Notities persoon | 15-3-1630 Coene Roeleffs en Gees Uylckedr, el. op Oostermeerderveen, verklaren ƒ 100 schuldig te zijn aan Halbe Martens, koopman, en Wyts Wissedr, el. te Leeuwarden, wegens geleverde rogge en andere waren N.B. Vgl. fol. 58v, creditrice daar als: Wytske Wytsedr (hypotheekboeken Tietjerksteradeel, inv. nr. 89).
12-01-1632. Wopke Hylckesz en Neel Aedesdr, el. te Oostermeer, alsmede Coene Roeleffsz en Gees Uylckesdr, el., wonende op Oostermeerderveen, verklaren ƒ 158 schuldig te zijn aan Wilt Geertsz te Oostermeer, voor zichzelf en voor zijn kinderen bij wl. Fed Jansdr, terzake "gepachte leyen ofte clyng (klijn) cum annexis", liggende op het Zwartveen, voor de tijd van vijf jaar, volgens pachtbrief van heden; getuigen: Binnert Haersma en Folcke Ubles; Wopke en Coene tekenen met merken; daaronder stond een cessie (van Wilt Geertsz) op Aesge Oenes en Welmoed Metskesdr, el. aldaar, d.d. 12 januari 1632; verderop: Wopcke Hylckes draagt zijn aandeel in het contract over aan Aeble Martensz (is well. Ebe Martens, vgl. fol. 228) en Coene Roeleffs, elk voor de helft, 13 augustus 1634. (Tietjerksteradeel hypotheekboeken, inv. nr. 89).
29-12-1643 Coene Roeleffsz, wonende op Oostermeerderveen, mede voor zijn vrouw Gees Uylckedr, verklaart ƒ 106 schuldig te zijn aan Harmen Lyuuesz en Auck Sakedr, el. te Oostermeer, wegens gehaalde waren; onderpand: 1½ mad maden, gelegen onder Oostermeer, mandelig met Carst Jansz, door debiteuren gekocht van Gaats Lyommedr, hebbende Lammert Jouckesz ten oosten, Lyubbe Michiels c.s. ten westen, Marten Aebis ten zuiden, de Lits ten noorden. (Tietjerksteradeel hypotheekboeken, inv. nr. 91). |
|