Statenarchief van Overijssel toegang 3.1 inventarisnummer 2668. Extract uit het kohier van de 50e penning van Vriezenveen 1792-1799. Aangegeven overlijdens in dit register. |
op 2 februari 1793 geeft Gerrit Holland het versterf aan van zijn vrouw Cornelia Jansen, van wie hij volgens testament het halve huis en erf krijgt gelegateerd. |
Op 25 maart 1793 geven Gerrit Bramer en Trijntje Bramer het versterf aan van hun broer Fredrik Bramer van wie hen 1/3 part van huis en landerijen toekomt overeenkomstig het testament. |
Op 22 juni 1793 geeft Fredrik Gerrits het versterf aan van zijn zuster Trijntjen [Gerrits], hem toekomende het halve huis en de helft van de landerijen. |
Op 25 juli 1793 geeft Hendrik Arents het versterf aan van zijn vrouw Helena Kruijs hem komt toe het halve huis en een uitgebreide beschrijving van vele landerijen |
Op 21 december 1793 geeft Gerrit Meijer het versterf aan van zijn oom Derk Arents Smit. Heeft van hem overgenomen een huis, smederij en land ten einde zijn oom voornoemd en diens vrouw te alimenteren |
Op 20 maart 1794 geeft de weduwe van Jan Hend-k Prinsen het versterf aan van haar echtgenoot, haar komt toe een vierde part van het huis en talrijke landerijen |
Op 10 mei 1794 geven Fredrik Klumper en Grietjen Klumper het versterf aan van hun zuster Geertjen Klumper, overleden in de maand april 1794; betreft het derde deel van het huis en enige landerijen |
Op 26 september 1794 geeft Albert Weijteman het versterf aan van zijn vrouw; betreft een half huis, een akker lands opgaans, een halve akker superplusland, een vierendeel akker turfland en een half dagwerk hooi- en Croemenland. |
Op 14 augustus 1795 geeft Jan Santboer aan voor hem en zijn broer en zusters de erfenis van wijlen zijn broer Fredrik Santboer bestaande uit 2 akkeren lands opgaan en daarop staand huis en getimmerte; 2 ¼ dagwerk bovenwegsland; een halve akker turfland gelegen op de Oosterhoeve; een dagwerk hooiland gelegen in Striekenland; een dagwerk hooiland gelegen in het Woestenvierendeel; de Agtermaat op Schuppen Jaspersland; in de Horst ongeveer een dagwerk; nog 3 wanden bouwland gelegen in het Heidemansland. |
Op 18 december 1795 geeft de wed. ten Caete aan het versterf van haar man Berent ten Caete; betreft een half huis en meerdere landerijen |
Op 23 december 1795 geeft de wed. van wijlen Hendrik Egberts de Groot het versterf aan van wijlen haar zuster woonachtig te Deventer; het betreft een aantal stukken land. |
Op 13 april 1796 geeft Mannes Boesschen de 50e penning aan voor zijn vrouw de erfenis van Harmannes Boesschen op haar gedevolveerd de 8e februari 1796; het betreft veel landerijen |
Op 25 april 1796 heeft Abraham Mokkelenkate vanwege de 50e penning de erfenisse van wijlen zijn vrouw aangegeven, die op 7 januari 1796 is overleden. Het gaat om een huis en een aantal stukken land. |
Op 7 maart 1797 heeft G. Schimmelpennink de 50e penning aangegeven als excecuteur van de erfenis van Jan Schimmelpennink wonend te Almelo. Betreft een hooimaat genaamd Rappersbroek in dit gericht gelegen 4 dagwerk groot, welke jaarlijks met 8 pond boterpacht aan Huize Almelo is belast. Voor de helft bij testament d.d. 15 februari vermaakt op wijlen zijn broer en de andere helft op zijn neven en nichten. |
-Op 19 juni 1797 geeft Egbert Esse voor zijn kleinzoon Jan Mannessen de 50e penning aan voor de erfenis van wijlen Jan Alberts Berkhoff bestaande uit een grasgaarden, liggend in Engbert Hospes zijn land. Dezelfde dag geven de erfgenamen van wijlen Jan Alberts Berkhoff de 50e penning aan voor de geërfde goederen, te weten: een huis met kleine gaarden voor de woning, 2 wanden bouwland op de Geelekerie, en een koeweide op Kintmansland |
Op 17 november 1797 heeft de wed. van Klaas Klaassen de 50e penning aangegeven van wijlen haar man, aan haar bij testament d.d. 13 juli van dit jaar gelegateerd. Betreft de helft van de woning en gaarden en de helft van andere landerijen. |
Op 20 oktober 1797 heeft Hendrik Coster de 50e penning aan vanwege de erfenis hem bij testament door wijlen zijn zuster in februari gelegateerd. Het gaat om een half huis en diverse stukken land. |
Op 15 januari 1798 hebben de erfgenamen van wijlen de wed. Schikkart de 50e penning aangegeven van de wed. Schikkart wonende in Terborg (“Ten Borgt”) |
Op 26 maart 1798 geeft Mannes Derks de 50e penning aan voor en namens zijn kinderen vanwege de erfenis van wijlen zijn broer Gerrit Derks aan hen bij testament gelegateerd in de afgelopen maand januari. Het betreft een halve akker land opgaans en een half huis met de halve schuur en 2 dagwerk hooiland in Geesenland; een koeweide in Klaas Bramersland; 1 ¼ dagwerk hooiland in de Woesten en een halve akker Hoevenland. |
op 5 november 1798 geeft de wed. Gerrit Gerritsen Keep de 50e penning aan ivm de erfenis van wijlen haar man, bestaande uit het halve huis en een halve bouwgaarden achter het huis; een koeweide in Siemtiesland; 3 wanden gras/bouwland op Jan Klaassen zijn land en een vierde akker turland op de Westerhoeve. |
op 5 december 1798 geeft Derk Harms de 50e penning aan ivm de erfenis van zijn tante (“moeie”) de weduwe Berent Cremer wijlen haar man, bestaande uit diverse landerijen, aan hem gelegateerd bij testament opgemaakt in het jaar 1797. |
op 7 december 1798 geven de gezamelijke erfgenamen van wijlen Berent Wijchers het versterf aan van hun oom, die in de maand november 1798 is overleden. De goerderen bestaan uit een huis, zes wanden bouwland met een opslag in het Doddenland en nog een aantal andere stukken land gelegen op Paaschensland en de Paterie. |
Op 7 januari 1799 geven de gezamelijke erfgenamen van wijlen Wolter Leenders en diens huisvrouw Dorothea Harwig, het versterf aan van wijlen haar broer, oom en “moeie” aan hen gelegateerd bij testament in december 1798. Het gaat om een huis staande op de St. Cruijsenvicarij; een halve akker turfland op de Westerhoeve en een dagwerk hooiland in Potsland etc. |
© 2008 Erik Berkhof Amsterdam. e-mail: onweersberkhof (at) chello.nl