Bartelt Hendriks Stuurman |
|
Geslacht | Man |
Leeftijd | > 31 jaar | |
Geboren | ± 1690 | te | Vriezenveen |
Overleden | > 21-8-1721 | te | Vriezenveen |
|
|
Huwelijk |
< 1721 |
te |
Vriezenveen |
|
met | Geesje Freriks Jonker |
| Geboren | ± 1690 |
| Overleden | > 1748 |
Notities | het echtpaar Jonker Hinrixen maat op 21-08-1721 hun testament op. Bartelt is dan al ziek Hij testeert aan zijn zusters kinderen Fennegien Hendriks (Janna Frerix, Henrik Frerix en Jan Frerix 300 car. guldens, die nad ode van de langslevende aan zijn zusters kinderen uitgekeerd zullen worden. Henrik Frerix komt ook nog de linnen en wollen kleding van testator toe. Verder wordt de clausule opgenomen dat de kinderen van zijn zwager Albert Frerixen Jonker genaamd Jan, Jannes, Berendjen en Lucas, mocht de nalatenschap van zijn vrouws ouders, Frerik Albertsen Jonker en Hinrikje Derckse, komen te vervallen, dan zal het aandeel van de nalatenschap van zijn echtgenote Geesje uit deze boedel aan zijn zwagers kinderen toekomen. Dit is een wat merkwaardige clausule die mogelijk op spanningen duidt binnen de familie. Gods armen krijgen 50 car. gulden en Jan Berendsen wordt zijn universele erfgenaam, nadat de langstlevende van het echtpaar ook is komen te overlijden. Testatrice, komt met een soortgelijke clausule inzake de nalatenschap van haar ouders ten aanzien van de kinderen van haar broer. Verder verklaart zij ook Jan Berendsen tot universeel erfgenaam. Uit de toevoeging blijkt verder dat dit haar zusters zoon is. Haar ouders komt wel eerst de legitieme portie uit haar nalatenschap toe.Beiden ondertekenen het testament met een handtekening. (Bron: Archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2674). Met Jan Berendsen zal bedoeld zijn Jan Olijslager (zoon van Berend Jansen Olijslager en Frerikjen Freriks Jonker) die later succes in zaken had te Amsterdam. |
|
|
Notities persoon | kerkmeester. Op 21 augustus 1721 maken Bartelt Hinrix [Stuurman] en Geesien Frerixen [Jonker] hun testament. In dit testament worden oa de kinderen van Bartelts zuster, Fennegien Hinrixen, te weten: Janna Frerix, Hinrik Frerix en Jan Frerix tot erfgenaam benoemd. Zij erven, na het overlijden van de langstlevende 300 gulden. Henrik komt ook nog al de kleding toe na het overlijden van testator Bartelt Hinrix (archief van schoutambt Vriezenveen inv.nr. 2673). In 1721 volgt hierover nog een kwestie voor het schoutengericht waaruit blijkt dat Fenneken Hendriks de enige zuster was van de kerkmeester Bartelt Hendriks die zonder erfgenamen was komen te overlijden. De weduwe Geesje Frerix tracht de nalatenschap onder eigen beheer te houden en heeft het testament getracht nietig te doen verklaren. En ook claimt Jan Berendsen haar zusters zoon erfgenaam te wezen. (bron: schoutambt Vriezenveen inv. nr.23) | Notities overlijden | 25 juli 1726 wordt bij een transportacte vermeld Geessien Freriks Jonker, de weduwe van Bartelt Hinrixen (archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2674). |
|