naam: | Barta Smits |
van: | 't Vriesenveen (Vriezenveen) |
leeftijd: | 26 jaar |
adres: | Blomgracht (Bloemgracht) |
ouders: | vader Egbert Jansz Smidt |
geassisteerd met: | haar vader |
echtgeno(o)t(e): | Hendrick Michiel Pieters meestal Peeters of Peters genoemd |
beroep: | verfwer (lakenverver) |
van: | Langen (Hessen, Duitsland) |
leeftijd: | 30 jaar |
adres: | Blomgracht (Bloemgracht) |
ouders: | ouders dood |
geassisteerd met: | Vincent van der Arbe |
kinderen: | 1. Johannes, gedoopt 25-11-1687 Lutherse Kerk, getuigen Vincent van der Ark en Amenyta Jansen 2. Anna, gedoopt 30-6-1689 Lutherse Kerk, getuigen Ernst Töneböm en Helana Jansen Coesvelt, Anna huwt op 1-10-1706 de lakenverver Bruno Hulsman van Bremen, zoon van Dirk Hulsman. Bruno woont dan aan de Raamstraat. Anna is dan woonachtig aan de Prinsengracht. Zij laten in de Lutherse Kerk op 17-5-1711 een dochtertje Berta dopen, getuigen hierbij zijn de grootouders Barta Smit en Hendrik Peterse. 3. Johanna, gedoopt 17-07-1691 Lutherse Kerk, getuigen Treijntje Alberts 4. Jan, gedoopt 16-10-1692 Lutherse Kerk, getuige Egbert Jansen Smit (de vader van Barta uit Vriezenveen) 5. Johanna, gedoopt 27-3-1695 Lutherse Kerk, getuige Gerritje Smit (mogelijk de moeder van Barta uit Vriezenveen). Johanna huwt te Amsterdam op 16-4-1716 de koopman Christiaan Meijer van Bremen. Johanna woont dan aan de Prinsengracht. Christiaan Meijer hertrouwt op 10-8-1724 Cornelia Wenckink. 6. Geertruij, gedoopt 24-11-1697 Lutherse Kerk, getuige Geertruij Smit (waarschijnlijk de moeder van Barta uit Vriezenveen die hiermee dus vernoemd is) 7. Hendrik, gedoopt 26-07-1701 Lutherse Kerk, getuigen Ernst Teunebeun en Helena Koesvelt |
overige info: | Bartha wordt begraven in de Nieuwezijdskapel op 11-5-1716, echtgenoot Hendrik Michiel Peters volgt op 2-9-1719. Het is beslist een echtpaar in goede doen geweest. Ze hebben diverse panden in bezit. De eerste bezittingen waren al rond 1679 gekocht in de Ruijtersgang (steeg van de Lindengracht N.Zijde), hier zal Hendrik Michiel Pieters z'n eerste ververijfabriekje hebben gehad. De panden werden op 30-5-1724 door de erven Hendrik Michiel Petersen verkocht voor 1.825 gulden. Volgens de verkoopakte zou het daarbij om 3 woningen gaan. Later (20-4-1694) koopt Hendrik voor 1.730 gulden 3 achterhuizen met erven aan de Elandsgracht in de Sleepersgang. De panden waren gelegen voor aan de Elandsgracht tot aan de Klaverbladsgang. Op 27-10-1719 werden de panden door de erven voor 2.00 gulden verkocht aan Jan Hendriksz. Appelkamp. Als verkopers worden dan genoemd: de zoon Jan Petersen, koopman wonend aan de Leidsegracht en schoonzoon Bruno Hulstman, verver op de Raamstraat. En passant kocht Hendrik in 1694 in de Heintje Hoeksteeg nog een pand voor 2.925 gulden en tenslotte op 16-7-1701 koopt hij voor 6.600 gulden een huis met erven aan de Prinsengracht (nr. 480 huidige nummering). Hier heeft hij ook weer z'n ververij. In 1742 blijkt het pand eigendom van de weduwe Jan Peters. Laatsgenoemde was de zoon van Hendrik en Bartha. Hij had de ververij aan de Prinsengracht kennelijk overgenomen. In 1742 had de weduwe Peters volgens het personele quotisatiekohier 2 dienstbodes en bedroeg haar inkomen 4.000 gulden op jaarbasis. Het pand aan de Prinsengracht had toen een jaarhuurwaarde van 550 gulden. De weduwe werd in de categorie "kapitalisten 1" ingedeeld. |