Notities persoon | kerkmeester (o.a. 1709). boer en koopman in linnen, laken en tuinzaden en andere winkelwaren. Bewoonde het ouderlijk erf aan het Westeinde genummerd Westeinde 88-92 (huidige nummering). Zie Ken uw dorp en heb het lief, blz. 182). Zijn erf omvatte bijna 8 akkers land. Vanaf 1688 in de boterpachtkohieren vermeld. Hij neemt het erf over van zijn schoonvader Willem Frerix. Jan moet een invloedrijk man zijn geweest, maar dat niet alleen hij was erg rijk. Evenals zijn schoonvader zat hij er warmpjes bij. In 1694 had hij een vermogen van 2.000 gulden en dat was erg veel voor die tijd, slechts 9 Vriezenveners hadden meer vermogen. Het kan ook zijn dat hier nog de vader van Jan bedoeld wordt die ook Jan Scholl heet en rond 1696 moet zijn overleden. Ook is Jan Scholl één van de bestuurders van Vriezenveen. Rond 1715 komt hij regelmatig als kerkmeester voor in de stukken en het belastingkohier van het zoutgeld en de duizendste penning ondertekent hij als één van de bestuurders van Vriezenveen. In 1720 is Jan Scholl overleden en zoals dat gaat bij families met veel geld ontstond er onenigheid over de erfenis. Er wordt een geding aangespannen door de schoonzonen Berent Brouwer (x Grietje Scholl), Hermen Lukas Costers (x Fennigje Scholl) en Gerrit Berends ten Cate (x Aeltjen Scholl) tegen hun zwager Frederik Scholl die met zijn al overleden broer Gerrit daden van koopmanschap heeft bedreven, maar op dusdanige wijze dat hij schade aan de boedel heeft aangebracht. Gerrit weigert aan de vordering te voldoen boeken en bescheiden betreffende zijn koopmanschap te overleggen. Het proces werd zelfs nog na het overlijden van Frederik Scholl tegen zijn weduwe Gerritje Jonkman voortgezet (1722). Bron: D.G. Harmsen: Vriezenveners in Rusland.
Op 15-06-1709 verklaren Jan van Bekkum en zijn echtgenote Anna Jansen schuldig te zijn aan de edele Jan Schol, zijn huisvrouw en hun erfgenamen 60 car. gulden (bron: Archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2673). Op dezelfde datum verklaren ook Henrik Claassen en zijn echtgenote Jenneken Wilms een schuld aan Jan Schol te hebben en wel voor een bedrag van 120 car. guldens. (bron: Archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2673). Op 12 juli 1709 verklaren Berent Waanders en Henrikjen Gerrits aan Jan Schol een som van 162 car. guldens schuldig te zijn.(bron: Archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2673).
Het huis en de 2 schuren en 3 akkers land en een akker hoevenland (Patersland) worden door de erfgenamen op 13 januari 1719 (datum koopceduul) verkocht aan zoon Jan Scholl die gehuwd was met Joanna Harwig. De erfgenamen worden met name genoemd en zijn Berendt Brouwer en Grietien Schols, Harmen Luicas Costers en Fenneken Schols, procurator Nicolaas Harrewigh en Janna Schols, Jan Gerritsen ten Cate en Aaltien Schols, Frederik Schol en Geertien Gerritsen Jonckman (bron: acte 18-03-1720 Archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2674). Wat later verkopen de erfgenamen huis en landerijen met inboedel aan Frederik Schol en Geertien Gerritsen Jonckman voor de som van 788 car. guldens. (bron: acte 21-09-1720 Archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2674). Op 19 oktober 1720 worden dan nog weer 2 akkers land verkocht aan Jan Engberts Smidt en Hendrikje Lucas Schol voor de som van 260 car. guldens.(Archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2674).
Verschillende nazaten van Jan Scholl belanden voor zaken in Sint Petersburg, zo belanden 2 kleinzoons met de familienaam Scholl nl. Jan (overlijdt te Sint Petersburg 13-6-1774) en Johannes in Sint Petersburg waar ze firmant zijn van de firma Scholl, Jansen, Kruys & Co. Verder ook nog achterkleinkinderen met de familienaam Scholl Engberts. Kortom Jan Jansen Scholl is één van de spilfiguren van Sint Petersburger handelskoopliedenfamilies.
In het notarieel archief van Utrecht is een akte te vinden met betrekking tot een compagnonschap tussen Nicolaas Bramer en Jan Schol. Nicolaas is een gebruikelijke benaming in Holland en Utrecht voor de naam Claas. Overigens ondertekent Claas de akte met de naam "Klaas Braemer". Klaas machtigt in deze akte Jan Schol om namens hem zaken te behartigen. (Bron: notarieel archief Utrecht akte 31-3-1707 bij notaris Keppel). Dit duidt erop dat zowel Claas Bramer als Jan Schol in de buurt van Utrecht zaken deden.
In het archief van schoutambt Vriezenveen (inv. nr. 23) zitten aantekeningen dat Jan Schols nazaten aangesproken worden voor de schulden die hij had gemaakt voor de aankoop van 2 aam jeneverbessen (’wagholder"genoemd) á 30 gulden en 10 stuivers per aam. Hij had deze gekocht op 9 mei 1718 en van de schuld resteerde in 1719 nog een niet betaalde 30 gulden. De rest was betaald met contanten en een varken ter waarde van 9 gulden en 5 stuivers op 6 oktober 1718. De jeneverbessen waren gekocht van Hermannus Waanders koopman in koren en brandewijn te Haaksbergen. Wellicht dat Jan Schol ook jenever maakte op Vriezenveen aangezien de jeneverbes daarvoor oa gebruikt werd.
zie ook notities broer Lucas. Bezat aan het het einde van het Westeinde ook nog een erf samen met broer Lucas (tot 1704). |
|