Notities persoon | Heeft zijn erf aan het Westeinde (middengedeelte) In het zoutgeldkohier van 6-7-1694 genoemd als pauper evenals zijn vader, hoeft niets te betalen. (Statenarchief inv. nr. 2391). Wordt aangehaald als Jan Tijhoff de jonge. De omstandigheden moeten voor hem snel zijn veranderd, want in het zoutgeldkohier van 1702 moet hij, volgens het zoutgeldkohier van dat jaar, 12 stuivers betalen en dat was flink meer dan gemiddeld. In het verpondings en contributiekohier van 1723 komt hij echter weer zeer minimaal naar voren met een aanslag van 1 stuiver. Op 1 april 1713 spreekt Geerlig Warners Jan Jansen Tijhoff aan voor het schoutengericht ivm een schuld van 7 gulden. Er wordt beslag gelgd op een stuk land van Jan Jansen Tijhoff dat vermeld staat onder de naam Lucas Frontenland. Op 21 juli 1714 spreekt Berend Roelofs Jan Jansen Tijhof junior aan voor achterstallige landhuur ten bedrage van 3 gulden en 7 stuivers(bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22).
27-08-1719 verkoopt Hermen Lucas Coster, mede namens zijn absente broer Hendrik Lucas Coster en namens zijn broer Otto Lucas Coster huis met brink en 2 gaardens, gelegen aan de bovenkant van de weg (noordzijde), westwaarts Gerrit Hinrixen Braamhaar, oostwaarts Wicher Roelofs, voor 160 gulden, aan Jan Jansen Tijhof en Fennigjen Jansen. Het land was belast met pastoorskoren, kosterskoren, jufferenhaver, haver voor de Heer van Almelo(?), en tenslotte armenjagerskoren (arch. Sch.ambt Vriezenveen inv. nr. 2674).
Op 28-08-1719 verklaart het echtpaar Jan Janssen Tijhof en echtgenote Fennegien Janssen schuldig te zijn aan de tijdelijke kerkmeesters vanwege de Armen van Vriezenveen een bedrag van 170 car. guldens. Onderpand is het huis met brink en 2 gaardens, gelegen aan de bovenkant van de weg (noordzijde), westwaarts Gerrit Hinrixen Braamhaar, oostwaarts Wicher Roelofs dat even daarvoor gekocht was van Hermen Lucas Coster.
Op 10 januari 1722 dagen de erven Schol Jan Tijhof voor het gericht vanwege een achterstallige schuld van 7 guldens, 19 stuivers en 10 penningen vanwege gelverde winkelwaren(archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 23). |
|