Notities persoon | alias Schuir Hendrik, RK. Bewoonde een erf aan het Westeinde, in de buurt van nummer 380 (huidige nummering). Heeft het in 1658 aan de stok met de Heer van Almelo vanwege het feit dat hij zijn zoon naar een paapse school in Coesfeld (oostelijk van Winterswijk gelegen) had gestuurd. Dit ondanks de hiertegen uitgevaardigde placcaten door de Heer van Almelo in opdracht van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden, welke op 27 april 1658 was gepubliceerd en eerder al op 14 april 1649. Het verbod zelf dateerde al van 30 augustus 1641. Naast Schuir Hendrik werd ook Berent Frerix de voogd van Wolter Pauwelsen voor dit feit beboet met een bedrag van 100 gulden. Berent Frerix, eveneens inwoner van Vriezenveen, had zijn pleegzoon Wolter (Pauwel Wicherszoon), naar dezelfde "paepsche" school gestuurd (bron: AHA inv. nr. 2879;foto 2008_0502a-016). In Coesfeld was in het kader van de contra-reformatie in 1627 een Jezuïetengymnasium opgericht. Om de boete te innen werd door Jan Bartelsz de Jonge beslag gelegd op een koe van Schuiren Hendrik, die hiertegen overigens bezwaar maakte en zijn zwager Berent Luickens wist te bewegen borg te staan voor de verschuldigde boete van 100 gulden. Op 1 mei 1659 is het laatste restant (20 gulden) van de boete door Schuren Hendrick betaald. Wolter Pauwels staat zelfs voor een boetebedrag van 150 gulden in het breukregister vanwege 2 jaren studie in Koesveld, betaling (bron: breukregister AHA inv. nr. 3245). Naburen van Hendrick Geerts, te weten Willem Berents en Berent Willems treden op als getuige ten faveure van Schuren Hendrick. Aan de hand van de namen van deze buren valt in de boterpachtregisters te achterhalen waar Hendrik Geerts ongeveer in Vriezenveen gewoond moet hebben. (bron: AHA inv. nr. 2879;foto 2008_0502a-033). De boterpachtregisters geven aan dat dit aan het Westeinde geweest moet zijn. Dit moet in de buurt van nummer 380 geweest zijn. In het boterpachtregister van 1658 staan opeenvolgend vermeld: Berend Willems, Willem Berends en Henrik Geertsen. Hendrik Geerts wordt al in het boterpachtregister van 1640 genoemd. Hij betaalt dan de boterpacht van (zijn schoonvader?) Jan Hendriks die voor 1640 dit erf bezat. In 1619 woonde op dit erf volgens de boterpachtregisters Jan Ruiter. De familienaam de Ruiter was ook een katholieke familie in Vriezenveen en in dit verband zal dat misschien geen toeval zijn. In 1641 betaalt Henrik Geertsen het volle pond voor dit erf, maar omstreeks 1645 werd het erf opgedeeld. 2 akkers gingen naar (zwager?) Johan Frericksen. Mogelijk is Hendrik Geerts vaker gehuwd geweest en heeft hij meerdere schoonvaders gehad. Uit de processtukken van 1658 komt namelijk Werner Jansen als schoonvader naar voren. De alias Schuren Hendrik ben ik in de boterpachtregisters niet tegengekomen. De naam is vermoedelijk afgeleid van Schuurman. Tot 1688 staat de naam Hendrick Geerts in de boterpachtregisters. In dat jaar wordt bij zijn naam geschreven Lucas Hermsen Schultis. Mogelijk dat Hendrick Geerts behoorlijk oud is geworden. De schout Lucas Hermsen is mogelijk zijn schoonzoon. Nog in 1700 wordt in het boterpachtregister vermeld: "Lucas Hermsen Scholtis wegens Hendrick Geertsen". Ook in 1703 vindt nog een verwijzing naar de naam Hendrick Geerts plaats. Pas in het boterpachtregister van 1704 is de naam verdwenen en staat er alleen nog: de scholtes L. Hermssen. Naast een hoge ouderdom, is het ook mogelijk dat de naam Hendrcik Geertsen meer een erfnaam is geworden na diens overlijden. Of ook een mogelijkheid is dat de boedel lange tijd onverdeeld bleef. De schout Lucas Hermsen heette van familienaam ook wel Coster. | Notities geboorte | Hendrik Schuijrman verklaart in 1662 omtrent 56 jaar oud te zijn, dus moet hij geboren zijn rond 1606. |
|