Notities persoon | nog genoemd in het belastingregister van het geslacht over 1753, woont naast broer Lucas. Jan Jansen Onweer wordt met de volkstelling van 1748 als inwonend in de boerenwoning van Hendrik Jansen en zijn echtgenote Hendrikjen Jansen (de dochter van Jan Jansen Onweer) naast de Onweersboerderij wordt genoemd. Het echtpaar Jan Jansen Onweer en Hendrikjen Claasen verklaren op 25-04-1717 schuldig te zijn aan Lambert ten Cate te Almelo de som van 600 gulden, ongetwijfeld was dit krediet bedoeld voor de aankoop van de Onweerslanderijen. Huis en erf en 5 akkers land, gelegen tussen die van Frerick Jansen Tuttertjen en Geert Hermsen Holst zijn het onderpand (bron: Archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2674 foto 258).
Op 19 februari 1724 verklaart het echtpaar Jan Jansen Onweer en Jannigien Wichers op 8 en 9 februari 1717 op een publieke veiling te Zwolle 4 akkers land gekocht te hebben en een half dagwerk hooiland, met de erfnaam "Luichien Freriks kinderen". De helft deed Jan Jansen Onweer over aan broer Lucas Jansen Onweer. Het erf is gelegen tussen de landerijen van Geert Hermsen Hulst en Frerik Jansen Tuttertien. Het land is bezwaard met 16 pond boter te betalen aan Huize Almelo evenals een havergarve, verder een schepel rogge aan de pastoor en een schepel jufferenhaver voor de vicarie (Archief Schoutambt Vriezenveen inventarisnr. 2674).
Op 6 april 1731 meldt de Kooijker (waard) bij de schout dat Geert Vrijlingh en Jan Onweer met elkaar hebben gevochten. Doorgaans volgde op dit soort meldingen een breuk, ofwel boete (bron: AHA inv. nr. 3241).
Op 20-4-1754 wordt Lucas samen met zijn broer Willem benoemd tot momber over Hendrik Jansen Onweer, de zoon van hun broer Jan Jansen Onweer. Jan Frederik Fronten die eerder momber was, geeft het momberschap op omdat de nalatenschap van Jan Jansen Onweer teveel werk vergde, de "daaruyt voortgevloeyde administratie en sijne effecten" zijn hem teveel. (Archief Huize Almelo inv. nr. 2958).
Op 3 september 1713 doet A-Hermen melding bij de schout dat Jan Onweer en Jan Bom met elkaar gevochten hebben (HAA inv. nr. 3211). |
|