gewoond hebbende te Stiens verklaren dat Pieter Martens als zijn aandeel uit de boedel toekomt 4.420 gg en daarboven nog 2.672 gg en 19 stuivers. Hierop moet gekort worden 295 gg vanwege schulden of reeds ontvangen tegoeden etc…….Was getekend Pijtter Rienckx, Jelte Rienx, Liuve Riencks, Tierck Meinerts, Pijter Martens en Harke Geerts (allen dus het schrijven machtig) (Bron: Hypotheekboeken, inv.nr. 180, Nedergerecht van Leeuwarderadeel – Tresoar, foto 311-312).
10 april 1656 Jelte Riencx te Hallum als curator over Saepcke Riencx nagelaten weeskind en de andere erfgenamen van wijlen Rienck Pijters accuseert Tiercx Meinerts [gehuwd met Rinck Riencx Riemersma] vanwege te betalen 4.100 caroli guldens overeenkomstig het slotakkoord van de rekening gesloten op 30 december 1651. (Bron: recesboeken, inv.nr. 28, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 96).
5 november 1657 Jelte Riencx te Hallum contra Tierck Meinerts (Bron: recesboeken, inv.nr. 28, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 151). |
|