Notities persoon | meester "ijsersmid" te Ferwerd in 1703 (bron weesboeken Menaldumadeel inv. nr. 84 folio nr. 14). Op 9 november 1699 belijdenis te Ferwerd. 7 juni 1701 [eerste proclamatie] Pijter Simons koopman en mr. kleermaker te Marssum doet proclameren de aankoop van een derde deel van een huis, hovinge, bomen en plantagie staande en gelegen te Marssum. Hebbende het huis thans al door de kopers bewoond, Hebbende Carst Garrits ten oosten, het gemene pad ten zuiden en westen en dhr. Popta ten noorden en het tweede huis, tegenwoordig door Frouk Scheltes cum soc bewoond, de gemene steeg ten oosten, Ruird Doeckes ten zuiden, de Diaconie ten westen en het gemene pad ten noorden, in koop verkregen van Rommerd Simons mr. smid wonende te Ferwerd en Foppe IJmes, de voorschreven 2/3e part voor 334 goudguldens 14 stuivers en 10 penningen, met daarenboven voor de verkopers kinderen tot twee in getal een enkele gouden ducaat (Bron: Recesboeken, archiefnummer 13-26, Nedergerecht Menaldumadeel - Tresoar, inventarisnummer 022, foto 104-105, folio 276).
31 maart 1703 Pijter Sijmons mr. kleermaker te Marssum en Rommerd Sijmons mr. ijzersmid te Ferwerd als oomen van moeders vanwege en respectievelijke voorspreken van Gerrit Foppes zoon van Foppe IJmes Ruiter onder de Compagnie van de Heer Ritmeester Hemmema, thans garnizoen houdende te Leeuwarden. Zijnde bij zijn egte huisvrouw Grietje Sijmons in echte verwekt. Koopschat van 2 huizen staande te Marssum., door de vader van de zoon gekocht voor 234 caroli guldens en 3 stuivers. Het boelgoed van Atje Tiedes, zijnde de erfgenaams bestemoeder 86 caroli guldens, 12 stuivers en 8 penningen. Ten tweede is Tiede Wolters debet een obligatie van 150 caroli guldens. 31 maart 1703 Foppe IJmes ruiter handtekening Foppe Iemes (Bron:Weesboeken, Nedergerecht Menaldumadeel - Tresoar, inventarisnummer 084, foto 18ev, folio 14-19). | Notities overlijden | In het begraafboek van Marssum (1757 ev) staat bij grafnr. 1 en 2 buiten de kerk vermeld: "Rommert Sijmens mr. smid te Ferwert"(foto nr. 330). met de toevoeging dat de graven in 1758 aan de kerk zijn vervallen, namens de erfgenamen aldus besloten. |
|