Notities persoon | veenbaas op het Oostmeerderveen/Swartveen. De streek wordt ook wel Opeinder veen genoemd in deze tijd. Is de eigenaar vane en zate. Dit betekent een omvangrijke (heren)boerderij. lidm. NH-kerk Opeinde 16 nov. 1645 (won. op ’t Oostermeerderveen). op 28 februari 1668 wordt Linse Willems vermeld als de bestevader [grootvader] van de weeskinderen van wijlen Bastiaan Egberts en Æts Linses in de Rottevalle onder Achtkarspelen, te weten Egbert Bastiaans oud in het 5e jaar en Frouk Bastiaans oud in het 4e jaar.
Linse Willems; veenbaas, tr. Feikje Hessels, op belijd. gedoopt Opeinde 14 sept. 1645, lidm. 16 nov. 1645 (won. op ’t Oostermeerderveen), 1644 cur. div. ki. v zuster Ykje; Bekkema, Rottefalle 245; ki. (ged. Opeinde 6 dec. 1646): Willem, Edse, Wytske, Eetske / Aeds en Ykje / Yck; Hessel, ged. Opeinde 31 dec. 1648; Wypkje / Webk, ged. ald. 22 aug. 1652 (bron: verzxameling Nieuwland; Allefriezen.nl).
Linse Willems wordt in 1651 ontslagen als curator over het weeskind Jitske Hendriks dochter van wijlen Hendrik Hessels, hij had het curatorschap overgenomen (bijhouden van de weesafrekening) van wijlen Geert Hessels, eertijds echtgenoot van Seijkjen Folckerts. In kas zat 139 caroli guldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, weesboeken, inv. nr. 34 folio 257).
3 maart 1646 [eerste proclamatie] Lense Willems en Feickjen Hessels echtelieden verklaren gekocht te hebben 1/6e deel van een sathe en het huis hierop staande onder de klokslag van Opeinde thans bewoond door Reisch Joannes dr. wed. van Tamme Edses mandelig met nagenoemde erfgenamen hebbende de gehele noorderhalve sathe de weduwe Douwe Sybes, gekocht van Johannes Tammes voor 134 goudguldens en 14 stuivers (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 42).
14 april 1646 [eerste proclamatie] Bartel Dirckx en Rommert Saeckies en Aene Itskis verklaren gekocht te hebben voor de ene helft en Ju Juijckis voor de andere helft een perceel hoogveen zonder de ondergrond onder de klokslag van Opeinde van Lense Willems voor de som van 171 goudguldens en 9 1/2 stuivers (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 81).
18 augustus 1646 [eerste proclamatie] Lense Willems en Feickjen Hessels echtelieden en Brucht Ebsis en IJd Errijts echtelieden verklaren gekocht te hebben een perceel weideland buiten Oudega gelegen in de Beestwar voor de som van 192 goudguldens van Jan Hendrickx en Sjouck (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 59).
19 januari 1647 [eerste proclamatie] Lense Willems en Feijkje Hessels echtelieden verklaren gekocht te hebben 2 mad maden hooiland van Gerben Sijnerts voor 205 goudguldens. 26 januari 1647 [eerste proclamatie] Lense Willems cum uxore wonende op Smallinger Opeinde verklaart gekocht te hebben 3 mad maden "haenekiette" streckend van ’t eene diep in’t andere diep. in koop gekregen van Rinnert Alles, bij proclamant verkregen van Jan Jansen Langespiets cum uxore voor de som van........(niet vermeld). (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 72).
27 februari 1647 [eerste proclamatie] Johannes Eijsis en Trijntie Claeses verklaart gekocht te hebben een zate met land te Rottevalle onder de klokslag van Smallinger Opeinde van Ju Claeses, Sipcke Rinthies en Lense Willems voor de som van 715 goudguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 251). 19 januari 1647 [eerste proclamatie] Gaucke Tammes en Dijn Minne dr. op’t Veen verklaren gekocht te hebben 1/6e part van een noorderlijke helft van een sathe op de Noordereinde op de uitgang van Douwe Buwes Sathe in Smallinger Opeinde, daar Reijnse Johannes eertijds heeft gewoond, met gelijk aandeel van de woning van Linse Willems voor 134 goudguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 73).
2 februari 1647 [eerste proclamatie] Lense Willems verklaart gekocht te hebben een stukje land gelegen op zijn eigen land van Albert Arriens voor een onbepaald bedrag (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 76).
18 mei 1647 [eerste proclamatie] Lense Willems en Feijkje Hessels echtelieden verklaren gekocht te hebben een mad maden hooiland op Nijegaaster Venne van Sijbe Tijerckx en zijn dochter IJdke Sijbe dr. voor de som van 151 goudguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 107). 17 augustus 1647 [eerste proclamatie] Jan Baertes verklaart gekocht te hebben verkopers gerechtigheid op venen en leijen, bomen en plantagien gelegen op het Veen, voorts in de plaats door Lense Willems bewoond en gebruikt en mandelig met de proclamant en doorverkoperse van wijlen haar moeder geërfd, van Lijsbet Hessels gesterkt met Johannes Hemproni voor de som van 300 goudguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 115).
17 augustus 1647 [eerste proclamatie] Harmen Franckes en Lense Willems, beiden op Smallinger Opeinder Veen, verklaren gekocht te hebben een stuk ondergrond van veen, lang 40 roeden en breed 7 roeden van Hendrick Hendrickx voor de som van 355 goudguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 119). 23 januari 1649 [eerste proclamatie] Lense Willems verklaart gekocht te hebben ongeveer 25 roede venen van de Leidijk tot aan zekere dwarssloot van Claes Tjebbes voor 245 goudguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 256).
27 februari 1649 [eerste proclamatie] Johannes Eijsis en Trijntie Claeses verklaart gekocht te hebben een zate met land te Rottevalle onder de klokslag van Smallinger Opeinde van Ju Claeses, Sipcke Rinthies en Lense Willems voor de som van 715 goudguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 251). 3 april 1649 [eerste proclamatie] Lense Willems cum uxore wonende onder Opeinde verklaart gekocht te hebben 1/3e deel van een sathe die hem deels van zijn ouders is aangeërfd, volgens scheiding d.d. 12 februari 1649, door de proclamanten momenteel bewoont en gebruikt, in koop verkregen van Geert Hessels wonende te Oostermeer voor hem en onder verband van zijn goederen voor Sicke Folkes zijn echte huisvrouw voor 1025 goudguldens en een zilveren dukaat (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 267).
26 juni 1649 [eerste proclamatie] Willem Aerns en Trijn Cornelis echtelieden te Oostermeer verklaren gekocht te hebben een perceel land 110 roeden groot voor de som van 204 goudguldens en 8 stuivers van Lense Willems en Feijckjen Hessels. 26 juni 1649 [eerste proclamatie] Joucke en Rommert Saeckes broers echtelieden te Oostermeer verklaren gekocht te hebben een perceel land achter Focke Lammerts Sate voor de som van 403 goudguldens van Lense Willems en Feijckjen Hessels (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 288).
15 januari 1650 [ eerste proclamatie] Lense Willems cum uxore in Smallinger Opeinder Veen verklaart gekocht te hebben een stuk veen boven Opeinde gelegen van Jan Engbarts voor 46 goudguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 356).
5 maart 1650 [eerste proclamatie] Harmen Franckes cum uxore te Smallinger Opeinde verklaart gekocht te hebben een stuk land gelegen boven Opeinde voor de som van 70 goudguldens van Lense Willems (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 389).
4 mei 1650 [ eerste proclamatie] Lense Willems en Feijckjen Willems echtelieden verklaart gekocht te hebben anderhalf mad maden hooiland gelegen in de Hornen voor de som van 55 goudguldens van Mennert en Albert Andries (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 414). 7 mei 1650 [ eerste proclamatie] De Heer Aulus van Haersma grietman van Smallingerland verklaart gekocht te hebben 4 mad maden hooiland gelegen op de Vennen van Nijega van Lense Willems cum uxore voor de som van 350 goudguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 415).
6 januari 1651 [registratie] Lense Willems wonende onder Smallinger Opeinde mede voor zijn vrouw Feijck Hessels verklaart 150 goudguldens schuldig te zijn aan Edse Gerckx (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, hypotheekboeken inv. nr. 95 folio 95).
8 april 1651 [eerste proclamatie] Lense Willems cum uxore verklaart gekocht te hebben 4 mad maden buiten Eernewoude omtrent de "haene kryete" voor 121 goudguldens van Alle Rinnerts (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 538).
weesboek Leeuwarden inv. nr. 3521 vermeld Linse Willems onder de klokslag van Smallinger Opeinde die een obligatie dd 15 november 1651 ten gunste van Rienck Jetses te Leeuwarden (Bron: Nedergerecht Leeuwarden, Weesboeken inv.nr. 3521, foto 79).
24 augustus 1652 Goje Hendrickx tot Oosterwierum verklaart te zullen betalen aan Lense Willems wonende in het Opeinderveen van 42 goudguldens en 14 stuivers in verband met een obligatie van 3 januari 1650 (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, recesboeken, inv. nr. 4 folio 7).
7 juni 1653 [eerste proclamatie] Lense Willems verklaart gekocht te hebben een kamp land onder de klokslag van Opeinde op de uitgang van Sipcke Rinties Sathe van Gijelt Eijntes voor de som van 239 goldguldens 19 stuivers en 3 penningen (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 85).
6 juni 1654 [eerste proclamatie] Lense Willems en Feijkjen Hessels echtelieden kopen de gerechte helft van een huis en annex op het Opeinder veen door verkoperse bewoond en gebruikt ongescheiden met de dochter van verkoperse door Jan Baertes verwekt, door verkoperse wijlen haar ouders vererfd, hebbende Brucht Ebses ten oosten, en de kopers ten westen, zuiden en noorden, gekocht van Jel Hessels wed. van wijlen Jan Baertis (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 130).
6 maart 1655 [eerste proclamatie] Lense Willems, Brucht Ebses, Guertie Douwes, en Sipcke Rinnerts verklaren gekocht te hebben een perceel veen zonder de ondergrond gelegen boven Opeinde, vanaf het einde van Roelof Gauckes sathe voor de som van 200 goudguldens van de Heer van Haersma (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 169).
20 maart 1655 [eerste proclamatie] Linse Willems cum soc. verklaart gekocht te hebben een perceel veengrond te Rottevalle, hebbende Carel Roorda ten westen en verkopers ten oosten belast met onderhoud van Oostermeerder tille, gekocht van Claes Tiebbes voor 31 goldguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 178).
2 september 1656 [eerste proclamatie] Linse Willems cum uxora wonende op het Opeinder Veen verklaart gekocht te hebben een perceel leijen hebben de Schipsloot ten westen, de proclamant zelf ten oosten, strekkende van de Leijdijk noordwaarts tot aan de landscheiding voor de som van 274 goudguldens van dr. Wigerus Hemminga.(bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 250).
15 juni 1658 [eerste proclamatie] 22 juni 2e proclamatie en 24 augustus 3e proclamatie. Harcke Jans cum uxore verklaart gekocht te hebben een perceel leijen op Smallinger Opeinder Veen van Linse Willems voor 37 goudguldens. Kantlijn. Naar aanleiding van de proclamaties van de verkoop protesteert Wyts Lens met haar echtgenoot Reijdt Martens en eist een vergoeding van 15 caroli guldens wegens haar. Dit protest is gedateerd 17 augustus 1658. Opmerkelijk aangezien Wyts pas in 1661 in het huwelijk trad met Reydt Martens. De vergoeding is 23 juni 1660 ontvangen Reydt tekent voor ontvangst van het geld met zijn merkteken (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 362).
10 mei 1657 [geregistreerd] Sijuert Tjallings zoon verklaart getransporteerd en overgedragen gekregen te hebben aan Linse Willems op Smallinger Opeinderveen en aan Rienck Edsis tot Bergum(?) voor 201 goudguldens vanwege enige verkochte percelen grond gelegen boven Smallinger Opeinder Veen van Tijeert Tjallings mijn broer. Sijuoert Tjallings stelt tot hypotheek zijn veengronden in de Rottevalle ten gunste van zijn broer Tijeert Tjallings. Tjeert en Sjoert Tjallings ondertekenen de schuldakte beiden met een merkteken (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, hypotheekboeken inv. nr. 95 folio 590).
18 augustus 1657 [eerste proclamatie] Linse Willems cum uxora wonende op het Veen verklaart gekocht te hebben een paar percelen land bij de Lidts voor de som van 243 en 84 goudguldens van de erfgenamen van Aet Ritserts (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 297).
8 februari 1658 [registratie] Linse Willems soon wonende op het Veen onder de klokslag van Smallinger Opeinde verklaart mede voor zijn huisrouw Feijckien Hessels dr. 200 goudguldens schuldig te zijn aan Tiebbe Sioerdts en Sijouck Sijbrants echtelieden wonende mede aldaar. Was getekend Lense Willems. Akte d.d. 9 december 1650. 9 februari 1658 [registratie] Linse Willems soon wonende op het Veen onder de klokslag van Smallinger Opeinde verklaart mede voor zijn huisrouw Feijckien Hessels dr. 200 goudguldens schuldig te zijn aan de ingezetenen of gemeente van Opeinde ten bate van de kerk aldaar. Was getekend Lense Willems. Akte d.d. 13 mei 1655 (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, hypotheekboeken inv. nr. 96 folio 15 en 16).
26 juni 1658 [eerste proclamatie] Fets Jochums huisvrouw van Otte Saeckes verklaart gekocht te hebben van Lense Willem voor 51 goldguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 342).
7 maart 1660 [eerste proclamatie] Gijelt Tijebbis en Sijouck Tijeerts echtelieden in Opeinde verklaren gekocht te hebben een kleine zate lands met huis, bomen en plantagie, thans door Liebbe Wijtses bemeierd, gelegen boven Opeinde vanaf de Leidijk tot aan zekere dwarssloot, hebbende Brucht Ebsis ten oosten, en de verkopers en een schuitsloot ten westen en nog een kamp land hebbende de Leidijk ten zuiden, de verkoper ten noorden en Rommert Saeckies ten westen en de verkoper Lense Willems ten oosten, voor de som van 900 goudguldens en een dubbele ducaat van Lense Willems (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 455).
2 april 1660 Lentse Willems, Jan Jansen Langespits, Freerck Harcke Ritsckes en Reid Martens doen proclameren de aankoop van een stuk hoogveen zonder ondergrond aan het Buwenklooster te Rottevalle voor de som van 946 caroli guldens van Juffrouw Antie van Andringa weduwe van Saco Teijens in leven Secretaris van Opsterland (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 84, foto 83).
12 januari 1662 [eerste proclamatie] Freerck Harcke Sickes cum uxore in Smallinger Opeinde verklaart gekocht te hebben een perceel greide- en bouwland bij de Hooge Schuur of Rottevalle, onder de klokslag van Opeinde, dit in wandelkoop met Lense Willems tegen een pol leijen of madenland en de som van 520 goudguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 541). 13 maart 1664 [geregistreerd] een wandelkoop (ruiling van onroerend goed) tussen Tjeert Tjallings en Minnert Sjoerds en zijn vrouw Antie Roelofs wonende te Hogeschuur, waarbij Herman Frankes en Linse Willems als baarsluiden [goede mannen] bemiddelen (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, hypotheekboeken inv. nr. 96 folio 332).
28 maart 1664 Linse Willems en Feickjen Hessels echtelieden op’t Veen kopen een stuk veen zonder ondergrond in de Grietenij Achtkarspelen voor 212 caroli guldens van Freerck Harckes en Tjaeb Tjallings (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 84, folio 421).
23 november 1663 Linse Willems en Feijkje Hessels op’t Veen onder de klokslag van Opeinde verkopen een huis cum annexis te Rottevalle aan Jacob Hendricx en Lamcke Piers te Jollum voor de som van 400 goldguldens bezwaard met een jaarlijkse grondpacht van 44 stuivers te bealen aan Jan Jansen Mathuisen brouwer te Rottevalle, het huis wordt thans bewoont door Tjeert Dircx, koopman (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 84, folio 356).
27 september 1664 Linse Willems citeert Tijaert Jan Bauckes vanwege te betalen restschuld van meerdere sommen voor een gekochte schuit.(bron: archief Nedergerecht Smallingerland, recesboeken, inv. nr. 5 foto 109).
19 juni 1665 Wijtse Tieerts herbergier in de Rottevalle en Auck Pijtters echtelieden doen proclameren de aankoop van de door hen bewoonde woning en schuur en tuin, die de bewoner eerder in pacht had gekregen van wijlen Saco Tijens, in leven Secretaris van Opesterland, voor de som van 900 goudguldens van Edse Lenses en Jantien Jans echtelieden kooplieden te Rottevalle (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 84, folio 526).
14 oktober 1665 [eerste proclamatie] Linse Willems koopt diverse percelen land onder Smallinger Opeinde, strekkende van de Lits tot aan de Leijdijk (hebbende Hendrik Sijerdts ten oosten) voor 438 goldguldens 24 stuivers en 5 penningen (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 67 folio 117).
24 april 1668 Jelger Sijbes verklaart te zullen afbetalen aan Lense Willems curator over de twee weeskinderen van Bastiaan Egberts 25 goldguldens, een restant van koop van leijen te Opeinde voor 50 goudguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, recesboeken, inv. nr. 5 foto 188). 22 september 1668 [eerste proclamatie] Hinne Sijnerts Bijzitter van deze Deel cum uxore doet proclameren de aankoop van een stukje groene leijen gelegen boven Opeinde, op de uitgang van wijlen Jan Mennertszate, hebbende Lammert Saeckis ten zuiden, Fokke Martens ten noorden, de proclamant ten westen en Lense Willems ten oosten, gekocht van lense Willems voor 15 lopen rogge en 3 rijn(?) daalders te betalen op 1 mei 1668 (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 67 folio 264, foto 134). .
10 april 1669 [ geregistreerd] Linse Willems en Feickien Hessels echtelieden op’t Veen onder de klokslag van Opeinde verklaren 450 caroli guldens schuldig te zijn aan de Diaconie of Armvoogden van Smallinger Opeinde betreende een rekening van 10 februari 1669. Was getekend Linse Willems en Feijck Hessels (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, hypotheekboeken inv. nr. 97 folio 365).
23 juni 1685 [eerste proclamatie] 23 juni 1685 [eerste proclamatie] Jan Sijtses verklaart gekocht te hebben een kamp land gelegen onder Linse Willems gewesene sathe op het Swartveen van Feijckien Hessels wed. van Linse Willems voor 11 goldguldens. Koopbrief 14 mei 1685. (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 69 folio 46). | Notities geboorte | gedoopt op belijdenis in het veen. | Notities overlijden | In maart 1669 wordt Feijkje zelfstandig als verkoopster vermeld van grond, zonder verzwijzing naar haar man. Dat duidt er op dat hij toen was overleden. |
|