TERUG NAAR START
Harmen Fransen Molenijser
GeslachtMan
LeeftijdOnbekend
 
Overleden> 1629
 
Huwelijk 16-3-1618 te Leeuwarden (Gerecht)
 
metDoedke Obbedr.
 Geboren± 1595
 Overleden1621
NotitiesBruidegom: Harmen Molenyser, koekbakker
wonende te Leeuwarden
Bruid: Doetien Obbes
wonende te Leeuwarden
(Bron: Allefriezen.nl).
 
Notities persoonkoekenbakker, 1622 wonende te ’s-Gravenhage (bron: hypotheekboeken Nedergerecht Leeuwarden, inv. nr. 3753 foto 11).

18 november 1620 [geregistreerd 1 juli 1623] Harmen Molenijser koekenbakker verklaart aan zijn schoonvader Obbe Abbesz. 100 daalders van 30 stuivers schuldig te zijn voor de schulden van hem en zijn wijlen vrouw schuldig zijn voor oa achterstallige huur (Bron: Nedergerecht Leeuwarden, Klein consentboek inv.nr. 3753, foto 258).

6 juni 1621 Obbe Abbes burger binnen Leeuwarden als vader en voorstander van mijn kinderen tezamen erfgenamen van wijlen Doedtie in leven huisvrouw van Harmen Molenijser, koekebakker mijn dochter en der kinderen zuster zijn overeengekomen met Harmen Molenijser anderzijds in goede vriendschap dat Harmen Molenijser uit de erfenis van wijlen Doedtie Obbedr. toekomt 2 kamers staande en gelegen in de Bagijnenstraat achter het huis door mij Obbe Abbesz. bewoont. Deze 2 kamers had ik Obbe Abbesz. als geschenk aan mijn dochter meegegeven, evenals alle huisraad en timmeragie, Obbe Abbesz. en zijn kinderen komt de kleren en het zilver van zijn dochter toe en 400 caroli guldens die op de kamers als hypotheek blijven staan en ten goede van de erven komen indien deze zouden worden verkocht. Tot mijn dood blijf ik Harmen Molenijser het vruchtgebruik van de kamers houden. Bij mijn overlijden komen de kamers toe aan Obbe Abbesz en zijn kinderen. Akte 18 november 1620. (Bron: Nedergerecht Leeuwarden, Hypotheekboek inv.nr. 3751, foto 109).

17 april 1622 de burgemeester Tierck Abbis en Jan Roeliffs brouwer curatoren over Obbe Abbis kinderen protesteren de effecten van arrest gedaan aan Hans Graeff Coetser om geen huur te betalen aan Harmen Molenijser voordat de uitstaande schuld van Harmen Molenijser aan de protestanten (hen die protesteren) is voldaan (Bron: recesboeken, inv.nr. 2702, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 92).


24 oktober 1622 Harmen Molenijser wonende te s-Gravenhage verklaart te betalen aan de ontvanger van de boelgoederen Renier Sioerds cessie hebbende van Gijsbert Willems 34 caroli guldens en 6 stuivers etc.. (Bron: recesboeken, inv.nr. 2702, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 263).

11 november 1622 Harmen Molenijser tegenwoordig wonende te Den Haag verklaart aan Henrick Obbesz. wonende te Leeuwarden schuldig te zijn 167 caroli guldens vanwege de aankoop van Oosterse lakens (Bron: Nedergerecht Leeuwarden, Klein consentboek inv.nr. 3753, foto 11).

7 juni 1623 [geregistreerd 29 augustus 1623] Harmen Molenijser dienende als ruiter onder de Compagnie van de ritmeester Clock, verklaart 48 caroli guldens schuldig te zijn aan Heercke Wijbrens te Bosum. Dit met als borg al zijn roerende en onroerende goederen en zijn huis gelegen aan de Bagijnenstraat, thans bewoont door Hans Coetser [koetsier] van Graaf Ernst Casimir van Nassau. (Bron: Nedergerecht Leeuwarden, Klein consentboek inv.nr. 3754, foto 25).

9 juni 1623 Harmen Molenijser stelt zijn huis aan de Bagijnestraat tot onderpand van de schuld (Bron: Nedergerecht Leeuwarden, Klein consentboek inv.nr. 3753, foto 258).

11 juni 1623 Harmen Molenijser tegenwoordig wonende in Den Haag verklaart schuldig te zijn aan de Eerzame Obbe Lieuwes en Ariaantie Aerndsr. 100 caroli guldens. Akte 11 juni 1620. (Bron: Nedergerecht Leeuwarden, Klein consentboek inv.nr. 3753, foto 232).

1 december 1623 Eernst Assies namens Harmen Molenijser verklaart van Hans Coetser 17 caroli guldens en 10 stuivers van huishuur te hebben ontvangen en het arrest op voornoemde penningen op te laten heffen. (Bron: recesboeken, inv.nr. 2703, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 459).

21 januari 1626 Presentatie tussen de crediteuren van Harmen Molenijser op verzoek van Henrick Obbes mede-crediteur. Henrick Obbes 167 caroli guldens volgens obligatie 10 november 1622, in het hypotheekboek van deze stad geregistreerd op 11 november 1622. [In hypotheekboek staat vermeld dat Harmen Molenijser tegenwoordig te ‘s-Gravenhage woont en dat de schuld had te maken met gekochte lakenstoffen van Hendrick Obbes wonende te Leeuwarden 3753/11]….Kinderen en erfgenamen van Obbe Abbes komt 150 caroli guldens toe, overeenkomstig obligatie van 18 november 1620, erkend de 9e juni 1623 en geregistreerd 1 juli 1623 in het hypotheekregister van Leeuwarden[In hypotheekboek staat, Harmen Molenijser koekebakker verklaart schuldig te zijn aan zijn schoonvader Obbe Abbis, mede namens zijn wijlen vrouw Doedke Obbedr. 100 daalders van 30 stuivers het stuk 3753/258] (Bron: Definitief Sententieboek, inv.nr. 3186 foto 315, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar,).

31 oktober 1629 Hendrick Obbesz contra Harmen Molenijser. Betreft obligatie van 167 caroli guldens schuld. (Bron: Definitief Sententieboek, inv.nr. 3190 foto 221, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar,).
31 oktober 1629 Henrick Obbesz, Atke en Aecht Obbesdrs, erfgenamen van wijlen Obbe Abbes citeren Harmen Molenijser vanwege uitstaande schuld van 100 daalders (Bron: Definitief Sententieboek, inv.nr. 3190 foto 222, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar,)

11 december 1635 [eerste proclamatie] Harmen Fransen Molenijser cum uxore echtelieden doen proclameren de aankoop van een kamer staande opt Diepth wall in het Noorden van het heerenhoff, hebbende het Diep lopende naaar de Munte ten noorden gekocht voor 85 gg van Jacob Thonis en Thonis Jacobs (Bron: Nedergerecht Leeuwarden, Proclamatieboeken inv.nr. 3567, foto 133).

4 juni 1621 [eerste proclamatie Harmen Molenijser cum uxore biedt boden en consent inzake aankoop huis achter het heerenhoff ofwel Droevendal, hebbende de ingang van de schepen Jan Melchiorshof ten zuiden voor de som van 300 gg van Frouck Clases. (Bron: Nedergerecht Leeuwarden, Proclamatieboeken inv.nr. 3568, foto 21).