originele tekst | datum | hedendaagse vrije vertaling |
"Ao 1660 In Januaris hebbe ick Hermen Evers Coster, de rogge opgebeurt van de pastorie, dewelcke in Ao 1659 was verschenen, (in de marge staat: moet gespecificeert worden) ende daer toe gehadt 5 personen, te weten met die meijer, die het kooren voorde, ende doe 2 dagen cost ende bier verschaff en het verdienst daerenboven betaelt. Dit alles tot goede reeckeninge, hebbe daer van die rogge aent huijs te Almelo gelevert, nae onse maete 30 mudde ende 6 schepel en een spint, maer heeft op dat Huijs te Almelo niet meer geweest als 29 mudde ende 2 schepel, ende 2 mudde daer van gedaen de pastoorsche op t' Vriesenveen, in alles voor cost en bier ende arbeijts loon stelle ick 10-0-0, ofte tot discretie van mijn Heer. Dese posten en sijn inde vorige reeckeninge niet begrepen." | jan. 1660 | In januari 1660 heb ik Hermen Evers Coster de rogge van de pastorie opgehaald. (In de marge staat: moet gespecificeerd worden ) en daarvoor zijn bij mij geweest 5 personen, samen met de meijers (pachters van de pastoriegoederen?), die het koren vervoerden en toen 2 dagen de aanwezigen van eten en bier voorzien en arbeidskosten betaald. Hiervoor stel ik in totaal aan kosten: 10 guldens. Van de geleverde rogge, waarvan de hoeveelheid in Vriezenveen, naar eigen maat, was vastgesteld op 30 mud en 2 schepel en 1 spint bleek, volgens de maatstaf op Huize Almelo slechts 29 mud en 2 schepel te zijn (waarvan 2 mud aan de predikant is geleverd). |