Notities persoon | In 1649 wordt Freerk Tjebles vermeld als degene die gedeeltelijk het erf bewoond van Mennert Liebbes de vader van zijn vrouw (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, weesboeken, inv. nr. 34 folio 176ev). Is later boer in Augustinusga (bron: weesboeken Achtkarspelen inv. nr. 64, foto 88 ev).
30 september 1645 [eerste proclamatie] Mennert Liebbes wonende in de Noorderdrachten verklaart gekocht te hebben voor zichzelf en de weeskinderen van Gerben Rinthies en Tijets Minnerts 1/12e deel van een zekere zate thans door Freerck Tijeblis gehuurd van Alle Mennerts voor 500 goudguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 7).
8 en 17 mei 1650 [geregistreerd] Claas Rinthies en Liebbe Mennerts en Freerck Tjebles curatoren over de weeskinderen van wijlen Gerben Rinthies, als erfgenamen van wijlen Mennert Lijebbes hun wijlen bestevader besluiten tot verkoop van land ter redding van de boedel van de weeskinderen. Bij de kerk van Noorderdrachten en de laatste 3 rechtdagen van het Gerecht van Smallingerland is de openbare verkoop 3 x geproclameerd. Verkoop van 3 akkers in Rinthie Sijtses zates land, gelegen vanaf de Lijkweg tot aan de Petten, belast met 14 stuivers floreen verkocht voor 584 goudguldens door de Heer Haersma. Was getekend akte d.d. 14 april 1650 door Claas Rinthies en Liebbe Mennerts en Freerck Tijebblis [allen met hun handtekening].
op 28 januari 1652 en op 28 juli 1652 Freerck Tjebles wordt vermeld als één van de meierluiden van Norderdrachten en als zodanig eigengeërfden van Smallingerland. Het betreft afspraken over nieuwe inwoners die een borg moeten stellen van 300 goudguldens en zich pas in Drachten mogen vestigen of een huis mag huren als ze zich zelf niet kunnen onderhouden ter voorkoming van de onhoudbaarheid van de armenstaat en verder gaat het over de jaarlijkse schouw van de gemeenschappelijk te onderhouden weg (?) vanaf ’t Zuid tot aan het Noordeinde door 2 aangewezen personen die hiervoor zes caroli guldens zullen ontvangen. Beide akten ondertkent Freerck Tzebles met zijn handtekening (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, recesboeken, inv. nr. 4 folio 6). | Notities overlijden | Autorisatieboek Achtkarspelen inv. nr. 49 foto 61 folio 117: 22 november 1667 Anne Goffes wonende op het Oostermeerderveen en Liebbe Gerbes te Noorder Drachten aangesteld tot voormombers over de weeskinderen van Freerck Tiebbes in leven gewoond hebbende te Augustinusga om te maken staat en liquidatie.
22 november 1667 inventaris goederen van wijlen Freerck Tiebbes te Augustinusga en Teets Mijnerts indertijd echtelieden te Augustinusga, nalatende 2 weeskinderen genaamd Wijtske Freercxdr. 16 jaar en Tieble Freercx 11 jaar op verzoek van Anne Goffes op het Oostermeerderveen (1670 vermaner van de doopsgezinden te Oostermeerder veen/Witveen) en Sijbe Gerbens wonende te Noorder Drachten tesamen geautoriseerde voormombers van de weeskinderen (bron: weesboeken Achtkarspelen inv. nr. 64, foto 88 ev).
11 februari 1676 Rekening opgemaakt door Liebbe Gerbens curator over de weeskinderen van wijlen Freerck Tiebbles met name Wijtske Freercks gesterkt met Hessel Linses haar man en Tzabble Freercks oud in’t 18e jaar, gesterkt met Hessel Linses zijn zwager. Liebbe Gerbens heeft op 10 mei 1669 van zijn mede-curator Anne Gosses 350 caroli guldens ontvangen. Daarvan af gaan diverse uitgaven voor schoeisel, kleding, voeding en dergelijke gedaan tusen 1670 en 1676 oa is een aankoop van land door Hessel Linses van Luijtien Hielkes deels vergoed voor een som van 70 caroli guldens. Totaal uitgegeven voor Tjibble Freercks 436 caroli guldens, hetgeen resulteert in een kastekort van ruim 86 caroli guldens. 11 september 1676 is de afrekening geaccordeerd door Wijtske en Tiebbe Freercks beiden tekenen met hun handtekening, Hessel Linses ondertekent de overeenkomst met een merkteken, waaruit blijkt dat hij niet kon schrijven (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, weesboeken, inv. nr. 36 folio 140ev). |
|