Notities persoon | woonachtig op het Witveen bij Oostermeer (1744-1751). 27 juli 1743 Warnder Ritskes wonende in de Rottevalle ex Tietske Minses is schuldig aan Lieuwe Sierks en Liepkien Wobbes egtelieden op’t Witveen onder Oostermeer 200 honderd Car. guldens.(bron: hypotheekregisters Nedergerecht Tietjerksteradeel, inv. nr. 534, folio 12).
Regtdag 12 juni 1741 Lieuwe Sierks wonende op het Witveen citeert Jacob Tjallings vanwege schulden van geleverde winkelwaren aan wijlen zijn schoonvader Sjoerd Tjeerds op het Witveen (bron: recesboeken Achtkarspelen, inv. nr. 18 folio 128).
15 februari 1744 Goijtze Harmens en Riemckien Folkes wonende op het West van Oudega bekennen 100 guldens schuldig te zijn aan Lieuwe Sjercks en Leipkjen Wobbes op het Witveen bij Oostermeer. Ingeschreven in het hypotheekregister van Smallingerland dd 29 maart 1751 (bron: hypotheekregisters Nedergerecht Smallingerland, inv. nr. 107, folio 12).
28 juni 1762 Hylke Gerbens mr. bakker inde Rottevalle doet proclameren sekere huisinge en backerie staande en gelegen inde Rottevalle onder Harcama Opeinde met alle sijne annexen, hebbende ten oosten Liepkjen Wobbes laatst weduwe van Lieuwe Sierks ten oosten, de Compagnievaart ten westen, de Rottevalster Compagnieweg ten zuiden en Jan Claasses cs ten noorden, bezwaard met een daalder grondpacht of eeuwige rente te betalen aan Hendrik Wobbes. Gekocht van Pier Sibles schipper te Surhuisterveen, speciale last hebbende van Sijtske Sweitses, meerderjarige dochter te Leeuwarden, en deslkeve als curator over Jeltie Sweitses onder de jurisdictie van bovengemelde stad en Geert Coops vallaatsman, namens zijn vrouw Renske Sweitses ieder voor een derde deel voor een bedrag van 859 caroli guldens (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatiekohier inv. nr. 97 folio 94). |
|