Notities persoon | landbouwer, bewoont het erf gelegen aan het Oosteinde 144 (Zie Ken uw dorp en heb het lief blz. 93). Voor 1717 huurder van het erf dat oorspronkelijk klooster Sibculo toebehoorde. In 1717 als het goed eigendom is van de Provincie koopt Gerrit dit voor 1370 car. gulden. Het betreft 4 akkers land met hierop staand 2 huizen.
Op 06-03-1715 zou Gerrit Harmsen Smelt 300 gulden hebben geleend van Hendrik Jaspers Olde (bron: archief Overijssel Toegang 263, inv. nr. 837), dit bedrag betaalt hij volgens de stukken niet terug aan Hendrik Olde die hierdoor veel nadeel zou hebben geleden.
6-3-1715 Harmen Gerritsen en zijn huisvrouw Jenneken Jansen verkopen huis en erf gelegen aan de buitenkant van de weg, geleggen oostwaarts Gerrit Bartelink en westwaarts Wicher Jansen gelegen en een stuk gaardenland gelegen in de landerijen van Jan Henrixen Bourman westwaards Jan Wichers(?) en oostwaards Jan Faeijer en nog een vierendeel akker woestenland gelegen in de Westerwoesten gelimiteert oostwaards Berend Grobben en westwaards Frerik Janssen en nog een vierendeel akker bovenwegsland gelimiteerd, oostwaards Hinrick Arentsen en westwaards Jan Schol en nog een bovenwegsakker heerkomende van sijn overledene moeder en onverscheiden met zijn drie gebroeders Jan en Lucas en Gerrit Gerritsen Smelt, verklaart verkocht te hebben aan haar zoon Gerrit Harmsen Smelt voor 300 car. gldns (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2673).
Op 12-06-1717 leent Gerrit Harmsen Smelt een enorm bedrag van 1370 gulden van Klaas Janssen Cruis en Geertje Luixen Schol. Onderpand zijn 2 huizen en 4 akkers land, waarvan het ene huis gelegen is aan de "buijter egge deser wech"en het ander huis aan de "boover egge desen wech". Het is gelegen naast de landerijen van Gerrit Bartelink. Dit ongetwijfeld ter financiering van zijn aankoop van landerijen met woningen van de provincie in 1717. (bron: Archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2674).
22-03-1719 Ik Hinrik Arends verwalter schultes van Vriezenveen en keurnoten Jan Egberts en Jan Lucas Fronten; verklaren dat verschenen is voor het schoutengericht Gerrit Harmsen Smelt die verklaart schuldig te zijn aan Claas Cruis en echtgenote Geertjen Luicas Schol een som van 458 gulden afkomstig van de Heerenlasten van de jaren 1715 en 1716 en.....(?) en verschoten geld tegen 4 % onder hypotheek van 4 akkers land, met hierop staande 2 huizen, gelegen oostwaards, Jan Egberts en Gerrit Bartelink en westwaards Roelof Willemsen (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2674).
22-03-1719 Ik Hinrik Arends verwalter schultes van Vriezenveen en keurnoten Jan Egberts en Jan Lucas Fronten; verklaenr dat verschenen is voor het schoutengericht Gerrit Harmsen Smelt die verklaart verkocht te hebben een vierendeel akker woestenland in de Westerwoesten onverscheiden met Frerick Jansen Waanders, Jan Gerritsen Smelt en Gerrit Faaijer en nog een gaarden liggende in de landerijen van de kerkmeester Jan Hinrixen Bourman en Jan Alberts voor 125 gulden an de Ed. schultes Claas Cruis en echtgenote Geertjen Luicas Schol (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2674).
In 1719 (15 november) wordt door het gericht van Ootmarsum de verpanding gevorderd van alle goederen van Gerrit Harmsen Smelt ivm de kosten van een gerechtelijke procedure ad. 165-15-8 en voor de nakosten 29-6- en voor vertering en paardenhuur 2-15-. Tenslotte voor advies 19-2- is totaal 216-18-8. Het verpande erf van Gerrit Smelt staat beschreven als gelegen tussen het erf van Gerrit Bartelink, Jan Egberts en Berend Bootsman (oostwaards) en Roelof Willemsen westwaards. (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 23 en 36).
In 1720 vindt er een publieke verkoop plaats van goederen van Gerrit Harmsen Smelt om schulden aan de eiser Perizon te kunnen voldoen. Perizon contra Gerrit Harmsen Smelt verkoop goederen verkoop keijsers gulden van 21 stuivers het stuk; 18 vijm rogge voor 54 gulden aan schout Claas Cruijs; oud zwart paard 10 gulden aan schout Claas Cruijs; 3 koenen en een gust beest 31 gulden en 10 stuivers aan Claas Cruijs; een kist met een oude spinde verkocht voor 15 gulden aan Claas Cruijs; een motte met 2 biggen verkocht voor 12 gulden aan Claas Cruijs. (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 23).
In 1737 met het hoofdgeld wordt "gerriet herms" voor 2 personen aangeslagen en moet hij 1 gulden betalen, dat is 50 cent per persoon, tegenover gemiddeld 46 cent voor het Oosteinde dat jaar. In 1750 wordt "garryt harmesen" aangeslagen voor 3 personen en bedraagt de aanslag 1,50, ruim boven het gemiddelde van 39 cent per persoon. In 1760 als hij aangeduid wordt als "garrit smelt" is de aanslag voor 4 personen 2 gulden, dus 50 cent per persoon, tegenover gemiddeld 39 cent. De familie moet dus wel in goede doen geweest zijn. Hoewel hij in de kohieren van de 1.000e penning van 1734 en 1739 niet voorkomt, werd zijn vermogen in 1751 geschat op 1.000 gulden en een extra 150 gulden voor tewerkgesteld personeel, dat ook als vermogen meetelde (bron: 1000e penningkohier 1751; Statenarchief van Overijssel inv. nr. 2556). Zijn erf wordt later overgenomen door zijn schoonzoon Hermannus Bramer.
Hermen Gerritsen [Smelt] en zijn echtgenote Jenneken Janssen (de ouders van Gerrit) verkopen op 06-03-1715: - huis en landerijen (gelegen naast dat van Gerrit Bartelink) [aan het Oosteinde], -en een gaarden een vierendeel akker woestenland gelegen in de Westerwoesten -en een vierendeel akker bovenwegsland en nog een vierdepart bovenwegsakker afkomstig van zijn overleden moeder, gemeenschappelijk mede-eigendom van zijn broers Jan -, Lucas- en Gerrit Gerritsen Smelt aan hun zoon Gerrit Harmsen Smelt voor de som van 300 car. guldens (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2673).
Op 22-03-1719 verklaart Gerrit Hermsen Smelt nog schuldig te zijn aan de schout Claas Cruis en Geertjen Lucas Schol 450 car. guldens. Op dezelfde dag verkoopt hij ook zijn aandeel in een vierendeel woestenland (4 akkers) aan de schout . Het land was gelegen op de Wester woesten en werd gemeenschappelijk bezeten met Frerik Jansen Waanders, Jan Gerritsen Smelt en Gerrit Faijer. Ook werd nog een gaarden verkocht die gelegen was in de landerijen van kerkmeester Jan Henriksen Bourman en Jan Alberts. De verkoopprijs was 125 gulden. (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2674)
Op 14-02-1722 eist Harmen Geertsen Huls 6 guldenvan van Gerrit Harmsen Smelt vanwege een dagwerk aangetastte turf (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 23).
Op 25-09-1730 verklaren Gerrit Hermsen Smelt en Mettien Freriksen Tuttertien 800 gulden schuldig te zijn aan Jan Janssen Geertsen en zijn echtgenote Henrikien Gerritsen Graave, alsmede aan Aaltien Jansen, wed. van wijlen Berend Gerritsen Winter. Onderpand zijn 4 akkers land en huis en schuur daarop staand. Buiten het onderpand blijft de woning die door Jan Hinrixen Gijseler wordt bewoond (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2674).
11-10-1760 akte van transport: verkoop op 08-05-1760 door de erven van wijlen Jan Freriks (broer van Metjen Freriks Tuttertjen) van 1 akker superplusland aan Gerrit Harms Smelt en zijn vrouw voor 130 car. guldens. (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2676). | Notities overlijden | is overleden bij het huwelijk van zijn zoon Hermen in 1774. |
|