Notities persoon | kleermaker (bron: huwelijksakte zoon Berend in 1811), bewoonde het erf Westeinde 608 (huidige nummering), stamvader van de Vriezenveense familie Pot, die van oudsher vnl. uit ambachtslieden bestond, zoals wevers en kleermakers. In 1760 wordt Hendrik inzake het hoofdgeld aangeslagen voor 3 personen en moet hij 1 gulden betalen, dat is ca. 33 cent per persoon, dat ligt iets onder het gemiddelde van 0,39 voor het Westeinde, terwijl het dorpsgemiddelde op 41 cent ligt. Hoewel een eenvoudige ambachtsman draagt Jan Hendriks Pot en kinderen in 1801 toch 8 gulden bij voor de verbouwing van de plaatselijke kerk (bron: Archief N.H. kerk). In 1795 bij de volkstelliing van 1795 wordt Jan Hendriks genoemd, zijnde kleermaker, gezinsomvang 7 leden. Op 26-12-1808 maakt Jan Hendriks Pot, weduwnaar van Janna Berends Smelt zijn testament op. Hij is dan al ziek en zwak en zal 2 dagen later overlijden, zijn vrouw en zoon Jan zijn hem 2 dagen eerder al voorgegaan. Tot erfgenamen worden benoemd de zonen Hendrik, Berend en Johannes Pot. De vierde zoon Mannes Pot, gehuwd met Johanna Pleij, komt 50 gulden toe ten laste van de erfboedel, tenzij hij de legitieme portie van zijn erfdeel zou verkiezen boven de 50 gulden. Dit kleine bedrag duidt erop dat de boedel van Jan Hendriks Pot niet erg omvangrijk kan zijn geweest. |
|