Notities persoon | bewoonde Oosteinde 163 (huidige nummering). Dit goed was bezit van het convent klooster Sibculo-Albergen (zie ook: Ken uw dorp en heb het lief, blz. 9 ). Het goed moet ongeveer 13 akkers groot zijn geweest. Een groot goed dus.
In het ontvangstenboek van de rentmeester van klooster Sibculo staat in het boekjaar1603-1604 vermeld: "Engelbert Wijssen pachtcedulle vermeldett 4 1/2 M.[udde] roggen }2 1/2 M.[udde] haver ad. 36 st. } 10-10-0 5 M.[udde] saets } 2 1/2 M.[udde] garste ad. 48 st.
Gaet aff die pontschattinge } 2-13-0 Kompt vrij vant saett ----------------------------------- 7-17-0" (NB: de pacht is nog in natura uitgedrukt, de verpondingsbelasting ging van de pacht af; resteerde een pachtbedrag van 7 guldens en 17 stuivers; het is mij onduidelijk of de pacht gedeeltelijk in natura betaald werd; gezien het te betalen bedrag in het boekjaar 1611-1612 van 28 gulden lijkt het een gedeeltelijke betaling in natura te zijn voor het boekjaar 1603-1604).
In het boekjaar 1611-1612 staat slechts : "Wissen arve mij betaelt op dit iaer 28-0-0" (NB dus betaald 28 gulden). In het boekjaar 1612-1613 staat : "Egbert Wisse pachter Swam voor 39 gg 54-12-0" (NB dus betaald 54 gulden en 12 stuivers) In het boekjaar 1613-1614 staat : "Wissen sine pacht 40 gg 56-0-0" (NB dus betaald 56 gulden)
-In het uitgavenboek van het klooster Sibculo staat over het boekjaar 1624-1625 de volgende kostenpost opgenomen onder het kopje "timmeringe". Vermeld staat: "Engbert wijsen huijs op vriesenvenne met kennisse van mijn heeren laeten timmeren ende het gebont bestaedet voer 7. daelders tot 7 gebont facit 73-10-." (dwz 73 gulden en 10 stuivers). -In het boekjaar 1625-1626 bedroeg de jaarlijkse pacht 40 goltgulden (afgedragen werd 56 gulden) bron: Statenarchief Overijssel inv. nr. 3084. -In 1635 pacht Egbert Wijssen het Wijssenerf voor 52 gulden per jaar. Hij betaalt overigens 72 gulden en 16 stuivers. In 1636 is het totaalbedrag 86 gulden en 16 stuivers. Vermeld staat dat in het bedrag nu ook 10 gulden zitten die voor heen aan de Heer van Almelo werden afgedragen.(Statenarchief inv. nr. 3085). De rentmeesterboeken van klooster Sibculo en Albergen vermelden in 1659 de kinderen Swissen als eigenaren van het goed. (inventarisnummer 3087 Satenarchief Overijssel). Een indicatie dat de opvolgers van Egbert Wissen, te weten Berent Claassen en Geert Hermsen [Smelt] getrouwd zullen zijn geweest met dochters van Egbert Wissen. In het boterpachtregister van 1659 wordt Engbert Wissen zelf nog wel genoemd als eigenaar van 1 akker land, een gebruikelijke constructie, als de oude vader nog niet overleden was, maar de boedel wel verdeeld werd en de oude lui nog een akkertje voor eigen onderhoud hielden, maar verder wel vaak recht van kost en inwoning kregen bij hun kinderen. In de boterpachtregisters valt te lezen dat een opslitsing van het erf van Engbert Wissen al rond 1649 een feit was. Stond in 1648 nog bijna 14 akkers op Eng(el)bert Wissens naam, in 1649 heeft hiervan (waarschijnlijk schoonzoon) Gert Hermsen [Smelt] bijna de helft verworven en de andere helft staat dan op naam van de schoonzoon Berent Claassen, elk bijna 7 akkers. Deze noemt zich later ook Wissen (oa boterpachtregisters van 1678 en1679). Voor Engbert resteerde ongeveer 1 akker land (bron: boterpachtregisters). Hoewel aantoonbaar overleden in, of voor, 1653, blijft de vermelding van zijn naam nog tot en met 1670 in de boterpachtregisters staan. Mogelijk dat de weduwe Engelbert Wissen toen nog leefde en dat de naam van haar man daarom in de boeken bleef staan. | Notities geboorte | treedt in 1626 als getuige op in een rechtzaak van Claas Hendriks Brinkhuis, is dan omtrent 40 jaar (bron: AHA inv. nr. 3217) | Notities overlijden | na het overlijden van Engelbert is er onenigheid (over de erfenis?) tussen de wed. Engelbert Wissen, haar zoon Johan Engelberts en de schoonzonen Berent Berents en Jan Berents Snijder contra Berent Claassen (schoonzoon van de weduwe Wissen), september-oktober 1653. |
|