TERUG NAAR START
Sjoerd Tjallings
GeslachtMan
LeeftijdOnbekend
 
Overleden± 1658teOpeinderveen (Smallingerland)
Vader Tjalling Tjeerds
 
 
Moeder Bauck Joostdr.
 
 Overleden ± 1661
Broer  Tjeerd
Zus  Taeb
 
Notities persoon12-10-1655 Tyeerdt Tyallings te Opeinde, venia aetatis bekomen hebbende, voor zichzelf en voor Sioerdt Tiallings en (voor) Taeb Tiallings, huisvrouw van Tialling Hendricx, tezamen erfgenamen van Tiallingh Tieerts en Bauck Joosten, in tijden el. aldaar, verklaart £ 51-10 schuldig te zijn aan Gerryt Thijssen Colthoff, oud-burgervaandrig te Leeuwarden, wegens geleverde waren, door onze wijlen ouders ontvangen (bron: AlleFriezen.nl; hypotheekboek inv.nr. 93, folio 189).

10 mei 1657 [geregistreerd] Tijeert Tjallings vrijgezel wonende op Smallinger Opeinde verklaart schuldig te zijn aan Harmen Francke zoon mede aldaar de som van 125 goudguldens. Schuld in gemeenschap met Sijuert Tjallings. Akte dd. 10 mei 1657 was getekend met een merkteken door Tijeert Tjallings
10 mei 1657 [geregistreerd] Sijuert Tjallings zoon verklaart getransporteerd en overgedragen gekregen te hebben aan Linse Willems op Smallinger Opeinderveen en aan Rienck Edsis tot Bergum(?) voor 201 goudguldens vanwege enige verkochte percelen grond gelegen boven Smallinger Opeinder Veen van Tijeert Tjallings mijn broer. Sijuoert Tjallings stelt tot hypotheek zijn veengronden in de Rottevalle ten gunste van zijn broer Tijeert Tjallings. Tjeert en Sjoert Tjallings ondertekenen de schuldakte beiden met een merkteken (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, hypotheekboeken inv. nr. 95 folio 589-590).

Rechtdag 12 april 1659 Oudega. Tijeert Tjallingszoon wonende op het Veen onder de klokslag van Smallinger Opeinde verklaart aan de secretaris Focco Fockens Eeringa te betalen de boelpenningen die mijn wijlen broer Sioerdt Tjallings aan hem verschuldigd was ten bedrage van 16 goudguldens en intrest op straffe van een boete binnen 3 weken te betalen.10 mei 1659 kennisgeving hiervan. Kantlijn 19 oktober 1659 is de schuld van 20 goudguldens door Rinse Feddes namens Tijeert Tjallings voldaan. (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, recesboeken, inv. nr. 5 folio 14v).

Op 21 oktober 1662 wordt Tijeert Tijallings aan ’t Veen geciteerd Claes Claesen mr. kuiper te Oostermeer een achterstallige schuld van 9 goudguldens te betalen als restschuld van de huishouding van wijlen zijn broer Sijoert Tijallings (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, recesboeken, inv. nr. 5 folio 69v).