| Notities persoon | aanvankelijk koopman te Vriezenveen (bron: testament van Jan Otten 20-3-1770. Later koopman te Utrecht. adres Wijstraat (huidige adres Twijnstraat 32, het pand is ook bekend als "de Ooievaar".).
Jan Otten heeft diverse testamenten nagelaten: Zo bepaalde hij op 20-3-1770, toen hij nog als koopman woonachtig was te Vriezenveen dat zijn vader enig en universeel erfgenaam was. Mocht zijn vader ten tijde van zijn overlijden reeds zijn overleden dan gaat de nalatenschap in gelijke delen naar de kinderen uit beide huwelijken van zijn vader, dat wil zeggen de broers en zusters van Jan Otten. Daarenboven krijgt zuster Trijntje een legaat van 1.000 gulden , de kerk van vriezenveen komt 200 gulden toe en de diaconie eveneens. (Bron: Archief Gericht Almelo).
Op 21 maart 1770 geeft Jan Egbers Schuurman of Jan Otten Schuurman 50 gulden aan de Diaconie als een liefdegave (Bron: Kasboek, Diaconie NH kerk Vriezenveen).
Als Jan Otten trouwt met Jacomina Stuyvenbergh laat dit echtpaar bij notaris Hubert Nicolaas van Schalkwijk een akte voor huwelijkse voorwaarden opmaken 9-12-1776 te Utrecht. Bij overlijden mag de langstlevende kiezen of er genoeg winsten zijn om de erfenis te accepteren. Bij schulden mag de langstlevende de erfenis weigeren.
Erfgenamen van Jan Otten zijn. Zijn vader Egbert Schuurman 200 gulden, zuster Trijntje Schuurman komt 1.000 gulden toe, indien Egbert Schuurman al mocht zijn overleden komt Trijntje ipv 1.000 gulden 2.000 gulden toe, de kerk van Vriezenveen komt 200 gulden toe en in de verdere boedel deelt Trijntje voor 1/4 deel mee en de kinderen van Egbert Schuurman, in zijn tweede huwelijk verwekt eveneens voor 1/4 part,De andere helft van de boedel komt de vrienden van testatrice toe.
Mocht testatrice na het overlijden van Jan Otten een 2e huwelijk aangaan dan is zij verplicht uit te keren aan Trijntje Schuurman 2.000 gulden en indien vader Egbert Schuurman reeds overleden an diens kinderen uit zijn 2e huwelijk eveneens 2.000 gulden.
Tot voogden over eventuele minderjarige erfgenamen benoemd testuarissen elkaar wederzijds.
De huwelijkse voorwaarden worden later door 2 nieuwe testamenten nietig verklaard ( 1792 en 1798).
Het pand komt na het overlijden van Jacomina in handen van een oomzegger van Jan Otten Schuurman, de Vriezenvener Egbert Waanders, zoon van Klaas Waanders en Gerritdina Schuurman (halfzus van Jan Otten), hij heeft er dan een winkel, later woont er diens zoon Hendrik Nicolaas Waanders (overleden 11-4-1894 te Utrecht) die er een kamer en ledikantenwinkel heeft, zo is hij oa ook behanger.
testament:
30-1-1792
notaris Willem Gerard van Es Utrecht.
Testament Jan Otten Schuurman, koopman in Utrecht
en Jacomina van Stuijvenberg
op huwelijkse voorwaarden getrouwd, maar testament is alsof in gemeenschap van goederen getrouwd opgemaakt.
Langstlevende testament.
De vader Egbert Schuurman tot medeerfgenaam 1/3 deel van de zuivere nalatenschap van des testateurs.
Indien de testateur de eerststervende zou zijn met achterlating van zijn vader dan zal de 2e comparante verplicht zijn des Heere comparants zuster Trijntje Schuurman van heelen bedde uit te keren en binnen een jaar na testateurs overlijden te betalen 1.000,-, indien testateurs vader aflijvig (overleden) dan komt 2.000,- aan Trijntje, indien zij eerder overlijd dan de testateur, en de vader Egbert nog in leven is, dan zal de 1.000,- genoten worden door testateurs halfzusters Gerendina, Gesina en Johanna Schuerman en hun kinderen,
-en als vader Egbert al eerder is overleden zal in dit geval 1.500 ipv 1.000 gulden worden uitgekeerd aan halfzusters Gerendina, Gesina en Johanna Schuerman en hun kinderen en aan de weduwe van zijn vader 500 gulden, mocht zij zijn overleden dan worden deze 500 gulden genoten door haar dochters en hun kinderen (uit te keren binnen een jaar na de dood van de testateur).
Indien testatrice voor 2e keer in het huwelijk treedt dan moet ze, bij het leven van testateurs vader, boven de eerder genoemde 1.000 of 2.000 gulden aan:
Trijntje Schuurman 3.000 guldens
en aan de zusters van “halven bedde” (halfzusters) en hun kinderen 3.000,- gulden uitkeren.
als testateurs vader voor het 2e huwelijk mocht zijn overleden dan moet testatrice voor haar huwelijk uitkeren aan:
Trijntje Schuurman 5.000 guldens
en aan de zusters van “halven bedde” (halfzusters) en hun kinderen 4.500,-
aan des testateurs stiefmoeder 500 gulden, mocht zij zijn overleden dan vervalt dit bedrag aan testateurs hafzusters en hun kinderen.
Verder aan zijn vader Egbert Schuurman, al zijn kleren, van wollen of linnen en andere “properheden” en lijfssieraden. Mocht Egbert zijn overleden dan zal één en ander in 2 gelijke porties worden verdeeld, waarvan zuster Trijntje de helft zal toekomen. De halfzusters komt de andere helft toe.
Verder voor reparatie van de Gereformeerde kerk te Vriesenveen 200 gulden, en aan de diaconie te Vriesenveen eveneens 200 gulden. Na dode van de langstlevende te betalen.
Testatrice legateert aan:
haar broer Pieter van Stuijvenberg en de zusters met naam: Johanna Willemina van Stuijvenberg, Gerritje van Stuijvenberg wed. van de heer predikant Isaack van Huijsenburg en Gijsberta van Stuijvenberg huisvr. van de heer Jan van Griethuijsen 3.200 guldens.
Mocht de testateur voor de tweede keer trouwen dan moet echter 8.000 gulden worden uitgekeerd.
Kleding, properheden en sieraden moeten binnen 6 weken na overlijden aan testatrices zusters worden afgegeven.
Ook legateren beide comparanten aan de “naastbestaende” vrienden van de testatrice haar aandeel in de “huijsinge, erve en grond binnen deese stad” door de testateuren bewoond. Binnen 6 weken na testatrices overlijden over te dragen. Zoals ook de testateuren ook samen legateren aan de naaste vrienden van de testateur alle vaste goederen in ’t Vriezenveen gelegen, ook binnen 6 weken na testateurs dood over te dragen.
Verder krijgt de dienstmeid of de dienstmeiden die bij de langstlevende in dienst zal (zullen) zijn op het moment van versterven van de langstlevende, zoveel zullen zij uit de gemeenschappelijke boedel ontvangen, als dat de langstlevende schriftelijk zal bepalen.
Na dode van de langstlevende zal ofwel de vader van de testateur (Egbert Schuurman), dan wel als deze overleden is zuster Trijntje Schuurman, en als zij mocht zijn overleden haar zusters en hun kinderen een somma uit de gemeenschappelijke boedel van 5.000 gulden toekomen. Hetgeen hier boven overblijft zal door midden gedeeld aan wederzijdse verwanten toekomen. Dus de helft voor de verwanten van de testateur en de andere helft voor de verwanten van testatrice.
Tot voogd over de minderjarige erfnemers van de testateur worden benoemd, de heren Klaas Kruijs en Hendrick Arendse beide te Vriezenveen woonachtig.
Hetgeen Trijntje Schuurman uit de nalatenschap verwerft zal onder voornoemde voogden in beheer worden genomen ten einde voor haar te verrenten (om als langdurige inkomstenbron voor haar te dienen met uitkering van de halfjaarlijkse rente), uitgezonderd 2.000 gulden die Trijntje direct tot haar beschikking zal krijgen.
Tot voogd over de minderjarige erfnemers van de testatrice worden benoemd, broer Pieter van Stuijvenberg en haar aangetrouwde broer Jan van Griethuijsen.
NB Trijntje Schuurman is bij de intekenlijst van giften van de Gereformeerde kerk in Vriezenveen geregistreerd als de meid van Claas Kruijs, ze doneert 3 gulden. (Hendrik Arends is kennelijk al naar Almelo verhuisd),
18-4-1798
Herziening testament:
notaris Jan Klemme Utrecht.
Testament Jan Otten Schuurman, koopman in Utrecht
en Jacomina van Stuijvenberg
alle voorgaande testamenten en
op huwelijkse voorwaarden getrouwd, maar testament is alsof in gemeenschap van goederen getrouwd opgemaakt.
Langstlevende testament
Mocht de testatrice de langstlevende zijn dan zal de testatrice verplicht zijn des testuaris zuster Trijntje Schuurman van heelen bedde uit te keren en binnen een jaar na testateurs overlijden te betalen 800,-, en aan des testateurs zusters van halven bedde Gerendina (NB ook wel Gerritdina genaamd) 200 guldens en aan Gesina en Johanna Schuerman en hun kinderen, ieder een somma van 400 guldens.
Verder aan de behuwd-moeder des comparanten, de weduwe van Egbert Schuurman 200 guldens Mocht Trijntje Schuurman eerder overlijden, dan komt de 800 gulden toe aan de drie zusters van halven bedde, elk voor 1/3 deel. Uit te keren binnen een jaar na overlijden zonder intrestvergoeding.
Voorts testeert de testatrice voor de reparatie van de Gereformeerde Kerk te Vriezenveen 200 guldens.
Verder legateert testatrice alle klederen, van wol, linnen of andere stoffen, idem goud, zilver en andere lijfssieraden. Door de testatrice binnen 3 maand na overlijden van de testateur uit te reiken aan de erfgenamen.
Mocht het tegendeel het geval zijn, dwz als testatrice eerder overlijdt, dan zal de testateur uitkeren aan:
testatrices broer Pieter van Stuijvenberg en de zusters met naam: Johanna Willemina van Stuijvenberg, Gerritje van Stuijvenberg wed. van de heer predikant Isaack van Huijsenburg en Gijsberta van Stuijvenberg elk een som van 300 guldens. Tesamen dus 1200 guldens.
Kleding (van zijde, linnen of wol), goud, zilver en properheden moeten binnen 3 maanden na overlijden aan testatrices zusters worden afgegeven.
Verder nog aan een onbenoemd persoon die testatrice daartoe nog schriftelijk zal benoemden een som van 200 guldens. Te voldoen binnen een jaar na overlijden na het overlijden van testatrice.
Tenslotte wordt bepaald dat de dienstmeid die ten tijde van testatrices overlijden werkzaam is een bedrag dat door een afzonderlijk handschrift bepaald zal worden.
Mocht de testateur voor de tweede keer trouwen dan moet boven het voorgaande aan broer en zusters van testatrice elk 2.500 gulden betalen, tezamen 10.000 gulden.
Indien testatrice voor 2e keer in het huwelijk treedt dan moet ze boven het voorgaande nog extra uitkeren:
-aan Trijntje Schuurman 6.000 guldens en als zij mocht zijn overleden voor de testateur dan vervalt dit aan de zusters van “halven bedde” (halfzusters) en hun kinderen .
-aan testateurs halfzusters: 1800 gulden elk, dus tezamen 5.400 guldens.
-aan testateurs behuwd-moeder, de weduwe Egbert Schuurman, 600 guldens. Mocht zij zijn overleden dan vervalt het bedrag aan de dochters of kleinkinderen.
Na dood van beide testateurs zonder tweede huwelijk dan zal uitgekeerd worden:
-Trijntje Schuurman 4.000 gulden ineens, eventueel bij haar vooroverlijden vervallend aan haar zusters (kinderen).
-verder mocht testatrice de langstlevende zijn geweest aan:
-Trijntje Schuurman 800 gulden
-halfzuster Geerendina Schuurman 200 gulden
-halfzusters Gesina en Johanna Schuurman elk 400 guldens
-de weduwe Egbert Schuurman 200 gulden
-verder mocht testateur de langstlevende zijn geweest aan:
-aan de 3 zusters en broer elk 300 gulden
verder verkrijgen zij het recht in de helft van huis en erf en grond aan de oostzijde van de Wijstraat en het huis daarachter staande aan het Nicolai Kerkhof, tevens krijgen haar zusters (als nog in leven) haar kleding en persoonlijkheden en is zij gerechtigd nog 400 gulden te schenken aan iemand die zij hiertoe benoemen zal.
En de helft van alle roerende en onroerende goederen, “Actien en Crediten” welke de langstlevende comparanten bovengemelde 4.000 gulden en uitkeringen aan de langstlevenede daartoe benoemde vrienden te doen zal nalaten, verklaarde de testateur tot zijn erfgenamen te nomineren:
-zijn 4 zussen
Ende tot de wederhelfte van de nalatenschap te benoemen:
-meergemelde broer: Pieter van Stuijvenberg en zusters Johanna Willemina- , Gerritje-, en Gijsberta van Stuijvenberg.
Stellende tot voogden voor minderjarige erfgenamen door testateur:
Klaas Kruijs en Hendrik Arendse, beide te Vriezenveen woonachtig. Met name wordt hun bevoegdheid gegeven Trijntje Schuurmans zaken in de erfenis te behartigen en het geld voor haar in goede rentgevende effecten te beleggen of uit te zetten en daarvan de vruchten halfjaarlijks te doen uitkeren.
Testatrice stelt tot voogden aan over minderjarige erfgenamen haar broer, Pieter van Stuijvenberg en zwager Jan van Griethuijsen |
|