Notities persoon | smid.Had zijn erf op het Oosteinde in de buurt van nummer 151.
Volgens nootgericht, gehouden op 28 januari 1701, verkopen Roelof Engberts Smitt en zijn vrouw Marijken Engberts Smitt hun huis met de smederij en de kleine slijpsteen en de daarbij gelegen gaarden, lang 300 treden (Roedenmaete) en de halve sloot tussen de erven van Gerrit Roelofs (oostzijde) en Jan Berents Berckhoff (westelijk). Het erf is ongeveer gelegen ter hoogte van Oosteinde 109. De kopers zijn Jan Roelofs Smelt en Kunnejen Berents Brouwer (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2673).
Op 25-02-1713 spreekt Albert Smith van Rijssen Roelof Engberts Smith voor het schoutengericht aan voor 70 gulden uitgeleend geld (bron: archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22).
Op 20-07-1713 lenen Roelof Engbertsen Smidt en zijn echtgenote Marria Engbertsen 500 car. guldens aan Jan Engbertsen Smidt, als voogd van Jan Claassen [Kruis]. Op 7 augustus 1723 wordt deze schuld voldaan door Jan Claasen Kruis en zijn echtgenote Janna Jansen Brouwer (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2673 foto 190).
Uit het kasboek van de rentmeester van Huize Almelo van 1714 blijkt dat de Heer van Almelo een stuk hooiland van Roelof Smit heeft gekocht, dat de heer van Almelo in 1714 verhuurt voor 15 gulden aan Jan Courtsen (bron: AHA inv. nr. 1025 foto nr. 2502).
Op 9 juni 1714 daagt Roelof Engberts Smit Jan Feijer voor het gericht vanwege het niet betaalde arbeidsloon voor verrichte arbeid. Het gaat om een bedrag van 2 gulden en 16 stuivers. Ook Hendrik Camp wordt voor een schuld van 2 gulden voor het schoutengericht gedaagd. (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 22). Diverse andere personen worden in 1714 voor het schoutengericht gedaagd om niet betaald arbeidsloon en kosten voor gemaakt ijzerwerk te voldoen.
Op 04-02-1715 verklaren Roelof Engbertsen Smidt en zijn echtgenote Marrigien Engbertsen Smidt op 24-02-1700 verkocht te hebben aan de Ed. Jan Smelt en Kunneken Berendsen een huis met tuin en smitse, zoals ze deze zelf hadden gekocht op 17-02-1683, tot op de laatste cent is betaald door de kopers (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2673). Ik vermoed dat het hier gaat om de smitse van de familie van Roelof, want Maria’s ouders hadden hun woning en erf op het Westeinde (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2673).
Op 27-09-1721 daagt de wed. Brouwers uit Deventer Roelof Engberts voor het gericht vanwege een schuld van 41 gulden en 18 stuivers welke dateert uit 1717 (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 23).
Op 1722 verkopen Roelof Engberts Smit en zijn echtgenote Maria Engbertsen huis en erf met smederij en slijpsteen, inclusief alle smidsgereedschap en genoeg hout om een nieuwe noodstal te bouwen voor 500 car. guldens aan hun zoon Egbert Roelofsen Smit. Verder heeft de koop een clausule dat de zuster van Egbert, genaamd Geertjen 1 1/2 jaar kost en inwoning moet worden gegeven, "soals sijn keuken vermagh" en "aan sijn" broer Jan moet het smidsvak worden geleerd (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2674). |
|