Genealogie van Johan Berckhoff

--- In de genealogische database vindt u dezelfde informatie anders gepresenteerd inclusief foto's. Levende personen worden niet weergegeven, tenzij toestemming is verleend. genealogische database---

I. Johan Berckhoff, geb. Duitsland? omstr. 1550, † Vriezenveen vóór 9 aug. 1601, tr. N.N. N.N., † Vriezenveen na 10 aug. 1602.
Uit dit huwelijk:
1. Wisse Berckhoff, geb. omstr. 1575, † Vriezenveen na 1590.
2. Berendt Jansen, volgt II.

Notitie bij Johan: De naam Berckhoff komt voor het eerst in de boterpachtregisters voor van 27-6-1583 (dit is het eerste boterpachtregister in het Archief van Huize Almelo). De naam Johan komt voor het eerst voor in het boterpachtregister van 1589. Hij wordt dan aangeduid met de naam "Berck Johan". Johan en Jan zijn trouwens uitwisselbare namen. Johan bezat 10 akkers land.

In 1589 voldeed de dochter van Johan de boterpacht voor haar vader. Deels op 18 juni en deels op 25 augustus 1590. "Berck Johan dorch sin dochter Wisse den 18 junij 90". En op 25 augustus staat vermeld: "Berck Johan dorch syn dochter Wijsse iii-".
(copyright Erik Berkhof, Onweersberkhof.com)
Notitie bij het overlijden van Johan: in het verpondingsregister van 1601 staat zoon Berendt als hoofdbewoner van het Berkhofserf vermeld. Dit zou een indicatie kunnen zijn dat Johan dan overleden is.
Notitie bij N.N.: 10-8-1602 staat ze als de moeder van N.N. Berckhoff vermeld die de boterpachtverplichting voldoet (Bron: Boterpachtkohier Huize Amelo).
Notitie bij Wisse: Voldeed de boterpacht voor haar vader over het jaar 1589. Deels op 18 juni en deels op 25 augustus 1590. "Berck Johan dorch sin dochter Wisse den 18 junij 90".

In het boterpachtregister van 1602 staat vermeld dat een zekere Wisschen, de "zwagersche"van Hendrick Tymmerman de boterpacht betaald van 1 akker land. Of ze identiek is aan Wische Berckhoff is onduidelijk. De naam is wel redelijk zeldzaam. In dat geval zou Wische gehuwd zijn geweest met een broer van Hendrick Tymmerman ofwel met een broer van zijn vrouw.

II. Berendt Jansen Berckhoff, geb. Vriezenveen(?) omstr. 1580, boer,1 † Vriezenveen omstr. 1644, tr. 1e Vriezenveen vóór 27 maart 16262 Janna Herms (?), geb. Vriezenveen? omstr. 1580, † ald. vóór 20 mei 1644, dr. van Hermen Egberts en N.N. Johansen ten Brinckhuijs (Brinckhuz); tr. 2e Vriezenveen? vóór 20 mei 16443 N.N. Fenne, geb. Vriezenveen? omstr. 1580, † Vriezenveen na 20 mei 1644.
Uit het eerste huwelijk:
1. Hermen Berendz Berchoff, geb. Vriezenveen 1611,4na 1633.
2. Hendrick Berentsen, volgt IIIa.
3. Berent Berentsen, volgt IIIb.
Uit het tweede huwelijk:
4. Jan Berents Barckhof, geb. Vriezenveen omstr. 1630, †? na 1677, tr. Vriezenveen 1677 Jenneken Gerrits, geb. Vriezenveen omstr. 1650, †? na 1677, dr. van Gerrit Eskes (ook Essen) Smit en N.N. Harms Mooijert.

Notitie bij Berendt Jansen: Voor’t eerst met name genoemd op 1-4-1601 in het verpondingsregister (Archief van Ridderschap en Steden van Overijssel (RAO Statenarchief (Inv. ter Kuile) inv. nr. 2456). In boekvorm gepubliceerd in 1983 door de Vereniging Oudheidkamer "Twenthe". Erg handig als je het oude schrift niet machtig bent, en ook erg leerzaam om met de oude geschriften bij de hand het oude handschrift te leren ontcijferen.
Deze verponding (belastingaanslag op onroerend goed) werd ingesteld om de kosten te dekken van het sturen van ambassadeurs van de Staten Generaal van de Verenigde Nederlanden naar de hoven van Frankrijk en Engeland. Het waren roerige tijden. De 80 jarige oorlog was aan de gang en de Staten Generaal zaten dringend verlegen om geldelijke middelen.
In dit verpondingsregister staat voor Vriezenveen als eerste genoemd Berendt Berychoff. Hij werd aangeslagen voor ongeveer vijf mudde roggen (=ca. 2 1/2 hectare akkerland. Vermeld wordt bij hem als enige Vriezenvener dat hij een "ploech" bezit. Verder had hij 6 koeweiden (=ca. 3 hectare weiland) en 4 "dagmaet hoylandes" (= ca. 2 hectare hooiland). Verder wordt nog gemeld dat wat hij meer aan beesten weidt, dan waar zijn land voor geschikt is. Hij weidt zijn beesten in de "wyldernissen en unlandt" (lees het onontgonnen veengebied van Vriezenveen dat liep tot Sibculo). De beesten worden daar "hongerych geweydet". Verder staat vermeld dat hij op z´n land nog een schuur had, waar de beesten konden schuilen. Van het land wordt vermeld dat dit niet zijn eigendom is, maar toebehoort aan buurman Hans Berendes.

Van 1631 tot 1645 wordt Berent Berckhoff in alle jaren (waarvan de registers bewaard zijn gebleven) als eerste genoemd op de lijst van boterpachtkohieren op het Oosteinde van Vriezenveen; dit betekent dat hij aan het einde van het Oosteinde woonde, of aan het begin, het is maar net hoe je het bekijkt. In de jaren voor 1631 wordt alleen de naam Berckhoff vermeld. Andere naamvariaties van de achternaam in deze kohieren in die tijd zijn. Berric(k)hoff en Berchof(f) en Berckhof, meestal echter Berckhoff. Omdat in de jaren na 1598 alleen de naam Berckhoff wordt vermeld, -zonder voornaam-, is het niet duidelijk of de pachter van het goed in die jaren Berent was of zijn vader Johan Berckhoff. Zie opmerkingen bij Johan.
Berent bezat volgens de boterpachtregisters 10 1/2 akker land. In 1639 gaat 1/2 akker naar (schoonzoon) Jan Berents. Deze Jan Berents bewoonde het erf Oosteinde 181, het latere Kruijserf. Deze persoon staat tot ongeveer 1657 in de boterpachtregisters vermeld, waarna diens zoon Peter Jan Berends het erf bewoont. En daarna Jan Berents Kruis (oa boterpachtregister 1694).
In het boterpachtregister van 1635 staat vermeld dat "Berent Berchoff"een halve akker land overneemt van Egbert Herms, eerst stond er de naam van Griete Herms, maar deze naam is doorgehaald..
In 1601 bezit Berent 3 paarden en 25 schapen, maar geen bijenkorven . In juni 1602 zijn de aantallen als volgt: 3 paarden, 4 varkens, 23 schapen en 2 bijenkorven.

Rechtsprotocollen Stad Almelo: 27-3-1626 lenen Berend Jansen Berkhoff en Janna zijn huisvrouw van Vriezenveen aan Willem Gerdes en zijn huisvrouw Janna Hendriks 100 daalders a 30 stuivers.

20 mei 1644 Effert Arentsen ten Hoeve en Griete Gerdes zijn schuldig aan Fenne wed. van Berent Berckhoff "derde half hondert(350) Kar. guldens dito 250 gulden ad 20 stûver".
(in 1659 doet Hendrik Berkhof "opsage" van deze penningen.)

Uit deze laatste akte en uit het feit dat vanaf 1645 Berent en Hendrick Berckhof als boterpachtplichtigen staan vermeld (dit zijn zoons van Berent Jansen B.) kan worden opgemaakt dat de vader Berent omstreeks 1644 zal zijn overleden. Het goed (oorspronkelijk 10 akkers) werd gesplitst, met voor elke zoon ongeveer 4 akkers land.
De drie zonen van Berent zijn geboren in 1611 (Hermen) 1614 (Hendrik) en 1618 (Berent). Of Janna hun moeder is valt niet met zekerheid te zeggen, maar is zeer wel mogelijk. In elk geval is de tweede echtgenote Fenna het niet omdat Janna in 1626 nog leefde. Het valt niet uit te sluiten dat er nog een eerder huwelijk was. Zoon Jan Berents die in 1677 huwde zal waarschijnlijk later geboren zijn, mogelijk is hij een zoon van Fenne.

Op 2-12-1626 is Berendt Berrichoff met Joannes Boncamp keurnoot bij een rechtszaak (HAA inv. nr. 3211, foto 052).
In dat jaar verklaren Derk Arentsen Grubbe en Fenne z´n huisvrouw dat ze 100 daalder, elke daalder van 30 stuivers elk hebben geleend van Hendrik Berends Berkhof en Janna zijn huisvrouw .

Op 7-9-1627 daagt "Berendt Berckhoff" Thonis Janssen voor het gericht. De aanklacht was de beschuldiging van "toverie" (toverij) gedaan in een openbare gelegenheid (ongetwijfeld een kroeg), gedaan door Thonis Janssen aan het adres van Berkhof. Dit was in deze tijd een heel zware belediging die je niet over je kant kon laten gaan. Het meest vooraanstaande familielid diende de aanklacht in bij de Heer van Almelo. Het was Claes Berendsen, de schout van Wierden, genoemd de neef van Berendt. Daarmee wordt een familieverband blootgelegd, waarbij overigens niet duidelijk is of deze via de vader of de moederlijn loopt. Claes Berendsen wordt tusen 1599 en 1627 genoemd als schout van Wierden. (bron: B. van Dooren, Gens Nostra, 1996; AHA inv. nr. 2966 en 3217).

Berent treedt in een rechtzaak op voor zijn zoon Hendrick in 1636 als deze samen met een aantal andere jongelui van het Oosteinde beschuldigd wordt zich misdragen te hebben op vastenavond, waarbij onder andere dominee Molano en zijn vrouw Trijntje Jansen werden aangedaan om zogenaamd "vastenavondsbier" te krijgen. Molano stelde dit oude katholieke gebruik niet op prijs en er ontstond een ruzie tussen de Oosteinder jongeren en de predikant (AHA inv. nr. 3222 foto 30112006c.089.jpg) Berent verklaarde namens zijn zoon Hendrick, dat deze niets misdaan had.
(copyright Erik Berkhof, Onweersberkhof.com)
Notitie bij het overlijden van Berendt Jansen: zie notities persoon
Notitie bij Janna: patroniem herleid vanwege zoon Hermen. Nog een indicatie zou kunnen zijn dat Berent Berchoff in 1635 1/2 akker land verwerft van het erf van Egbert Hermts (later ook Dekker genoemd), wellicht een broer van Janna Herms ? Overigens werd eerder de naam Griete Hermes doorgehaald in ditzelfde register en vervangen door Egbert Hermts.
Notitie bij de geboorte van Hermen Berendz: getuige in een proces in 1633, leeftijd is dan 22 jaar. Verklaart daarbij dat de vrouw van gedaagde Jan Frerix, genaamd Gese, een nicht is van hem.(bron: HAA inv. nr. 3212, foto 64). Ook de getuige Hendrick Hendricks Bourman verklaart (dubbele) neef te zijn van Gese.
Notitie bij Jan Berents: persoon getraceerd dankzij een rechtzaak die gevoerd werd tussen de schoonvader met de verloofde van echtgenote Jenneken Gerrits. Wat wil het geval.
Jenneken Gerrits was verloofd met de knecht van haar vader genaamd Frerik Jansen. En de verloving was geconcretiseerd door samen het bed te hebben gedeeld en door de gift van Frerik Jansen van 1 1/2 dukaat aan Jenneken. Dit gold in die tijd kennelijk als een verlovingsdaad. Frerik Jansen werd de dag voor het huwelijk van Jenneken met Jan Berents [Barckhof] op de hoogte gesteld van dit huwelijk. Het mag duidelijk zijn Frerik moet verbijsterd zijn geweest. Deze mededeling kwam volkomen onverwachts. Hij had niets aan zien komen. Voor zijn beleving was hij verloofd met Jenneken, dan kon ze toch onmogelijk zomaar met een ander gaan trouwen. Hij waarschuwde Jan Berents [Barckhof] de avond voor het huwelijk. Ook Jenneken waarschuwde hij, immers zij waren toch verloofd. Na dit huwelijk liet Frerik zijn frustratie over de hele gang van zaken blijken. Hij stak het naar de buitenwereld toe niet onder stoelen of banken. De vader van Jenneken, Gerrit Essen Smit genaamd, was daar niet erg gelukkig mee en vond dat de familieeer door dergelijke verhalen werd aangetast en begon daarom een rechtszaak tegen zijn knecht Frerik Jansen. Verschillende getuigen komen opdraven en eigenlijk bevestigen zij allen de lezing van Frerik. Ook de dominee Henric Arentsen levert nog een attestie ten gunste van Frerik Jansen, vermeldend dat Frerik een goed stichtelijk lidmaat was van "de ware gereformeerde christelijke religie".
Door al deze getuigenverklaringen had Gerrit Essen Smit het omgekeerde bereikt van wat hij wilde. Bovendien werd hij gesommeerd samen met Frerick Jansen de gerichtskosten te betalen die de lieve somma van 103 gulden en 7 stuivers bedroegen (bron: AHA inv. nr. 3055).
Hoewel Jan Berents niet met de naam Berkhof in de stukken voorkomt zal hij wel Berkhof hebben geheten want in de stukken staat vermeld dat ".......als ’t houwelijck tussen Jan Berents en Jenneken Gerrits was gesloten, komende met malcander van Barckhof’s bruilofte.......". Het huwelijk was (eerder?) op dezelfde avond gesloten in de ouderlijke woning van Jenneken. Kennelijk werden de feestelijkheden in beide woningen gehouden. In dit geval zowel aan het Westeinde en aan het Oosteinde.
Wat Jenneken bewogen heeft om op het allerlaatste moment met de (vermoedelijk) veel oudere Jan Berents Barckhof te huwen blijft gissen. Mogelijk dat haar ouders besloten hadden dat dit een betere partij voor haar was, immers Frerick was een knecht en Jan Berents Barckhof was de zoon van een boer van aardig formaat.

Jan Berents zou ook de zoon kunnen zijn van Berent Berentsen Berckhoff geboren 1619, echter hij heeft al een zoon Jan Berents Berckhof die in 1683 huwde en daarbij wordt deze geen weduwnaar/of gescheiden echtgenoot genoemd. Deze mogelijkheid is echter zeker niet uit te sluiten. Mogelijk waren ze vergeten (al dan niet bewust) dat Jan Berents eerder gehuwd was geweest? Soms werden zaken opzettelijk verzwegen in doop en trouwregisters vanwege de schande. En dit huwelijk kan, -hoe je het ook went of keert-, in deze tijd bepaald niet gunstig zijn geweest voor het familie-imago.

IIIa. Hendrick Berentsen Berkhoff, geb. Vriezenveen 1614, † ald. omstr. 1680, tr. 1e Vriezenveen (?) omstr. 1640 Janna N.N., geb. Vriezenveen? omstr. 1620, † Vriezenveen na 10 juni 1645, dr. van Hermen Roelofs; tr. 2e vóór 1683 Aele Jansen, geb. omstr. 1650, † Vriezenveen na 2 febr. 1683.
Uit het eerste huwelijk:
1. Berent Hendriks, volgt IVa.
2. Jasper Hendriks, volgt IVb.

Notitie bij Hendrick Berentsen: kerkmeester 1657-1659. sestiene 1666.
Bewoonde een erf aan het Oosteinde, noordelijk van de dorpsstraat (huidige nummering vermoedelijk 393 of nr. 409). Dit erf besloeg 4 akkers.
Tussen 1654 en 1679 pacht Hendrik Berends Berkhof de Plaijlanden van Huize Almelo. In 1670, 1671 en 1672 betaalt hij daarvoor 70 gulden pacht jaarlijks (AHA inv. nr. 965).

Is in 1636 één van de 14 beschuldigde jongeren van het Oosteinde, die had deelgenomen aan het oude gebruik om op vastenavond "vastenavondsbier" te verzamelen langs de huizen (een soort Sint Maarten, alleen dan niet voor snoep, maar voor bier en aanvulleende versnaperingen). Zijn vader verklaart tijdens het proces dat zijn zoon niets verkeerds heeft gedaan. Wordt een paar keer Berrichaves Hendrick genoemd. Zijn vader wordt overigens wel gewoon onder de naam Berrichoff vermeld. Berrichaves lijkt een soort verkleinwoord te zijn en het lijkt erop dat dit de naam was, waaronder Hendrick in deze tijd bekend stond. Het heeft wat karakterkenmerken van een bijnaam. Een andere gedaagde is Brouwers Hendrick, in 1639 worden alle 14 personen veroordeeld. (HAA inv. nr. 3222).(foto 30112006c.089.jpg).

13-09-1652 treedt Hendrick Berckhoff op, mede namens zijn broers en zusters, (dit betekent dat er in elk geval twee nu nog onbekende zusters moet zijn geweest) contra Jan Otten. Deze was een oom van de vrouw van Hendrik Berkhoff. Jan Otten was gehuwd met een dochter van Egbert Berends Schulten. De verwantschap kan dus zowel via de bloedlijn van Jan Otten als die van de familie Schulten lopen (AHA inv. nr. 2963) ( foto. 124). Daarbij moet opgemerkt worden dat zowel Hendrik Berkhof als Jan Otten een deel van het erf van Hermen Roelofs verwerven (bron: boterpachtregister 1657).
Ook in 1652 (juli) doen Hendrik Berckhof en Jan Otten kennelijk (erg duidelijk is de akte niet) aanspraak op tegoeden die zij hebben op wijlen Hermen Roelofs en Fenne Luickens. Hiervoor spreken zij namenlijk de erfgenamen aan, te weten Hindrik Pleihus en Hindrik Roelofs. Deze verweren zich door te stellen dat bij hun geen geld is te halen. Zij zijn "schamele luiden" (bron: AHA inv. nr. 3202).
-1636 of 1639 ondertekenaar van een protest tegen de Drost van Thil (Bron: Archief dr. Jonker/Herman Jansen).
10 juni 1645 lenen Hendrik Berentsen Berkhoff en Janna zijn huisvrouw van Vriezenveen 100 daalders a 30 stuivers rente aan Derk Arentse Grubbe en Lyeda (Rechtsprotocollen stad Almelo).
-In 1654 als pachter van het Huis van Almelo genoemd. Pacht in 1658 en 1661 de zgn. Plaijlanden. ’t Laatst als pachter vermeld op 17-2-1679 (Bron oa garvenregisters Archief Huize Almelo).

Wordt in de Boterpachtregisters vermeld vanaf 1645 tot en met 1671. In 1658 (boterpachtregister) had hij 5 1/2 akkers land. Een halve akker had hij verworven uit de landerijen van Hermen Roelofs die op het Westeinde, bij het Midden, had gewoond. Mogelijk is deze Hermen Roelofs de schoonvader van Hendrik. Heel opmerkelijk wordt de zoon "Berendt Hendricsen Berckhoff" tussendoor in 1670 al genoemd als boterpachtplichtige, terwijl zijn vader Hendrik toen nog geleefd moet hebben. Vanaf 1678 wordt zijn zoon uitsluitend nog genoemd.
Jan Otten heet in 1652 de oom te zijn van de vrouw van Hendrik Berends Berkhof (bron: AHA inv. nr. 2963).

1-3-1661 heeft Rotger Berends voor zijn zoon geaccordeerd een boete van 12 keijser guldens vanwege messentrekkerij tegen de zoon van Berckhoff (AHA inv. nr. 3245).

Op 25-08-1662 beklaagt Hendrick zich voor het breukgericht over Lephart, de zoon van Court Lepharts, die hem op de maandag van Almelose kermis, tot bloedens toe had geslagen (AHA inv. nr. 3232).

Op 14-2-1668 is Hendrick samen met een groot aantal Oosteinders getuige in een onderzoek, waarbij alle getuigen, ook nog eens verdachte zijn. Er was geknoeid met de turf, die voor de Heer van Almelo was bestemd, er was onder de turf vuiligheid gestopt, zodat het leek alsof het allemaal goede turf was. Ook broer Berend treedt in dit onderzoek als getuige op (Archief Huize Almelo inv. nr. 2932).

Hendrick wordt ook op 17-2-1679 in de rechtsprotocollen van de Stad Almelo genoemd, doet dan opsage van de penningen die hij uit heeft staan bij Jan Bruynholt. Vervolgens op 12-5-1679 van de penningen welke hij uit heeft staan bij Geert ter Weel.

Hendrik Berentsen Berkhoff is kerkmeester van Vriezenveen geweest (1657-1659), hij is namelijk keurnoot in een rechtzaak 13-1-1658 (Statenarchief Almelo inv. nr. 4053), dergelijke functies waren doorgaans bestuurders voorbehouden. In het kasboek van de koster wordt genoemd de kerkmeester Berent Hendricks, echter zonder de familienaam te noemen. Ook wordt in het breukregister van Almelo op 3-1-1659 Berckhof en de scholtis genoemd inzake de nalatigheid bescheiden te tonen inzake de rechtzaak tegen de drost van Thil. Het komt hen op een breuck (boete) van 8 mudde haver te staan. Ook deze boete en de vermelding van de naam Berkhof duidt erop dat (hoewel hier de voornaam niet vermeld staat) in deze tijd een Berkhof in het bestuur moet hebben gezeten als kerkmeester. In het tinsregister van hoenderen uit 1657 wordt als kerkmeester inderdaad een Berckhoff vermeld die tinsplichtig was voor een paar karpoenen. In het tinsregister van 1658 wordt Berckhoff eveneens vermeld, een aanwijzing dat hij toen ook kerkmeester was. Kerkmeesters waren kennelijk vanuit hun functie tinsplichtig, evenals de schout en de predikant die ook elke keer op de lijsten van dit register vermeld staan. In het tinsregister van 1659 staat Hendrick Berents vermeld. Hij zal waarschijnlijk identiek zijn aan de Berckhoff’s vermeld in de registers van 1657 en 1658 (bron: AHA inv. nr. 1334 en 1335). Verder was Hendrick Berentsen Berkhoff in elk geval in augustus 1666 één van de sestienen van Vriezenveen (bron: breukregister Almelo inv.nr. 3245).
(copyright Erik Berkhof, Onweersberkhof.com)
Notitie bij de geboorte van Hendrick Berentsen: als getuige in een proces op 14-2-1668 (Archief Huize Almelo inv. nr. 2932) verklaart hij omtrent 55 jaar oud te zijn. Dus moet hij ca. 1613 zijn geboren.
Echter ook als getuige in een proces in 1653 (Archief Huize Almelo inv. nr. 3224) genoemd, dan is Hendrick "omtrent 38 jaeren", dat zou inhouden dat hij rond 1615 geboren zou zijn. Met deze ouderdomsverklaringen lijkt het zeer aannemelijk dat Hendrick in 1614 geboren moet zijn.
Hendrik Berentsen staat in 1665 borg voor de boete die de zoon en de schoonzoon van de molenaar van geesteren die zich aan een vergrijp schuldig hadden gemaakt en 50 goltgulden boete moesten betalen. Ook is hij datzelfde jaar nog borg voor 30 goldgulden voor een boete die Jan Roeberinck op Vriezenveen moest betalen vanwege "kackerollen". (archief Huize Almelo inv. nr. 3245) Ook andere gevallen worden genoemd.
Notitie bij Aele: Volgens dr. Jonker was Berend Berkhoff mogelijk gehuwd met éne Alie Jansen, dat zal waarschijnlijk uit het vuurstedenregister zijn afgeleid. Alie is volgens mij eerder de weduwe van de vader van Berend, te weten Hendrick Berentsen Berkhoff. Zoon Berent Hendriks Berkhof leeft namelijk nog bij de huwlijksregistratie van diens zoon Jan in 1693 met Anna Berents.
Notitie bij het overlijden van Aele: genoemd als de weduwe Aele Jansen in het vuurstedenrergister van 1683.

IVa. Berent Hendriks Berckhoff (ook Berchof en Barchof), geb. Vriezenveen omstr. 1640, † ald. na 1702.
Zijn kinderen:
1. N.N. Berents Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1665, † ald., tr. vóór 1684 Egbert Berends Kooijker, geb. omstr. 1640, † Vriezenveen omstr. 1703.
2. Jan Berends, volgt Va.

Notitie bij Berent Hendriks: landbouwer, kooiker (1676-1684) en turfgraver. Kooiker van de Ooster Kooij van 1679-1683. Wordt vanaf 1670 in de boterpachtregisters genoemd tot 1696. Bewoonde een erf aan het puntje van de dorpstraat Oosteinde (nr.409 of 393); wordt altijd als tweede op de boterpachtlijst van het Oosteinde genoemd. Hij had een een vierakkerstuk. Vanaf 1701 wordt zijn zoon Jan Berents Berkhoff genoemd als eigenaar van het vierakkerstuk. Was daarnaast huurder van de zogenaamde Plaijlanden.
Kerkmeester 1688-1689.

Berent Hendriks Berckhof is het meest waarschijnlijk identiek aan Berent Barckhof genoemd in het register van de 500e penning uit 1675 (Statenarchief nr. 2681). Daarin wordt hij aangeslagen voor 2 gulden. Dit betekent dat zijn vermogen rond 1000 gulden moet hebben bedragen en dat was aanzienlijk voor die tijd, daarmee behoorde hij tot een kleine groep van rijke Vriezenveners die voor deze belasting werd aangeslagen.

In 1679 krijgt [Berent Hendriks] Berckhoff een vergoeding van de Heer van Almelo van 120 gulden vanwege " ’t bedienen van die Kooi". In datzelfde jaar betaalt Berckhoff 56 gulden voor pacht [van de Plaijlanden] (bron AHA inv. nr. 967 foto 586)
Hiervoor betaalde hij een jaarlijkse huur voor van 70 Karoli guldens van 1661-1672 (bron AHA inv. nr. 965-969). In 1674 werd het pachtbedrag opnieuw vastgesteld en wel op 56 gulden. Aangezien de vermelding alleen Berckhoff is in de landerijentregisters is het niet mogelijk vast te stellen wanneer de overdracht van dit gehuurde land van vader op zoon plaatsvond. (bron: AHA inv.nr. 1267). In 1690 betaalde hij de huur met 2 dagwerk turf ter waarde van 12 gulden (bron: AHA inv.nr. 1268). Dit land werd volgens mij voor turfwinning gebruikt en het lijkt erop dat de winning ervan steeds minder opleverde waardoor de jaarlijkse pachtsom steeds naar beneden toe werd bijgesteld. Was turfleverancier aan Huize Almelo. In de boterpachtregisters van 1686 en 1687 staat dat hij zijn boterpacht met turf betaalde en in 1689 met een rekening d.d. 13-08-1691. Deze rekening is bewaard gebleven (inv. nr. AHA 1268). Uit de rekening blijkt dat Berent turf had geleverd aan Huize Almelo ter waarde van 47 gulden en wel over de jaren 1687,1688 en 1689. Tevens had Berent een koetspaard aan de Heer van Almelo verkocht voor 65 gulden d.d. 13-08-1691. De rekening werd deels betaald door hierop boterpachtverplichtingen over de jaren 1687-1690 in mindering te brengen, evenals een boete van 2 guldens en 2 stuivers die de zoon van Berent had opgelopen door een vechtpartij met de zoon van Geert Luickes (zie hiervoor ook het breukregister AHA inv. nr. 3245). Een deel werd ook in contanten voldaan door de Heer van Almelo. De eindafrekeing vond plaats op 13-08-1691. De bewaard gebleven rekening is erg belangrijk, omdat met deze rekening een link gelegd wordt met de boterpachtregisters, waardoor duidelijk is dat Berent Hendriks de pachter is van de Plaijlanden en door zijn handtekeningen bij de rekening is ook de link te leggen naar de belastingregisters van 1694 (zoutgeld en kohier van de 1.000e penning) en kan geconcludeerd worden dat hij een bestuurlijke functie vervulde, aangezien hij deze belastingregisters ondertekende. De handtekening onder deze belastingregisters stemt namelijk overeen met die van de in het archief aangetroffen rekening.

In de rentmeesterboeken van Huize Almelo over het boekjaar 1686 is een lening van Berent Berckhoff aan de Heer van Almelo traceerbaar:
den 9 dito [oktob. 1687] tot Zutphen an Mr. Bruijn secret van de Heere van Rossum bet. in minderinge van des selfs competerende interee bet. seven hondert en tijn gl. L. Q. No. 35 f 310- [In de kanlijn staat verder nog] Na hier toe van Berckhoff genegotieert 400 guld.dus pro memoria waer voor den Pleij in het gebruick heeft (bron: AHA inv. nr. 975, foto 3511).
Elders in de kasboeken van Huize Aklmelo valt te lezen dat de lening aan de Heer van Almelo zefs 800 gulden moet zijn geweest en voor de rente van 6% die de Heer van Almelo aan Berckhoff moest betalen, pachtte Berckhoff de Plaijlanden, waardoor hij geen pachtgelden hoefde te betalen voor dit gote stuk land, waar turf gewonnen kon worden.) zie oa. AHA inv. nr. 1022 foto nr. 2253).

Berent Berckhoff schrijft zijn handtekening consequent zonder de letter k, als Berchof of als Barchof. Ondertekent het register van de 1.000e penning van 1694 bijvoorbeeld als "barchof". Dat betekent dat hij in 1694 een bestuurlijke functie zal hebben gehad. Er zijn veel handtekeningen van hem bewaard gebleven.
Is meest waarschijnlijk kerkmeester van Vriezenveen geweest (o.a. 1688). Is op 24-4-1692 assesor (bijzitter) in een rechtzaak voor het hooggericht (HAA inv. nr. 3097). In het register van de 1000e penning van 1694 wordt Berent vermeld met een vermogen van 600 gulden.

Doet 13-1-1677 opsage van de penningen welke uitstaan bij Derk Grubben. Het betreft penningen die zijn vader Hendrik Berents uit had staan (1645) en hij kennelijk geërfd had. Uitstaande leningen konden, afhankelijk van de in een hypotheekakte opgenomen bepalingen, worden opgevraagd door de erfgenamen bij overlijden van de leningverstrekker.
Bron Rechtsprotocollen Stad Almelo nr. 2629.

-22 april 1694 verklaart rentmeester Boom van Huize Almelo dat hij de 9 gulden die Berent Berckhoff sinds 4 oktober 1692 tegoed had van Huize Almelo vanwege geleverde turf in aftrek brengt op de pacht van Egbert de Koijker. Berent Berckhoff ondertekent de quitantie met “berent barchof” (987 AHA foto 1643).

Wordt op 7-9-1696 samen met Berent Jansen Brouwer gearresteerd door Otto Frederix, de schout van Vriezenveen, op verzoek van Geert Roeberinck van Geesteren vanwege illegaal gemaaid boekweit (HAA inv. nr.3211). Zie ook inv. nr. 3228.

Op 9-5-1701 kopen Hermen Berends, Fenne Geertsen, wed. Coert Berents, Berent Berents Hollander, Jan Berents Krull en Gerrit Gerrits Vos een stuk hooiland, 24 daghwerk groot, genaamd de Plaay (ook Plaij) tot aan de Blanke Meer, zoals Berent Berkhof deze lange tijd in gebruik of pacht heeft gehad (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2673).

28-11-1701 verkoop door Berent Berckhoff van een gaarden van deze weg tot aan de waterleijdijck, oostert Jan Berents, westert Herman Berckhoff verkocht aan Geert Vrijlinck en Eefse Luix (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2673 foto 026).

In het rentmeestersboek van Huize Almelo zit een rekening, gedateerd 25 mei 1702 van 12 guldens en 10 stuivers die zijn verschoten door rentmeester Boom vanwege een conflict over een opweg tussen Berckhof en den Hollander (bron: AHA inv. nr. 991 foto 975). Berent lijkt toen dus nog in leven geweest te zijn. Hij wordt in de archieven van HUize Almelo kortweg als Berckhof of Berckhoff aangeduid.
ook op 9 juli 1700 staat al een afrekening vermeld in de kleine afrekenadminstratie van rentmeester Boom, ten bedrage van 2 guldens en 4 stuivers inzake "nar het Vriesenvene geweest over den questie van den opwegh van den plaij nar het veene, verteert met wagen en peerden f 2-4-,, " (bron: AHA inv. nr.990, foto 2171). en in 1701 staat vermeld: "Julij den 25 in saken van den opwegh tot den Plaij met het gerichte van het Veene verteert f 1-12-,, "(bron: AHA inv. nr.990, foto 2181)

(copyright Erik Berkhof, Onweersberkhof.com)
Notitie bij het overlijden van Berent Hendriks: Op 18 sept. 1696 worden Berent Henderix Barckhoff en Berent Jansen Brouwer gearresteerd op verzoek van Geert Roeberinck vanwege het illegaal maaien van boekweit op het veen van Geesteren. Berckhoff zou een verklaring van schuld hebben getekend, maar Brouwer weigerde dit. de akte wordt ondertekend door "Hendric Arentsen en Hendrijc Arents karckmester" (bron: AHA 3211 foto 043).
Notitie bij Egbert Berends: Egbert Berends Kooiker huurt de Kooiplaats vanaf Martini 1684. Daarvoor pachtte Berent Hendriks Berkhoff, die ook de Plaijlanden pachtte, de kooiplaats (bron: AHA inv. nr. 999).
-1684 december den 1 ontvangen van Berent Berckhoff voor een restant van 80 entvogels tot den jaere 1684 op Martini incluis als wanneer de Kooij aen een ander verpaght is. het paer gereeckent tegen 6 stuivr. f12,- (AHA inv. nr. 999).
Egbert Berents de koijker haalt in 1685 en 1686 spijkers bij Egbert Hendriks Spijker voor het bouwen van zijn huis, ten laste van de Heer van Almelo totaal 6 gulden 2 stuivers voor 2500 spijkers, afrekening hiervan door rentmeester Boom op 23-08-1688 (bron: AHA inv. nr. 985, foto1515). 2 augustus 1685 had Egbert de Kooijcker of de timmerman Berent Ruinx volmacht gekregen van de heer van Almelo om zoveel nagels te halen bij Egbert Spijker als "van node sijn tot het huis" (bron: AHA inv. nr. 985, foto1516). De Almelose timmerman Berent Ruinx heeft dus klaarblijkelijk de woning van de Kooijker gebouwd.

-7 mei 1688 beklaagt Egbert Berents de Coijker zich bij de schout inzake een voorval dat bij hem had plaatsgevonden door lieden van de "Honsse" die de koster van Tubbergen bij naam zou kennen en die hem met messen en stokken hadden belaagd, de ramen waren bij hem ingegooid en hem waren met stokken "gaetten in de kop geslaegen". Berent Egberts had de hulp van "Barrik Hof" daarbij ingeroepen. Het voorval had plaatsgevonden in aanwezigheid van Lucas Henriks en Gerrit Jansen (bron: breukregister AHA inv. nr. 3240 foto 027 en 030). Op 8 mei verklaart Herman Gerritsen koster te Geesteren dat op 7 mei des avonds omtrent 9 uur de "Bour maijen" van Geesteren en Voshaar, met name Hermen ter Huinse, Leem Jan, Beck Herman, Schooneveldts knecht, Boeijman tot Geesteren, Meijerskecht en Jan Vrijlingh elkaar met stokken hebben geslagen alsof ze elkaar dood wilden slaan in de buurt van Berkhoff’s land en dat de Kooiker in huis was gekomen met een gat in het hoofd. Hij werd in zijn huis tot twee maal toe in de glazen gesmeten, maar de koster weet niet wie dat gedaan heeft.

In een register van pachtschulden van de Heer van Almelo komt Jan Jakobs wel voor als "Jan Jacobes" in een verklaring d.d. 3-06-1691 waarin Swenne Wolters stelt voor wat betreft de jaren 1688 en 1689 de landhuur te hebben ontvangen van Egbert de Kooijker van een gaarden (kennelijk Swenne toebehorend, maar gebruikt door Egbert); deze landhuur werd in geld betaald en bedroeg 9 gulden. Zoon Jan Jacobs ondertekent de verklaring (AHA inv. nr. 1268). Egbert krijgt dit geldbedrag gevalideerd van de Heer van Almelo (het bedrag staat aan de uitgavenkant van het kasboek van de Heer van Almelo). In het kasboek van landerijinkomsten en uitgaven van 1691 staat dat de Heer van Almelo het geldbedrag van 9 gulden aan Swenne Wolters zou hebben betaald. De Heer van Almelo huurde de gaarden van Swenne Wolters en Egbert de Kooiker betaalde die huur voor de Heer van Almelo en kon dit bedrag vervolgens weer korten op zijn pacht van de kooi. Ook van latere jaren zijn dergelijke afrekeningen te vinden.

(copyright Erik Berkhof, Onweersberkhof.com)

Va. Jan Berends Berkhof, geb. Vriezenveen omstr. 1670, † ald. omstr. 1712, tr. Vriezenveen 19 maart 1693 Anna (Anneken) Berends Minck, geb. Vriezenveen 1672, † ald. 1742, dr. van Berent Berentsen en Jenneken Hendriks.
Uit dit huwelijk:
1. Jan Jansen, volgt VIa.
2. Jennigje Jansen Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1695, † ald. vóór 1761, tr. 1e Vriezenveen 1725 Gerrit Jansen Smelt, geb. Vriezenveen omstr. 1700, † ald. vóór 12 jan. 1727, zn. van Jan Gerritsen en Hendrikje Jansen van der Aa; tr. 2e Vriezenveen omstr. 1727 Gerrit Jansen Boesschen, geb. Vriezenveen? omstr. 1695, † Stettin, Polen 11 mei 1737, zn. van Jan Hendriks Timmer; tr. 3e Vriezenveen omstr. 1737 Jannes Alberts Jonker, geb. Vriezenveen 3 juni 1714, † ald. na 1761, zn. van Albert Freriks en Jenneken Lucassen Smit.
3. Fennigje Jansen Berkhof, geb. Vriezenveen vóór 1697, † ald. omstr. 1732, tr. Vriezenveen omstr. 1729 Hendrik Hendriksen Evertman, geb. Vriezenveen omstr. 1695, † ald. na 1763, zn. van Hendrik Hendriks en Lutgertje Roelofs Smelt en wedr. van Aeltjen Geerts; hij hertr. Vriezenveen omstr. 1733 Geertjen Jansen Smit.
4. Albert Jansen, volgt VIb.
5. Berent Jansen, volgt VIc.
6. Berent Jansen, volgt VId.

Notitie bij Jan Berends: landbouwer,
Wordt vanaf 1696 in de boterpachtregisters genoemd tot 1713, dan wordt de weduwe Jan Berents Berckhoff genoemd. Zij wordt nog genoemd in het boterpachtregister over het jaar 1733 (geïnd in 1734). Jan Berends bewoonde waarschijnlijk de boerenwoning aan het Oosteinde nr. 393 (eveneens aan de noordzijde van het Oosteinde), waar zijn zoon Berent Jansen Berkhoff later woonde. Jan Berends Berkhoff wordt altijd als tweede op de boterpachtlijst van het Oosteinde genoemd, na Hermen Berends Berkhof. Jan bezat een zogenaamd vierakkerstuk. Vanaf ca. 1735 wordt zoon Berent Jansen Berkhoff als eigenaar van de landerijen van Jan Berends Berkhoff genoemd (Berent vestigde zich aan het Oosteinde nr. 393); mogelijk dat zoon Jan de ouderlijke woning is toegekomen, in dat geval zou Jan Berends Berkhoff aan het Oosteinde 409 hebben gewoond, want van zoon Jan is dit adres bekend.
Jan krijgt op 26-11-1688 een boete van 1 olde schilt van het breukgericht vanwege een vechtpartij met de zoon van Geert Luickes. Geert Luickes krijgt een boete van 2 olde schilt (=2 gulden en 2 stuivers) en zal derhalve wel de aanstichter van de vechtpartij zijn geweest. (bron: breukregister AHA inv. nr. 3245).

Jan had een bestuurlijke functie (wordt als zodanig in het zoutgeldkohier en het register van de 1000e penning genoemd), evenals zijn vader. Hoewel dit theoretisch ook Jan Berents Berkhoff (geboren ca. 1660) gehuwd met Fenneken Harms kan zijn.
Hoewel Jan Berends Berkhoff niet voorkomt in het register van de 1000e penning van 1694, is dit voor zijn vader Berent [Hendriks] Berkhof wel het geval, hij zal bij hem inwonend zijn geweest (met een vermogen van 600 gulden).
In 1693 en 1694 is een Jan Berents Berckhof genoemd als kerkmeester bij de aanstellingsakte van de schout Jan Berentsen Brouwer, mogelijkheid is ook, dat het zijn naamgenoot gehuwd met Fennighjen Harms die tegelijkertijd leefde, betreft. (bron Archief Huize Almelo inv.nr. 2649). Wellicht ook op 31-12- 1691 in de protocollen van het hooggericht Almelo als kerkmeester genoemd (HAA inv. nr. 2649).
In het zoutgeldkohier van 1702 worden beide Jan Berendsen Berkhof’s aangeslagen voor 12 stuivers belasting (bron: Statenarchief Overijssel inv. nr. 2394).
In het register van de 1.000e penning van 1715 wordt de wed. Jan Berends Berkhoff trouwens niet vermeld. Dit houdt in dat haar vermogen toen onder de 500 gulden lag.
Jan Berends Berkhoff is voogd over de minderjarige Jan Heijneman geweest (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22 akte d.d. 14 november 1714).

Op 24 november 1714 compareert voor het schoutengericht Berendje Henrix Heijneman als erfgenaam van haar volle broer Jan Heijneman. Zij spreekt de voogden aan van wijlen haar broer. Dat waren Jan Berendsen Berkhoff (gehuwd geweest met de halfzuster Anna Berends Minck), nu reeds enkele jaren geleden overleden en Coert Henrix (gehuwd met Geertje Berends Mink (Bron: archief Sch.a.vr.v. inv. nr. 22).
Notitie bij het huwelijk van Anna (Anneken) Berends en Jan Berends: ondertrouwregistratie 19-03-1693 Jan Berents Berkhof Zoon van Berent Hendriks Berkhof J.M. met Anna Berents N.D. van wijlen Berent Berentsen beijde alhier. Copulat: den 17 April.
Notitie bij Anna (Anneken) Berends: zie notities echtgenoot. In het hoofdgeldkohier van 1723 staat Anna vermeld als "Berkhoffs Anne".
Ook genoemd Anneken, de naam Mink komt uit het Jonker/Jansen archief en archief Kruijs. Anna werd noch bij haar huwelijk, noch bij de dopen van haar kinderen Mink genoemd, maar komt uitsluitend onder de naam Berents voor. Het gegeven dat haar man Jan Berends Berkhof voogd was van Jan Henrix Heijneman (de potentiële halfbroer van Anna Berents Minck) lijkt echter het idee te bevestigen dat Anna inderdaad de familienaam Minck moet hebben gedragen, aangezien voogden doorgaans in de familie moeten worden gezocht.
Notitie bij de geboorte van Anna (Anneken) Berends: Anna Berents is op 11 sept. 1694 getuige in een rechtszaak van de Heer van Almelo tegen Jan Smelt, ze heet de vrouw van Jan Berents te zijn en verklaart 22 jaar oud te zijn en onverwandt tot de partijen. Anna verklaart zaken gehoord te hebben toen ze met Jennegjen Berents, Jennegjen Luix en Geertjen Berents (haar zuster?) in de woning van Lucas Jansen Smit te spinnen was.(2006_2212afoto500) (AHA inv.nr. 3009).
Notitie bij het overlijden van Anna (Anneken) Berends: In 1742 staat in het rekenboek van de Diaconie: “Den 6. maij heeft Broeder Berend Berkhof uijt sijn, en sijner Broeders Berend Berkhofs naem als een vrijwillige Liefde gave, van wegens derselver moeder Annetjen Berends, in leven weduwe van Jan Berends Berkhof in:gebragt 5-10-0”. De aanduiding "Broeder" (de eerste verwijzing) duidt in deze op de functie van diaken binnen de kerk.De tweede verwijzing "sijner Broeders", verwijst naar de bloedverwantschap als broers.
Notitie bij Jennigje Jansen: Jennigje Jansen is een verhaal apart. In de eerste plaats is de vaderlink niet hard te maken. Evengoed zou ze een dochter kunnen zijn van Jan Berents Berkhoff (geb. ca. 1669) gehuwd met Fenneken Harms. Daarnaast kom ik op grond van mijn onderzoekingen tot de conclusie dat ze inhuwde op het erf van haar man Gerrit Jansen Boeschen. Gerrit Jansen Boeschen bewoonde nl. het erf in de boterpachtregisters dat eerder door zijn vader Jan Hendriksen Boesschen werd bewoond (bijvoorbeeld 1733). Het erf was gelegen aan het Oosteinde nr. 246/248 huidige nummering en besloeg 4 akkers. Ze trouwde dus niet in op het erf van de familie Smelt, zoals Herman Jansen concludeert in het boek Ken uw dorp en heb het lief, blz. 128.
Er ziin doopgegevens te vinden van Geertje (12-1-1727). In het doopboek staat "de moeder Jennegjen Jansen Berkhof, weduwe van wijlen Gerrith Jansen Smelt dewelcke omtrent een halve dag voor ´s kinds geboorte overleden is". Geertje wordt in 1748 bij de volkstelling nog genoemd.
In 1738/1739 is er een rechtzaak tussen Jan H. Timmer (toevoeging van mijzelf, ook Boesschen genoemd) en Jannes Alberts Jonker, echtgenoot van Jenneken Berkhof, die eerder gehuwd was met Gerrit Jansen Timmer. Jan H. Timmer had eerder enkele koeweiden aan Gerrit Jansen Timmer verkocht en een ruzie over het gebruik van deze weiden was het gevolg (Archief Huize Almelo nr. 3080). Let wel, ze wordt alleen weduwe van Gerrit Timmer genoemd, hoewel haar eerdere huwelijk in deze kwestie overigens ook niet relevant was.
Jannes Jonker vermaakt in 1761 het erf aan zijn neef Berent Berentsen Hollander (geb. 1743, gehuwd met Janna Wolters Schipper). Het huwelijk met Gerrit Boesschen en Jannes Jonker was kinderloos gebleven (Bron: Ken uw dorp en heb het lief blz. 128).
Notitie bij Gerrit Jansen: oudergegevens van Gerrit Jansen Smelt overgenomen van André Idzinga; Vriezenveners.nl
Notitie bij Gerrit Jansen: landbouwer en koopman bereisde vnl. de Oostzeeprovincies van Duitsland, gestorven in "Gasthaus Drei Kronen" te Stettin, waar hij nog snel een testament op had laten maken en z´n vrouw als enige begunstigd. Een deel van deze erfenis (1/10e?) moet ze door een aanvullende bepaling aan de vader van Gerrit afstaan. De compagnon van Gerrit Boesschen was tijdens zijn overlijden in Stettin bij hem. (Bron: Ken uw dorp en heb het lief, blz. 128).

Van Gerrit is verder bekend om een ruzie met z´n vader op 28-10-1722 waarbij hij z´n vader op de grond werpt en hem het mes op de keel zet, Gerrit verdween daarna voor 5 tot 6 weken van het dorp (Bron: Ken uw dorp en heb het lief blz. 154).

In het Rekenboek van de Diaconie van de Gereformeerde Kerk van Vriezenveen staat in 1737 te lezen dat Gerrit is overleden in Alt-Stettin en dat hij aan de Diaconie had gelegateerd 10 gouden pistolen (is benaming van een Spaanse gouden muntsoort) ter waarde van de lieve som van 94 guldens en 10 stuivers (9 guldens-9 stuivers het stuk) ! De weduwe Jennigje Jansen Berkhof overhandigde het geld aan de plaatselijke Diaconie.
Notitie bij het huwelijk van Jannes Alberts en Jennigje Jansen: zie notities bij zijn vrouw.
Notitie bij Jannes Alberts: In 1737 wordt Jannes inzake het hoofdgeld aangeslagen voor 1 gulden, dat is 0,50 p.p. en daarmee iets hoger dan gemiddeld voor het Oosteinde (=0,46). In 1753 wordt het gezin aangeslagen voor 3 personen en is 1,50 schuldig, terwijl het gemiddelde toen op 0,39 p.p. lag. In 1760 is de aanslag zelfs nog wat hoger voor 3 personen nl. 1,60, terwijl het gemiddelde per persoon toen op 39 cent lag. Het gezin moet dus wel in goede doen geweest zijn. Zie verder notities echtgenote Jennigje Berkhoff. In 1779 (hoofdgeldkohier) bewoont de erfgenaam (neef) Berent Holland het erf.

-Volgens het register van de 1.000e penning uit 1751 had Jannes Jonker een vermogen van 500 gulden en daarboven 100 gulden voor personeel dat mede als vermogen werd gezien (Statenarchief Overijssel, inv. nr. 2556).
-22 december 1752 staat Jannes Jonker vermeld in het breukregister omdat hij slaags was geweest met Henricus Boesschen in de herberg van Berent Berentsen Hollander (Bron: AHA inv. nr. 3242).
-Op 02-05-1761 maakt Jannes Albers Jonker zijn testament. Zijn moeder Jenneken Lukas (die dan dus nog leeft), weduwe van Albert Jonker, komt haar legitieme erfdeel toe.Tot universeel erfgenaam benoemt hij zijn neef Berent Berentsen Hollander, zoon van wijlen Berent Hollander door Berentje Jonker verwekt. De dochter van Lucas Jonker legateert hij 25 gulden aan haar uit te keren op 25-jarige leeftijd en de armen legateert hij eveneens 25 gulden. Jannes ondertekent het testament met zijn handtekening (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2676, foto 339-340).
Notitie bij Fennigje Jansen: persoon onleend aan site André Idzinga, Vriezenveners.nl
Notitie bij Hendrik Hendriksen: woont aan het Oosteinde (momenteel punt Hammerweg in de buurt van nummer 115). Heeft het erf van zijn vader overgenomen en heeft net als hem 8 akkers land (o.a. boterpachtregister 1737).
veelvuldig kerkmeester of sestiene 1743-1763, evenals broer Jan.
Hendrik was een kapitaalkrachtig man en behoorde tot de allerrijksten van Vriezenveen. In het register van de 1.000e penning van 1734 en 1739 wordt zijn vermogen geschat op 3500 gulden. In 1751 is het nog steeds een groot bedrag en wel 3150 gulden. In 1758 in hetzelfde register wordt het vermogen op 2538 gulden geschat. De familie (Hendrik en Jan) was betrokken bij diverse processen in deze tijd en dat zal het vermogen toch aardig hebben aangetast.

Op 3 maart 1755 wordt Hendrik vermeld als legitiem erfgenaam in het testament van zijn dochter Aeltjen (archief: schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675).

VIa. Jan Jansen Berkhof, geb. Vriezenveen omstr. 1695, † ald. omstr. 1758, tr. Vriezenveen omstr. 1725 Hendrientjen (ook Hendrikje) Jansen Smelt, ged. Vriezenveen 18 jan. 1705,5 † ald. omstr. 1776, dr. van Jan Gerritsen en Hendrikje Jansen van der Aa.
Uit dit huwelijk:
1. Jan, volgt VIIa.
2. J(oh)annes, volgt VIIb.

Notitie bij Jan Jansen: landbouwer en koopman in linnen, mogelijk in maatschap met Gerrit Jansen Broertjen.
In 1737 een paar maal als turfsteker vermeld die turf aan Huize Almelo verkoopt oa samen met Jan Willemsen Snijder, een nabuur van Jan Berkhoff (bron: AHA inv. nr. 1059 en 1060). Hierbij gaat het om behoorlijke bedragen, zoals op 19 januari 1737 toen de turfstekers Jan Berkhof en Jan Willemsen voor 72 gulden en 16 stuivers aan turf verkochten aan Huize Almelo (bron: AHA 1059 foto 2835). In 1727 wordt Jan Berkhof ook als turfsteker vermeld, samen met Geert Vrielink, de wed. van Geert Hendriks en de familie Aman, ze leverden op 5 sept. 1736 40 dagwerken zwarte turf aan Huize Almelo voor de som van 112 guldens (bron: AHA1037).
In 1739 graven de turfstekers Jan Berkhof, Jan Nijboer, Jan Willems en Berent Jansen Berkhof 50 dagwerken turf, hiervan zijn er 5 voor Huize Almelo en de overige 45 dagwerken verkoopt men voor 56 stuivers per dagwerk, wat uitkomt op een vergoeding van 126 gulden (bron: AHA inv. nr. 1060).

De link met de vader is niet hard, echter wel zeer waarschijnlijk. De mogelijke andere kandidaat Jan Berents Berkhoff (Kruis) heeft nl. al een zoon die Jan heet en waarvan de vaderlink wel hard te maken is via het boterpachtregister. Jan heeft gewoond in de boerenwoning Oosteinde 409, naast het voormalige Feijerserf, tegenover het oude Jan Butenserf. Jan wordt niet in de boterpachtregisters genoemd, maar wel in diverse belastingkohieren, zoals het hoofdgeldkohier van 1737. Toch moet hij over enige weide- en bouwgronden hebben beschikt, want in het jaar 1753 is bekend uit de belastingregisters dat Jan 1 paard had, 3 schapen en 4 bijenkorven, ook had hij nog 2 hoornbeesten (runderen ouder dan 3 jaar). NB De belasting op gehoornd vee betrof nl. koeien ouder dan 3 jaar. Hoornvee jonger dan 3 jaar zijn dus niet meegenomen in de belastingkohieren. Verder moest hij in 1753 belasting betalen voor meer dan een perceeltje land dat bezaaid was.
In 1748 bij de volkstelling worden genoemd Jan Jansen Berkhoff en Henderikjen Smelt, verder 2 zonen boven de 10 jaar de oudste Jan die "absent" is, dat wil zeggen dat hij mogelijk voor handelszaken op pad was en dat dit mogelijk ook zijn voornaamste bezigheid was en verder nog Jannes die elders ook wel Johannes wordt genoemd. Verder had het echtpaar een dienstbode genaamd Janna Gerritsen.
Bij de belastingen der personele quotisatie van 1750 wordt zijn jaarinkomen onder de 200 gulden geschat. Van het jaar 1753 is bekend uit de belastingregisters dat Jan 1 paard had, 3 schapen en 4 bijenkorven.

Volgens het kohier van de 1000e penning uit 1751 had Jan Berkhoff senior een geschat vermogen van 650 gulden. In 1758 is dat inmiddels 700 gulden geworden. In de kohieren van 1734 en 1739 werd Jan Berkhof nog niet in de registers vermeld. Dat betekent dat zijn vermogen toen nog onder de 500 gulden moet hebben gelegen.
Jan Berkhof wordt nog genoemd in het Hoofdgeldkohier van 1758. Hij wordt dan belast voor 2 gulden, gezien dit bedrag kan het moeilijk een armoedzaaier zijn geweest, ondanks het feit dat hij geen landerijen had (althans niet als zodanig traceerbaar in de boterpachtregisters). In 1759 wordt zijn zoon Jannes (ook wel Johannes) genoemd die dan kennelijk het ouderlijk erf heeft overgenomen. Zoon Jan heeft al eerder de ouderlijke woning verlaten en heeft zich gevestigd aan de zuidzijde van de dorpsstraat Oosteinde (de Jan Butens).
Jan Jansen Berkhof was mogelijk in 1740 door het college van Kerkmeesters en zestienen benoemd tot geslachtsetter, dat wil zeggen dat hij de hoogte van deze belasting bij hem in de buurt moest vaststellen (inv. nr. 2770 archief Huize Almelo). Aangezien de belastingsetters uit dit bestuurlijke college werden gekozen zal Jan waarschijnlijk sestiene zijn geweest (als kerkmeester is hij nl. niet bekend).
In 1747 wordt Jan Jansen Berkhof eveneens benoemd tot geslachtsetter (bron: gemeentejaarrekening). Overigens is er nog een andere kandidaat die in deze tijd leeft en Jan Jansen Berkhoff heet, 100% zekerkheid over de identiteit is dan ook niet te krijgen.

Rond 1742 heeft Jan mogelijk meer land verworven, want in dat jaar moet hij opeens meer belasting betalen volgens het verpondings en contributieregister van 1742. Zo wordt de verpondingsbelasting verhoogd van 3 stuivers en 2 penningen naar 4 stuivers en 3 penningen en de contributie gaat omhoog van 9 stuivers en 10 penningen naar 12 stuivers en 6 penningen.

Is in het jaar 1737 (de maand september of oktober) in de stad Halle en Leipzig samen met Gerrit Jansen Broertjen. Ook Henrik Jansen Boeschen en Jan Fredriks Fronten waren in dezelfde periode in die streken, mogelijk betrokken bij dezelfde maatschap. Dit blijkt uit een memorie uit het archief van het hooggericht Almelo. Hierin staat dat Henrik Jansen Boeschen, samen met Jan Fronten, van een bankier in Halle (Duitsland) enkele honderden guldens geld geleend had onder borg van 7 stuks linnen, maar de schuldverklaring zou Henrik Boeschen met een valse naam hebben ondertekend. Jan Jansen Berkhof en Gerrit Jansen Broertjen, die dezelfde bankier in Halle bezochten, werden gevraagd of zij de twee ( "een dikke zware man en een klein keerltien met swart haar") kenden en hen werd de valse schuldverklaring getoond, waarop ze ontkennend zouden hebben geantwoord. De man deelde de twee nog mee: "jullie zijn het niet, maar ze hadden wel dezelfde spraak". (bron: HAA inv. nr. 2969). NB theoretisch zou ook Jan Jansen Berkhof Kruijs degene kunnen zijn die in deze kwestie bedoeld wordt. Echter de andere 3 kooplieden komen uit het oostelijk deel van het Oosteinde, evenals Jan Jansen Berkhoff. Jan Jansen Berkhof Kruijs woonde meer westelijk op het Oosteinde, bovendien werd hij ook vaak met de naam Kruijs aangeduid. Wel is het zo dat de nabestaanden van Jan Berkhof Kruijs diens boedel in later jaren (1764) vanwege schulden aan Gerrit Coster Egberszoon, linnenkoopman te Almelo verkopen, dus mogelijk is toch Jan Berkhof Kruijs de koopman in Halle? Anderzijds is het zo dat van 2 broers van Jan Berkhof (gehuwd met Hendrikje Smelt),te weten Berent en Albert bekend is dat zij kooplieden in linnen waren. De absentie van zoon Jan tijdens de volkstelling van 1748 duidt mogelijk ook op handelsactiviteiten in dit gezin.

Jan Jansen Berkhoff wordt als één van de voogden vermeld van de kinderen van Hendrik Hoek, uit zijn eerste (Maria Jansen Fronten) en tweede huwelijk (Jenneken Hermsen Fronten).
In een akte van 09-11-1745 worden als de mombaren van de onmondige kinderen van wijlen Hendrik Hoek uit het eerste en tweede huwelijk genoemd:
- Hinrik Feijer (gehuwd met Geertje Jansen Fronten, de zuster van Maria Jansen Fronten)
- Berent Fredriks (mogelijk de zoon van Fredrik Berents vader van de eerste echtgenote van de vader van Hendrik Hoek; Berent zou in dat geval een oom van Hendrik Hoek zijn)
- Garrit Fronten (broer van Maria Jansen Fronten) en
- Jan Jansen Berkhoff vertegenwoordigd door Ad. Henr. Harwig (familierelatie onduidelijk), kennelijk is Jan dan afwezig.
Zij verkopen namens de onmondige kinderen hooiland, gelegen op Frontmansland en gemeenschappelijk bezeten met Frerik Feijer, aan de wed. Roelof Fronten voor 450 gulden.
(bron:archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675).

Op 15-02-1744 verklaart Trientjen Harms Fronten (zuster van Hendriks Hoek 2e vrouw), wed. van Jan Jansen Fronten, mede als voogdesse van haar minderjarige kinderen, 880 car. guldens schuldig te zijn aan de onmondige kinderen van wijlen Hendrik Hoek uit diens eerste en tweede huwelijk, vertegenwoordigd door Gerrit Fronten, Jan Jansen Berkhoff, Hendrik Feijer en Berent Fredriks. Dit onder hypotheek van haar huis en 2 akkers land gelegen tussen dat van Lukes Jansen en Egbert Gerrits.
(bron:archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675).
Notitie bij Hendrientjen (ook Hendrikje) Jansen: bij de doop staat vermeld Henrikjen dochter van Jan Smelt en Kunneken Brouwers. Hendrikje kwam uit een zeer welgesteld gezin. Haar vader was een belangrijke geldschieter.
Tenminste als de vaderlink klopt. Ik heb daar toch wel wat vraagtekens bij. Hendrikje moet als jong meisje in Deventer hebben gewoond, waar haar ouders zich rond 1710 (burgerschap vader Jan in dat jaar) moeten hebben gevestigd. Toen Hendrikje 19 jaar oud was (1719) hertrouwde haar vader te Rotterdam. Broer Bernardus was al vanaf 1714 in Rotterdam op een leer-werkplek gezet om de fijne kneepjes van het koopmanschap in lijnwaad onder de knie te krijgen. Mogelijk dat Hendrikje in betrekking was in Vriezenveen. Helaas wordt Hendrikje niet in het testament van broer Bernardus (1758) genoemd; nicht Aleijda Smelt, die bij Bernardus in Deventer inwoonde, erfde alles, inclusief de Vriezenveense bezittingen. Ook vader Jan Smelt, die dan nog leeft komt zijn legitieme erfdeel toe. Op zich wel vreemd dat Hendrikje in het geheel niet wordt genoemd in het testament van haar broer. Het is natuurlijk altijd mogelijk dat de familieverhoudingen waren verstoord en gezien het gegeven dat Aleijda Smelt bij Bernardus inwonend was en kennelijk ook een garantie voor zijn oudedagsvoorziening was, is het niet zo vreemd dat zij tot universeel erfgenaam werd benoemd. Dergelijke constructies waren in die tijd heel gebruikelijk. Echter dat zuster Hendrikje in het geheel niet wordt genoemd in het testament is toch wel opmerkelijk.
Ik had graag een akte gezien (naast de doopregistratie) die bevestigt dat Hendrikje (echtgenote van Jan Berkhoff) inderdaad de dochter is van Jan Roelofs Smelt. Helaas heeft Jan zelf nooit een testament opgemaakt. Zijn 2e huwelijk in Rotterdam was niet in gemeenschap van goederen en daardoor was er kennelijk geen aanleiding een testament op te maken. Het zou theoretisch kunnen dat Hendrikje de dochter is van een andere Jan Smelt, die meer bij het (mindere) welstandsniveau van de Berkhofsfamilie aansloot. Hoewel er geen ander doop bekend is van een andere Hendrikje is het mogelijk dat ze voor 1697 gedoopt is (de doopregistraties van Vriezenveen beginnen in 1697) ofwel dat de doop om één of andere reden niet genoteerd is. Daar zijn veel gevallen van bekend. Ook de doopdatum van echtgenoot Jan Berkhoff is onbekend.

Mogelijke andere vaderkandidaten "Jan Smelt" van Hendrikje zouden kunnen zijn:
-Jan Freriksen Smelt geb. 1659, linnenkoopman, huwde 1687 te Amsterdam, voor zover bekend geen nakomelingen.
-Jan Gerritsen Smelt geb. 1667, boer, huwde in 1694 Hendrikje Jansen van der Aa, zou potentieel een kandidaat zijn, ware het niet dat een mogelijke dochter Hendrickjen Jansen huwde met Engbert Jansen, geb. ca. 1690. De aanname van deze dochter Hendrikje Jansen Smelt is gebaseerd op een transportakte van 4 mei 1765 (Archief Schoutambt Vriezenveen) waar de erfgenamen van de weduwe van Jan Gerritsen Smelt een stuk land verkopen. Onder hen is Berent Engberts, de zoon van Engbert Jansen en Hendrikje Jansen. Aangezien Engbert Jansen mogelijk een zoon zou zijn van Jan Egberts Kleijne zou Hendrikje Jansen daarom een dochter moeten zijn van Jan Gerrits Smelt. Als Egbert Jansen (ook een mogelijkheid) echter de zoon is van Jan Gerrijtsen Smelt ligt de situatie anders. In dat geval zou Hendrikje Smelt, gehuwd met Jan Berkhof uit dit gezin kunnen stammen; als erfgenaam wordt Jan Berkhof (man representeerde doorgaans de echtgenote) niet in de transportakte van 1765 vermeld. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de transportakte uit 1765 niet pretendeert alle erfgenamen weer te geven. De genoemde erfgenamen treden namelijk mede op namens niet vermelde erfgenamen. Bijvoorbeeld voor broer Frerik die in Meppel woonde en daarom wel vertegenwoordigd moest worden door een familielid. Nu woonde Jan Berkhof gewoon in Vriezenveen, maar als hij met de linnenmars op pad was in 1764 zou ditzelfde voor hem gegolden kunnen hebben. Jan Gerrijtsen Smelt wordt in het register van de 1.000e penning van 1715 aangeslagen voor een geschat vermogen van 500 gulden en sluit daarmee ook beter aan bij de geschatte vermogens der Berkhofjes (Jan Berkhof senior(gehuwd met Hendrikje Smelt) in 1751 650 gulden).
Conclusie Hendrikje Smelt (gehuwd met Jan Berkhoff) als dochter van Jan Gerrijtsen Smelt valt niet 100% uit te sluiten.


-Jan Harmsen Smelt, geb. 1620 (getuige in een proces in 1711, was toen 91 jaar!), huwde (o.a.?) Anneke Arentsen. De datering van deze persoon lijkt te ver terug in de tijd om een serieuze kandidaat te kunnen zijn.
-Jan Roelofsen Smelt geb. ca. 1665, de enige kandidaat waarvan een dochter Hendrikje als doopregistratie bekend is. Een belangrijk argument voor hem, als vader. Echter Hendrikje wordt niet genoemd in het testament van broer Bernardus (1758) en volgens het verpondings en contributiebelastingregister komt alle Vriezenveense grond van vader Jan Smelt na diens overlijden terecht bij zoon Bernardus; in elk geval de belastingen voor de voormalige Vriezenveense landerijen van Jan Smelt komen in 1750 volledig ten laste van Bernardus (ook wel Berent) Smelt.
Zie het hierna volgende overzicht:
verponding en contributie:
Jan Smelt 1734: 13 stuivers en 0 penningen (verponding); 1 gulden 13 stuivers en 0 penningen (contributie)
Jan Smelt 1736: 12 stuivers en 0 penningen (verponding); 1 gulden 13 stuivers en 0 penningen (contributie)
Jan Smelt 1739: 12 stuivers en 0 penningen (verponding); 1 gulden 13 stuivers en 0 penningen (contributie)
Jan Smelt 1745: 12 stuivers en 0 penningen (verponding); 1 gulden 13 stuivers en 0 penningen (contributie)
Jan Smelt 1750: niet meer vermeld

Berent Smelt 1734: 1 stuivers en 8 penningen (verponding); 0 gulden 4 stuivers en 2 penningen (contributie)
Berent Smelt 1736: 1 stuivers en 8 penningen (verponding); 0 gulden 4 stuivers en 2 penningen (contributie)
Berent Smelt 1739: 1 stuivers en 8 penningen (verponding); 0 gulden 4 stuivers en 2 penningen (contributie)
Bernard Smelt 1745: 1 stuivers en 8 penningen (verponding); 0 gulden 4 stuivers en 2 penningen (contributie)
Bernard Smelt 1750: 13 stuivers en 8 penningen (verponding); 1 gulden 17 stuivers en 2 penningen (contributie)

Jan Berkhof 1734: 3 stuivers en 3 penningen (verponding); 0 gulden 9 stuivers en 6 penningen (contributie)
Jan Berkhof 1736: 3 stuivers en 3 penningen (verponding); 0 gulden 9 stuivers en 6 penningen (contributie)
Jan Berkhof 1739: 3 stuivers en 2 penningen (verponding); 0 gulden 9 stuivers en 6 penningen (contributie)
Jan Berkhof 1745: 4 stuivers en 3 penningen (verponding); 0 gulden 12 stuivers en 6 penningen (contributie)
Jan Berkhof 1750: 4 stuivers en 3 penningen (verponding); 0 gulden 12 stuivers en 6 penningen (contributie)

Er gaat niets naar Jan Berkhof (x Hendrikje Smelt). Iets wat je normaliter toch zou verwachten bij een boedelverdeling. Niet bepaald onbelangrijke tegenargumenten die er mogelijk op duiden dat de Hendrikje Smelt, dochter van Jan Roelofs Smelt, mogelijk op jonge leeftijd is overleden en dus niet identiek zal zijn met de echtgenote van Jan Berkhof.
-Mogelijk zijn er nog andere vaderkandidaten. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan kinderen van Engbert Smelt geb. ca. 1647, waarvan niet alle namen bekend zijn. Mogelijk zat hier ook een Jan bij.
Alles in ogenschouw genomen hou ik het vooralsnog op Jan Roelofs Smelt als de enige echte vader, gezien de enige bekende doopregistratie, maar wel met een belangrijke slag om de arm.

Hendrikje Jansen Smelt wordt genoemd in het testament van zoon Jannes Berkhoff op 08-12-1759 (bron: Archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2676).
Notitie bij de geboorte van Hendrientjen (ook Hendrikje) Jansen: gedoopt "Hendrientjen dv Jan Gerritz en Henrikjen Janszen". Hendrientje is een variatie op Hendrikje. Zuster Hendrikje zal waarschijnlijk overleden zijn als Hendrientje wordt geboren.
Notitie bij het overlijden van Hendrientjen (ook Hendrikje) Jansen: komt mogelijk nog voor op een collectelijst voor reparatie van de kerk uit ca. 1776 als de weduwe Jan Barkhoff (donatie van 5 guldens en 5 stuivers. inv.nr. archief Huize Almelo 3526).

VIIa. Jan Berkhof (Buten), ged. Vriezenveen 24 nov. 1726, † ald. vóór 1792, tr. Vriezenveen 18 jan. 17496 Kunneken Derks Fayer, ged. Vriezenveen 30 jan. 1724, †? vóór 1792, dr. van Derk Jansen Faijer en Jennigje Geerts.
Uit dit huwelijk:
1. Dina Berkhoff, ged. Vriezenveen 25 jan. 1750, † ald. 22 jan. 1812.
2. Jan Berkhoff, ged. Vriezenveen 13 aug. 1752, †?.
3. Janna(gen) Berkhof, ged. Vriezenveen 4 nov. 1753, † ald. 14 jan. 1822,7 tr. Vriezenveen 6 maart 17918 Hendrik Jonker, ged. Vriezenveen 7 mei 1769, † ald. 16 sept. 1826, zn. van Frerik Alberts en Janna Snijders.
4. Hendrik, volgt VIIIa.

Notitie bij Jan: bewoonde het Jan Butenserf gelegen aan het Oosteinde 390 (huidige nummering). diaken en boekhouder 1775 en 1776 (bron: archief NH kerk Vrveen doos 77).
kerkmeester in de periode 1763-1787 (bron: gemeentejaarrekeningen AHA). Gedoopt als Jan zoon van Jan Berchof en Hendrijkjen Smelt. Hij was zelf afkomstig van het pand Oosteinde 409 (aan de overzijde van de straat) en huwde zijn buurmeisje Kunnigje Fayer, die op nummer 407 woonde (uitgaande van de huidige nummering). Van beroep was Jan landbouwer, turfschipper en timmerman en mogelijk evenals zijn vader linnenkoopman (zie opmerkingen hierover bij vader Jan). De waterput uit 1784 met initialen van Jan Berkhof en Kunnigje Derks Fayer (J.B.H. en K.D.F.) was anno 2004 nog steeds te vinden aan het Oosteinde 300 te Vriezenveen. Inmiddels (2016) is de put te vinden bij de nieuwe boerderij van de Jan Butensfamilie aan de Walstraat.
Zowel bij het overlijden van zijn dochter Dina in 1812, als bij het overlijden van zijn dochter Janna in 1822 wordt als beroep van Jan genoemd timmerman.
Verkrijgt de helft van het erf van zijn schoonvader Derk Fayer en wordt voor het eerst in het hoofdgeldkohier van 1750 genoemd, heet dan Jan Berkhof jonge. Omstreeks 1750 zal Jan dus op zich zelf zijn gaan wonen. Broer Johannes blijft op het ouderlijke erf van vader Jan wonen, gelegen aan het Oosteinde 409. Jan Berkhoff (Buten), wordt met de hoofdelijke aanslag van 1753 voor 1 persoon belast met 1 gulden, wat erg veel is. In 1753 in het belastingregister op de reliqua (belasting op schapen, varkens en bijenkorven) wordt Jan voor het eerst met de naam Buten aangeduid, hij heeft dan 16 schapen, wat behoorlijk veel is; slechts 3 boeren op het Oosteinde kunnen zich in dat jaar eigenaar van een grotere schaapskudde noemen, waaronder ook oom Berent Jansen Berkhof, die dan 20 schapen bezit. Ook had hij nog een varken en 4 hoornbeesten (runderen ouder dan 3 jaar). NB De belasting op gehoornd vee betrof nl. koeien ouder dan 3 jaar. Hoornvee jonger dan 3 jaar is dus niet meegenomen in de belastingkohieren. Verder moest hij in 1753 belasting betalen voor meer dan een halve hectare bezaaid land. In 1760 bezat Jan zelfs 25 schapen, waarvoor hij toen bijna 2 gulden belasting moest betalen. Hij was dat jaar de op één na de grootste schapenboer van Vriezenveen, alleen Berent Wype had meer schapen dat jaar, nl. 26. In later jaren moet de schaapskudde van Jan Buten, gezien het belastingbedrag dat hij moest betalen, zelfs nog groter geweest zijn.
De naam Jan Buten in het belastingregister op de reliqua uit 1753 is de eerste aanduiding voor de bijnaam Jan Butens, die zijn nazaten vandaag de dag nog steeds dragen (2004). Hij is als het ware de stamvader van de Jan Butens, zijn alias was Jan Buten en in de belastingregisters komen we hem onder die naam vaker tegen als onder de naam Berkhof. In 1760 wordt Jan Buten hoofdelijk aangeslagen voor 2 personen en moet 1,70 betalen, dat is 0,85 per persoon, terwijl het gemiddelde voor heel Vriezenveen op 0,39 lag. Hij behoorde hiermee zeker tot de meer vermogende Vriezenveners.
Het Fayerserf (Oosteinde 407] was onderdeel van het Berckhoff´s erf uit 1583 bestaande uit 10 akkers (bron: boterpachtkohieren), dat rond 1645 werd opgesplitst in twee 4-akker erven. Ook nu dus weer een opsplitsing. Jan krijgt van de 4 akkers, 2 akkers en gaat zich aan de zuidzijde van de dorpsstraat vestigen. Jan vestigde zich aanvankelijk een stuk zuidelijker van de dorpsstraat, vandaar de bijnaam "Buten". Zie Ken uw dorp en heb het lief, blz. 158). Lang heeft het erf daar niet gestaan, zo´n 35 jaar, want in 1784 bouwt hij een nieuwe boerderij, dichter bij de dorpsstraat, waar de waterput uit 1784 nog steeds van getuigt (anno 2004). Jan Buten bezat ook nog land genaamd de paterije en het land ten oosten van de Schipsloot (zie Ken uw dorp en heb het lief). In het boterpachtregister over 1753 wordt de splitsing van het erf al duidelijk. Hoewel het "Fayerserf" daarin nog aangegeven staat als één erf, wordt de betaling van de boterpacht reeds voor de helft opgebracht door de aantrouw Jan Berkhoff, die 8 pond boter betaalt en zijn zwager Jan Derksen Feyer, betaalt ook 8 pond boter. In het boterpachtkohier van 1763 staat hij aangeduid als Jan Berkhof junior, dit ter onderscheid van zijn vader, die dan dus mogelijk nog leeft. Jan Berkhof wordt nog genoemd in het kohier van dienstbodengeld (Archief Huize Almelo) van 1790, en wordt dan aangeslagen voor 1 gulden en 8 stuivers (bron: AHA inv. nr. 2769).

08-02-1773 akte van transport: aankoop van een akker turfland op het Superplus door Jan Jansen Berkhof en zijn huisvrouw voor een bedrag van 126 gulden, 11 stuivers en 8 penningen van de edele Gerrit Costers Egb.zn. [koopman te Almelo]. Het gekochte land is gelegen tussen het land van Jan Berents Hof en Henderik Berents Braemer (bron: Archief schoutambt Vriezenveen, inv,.nr. 2677).

3-5-1777 is Jan Jansen Berkhof, één van de turfschippers die de Heer van Almelo verzoeken om een dam in de Hollander Graven te plaatsen, zodat het water op kon stuwen, om het transport van turf te vergemakkelijken (inv. nr. 4067 Staten archief). Het verzoek is verder ondertekend door Albert Berends Broertjen, Hendrikus Harms, Berend Hofman, Jan Koops en Jannes Vrijlink.

Als timmerman komt Jan Jansen Berkhof Buijten diverse keren voor in de jaarrekeningen van de gemeente, omdat hij diverse timmeropdrachten uitvoerde aan bruggen, de pastorie, de kerktoren etc. In 1754 repareert hij het Oostervonder en brengt hij 10 gulden en 7 stuivers in rekening. In 1764 bedraagt de rekening voor reparaties aan bruggen 25 gulden en 10 stuivers. In 1776 brengt "Jan Barkhof Buijten" een bedrag van 36,35 gulden in rekening voor reparatie van de poort van de pastorie. In 1775 krijgt Jan Berkhoff de bouw van de brug naar Wierden vergund voor de som van 163 guldens.

20-11-1783 is Jan Berkhoff, samen met Gerrit Fredriks en Claas Claasen, voogd over de onbekwaam verklaarde Jan Faijer (gedoopt 1722) en diens onmondige dochtertje Jannetje Faijer. Jan Faijer was een neef van echtgenote Kunnigje Derks Faijer (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2678).

Copyright: Erik Berkhof, Amsterdam 2017.
Notitie bij het overlijden van Jan: in het kerspellastenbelastingregister van 1792 worden genoemd, de kinderen Jan Berkhof, een teken dat Jan overleden moet zijn in dat jaar. In het register van 1791 wordt Jan nog genoemd.
Notitie bij de geboorte van Kunneken Derks: gedoopt als Kunneken dv Derk Jansen en Jenneken Geers
Notitie bij het overlijden van Kunneken Derks: in het kerspelbelanstingregister staan in 1792 de kinderen J. berkhof vermeld, een aanduiding dat naast de vader ook de moeder overleden was, anders had er wel gestaan de wed. J. Berkhof.
Notitie bij Dina: testament 1812 in huis van haar schoonzus wed. Lena Berkhof-Schipper, waar ze inwoonde (Dit staat vermeld in de overlijdensakte van 1812).
Op de lijst van giften voor de nieuwbouw van de plaatselijke kerk in 1801 staat Dina vermeld met een gift van 15 gulden. Zie ook notities broer Hendrik.
Notitie bij Janna(gen): gedoopt als Jannagen. Bij overlijdensakte Janna genoemd.
Notitie bij het overlijden van Janna(gen): landbouwersche; ongeveer 70 jaren oud
Notitie bij Hendrik: landbouwer (bron: overlijdensakte van zijn vrouw Janna Berkhof 1822 en overlijdensakte zus van Janna Berkhof, Dina Berkhof in 1812, waarbij hij getuige is).
had erg verspreid landbezit, bewoonde Oosteinde 242 huidige nummering (bron: Ken uw dorp en heb het lief blz. 127,128).

Maken in 1807 hun testament. Testament op de langstlevende. Mocht de langstlevende hertrouwen dan moet deze de erfgenamen van de eerste 1.700 gulden uitkeren. De diaconie wordt 200 gulden toebedeeld en Wolterdina Berkhof(geb. 1750) een nicht van Janna krijgt de kleren het goud en het zilverwerk. Ze waren in goede doen, ook al bezaten ze weinig land.

VIIIa. Hendrik Berkhoff, geb. Vriezenveen 19 juni 1757, † ald. 24 juni 1811,9 tr. Vriezenveen omstr. 1796 Lena Schipper, ged. Vriezenveen 10 april 1774, † ald. 22 maart 1829, dr. van Wolter Derks en Jenneken Berends Berkhof (Ve,7); zij hertr. Vriezenveen 28 jan. 1815 Hendrik Möllink.
Uit dit huwelijk:
1. Jan, volgt IXa.
2. Johanna Berkhoff, geb. Vriezenveen 7 okt. 1797, † ald. 3 jan. 1810.10
3. Wolterdina Berkhoff, geb. Vriezenveen 19 jan. 1802, † ald. 8 febr. 1851, tr. Vriezenveen 19 juni 1830 Gerrit Smelt, geb. Vriezenveen 19 febr. 1806, † ald. 5 dec. 1862, zn. van Jan Gerrits Smelt de boer en Johanna Tromp.
4. Johanna Berkhoff, geb. Vriezenveen 27 juli 1804, † ald. 3 jan. 1810.
5. Klazyna (Clasina) Berkhof, geb. Vriezenveen 13 maart 1807, † ald. 31 jan. 1860,11 tr. Vriezenveen 21 april 1827 Jan Aman, geb. Vriezenveen 27 mei 1798, † ald. 5 nov. 1846, zn. van Fredrik Hendriks en Kunnigje Jansen Berkhoff (VIIb,2).
6. Johannes, volgt IXb.

Notitie bij Hendrik: landbouwer, bewoonde Oosteinde 390 huidige nummering. Wordt in het paardengeldbelastingregister van 1792 reeds genoemd, heeft dan 1 paard en bewoont het erf van zijn vader (de Jan Butensboerderij).

In 1792 staan de kinderen Jan Berkhof vermeld in het kerspelregister van Vriezenveen met de forse aanslag van 9 guldens en 14 stuivers.

In het volkstellingsregister van 1795 staat Hendrik vermeld als hoofd van het huishouden dat dan 5 gezinsleden omvat, als beroep staat opgegeven boer en de opgaaf is gedaan door de inwonende zuster Diena Berkhof.

Op de lijst van giften voor de nieuwbouw van de plaatselijke kerk in 1801 staat Hendrik vermeld met een gift van 30 gulden.

Bij de belastingquotisatie van 1808 wordt Hendrik ingedeeld in klasse 36, hetgeen betekent dat zijn inkomen dat jaar tussen 175-200 gulden bedroeg. Aanvullend wordt hij nog aangeslagen voor 20 stuivers extra verhoging van de belasting. Zuster Diena, die kennelijk zelfstandig een inkomen verwierf werd ingedeeld in klasse 37, wat inhield dat ze een inkomen had tussen 150-175 gulden per jaar. Daarmee behoorde Hendrik en ook zuster Diena tot de beter bedeelden van Vriezenveen.

Op 19 november 1808 wordt Hendrik voor het gericht gedaagd vanwege verpanding van zijn mobiele goederen in verband met een openstaade boete van 20 goldguldens. Deze boete hadden Hendrik en ook Jan Jansen Faijer, Hendrik Mollink, Jannes Boesschen, Jan Hendrik de Fokke en Hendrik Jansen de Jager opgelopen vanwege openbaar geweld en eigenrecht door het vernielen, in stukken slaan en in het water werpen van "brand of zogenaamde stukken op de eigendommelijke gronden van Berend Bramer en consorten. Allen komen in bezwaar omdat het eigendom zou liggen bij de eerstgenoemde 4 personen (Berkhof, Faijer, Mollink en Boesschien) die hun voorzaten reeds onheugelijke tijden in bezit zouden hebben.
Notitie bij Lena: verklaart bij haar huwelijk in 1815, evenals haar echtgenoot het schrijven niet te hebben geleerd.
Notitie bij de geboorte van Lena: gedoopt als Leena dv Wolter Schipper en Jenneken Berkhof
Notitie bij Wolterdina: In een testament van 1807 van haar tante Janna Berkhof, gehuwd met Hendrik Jonker wordt Wolterdina als begunstigde genoemd. Ze zal de kleren, het goud en het zilver erfen. In 1830 betrekt ze samen met haar echtgenoot Gerrit Smelt de woning van haar overleden tante en oom. Kennelijk heeft ze ook het huis geerfd staand aan Oosteinde 242, huidige nummering.

Bron: Herman Jansen Ken uw dorp en heb het lief blz. 128

Op 19 november 1820 des namiddags om 4 uur verschijnen voor de arrondisementsrechtbank van Almelo en op het verzoek van:
-Hendrik Meulink, landbouwer wonend te Vriezenveen aan het Oosteinde, weduwnaar van Lena Schipper, voor zich zelf en als vader en wettig voogd over zijn minderjarige zoon Hendrik Meulink, door wijlen zijn vrouw verwekt voor ruim 14 jaar.
-Jan Berkhof, landbouwer te Vriezenveen, voormeld woonachtig, zoon van wijlen Hendrik Berkhof en gemelde Lena Schipper, voor zich zelf als voogd over zijn broer Johannes Berkhof, minderjarig kind van gemelde wijlen Hendrik Berkhof en Lena Schipper, aangesteld bij familieraad op de veertiende augustus j.l.
-Wolterdina Berkhof, landbouwerse, wonende mede te Vriezenveen, meerderjarige en ongehuwde dochter van wijlen Hendrik Berkhof en Lena Schipper.
-Jan Aman Fredrikszoon, koopman en tapper, als in huwelijk hebbende Klasina Berkhof, zonder speciaal beroep, beide te Vriezenveen, meergemeld woonachtig.

In aanwezigheid van Wolter Schipper en Fredricus Schipper bouwlieden mede te Vriezenveen, vaakgemeld woonachtig, als toeziend voogden, de eerstgenoemde over gemelde Johannes Berkhof en de laatstgenoemde over gemelde Hendrik Meulink.

Door notaris Warnaars te Almelo residerend, ten huize van Jan Aman Frederikszoon te Vriezenveen voormeld.
Requiranten verkopen de volgende tot hun gemeenschappelijke boedel behorende goederen±
De aanvaarding der percelen is dadelijk behalve het huis, hetwelk eerst de eerste mei eerstkomende en het roggeland als de rogge ingezameld zal zijn, zullen aanvaard worden, na voorlezing van het voorgaande handelt het om de hierondergeschreven percelen:
-het 17e perceel , een hoekje hooiland, het derde deel genaamd ongeveer 4 roeden onder Geesteren in gemeenschap met Jan Faijer en anderen.
ingezet door jannes faijer, bouwman te Vriezenveen op 8 guldens
afgeslagen van een hoger som en niemand gemijnd hebbend, zo is de inzetter koper geworden.

Van vorenstaande vaste goederen behoort een vierde gedeelte aan de medequirant Hendrik Meulink
aan de medequirant Jan Berkhof, Jan Aman, als in huwelijk hebbende Clasina Aman en aan Wolterdina Berkhof ieder een vijfde part
(archief vereniging Oud Vriezenveen toegang nr. 1.4 map B inv. nr. 81.4).
Notitie bij het huwelijk van Gerrit en Wolterdina: Wordt in het testament van haar tante Janna Berkhof en haar man Hendrik Jonker (1807) bedacht met de kleren het goud en het zilverwerk.
Notitie bij Gerrit: landbouwer en bakker,

volgens stamboek 207 (ingeschreven dienstplichtigen, inschrijvingsnummer 13440), was Gerrit lang: 1 el, 6 palmen, 3 duimen 2 strepen. Hij had blond haar en blauwe ogen, een normale neus en mond en een ronde kin en verder geen merkbare kentekenen. (bron: familysearch).
Notitie bij Klazyna (Clasina): bij trouwen dienstmeid. 25-11-1853 (getuige bij een huwelijk) wordt als haar beroep vermeld "winkeliersche", ook bij het huwelijk van zoon Fredrik Hendrik in 1853 wordt vermeld dat ze winkelierse is. Ze werd ook wel Gezina genoemd (bron huwelijksakte zoon Fredrik Hendrik 1853).
Notitie bij het overlijden van Klazyna (Clasina): overleden in het huis staand op de eerste wijk te Vriezenveen
Notitie bij Jan: landbouwer, tapper, winkelier, marskramer.
Op 25-6-1864 koopt Albertus Jaspers Faijer zo´n 6 hectare land voor 200 gulden van de kinderen van Jan Aman en Klasina Berkhoff genoemd de oostelijke helft van het zogenaamde "Onweersland" aan de zuidkant van de dorpsstraat.(bron: Onweers familiearchief). Wordt in het kadastraal register van 1834 als eigenaar van het pand gelegen aan het Oosteinde 400, dat huis heeft dan een gemiddelde huurwaarde van 36 gulden en dat was ruim boven het gemiddelde van Vriezenveen.

Volgens het register van de nationale militie (aanwezig in de huwelijkse bijlagen van de huwelijksakte) had Jan de volgende verschijningsvorm:
-aangezicht: langwerpig
-lengte: 1 el en 730 str.
-voorhoofd: smal
-ogen: blauw
-neus: spits
-mond: ordinair (lees gewoon)
-kin: rond
-haar: blond
-wenkbrauwen: bruin

Op 19 november 1820 des namiddags om 4 uur verschijnen voor de arrondisementsrechtbank van Almelo en op het verzoek van:
-Hendrik Meulink, landbouwer wonend te Vriezenveen aan het Oosteinde, weduwnaar van Lena Schipper, voor zich zelf en als vader en wettig voogd over zijn minderjarige zoon Hendrik Meulink, door wijlen zijn vrouw verwekt voor ruim 14 jaar.
-Jan Berkhof, landbouwer te Vriezenveen, voormeld woonachtig, zoon van wijlen Hendrik Berkhof en gemelde Lena Schipper, voor zich zelf als voogd over zijn broer Johannes Berkhof, minderjarig kind van gemelde wijlen Hendrik Berkhof en Lena Schipper, aangesteld bij familieraad op de veertiende augustus j.l.
-Wolterdina Berkhof, landbouwerse, wonende mede te Vriezenveen, meerderjarige en ongehuwde dochter van wijlen Hendrik Berkhof en Lena Schipper.
-Jan Aman Fredrikszoon, koopman en tapper, als in huwelijk hebbende Klasina Berkhof, zonder speciaal beroep, beide te Vriezenveen, meergemeld woonachtig.

In aanwezigheid van Wolter Schipper en Fredricus Schipper bouwlieden mede te Vriezenveen, vaakgemeld woonachtig, als toeziend voogden, de eerstgenoemde over gemelde Johannes Berkhof en de laatstgenoemde over gemelde Hendrik Meulink.

Door notaris Warnaars te Almelo residerend, ten huize van Jan Aman Frederikszoon te Vriezenveen voormeld.
Requiranten verkopen de volgende tot hun gemeenschappelijke boedel behorende goederen±
De aanvaarding der percelen is dadelijk behalve het huis, hetwelk eerst de eerste mei eerstkomende en het roggeland als de rogge ingezameld zal zijn, zullen aanvaard worden, na voorlezing van het voorgaande handelt het om de hierondergeschreven percelen:
-het 17e perceel , een hoekje hooiland, het derde deel genaamd ongeveer 4 roeden onder Geesteren in gemeenschap met Jan Faijer en anderen.
ingezet door Jannes Faijer, bouwman te Vriezenveen op 8 guldens
afgeslagen van een hoger som en niemand gemijnd hebbend, zo is de inzetter koper geworden.

Van vorenstaande vaste goederen behoort een vierde gedeelte aan de medequirant Hendrik Meulink
aan de medequirant Jan Berkhof, Jan Aman, als in huwelijk hebbende Clasina Aman en aan Wolterdina Berkhof ieder een vijfde part
(archief vereniging Oud Vriezenveen toegang nr. 1.4 map B inv. nr. 81.4).

Op 25 juni 1864 verkopen de kinderen Aman, te weten Hendrik Fredrik Aman, Fredrik Hendrik Aman, Kornelis Lambertus Ama, Jan Johan Aman en Albertus Kelder gehuwd met Lena Kuna Aman het oostelijk gedeelte van het Onweersland, gelegen in het Oosteinde ten zuiden van de straat, zich strekkend tot aan de Schipsloot, zijnde weide en hooiland, , kadastraal bekend onder sectie D 755, 756, 757, 1163, 1180 en 1326 voor 200 gulden aan Albertus Jaspers Faijer, de bewoner van de Onwweersboerderij (bron: familiearchief Onweersboerderij).
Notitie bij het overlijden van Jan: bij overlijden genoemd tapper en landbouwer, overleden op het adres: eerste wijk op het Oosteinde.

IXa. Jan Berkhof(f), geb. Vriezenveen 7 sept. 1797,12 † ald. 4 febr. 1871,7 tr. Vriezenveen 10 okt. 1819 Alberdina Broertjen, geb. Vriezenveen 7 sept. 1796,12 † ald. 19 febr. 1834, dr. van Barend Alberts en Janna Berends Holland.
Uit dit huwelijk:
1. Hendrika Berkhoff, geb. Vriezenveen 13 febr. 1820, † ald. 14 juni 1875, tr. Vriezenveen 3 juni 1843 Johannes Gerhardus Bramer, geb. Vriezenveen 27 dec. 1817, † ald. 6 sept. 1880,13 zn. van Gerrit en Johanna Aman.
2. Fredrik Johannes, volgt Xa.
3. Johanna Lena Berkhof(f), geb. Vriezenveen 23 sept. 1825, † ald. 11 april 1867, tr. Vriezenveen 28 sept. 185014 Albartus Bernardus Aman, geb. Vriezenveen 1826,15 † ald. 26 aug. 1888, zn. van Hendrikus Fz. en Johanna Broertjen.
4. Berend, volgt Xb.
5. Lambertus, volgt Xc.

Notitie bij Jan: landbouwer, Oosteinde 390, huidige nummering (bron: trouwakte zoon F.J. Berkhof in 1849). Tekent in 1849 de trouwakte van zijn zoon als "J. Berkhof", dus met één f, echter in 1820 bij de geboorte van dochter Hendrika tekent hij met dubbel ff en ook bij zijn eigen huwelijk.

Op 19 november 1820 des namiddags om 4 uur verschijnen voor de arrondisementsrechtbank van Almelo en op het verzoek van:
-Hendrik Meulink, landbouwer wonend te Vriezenveen aan het Oosteinde, weduwnaar van Lena Schipper, voor zich zelf en als vader en wettig voogd over zijn minderjarige zoon Hendrik Meulink, door wijlen zijn vrouw verwekt voor ruim 14 jaar.
-Jan Berkhof, landbouwer te Vriezenveen, voormeld woonachtig, zoon van wijlen Hendrik Berkhof en gemelde Lena Schipper, voor zich zelf als voogd over zijn broer Johannes Berkhof, minderjarig kind van gemelde wijlen Hendrik Berkhof en Lena Schipper, aangesteld bij familieraad op de veertiende augustus j.l.
-Wolterdina Berkhof, landbouwerse, wonende mede te Vriezenveen, meerderjarige en ongehuwde dochter van wijlen Hendrik Berkhof en Lena Schipper.
-Jan Aman Fredrikszoon, koopman en tapper, als in huwelijk hebbende Klasina Berkhof, zonder speciaal beroep, beide te Vriezenveen, meergemeld woonachtig.

In aanwezigheid van Wolter Schipper en Fredricus Schipper bouwlieden mede te Vriezenveen, vaakgemeld woonachtig, als toeziend voogden, de eerstgenoemde over gemelde Johannes Berkhof en de laatstgenoemde over gemelde Hendrik Meulink.

Door notaris Warnaars te Almelo residerend, ten huize van Jan Aman Frederikszoon te Vriezenveen voormeld.
Requiranten verkopen de volgende tot hun gemeenschappelijke boedel behorende goederen±
De aanvaarding der percelen is dadelijk behalve het huis, hetwelk eerst de eerste mei eerstkomende en het roggeland als de rogge ingezameld zal zijn, zullen aanvaard worden, na voorlezing van het voorgaande handelt het om de hierondergeschreven percelen:
-het 17e perceel , een hoekje hooiland, het derde deel genaamd ongeveer 4 roeden onder Geesteren in gemeenschap met Jan Faijer en anderen.
ingezet door jannes faijer, bouwman te Vriezenveen op 8 guldens
afgeslagen van een hoger som en niemand gemijnd hebbend, zo is de inzetter koper geworden.

Van vorenstaande vaste goederen behoort een vierde gedeelte aan de medequirant Hendrik Meulink
aan de medequirant Jan Berkhof, Jan Aman, als in huwelijk hebbende Clasina Aman en aan Wolterdina Berkhof ieder een vijfde part
(archief vereniging Oud Vriezenveen toegang nr. 1.4 map B inv. nr. 81.4).
Notitie bij Alberdina: bij trouwen dienstmeid.
Notitie bij Johannes Gerhardus: landbouwer (bron: trouwakte van eigen huwelijk 1843 en van zijn zwager Frederik Johannes Berkhof in 1849)
Notitie bij Albartus Bernardus: landbouwer (bron trouwakte en overlijdensakte).
Notitie bij de geboorte van Albartus Bernardus: in de geboorteakte van Albartus Bernardus staat vermeld dat hij de zoon is van Hendrikus Aman Fredrikzoon. 38 jaar landbouwer en Johanna Broertjen, zonder speciaal beroep 33 jaar oud. De aangifte van de geboorte werd gedaan door Hendrikus zelf en getuigen waren: Berent Hof, landbouwer 38 jaar en Jan Fik, landbouwer 37 jaar.

Xa. Fredrik Johannes Berkhof(f), geb. Vriezenveen 15 febr. 1823, † ald. 26 dec. 1891, tr. Vriezenveen 7 april 1849 Janna Aman, geb. Vriezenveen 3 febr. 1824, † ald. 20 aug. 1879, dr. van Hendrikus Fz. en Johanna Broertjen.
Uit dit huwelijk:
1. Alberdina Johanna Berkhoff, geb. Vriezenveen 2 febr. 1850, † ald. 11 juni 1881, tr. Vriezenveen 7 dec. 1872 Johannes Jaspers Faijer, geb. Vriezenveen 5 mei 1842, † ald. 29 maart 1909,13 zn. van Hendrik en Johanna Berendina Schipper.
2. Johanna Alberdina Berkhoff, geb. Vriezenveen 19 jan. 1852, † ald. 21 febr. 1852.
3. Johannes, volgt XIa.
4. Jan Berkhoff, geb. Vriezenveen 1 sept. 1855, † ald. 7 nov. 1865.
5. Hendrikus, volgt XIb.
6. Bernarda Berkhoff, geb. Vriezenveen 29 sept. 1860, † ald. 6 sept. 1920, tr. Vriezenveen 8 mei 1885 Gerrit Bramer, geb. Vriezenveen 2 april 1859, † ald. 4 april 1904, zn. van Johannes Gerhardus en Hendrika Berkhoff (IXa,1).

Notitie bij Fredrik Johannes: landbouwer, Oosteinde 390, huidige nummering , bijnaam Jan Butens Freek. Vervulde diverse bestuurlijke functies in kerk en gemeente. Was gemeenteraadslid vanaf 1862 toen de gemeenteraad werd uitgebreid in verband met de bevolkingsvermeerdering van de gemeente Vriezenveen. Bedankt in 1883 voor de eer van het raadslidmaatschap. Was in de kerk o.a. actief in de functie van notabele (1856-1880), diaken (1870-1873) en ouderling (1855-1860).
Op 22-8-1889 vindt er een boedelscheiding plaats naar aanleiding van het overlijden van Janna Aman in 1879. Hieruit blijkt dat de familie er warmpjes bij zat en aan hypotheken en leningen meer dan 15.000,- gulden uit had staan. Elk der kinderen verwierf 1.889,- uit de boedel. (bron: familiearchief Onweersboerderij)

Volgens de huwelijkse bijlagen was Fredrik Johannes vrijgesteld voor zijn dienstplicht voor de nationale militie. Overigens stond hier niet bij wat de gebreken wel waren.
Notitie bij de geboorte van Fredrik Johannes: geboorteregistratie: Fredrik Johannes Berkhof, vader tekent de geboorteakte als "Jan Berkhoff".
Notitie bij het overlijden van Fredrik Johannes: grafsteen nog aanwezig op kerkhof Vriezenveen anno 2005
Notitie bij Janna: bijnaam: Joonkbeernds Janna
Notitie bij de geboorte van Janna: in haar geboorteakte staat vermeld dat ze de dochter is van Hendrikus Aman Fz. koopman en landbouwer te Vriezenveen 36 jaar, hij doet ook de aangifte van de geboorte en Johanna Broertjen, zijne huisvrouw, zonder speciaal beroep, 31 jaar. getuigen waren: Jasper ten Cate, bode 57 jaar en Hendrik Schipper Albz. 48 jaar landbouwer.
Notitie bij het overlijden van Janna: grafsteen anno 2005 nog aanwezig op kerkhof te Vriezenveen
Notitie bij Johannes: landbouwer (bron: huwelijksregistratie 1872). bewoonde het ouderlijk erf Oosteinde 368.
Notitie bij het overlijden van Johanna Alberdina: 5 weken oud
Notitie bij Bernarda: grafsteen nog aanwezig op kerkhof Vriezenveen (anno 2004)
Notitie bij Gerrit: landbouwer (bij huwelijksregistratie 1885), grafsteen nog aanwezig op kerkhof Vriezenveen (anno 2004)

XIa. Johannes Berkhoff, geb. Vriezenveen 22 dec. 1852, † ald. 3 okt. 1895, tr. 1e Vriezenveen 8 mei 1885 Berendina Dekker, geb. Vriezenveen 1852, † ald. 18 febr. 1889, dr. van Bernardus en Alberdina Johanna Smelt; tr. 2e Vriezenveen 23 april 189116 Johanna Jansen, geb. Vriezenveen 24 april 1864, † ald. 17 maart 1956, dr. van Engbertus en Johanna Pot.
Uit het eerste huwelijk:
1. Janna Berkhoff, geb. Vriezenveen 8 juli 1886, † ald. 6 okt. 1954, tr. Vriezenveen 17 nov. 19067 Hendrikus Fredrik Eshuis, geb. Vriezenveen 2 okt. 1876, † ald. 4 maart 1957, zn. van Hein en Derkdina Brink.
2. Frederik Johannes, volgt XIIa.
Uit het tweede huwelijk:
3. Berendina Berkhoff, geb. Vriezenveen 29 aug. 1892, † 9 dec. 1962, tr. Vriezenveen 3 april 1917 Leonard Willem Smelt, geb. Vriezenveen 1 april 1890, † 14 sept. 1961,13 zn. van Jan en Aaltje Smelt.
4. Johanna Berkhoff, geb. Vriezenveen 1894, † ald. 30 juni 1894.
5. Engbertus, volgt XIIb.

Notitie bij Johannes: landbouwer, Oosteinde 390, huidige nummering , bijnaam Jan Butens Jans. was gemeenteraadslid en als zodanig ook wethouder.
Vanaf 1886 ouderling van de N.H.kerk.
Notitie bij Berendina: landbouwer (bron: huwelijksregistratie 1885)
Notitie bij Johanna: de wed. Johanna Jansen bewoonde later met haar kinderen Berendina en Engbertus het erf wijk 4 nummer 380 (later Westeinde 87).
Notitie bij Janna: dienstbode bij J. H. Dekker, later bij B. ter Brake (dienstbodenregister Vriezenveen 1890-1900).
Notitie bij Leonard Willem: landbouwer bij huwelijk in 1917
Notitie bij het overlijden van Johanna: 4 maanden oud

XIIa. Frederik Johannes Berkhoff, geb. Vriezenveen 6 sept. 1888, † ald. 4 juli 1967,13 tr. Vriezenveen 21 juni 19127 Hendrika Derkdina Eshuis, geb. Vriezenveen 29 maart 1888, † ald. 4 nov. 1965,13 dr. van Hein en Derkdina Brink.
Uit dit huwelijk:
1. N. N. Berkhoff, geb. Vriezenveen 22 dec. 1913, † ald. 22 dec. 1913.7
2. Berendina Berkhoff, geb. Vriezenveen 17 okt. 1915, † 2 sept. 2000, tr. Egbert Jonker, geb. Vriezenveen 8 okt. 1916, † 4 mei 2003.
3. Hendrik Johannes Berkhoff, geb. Vriezenveen 1918, † ald. 30 nov. 1984, tr. Vriezenveen 23 maart 1946 Jezina Janna Bokdam, geb. 1920, † Rijssen 25 nov. 2012, dr. van Jan en Jesina Jansen.
4. Johannes Hendrik Berkhoff, geb. Vriezenveen 11 nov. 1918, † 28 jan. 1997,13 tr. Vriezenveen 2 mei 1945 Roelofdina Engberts, geb. Vriezenveen 15 april 1922, † 8 jan. 1993.13
5. Derkdika Berkhoff, geb. Vriezenveen 13 juni 1921, † ald. 12 febr. 1929.13
6. Fredrik Hendrikus Berkhoff, geb. Vriezenveen 10 juni 1927,17 † ald. 14 juli 1995.

Notitie bij Frederik Johannes: landbouwer, Oosteinde 390, bijnaam Jan Butens Freek, wethouder. Is inwonend geweest bij Wicherdina Teunis weduwe van Lambertus Berkhioff.
Notitie bij de geboorte van N. N.: levenloos geboren kind van het mannelijk geslacht, wijk 1 nummer 12.
Notitie bij het overlijden van N. N.: levenloos geboren
Notitie bij Hendrik Johannes: landbouwer, bewoonder eerst Oosteinde 407 en later na de ruilverkaveling Dalweg 31.
Notitie bij Fredrik Hendrikus: bewoont het oude Jan Butenserf Oosteinde 390 (huidige nummering)

XIIb. Engbertus Berkhof, geb. Vriezenveen 23 sept. 1895, † Almelo 9 okt. 1943,13 tr. Vriezenveen 5 mei 19237 Hendrika Engberts, geb. Vriezenveen 28 aug. 1901, † ald. 24 nov. 1970,13 dr. van Roelof en Hendrika Johanna Coster.
Uit dit huwelijk:
1. Roelof Berkhof, geb. Vriezenveen 20 juni 1925, † Wierden 20 dec. 2003.18
2. Johan Berkhof, geb. Vriezenveen 12 juli 1927, † Haarlem 30 sept. 1997, begr. Zandvoort, tr. Ferdinanda Fuyck, geb. Okkenbroek (voormalig gem. Diepenveen) 27 jan. 1929, † Alphen aan de Rijn 3 jan. 2003, begr. Zandvoort.
3. Hendrika Johanna Berkhof, geb. Vriezenveen 19 nov. 1931,19 † Almelo 27 dec. 2004.19
4. Johanna Hendrika Berkhof, geb. Vriezenveen 11 maart 1934,19 † Wierden 2 maart 2006.
5. Jan Berend Berkhof, geb. Vriezenveen 3 juli 1935,20 † ald. 8 juni 2007.21
6. Engberta Hendrika Berkhof, geb. Vriezenveen 5 aug. 1939,19 † ald. 13 aug. 1999.19

Notitie bij Engbertus: landbouwer te Vriezenveen. bron: overlijdensakte en huwelijksakte, huwde in op het erf van zijn vrouw aan het Westeinde 476 (huidige nummering).
Notitie bij Johan: boekhouder
Notitie bij het overlijden van Johan: begraven op de algemene begraafplaats Oud Zandvoort. bron: plaats van overlijden e-mail Ferdinand Berkhof uit Botswana 2010.
Notitie bij het huwelijk van Ferdinanda en Johan: woonachtig geweest in Almelo, Arnhem, Haarlem, Zuid Afrika en in Zandvoort bron: e-mail Ferdinand Berkhof uit Botswana 2010
Notitie bij het overlijden van Ferdinanda: begraven op de algemene begraafplaats Oud Zandvoort.
bron: plaats van overlijden e-mail Ferdinand Berkhof uit Botswana 2010.

XIb. Hendrikus Berkhof(f), geb. Vriezenveen 8 aug. 1857, † ald. 25 juni 1924, tr. Vriezenveen 2 april 1886 Johanna Jaspers Faijer, geb. Vriezenveen 10 maart 1864, † Heino 10 febr. 1941, dr. van Albartus en Johanna Lena Webbink.
Uit dit huwelijk:
1. Albertus, volgt XIIc.
2. Fredrik Johannes, volgt XIId.
3. Johannes, volgt XIIe.
4. Jan, volgt XIIf.
5. Hendrik, volgt XIIg.
6. Julia Johanna Berkhof, geb. Vriezenveen 15 dec. 1900, † Zwolle 20 sept. 1970, tr. Vriezenveen 15 nov. 19237 Derk Stegeman, geb. Vriezenveen 15 april 1898, † Heino 28 april 1981, zn. van Herman en Fredrika Hendrika Brink.
7. Johan Gerrit, volgt XIIh.

Notitie bij Hendrikus: landbouwer, Wijk I-nr. 79 (adres 1943), Oosteinde 345, bijnaam Jan Butens Dieks, ontvanger Ned. Herv. kerk (in elk geval van 1897 tot 1907). Was afkomstig van het bekende Jan Butenserf, waar al honderden jaren Berkhoff´s woonden. Was de eerste Berkhof die het Onweerserf bewoonde. Moet volgens overlevering een nogal norse man geweest zijn.
Bij de boedelscheiding van de ouders van Johanna Jaspers Faijer (zijn echtgenote), in 1896 staat bij Hendrikus Berkhof vermeld "zich ook wel schrijvende Berkhoff". Hendrikus ondertekent de akte zijn naam met dubbel ff.
Op 21-10-1913 koopt Hendrikus de boterpacht af van het zogenaamde "Onweersland"; hij betaalt hiervoor 48 gulden en hiermee vervalt zijn plicht voor dit land jaarlijks "acht halve Nederlandsche ponden boter" op Sint Martini aan de heer van Almelo te voldoen. Zie voor uitleg over de boterpacht ook mijn scriptie op deze website (zie index hoofdstuk 1 par.2 onder het kopje verhouding tot het Huis van Almelo). http://onweersberkhof.com/scriptie/inhoudsopgave.html
Na het overlijden van Hendrikus in 1924 vindt een eerste boedelscheiding plaats. Huis en erf komen aan Hendrik Berkhof toe, de landerijen zijn vergeleken met de vorige generatie aardig geslonken (zo´n 15 hectare). De smederij die de "Onweersfamilie" sinds 1858 in bezit heeft gaat naar zoon Johan Gerrit.
Notitie bij Johanna: Onwjears Hanna, overleed op 10 februari 1941 tijdens een bezoek aan haar dochter Julia in Heino. Op 13 februari werd haar lichaam door een ziekenauto van het Groene Kruis à raison van 30 cent per kilometer naar Vriezenveen vervoerd, waar ze naast haar man werd begraven op het zogenaamde "rijkeluis-kerkhof" (zie voor meer informatie over het standenkerkhof mijn scriptie; http://onweersberkhof.com//scriptie/inhoudsopgave.html)
Notitie bij het huwelijk van Derk en Julia Johanna: huwt op dezelfde dag als broer Hendrik
Notitie bij Derk: onderwijzer

XIIc. Albertus Berkhof, geb. Vriezenveen 6 mei 1887, † Amsterdam 26 juli 1943, tr. Leiden 29 nov. 1911 Adriana Jacoba Los, geb. Leiden 15 okt. 1882, † Aalten 8 nov. 1951, dr. van Jacobus Martinus en Elisabeth Johanna de Vries.
Uit dit huwelijk:
1. Hendrikus, volgt XIIIa.
2. Elizabeth Johanna Berkhof, geb. Appeltern 15 febr. 1916, † Maarssen 23 april 2004, begr. Leiderdorp.
3. Jacobus Martinus (Jaap) Berkhof, geb. De Lier 28 maart 1922, † Maldonado Uruguay 6 febr. 1985, tr. Petronella van West, geb. Amsterdam 4 aug. 1918, † Maassluis 9 nov. 2009, dr. van Wouter en Antonia Pieterman.

Notitie bij Albertus: Begon als onderwijzer te Vriezenveen. Tijdens huwelijk in 1911 onderwijzer te Voorschoten, later (hoofd)onderwijzerhoofd van de Ds. C.P. van Eeghenschool te Amsterdam, begraven op de Noorderbegraafplaats te Amsterdam. Overleden ten gevolge van een tekort aan insuline tijdens de oorlog, was suikerpatiënt. Woonde aan de Ganzenweg 25 te Amsterdam-Noord.
Het huwelijk van Albertus met Adriana Jacoba Los zal verband houden met het predikantschap van Frans Johannes Los (geboren 25-7-1865 te Leiden) die als predikant op 15-7-1905 in Vriezenveen werd bevestigd (bron: Ken uw dorp en heb het lief, blz. 27).
Verliet al op jeugdige leeftijd het ouderlijk huis.
Tussen 31-5-1901 en 26-04-1906 was hij woonachtig (als student) aan "de Klokkenberg" te Nijmegen. Dit was een Prot.Chr. Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen Is vervolgens onderwijzer te Vriezenveen geworden aan de school van meester Aldershof en vertrok op 30-1-1909 naar Voorschoten.
Notitie bij het huwelijk van Adriana Jacoba en Albertus: getuigen zijn: Dirk Los, 31 jaar predikant te Daarle
Teunis Los, 21 jaar, bloemist te Utrecht
Frans Johannes Los, zonder beroep, wonend te Leiden
Notitie bij Adriana Jacoba: zonder beroep (1911)
Notitie bij de geboorte van Adriana Jacoba: bron: bevolkingsregister Amsterdam.
Notitie bij Elizabeth Johanna: lerares te Breukelen
Notitie bij het overlijden van Elizabeth Johanna: in het zelfde graf begraven als haar broer Hendrikus Berkhof.
Notitie bij Jacobus Martinus (Jaap): journalist

XIIIa. Hendrikus Berkhof, geb. Appeltern 11 juni 1914, † Leiderdorp 17 dec. 1995, tr. Baarn sept. 1940 Cornelia van den Berg, geb. 16 nov. 1914,2222 jan. 2003.22
Uit dit huwelijk:
Frederik Willem Huldrik Berkhof, geb. Zeist 20 okt. 1949, † Gorinchem 12 maart 2013.

Notitie bij Hendrikus: hoogleraar theologie,voorzitter Wereldraad van Kerken 1974-1983.1949 aangesteld als rector van het in 1950 te openen theologisch seminarium te Driebergen (bron: Provinciale Zeeuwse Courant 7-11-1949).
predikant te Lemele 1940-19
predikant te Zeist 1945-1949
Op 10-10-1938 liet Hendrikus zich bij het bevolkingsregister van Amsterdam overschrijven naar Ommen (Lemele) waar hij de plaatselijke pastorie betrok. Als opmerking bij zijn naam in het bevolkingsregister van Amsterdam stond dat hij buitengewoon dienstplichtig was.
Notitie bij Cornelia: bij huwelijk juriste van beroep.
Notitie bij Frederik Willem Huldrik: ing. bouwkunde (HTS Den Haag) arbeidsdeskundige UWV

XIId. Fredrik Johannes Berkhof, geb. Vriezenveen 27 jan. 1889, † ald. 19 nov. 1938, tr. Vriezenveen 3 april 1920 Hendrika Jesina Teunis, geb. Vriezenveen 4 mei 1895, † ald. 5 maart 1935, dr. van Albertus en Wolterdina Post.
Uit dit huwelijk:
1. Wolterdina Benjamina (Dine) Berkhof, geb. Vriezenveen 27 jan. 1921, † 19 juli 1989,23 begr. Heino, tr. Heino 1 aug. 1956 Derk Jan Eshuis, geb. Laag Zuthem 21 sept. 1919, † 2 nov. 1973, begr. Heino.
2. Hendrikus Berkhof, geb. Vriezenveen 13 juli 1924, † ald. 1 juli 1989,13 tr. Fredrika Stegeman, geb. 24 mei 1928, † 1 juli 1989.13
3. Benjamina Alberta (Mine) Berkhof, geb. Vriezenveen 28 jan. 1926, † 23 febr. 2003, tr. Frederik (Frits) Prins.
4. Albertus Berkhof, geb. Vriezenveen 29 febr. 1928, † Ermelo 12 juni 2000, begr. Stolwijk, tr. Emmen 17 april 1957 Annie Cathariena Smit, geb. Emmen 22 maart 1926, † Stolwijk 6 juni 1998.
5. Hendrika Johanna (Riek) Berkhof, geb. Vriezenveen 6 juli 1931, † Vaassen 14 sept. 2011.

Notitie bij Fredrik Johannes: landbouwer en veekoopman (Tjönnies), bewoonde het erf Oosteinde 348 (huidige nummering), huwde in op het erf van zijn echtgenote.
Notitie bij Hendrikus: landbouwer
Notitie bij Frederik (Frits): het gezin woonde in Eelde.

XIIe. Johannes Berkhof, geb. Vriezenveen 20 sept. 1891, † ald. 13 juni 1959, tr. Vriezenveen 28 juni 1918 Gerritdina Johanna Schipper, geb. Vriezenveen 18 febr. 1890, † ald. 9 dec. 1956, dr. van Berend Albert en Berendina Hendrika Engberts.
Uit dit huwelijk:
1. Johanna Berkhof, geb. Vriezenveen 2 juli 1919, † Lelystad 23 april 2001, tr. Harm Noppers, geb. Nieuw Leusen 8 juni 1919, † Lelystad 3 jan. 1998.
2. Berendina Hendrika Berkhof, geb. Vriezenveen 7 maart 1921, † ald. 22 sept. 2001, tr. Johannes Jansen, geb. Vriezenveen 31 juli 1917, † 18 sept. 2000.
3. Hendrika Berkhof, geb. Vriezenveen 21 juni 1922, † ald. 21 nov. 1922.
4. Hendrika (Riek) Berkhof, geb. Vriezenveen 25 nov. 1923, † ald. 8 nov. 2006, tr. Henk Mullink, geb. omstr. 1923, † Vriezenveen 13 okt. 2013.
5. Bertha Alberdina Berkhof, geb. Vriezenveen 26 april 1927, † Nijkerk 28 juni 2013, tr. Jannes Aman, geb. Vriezenveen 24 juni 1929, † Nijkerk 21 mei 2013.
6. Gerri Johanna (Gerri) Berkhof, geb. Vriezenveen 7 nov. 1930, † ald. 1 dec. 2015, tr. Roelof Herman Schipper, geb. Vriezenveen 24 okt. 1927, † ald. 17 jan. 2006.

Notitie bij Johannes: bij huwelijksregistratie smid, later fietsenhandelaar en reperateur ook wel Onwjears Jans.
Notitie bij het overlijden van Hendrika: bij overlijden 5 maanden oud.
Notitie bij het overlijden van Henk: 93 jaar oud bij overlijden

XIIf. Jan Berkhof, geb. Vriezenveen 27 mei 1894, † ald. 3 maart 1962, tr. Vriezenveen 3 nov. 1922 Hendrika Johanna Hoff, geb. Vriezenveen 15 maart 1899, † ald. 3 maart 1970,13 dr. van Berend en Kaatje Schelfhorst.
Uit dit huwelijk:
1. Hendrikus Berkhof, geb. Vriezenveen 19 okt. 1923, † Steenwijk 7 okt. 1971.
2. Kaatje Johanna (Kea) Berkhof, geb. Vriezenveen 30 nov. 1924, † Nijmegen 8 juli 2004.
3. Berend Berkhof, geb. Vriezenveen 31 jan. 1927, † ald. 24 maart 1989.13
4. Johan (Joop) Berkhof, geb. Vriezenveen 18 nov. 1929, † ald. 11 aug. 2007.

Notitie bij Jan: direkteur landbouw handelsvereniging te Vriezenveen. Volgens huwelijksregistratie bedrijfsleider
Notitie bij het overlijden van Kaatje Johanna (Kea): begraafplaats Rustoord

XIIg. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 30 april 1897, † ald. 19 mei 1967, tr. Vriezenveen 15 nov. 1923 Magdalena Johanna Teunis, geb. Vriezenveen 28 dec. 1896, † ald. 24 febr. 1953, dr. van Gerhardus Engbertus en Pieterlina Holland.
Uit dit huwelijk:
1. Hendrikus Berkhof, geb. Vriezenveen 13 mei 1925, † Emmen 19 mei 2012.
2. Gerhardus Engbertus, volgt XIIIb.
3. Johan Berkhof, geb. Vriezenveen 3 jan. 1928, † ald. 19 april 2011, tr. Sjoukje Corporaal, geb. Almelo 21 juli 1926, † Vriezenveen 2 mei 2016.
4. Leonard Pieter Berkhof, geb. Vriezenveen 11 juli 1930, † Aadorp (Vriezenveen) 7 juni 1968.24
5. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 6 juli 1932, † Epe 16 sept. 1996.

Notitie bij Hendrik: landbouwer, Wijk I-nr. 79 (adres 1943), Oosteinde 345 (huidige nummering), bijnaam "Onwjears Hendrik" of op gewoon Nederlands "Onweers Hendrik"
bestuurslid K.I.-vereniging Hellendoorn-Den Ham-Vriezenveen
bestuurslid van de Slachtcoöperatie de G.O.S.
bestuurslid van de Coöperatieve Zuivelfabriek
bestuurslid van de Overijsselse Landbouw Maatschappij

Hendrik was één van de eersten die zijn boerenbedrijf na de ruilverkaveling (vijftiger jaren 20e eeuw) verplaatste van het Oosteinde naar de Dalweg. Zijn bedrijf diende vele jaren als een voorbeeldbedrijf van het landbouwconsulentschap Overijssel en van de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting. Met de verplaatsing van het bedrijf kwam een einde aan de bewoning van de oude boerderij (Onwjearserf) die generaties lang in de familie was gebleven (zeker meer dan 300 jaar).
Bron: familiearchief Onweersboerderij en krantenartikel nav overlijden Hendrik Berkhof in 1967.
Zie ook notities vader Hendrikus Berkhof(f) en grootvader Albertus Jaspers Faijer.
Notitie bij het huwelijk van Magdalena Johanna en Hendrik: huwt op dezelfde dag als zuster Julia Johanna
Notitie bij Magdalena Johanna: bijnaam Marriën Lena.
Notitie bij Hendrikus: Vriezenveen
Notitie bij Johan: landbouwer, bijnaam Onwjears Johan
Notitie bij Sjoukje: bij huwelijk kraamverzorgster

XIIIb. Gerhardus Engbertus Berkhof, geb. Vriezenveen 19 mei 1926, † ald. 3 nov. 1993, tr. Vriezenveen 21 mei 1953 Hendrika Johanna Schipper, geb. Vriezenveen 25 dec. 1930, dr. van Derk en Johanna Bramer.
Uit dit huwelijk:
1. Magdalena Johanna Berkhof, geb. Vriezenveen 21 maart 1954.
2. Derk Berkhof, geb. Vriezenveen 4 april 1955.
3. Hendrik Berkhof, geb. Schoonebeek 4 okt. 1958.

Notitie bij Gerhardus Engbertus: aanvankelijk nog landbouwer op het ouderlijk erf, later machinist bij de melkfabriek (Schoonebeek, Hardenberg, Utrecht), bedrijfsleider rioolwaterzuivering (IJsselstein) rayonchef Prov. Waterstaat Friesland (Drachten), bijnaam Onwjears Gerhard.

Notitie bij Magdalena Johanna: bij huwelijk kleuterleidster te Heino
Notitie bij Hendrik: rijksambtenaar Amsterdam

XIIh. Johan Gerrit Berkhof, geb. Vriezenveen 24 mei 1903, † Steenwijk 4 sept. 1980, tr. Vriezenveen 30 okt. 19317 Gerritdina Hendrika Pot, geb. Vriezenveen 26 febr. 1905,25 † Steenwijk 20 nov. 1975, dr. van Johannes en Fredrika Holland.
Uit dit huwelijk:
Gerritdina (Dineke) Berkhof, geb. Zwolle 26 jan. 1946, † Groningen 20 juli 2012.

Notitie bij Johan Gerrit: smid, rijwielhandelaar/reperateur, leraar
Notitie bij het huwelijk van Gerritdina Hendrika en Johan Gerrit: Johan Gerrit is bij zijn huwelijk smid van beroep
Notitie bij Gerritdina (Dineke): woonactig te Appingedam

Xb. Berend Berkhoff, geb. Vriezenveen 4 maart 1828, † ald. 25 juli 1893,7 tr. 1e Vriezenveen 23 maart 185826 Jenneken ten Kraijenberg, geb. 1818, † Vriezenveen 3 jan. 1871, dr. van Karel ten Kraijenberg en Johanna Frederika Gerritdina Boeschen; tr. 2e Vriezenveen 20 okt. 1876 Hendrika Jesina Smelt, geb. Vriezenveen omstr. 1845, † ald. 5 sept. 1887,7 dr. van Gerrit en Wolterdina Berkhoff (VIIIa,3) en wed. van Albert Post.
Uit het eerste huwelijk:
1. Albertus Berkhoff, geb. Vriezenveen 11 jan. 1859, † ald. 13 jan. 1859.
2. Johanna Alberdina Berkhoff, geb. Vriezenveen 1860, † ald. 26 jan. 1878.
Uit het tweede huwelijk:
3. Janna (Julia) Berkhoff, geb. Vriezenveen 5 mei 1877, † ald. 2 april 1936,13 tr. Vriezenveen 2 april 189627 Johannes Dekker, geb. Vriezenveen 12 juli 1870, † ald. 21 jan. 1948,13 zn. van Albertus en Jezina Smelt.
4. Levenloze zoon, geb. Vriezenveen 18 sept. 1880.
5. Albert Berkhoff, geb. Vriezenveen 1882, † ald. 14 maart 1883.7

Notitie bij Berend: landbouwer (bron: huwelijksregistratie 1858 en 1876 en overlijdensregistratie 1893).
niet opgeroepen voor militaire dienst, had lotingsnummer 32 (jaargang 1847).
Notitie bij de geboorte van Berend: in de geboorteakte staat dat Berend de zoon is van Jan Berkhof Hendrikszoon, 30 jaar, landbouwer, en Alberdina Broertjen, zonder speciaal beroep 30 jaar.
Notitie bij Jenneken ten: bij overlijden huiswerkster van beroep. kon niet schrijven, evenals haar broer en zwager die bij haar huwelijk in 1858 getuigden.
Notitie bij het overlijden van Jenneken ten: bij haar overlijden wordt als haar beroep huiswerkster vermeld.
Notitie bij het huwelijk van Hendrika Jesina en Berend: Hendrika Jesina is weduwe van Albert Post.
Notitie bij het overlijden van Albertus: 2 dagen oud.
Notitie bij Janna (Julia): dienstbode bij H. Aman, (bron: dienstboderegister 1890-1900 Vriezenveen).
Als Janna op 18-jarige leeftijd huwt zijn haar ouders reeds overleden, ook haar grootouders staan vermeld in de huwelijksakte, te weten Jan Berkhoff en Alberdina Broertjen en van moederszijde Gerrit Smelt en Wolterdina Berkhof, ook deze zijn reeds overleden. Voogd is Lambertus Berkhoff, landbouwer te Vriezenveen en Gerrit Post, predikant van de Vrije Evangelische Gemeente, wonende te Yerseke, die beiden toestemming geven voor het huwelijk. Hij was de halfbroer van Janna Berkhoff, een zoon uit het eerste huwelijk van Hendrika Jesina Smelt met Albert Post.
Notitie bij het overlijden van Janna (Julia): op de grafsteen staat verwarrend de naam Julia Berkhoff vermeld! In de geboorteakte en overlijdensakte staat Janna Berkhoff vermeld.
Notitie bij Johannes: molenaar

Xc. Lambertus Berkhoff, geb. Vriezenveen 5 april 1830, † ald. 12 mei 1896, tr. Vriezenveen 17 sept. 1853 Wicherdina Teunis, geb. Vriezenveen 10 nov. 1831, † ald. 10 aug. 1905, dr. van Egbert en Aaltje Berkhof(f) (VIIIc,1).
Uit dit huwelijk:
1. Alberdina Berkhof, geb. 1854, † Vriezenveen 24 jan. 1855.
2. Albertus Berkhof(f), geb. Vriezenveen 19 nov. 1855, † ald. 10 jan. 1858.7
3. Aaltje Berkhof, geb. Vriezenveen 1857, † ald. 28 april 1862.28
4. Alberdina Berkhoff, geb. Vriezenveen 24 april 1859, † ald. 11 dec. 1934,13 tr. Vriezenveen 6 april 189829 Hendrikus Aman, geb. Vriezenveen 23 dec. 1857, † ald. 9 okt. 1914,13 zn. van Albartus Bernardus en Johanna Lena Berkhof(f) (IXa,3) en wedr. van 1e Jesina Smelt en 2e Egberdina Smelt.
5. Egbert Berkhof, geb. Vriezenveen 1 juni 1861, † ald. 19 april 1921.7
6. Jan Berkhof, geb. Vriezenveen 1863, † ald. 28 aug. 1894.
7. Albertus, volgt XIc.
8. Ezina Berkhof, geb. Vriezenveen 1871, † ald. 29 juli 1875.

Notitie bij Lambertus: landbouwer, kastelein en winkelier, bijnaam Jan Butens (Bats?) in overlijdensakte van dochter Aaltje in 1862 wordt als beroep van Lambertus en Wicherdina vermeld landbouwers en winkeliers.
Bewoonde het erf wijk 1 nummer 39 (later Oosteinde 369), ook bekend als de "Mejoers". Later bewoont zoon Albertus Berkhoff gehuwd met Gezina Eshuis het ouderlijk erf.

Vanaf 10 december 1899 was Harmen Drees afkomstig van Borne, geboortig uit Ambt Hardenberg dienstknecht bij de wed. L. Berkhof wijk 1 nr. 43. Hij vertrok op 13 okt. 1900 naar Markelo (bron: dienstboderegister 1890-1900 en 1900-1910 Vriezenveen).
Lambertus is voogd van de minderjarige Janna Berkhoff, dochter van wijlen zijn broer Berend, bij haar huwelijk in 1896. In de huwelijkse bijlagen van dit huwelijk (akte nummer 5) wordt als beroep van Lambertus kastelein vermeld.
.
Notitie bij het overlijden van Alberdina: bij overlijden 1 jaar oud.
Notitie bij het overlijden van Albertus: 2 jaar oud, heet bij overlijden Albertus Berkhoff zv Lambertus Berkhoff en Wicherdina Teunis, landbouwers alhier.
Notitie bij het overlijden van Aaltje: leeftijd bij overlijden 4 jaar en 10 maanden.
Notitie bij Hendrikus: landbouwer (bron trouwakte)
Notitie bij Egbert: dienstknecht bij W. Jonker, wijk 1 nr. 2, (bron: dienstboderegister 1880-1890 en 1890-1900 Vriezenveen).
landbouwer (bron: akte van overlijden).

Op 13 april 1888 is Egbert Berkhof getuige bij het aangeven van het overlijden van Jennken Broekhuis wonend aan wijk 1 nummer 53. Egbert heet dan landbouwer te zijn.
Notitie bij het overlijden van Egbert: bij overlijden 59 jaar oud.
Notitie bij Jan: landbouwer
Notitie bij het overlijden van Ezina: Bij overlijden Ezina genoemd, oud 4 jaar.

XIc. Albertus Berkhoff, geb. Vriezenveen 25 aug. 1866, † ald. 8 okt. 1941,7 tr. Vriezenveen 18 maart 18987 Gezina Eshuis, geb. Vriezenveen 4 jan. 1873, † ald. 20 nov. 1926, dr. van Hein en Derkdina Brink.
Uit dit huwelijk:
1. Lambertus Berkhoff, geb. Vriezenveen 17 juni 1901, † ald. 22 maart 1908.7
2. Hendrik Berkhoff, geb. Vriezenveen 29 april 1906, † Almelo 27 mei 1932.7
3. Wicherdina Berkhoff, geb. Vriezenveen 23 dec. 1909, † ald. 8 mei 2001,30 tr. Johan Holland, † 1968.

Notitie bij Albertus: landbouwer (bron: overlijdensakte 1941)
Notitie bij het overlijden van Lambertus: overleden als Lambertus Berkhoff 6 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: landbouwer te Vriezenveen
Notitie bij het overlijden van Hendrik: landbouwer te Vriezenveen volgens overlijdensakte.

IXb. Johannes Berkhof, geb. Vriezenveen 5 sept. 1810,31 † ald. 19 aug. 1885,7 tr. Vriezenveen 22 maart 183432 Dina Willemina Brink, geb. Vriezenveen 18 juli 1813, † ald. 5 nov. 1843,7 dr. van Derk en Gerritdina Tuttertjen.
Uit dit huwelijk:
1. Hendrik Derk Berkhof, geb. Vriezenveen 16 juni 1834, † ald. 6 aug. 1893.33
2. Derk Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 11 jan. 1836, † ald. 28 maart 1904.34
3. Lena Gerritdina Berkhof, geb. Vriezenveen 15 okt. 1837, † ald. 5 jan. 1902.35
4. Gerhardus Lambertus Berkhof, geb. Vriezenveen 16 okt. 1839, † ald. 24 nov. 1907.

Notitie bij Johannes: timmerman en landbouwer. Bij eigen trouwen genoemd timmerman.
landbouwer genoemd bij trouwen van zijn neef Frederik Johannes Berkhof in 1849.
Tekent " Berkhof" als getuige bij de trouwacte met één f.
Bij zijn overlijden wordt ook als beroep landbouwer vermeld.
bewoonde het erf wijk 1 nr. 58 (later Oosteinde 370?). de ongehuwde kinderen Berkhof bewonen later het ouderlijke erf.
Notitie bij Hendrik Derk: landbouwer, was woonachtig aan het oosteinde, wijk 1 nummer 60 samen met zijn ongehuwde broers en zuster.
Notitie bij Derk Hendrik: landbouwer bij overlijden.
Notitie bij het overlijden van Lena Gerritdina: bij overlijden 64 jaar oud.
Notitie bij Gerhardus Lambertus: landbouwer bij overlijden.


24 november 1907 is te Vriezenveen overleden Gerhardus Lambertus Berkhof, tot erfgenaam ondermeer nalatende:- -- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -- - - - - - - -

van moederszijde van den erflater:
Fredrika Christina Brink, gehuwd met Robert Schwyer,
Cornelis Brink, kantoorbediende, en Sine Henriëtte Brink, kantoorbediende allen wonende te St. Petersburg en kinderen van Gerrit Brink. Deze Gerrit Brink was een broer van Derk Brink, dit was de vader van Brink die nog op de firma de Lange & Jonker is.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -- - - - -- - - - -- - - -- - - - - - -- - -- - -- -- -- -- -- - -- - -- - - -


Van vaderszijde van de erflater;

Charles- Gustave Adolphe - Fernanda en Johanna Ihle allen wonende te Wenen.

De grootvader van den erflater, genaamd Hendrik Berkhoff is gehuwd geweest met Lena Schipper, uit welk huwlijk werden geboren 3 kinderen genaamd Jan - Wolterdina en Clasina Berkhoff.
Lena Schipper is daarna hertrouwd met Hendrik Muelink uit welk huwlijk is geboren Hendrik Meulink. deze is gehuwd geweest met Anna Henriëtte Kraaykes overleden in 1880 en nalatende 3 kinderen waarvan de eerste jong gestorven is, de tweede Maria Helena Henriëtte Meulink gehuwd geweest met Hubertus Hendrik Scheepers is kinderloos overleden en de derde Janna Martina Meulink gehuwd geweest met G.A. Ihle te Weenen en aldaar overleden 11 september 1906 nalatende de vier kinderen genoemde Charles - Gustave Adolphe - Fernanda en Johanna Ihle.

VIIb. J(oh)annes Berkhoff, ged. Vriezenveen 5 sept. 1728, † ald. na 20 sept. 1766, tr. 1e Vriezenveen omstr. 1752 Kunnigjen Roelofs, ged. Vriezenveen 17 jan. 1723, † ald. vóór 21 juni 1760, dr. van Roelof Willemsen en Aeltjen Berendsen; tr. 2e Vriezenveen 21 juni 1760 Metje Jansen Tutertjen, ged. Vriezenveen 30 jan. 1735, † ald. 13 febr. 1809, dr. van Jan Berends Tuijtertjen en Hendrikjen Frerijks Tuttertjen; zij hertr. Vriezenveen 20 sept. 1766 Jannes Albersen Weijteman.
Uit het eerste huwelijk:
1. Hendrika Berkhoff, ged. Vriezenveen 13 okt. 1754, †?.
Uit het tweede huwelijk:
2. Kunnigje Jansen Berkhoff, geb. Vriezenveen 12 juli 1761, † ald. na 1801, tr. Vriezenveen 20 sept. 1783 Fredrik Hendriks Aman, geb. Vriezenveen 3 jan. 1762, † Ambt Almelo 10 april 1827,36 zn. van Henricus Harmsen en Hendrikje Gerrits Smelt.

Notitie bij J(oh)annes: gedoopt als naam onleesbaar ouders heten Jan Jansen Berkhof en Hendrijkjen Jansen. Wordt evenals zijn vader niet in de boterpachtkohieren vermeld. Heeft het ouderlijk erf van zijn vader overgenomen dat gelegen was aan het Oosteinde 409. In de hoofgeldkohieren vermeld als Jannes of Jans. Hierin voor het eerst genoemd in 1759, wordt dan evenals in 1760 aangeslagen voor 2 gulden (aanslag voor 3 personen) en dat was een hoog bedrag, nl. ca. 67 cent, terwijl het gemiddelde op 39 cent p.p. lag. Wordt in 1764 nog genoemd, dan als Jan, wordt dan aangeslagen voor 1 gulden en 12 stuivers. In elk geval zijn z’n boeren activiteiten kleinschaliger van omvang dan die van zijn broer Jan, die een grote schaapskudde had. Jannes blijft bij maximaal 5 schapen steken en ook z’n landbouwareaal was kleiner van omvang, als we de belastingkohieren van gezaaide landerijen mogen geloven. In 1761 heeft hij naast een varken en een paard 5 bijenkorven en heeft hij geen schapen meer, hij zal ongeveer 2 koeien hebben gehad, gezien de bedragen die hij aan koegeld (belastiing op het hoornvee) moest betalen. Hij zal andere middelen van bestaan moeten hebben gehad, misschien koopman of schipper zoals de 2e echtgenoot van Metje Jansen Tuttertjen.
Het echtpaar maakt een testament op 8-12-1759. Testator vermaakt aan zijn moeder Hendrikjen Jansen Smelt haar legitieme erfdeel. Testatrice doet hetzelfde voor haar ouders Roelof Wilms en Aaltjen Berens. De kleding van testatrice worden vermaakt aan haar moeder, tenminste als zij zonder kinderen zou komen te overlijden. Testator legateert zijn linnen en wollen kleren aan zijn broer Jan Barkhoff. verder is het een langstlevende testament. Jannes ondertekent het testament, zijn echtgenote plaatst een kruisje (bron: Archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2676).

Jannes wordt nog in het belastingregister van gehoornde beesten in 1767 vermeld. Het erf van Johannes wordt in 1768 volgens hetzelfde belastingregister van gehoornde beesten bewoond door een zekere Jannes Albertsen, die zich ook wel Weijteman noemde, hij was in 1766 gehuwd met de weduwe van Jannes Berkhof.

Johannes, doorgaans Jannes genoemd, wordt vermeld als getuige in een proces dat handelt om de mishandeling van Lucas Jonker door Harmen Klaassen (processtuk 8-3-1747 Archief Huize Almelo inv.nr. 2932). Jannes zegt dan omtrent 18 jaar oud te zijn.
Het erf van Johannes wordt na diens dood overgenomen door de familie Weiteman; op 20-9-1766 huwt Jannes Albersen Weiteman (volgens de volkstelling van 1795 schipper van beroep) met de weduwe van Jannes Berkhoff, Metje Tuttertjen. Vanaf dat moment doet de naam Weiteman z’n intrede op het oude Berkhof’serf. De familie Weiteman bzit het pand in elk geval nog in 1834 als in de kadastrale leggers Jan Weiteman, zoon van Jannes als eigenaar van het erf wordt genoemd.
Notitie bij de geboorte van J(oh)annes: bij doop is de moeder niet vermeld, alleen de naam van de vader Jan Jansen.
Notitie bij het overlijden van J(oh)annes: op 20-09-1766 hertrouwt de weduwe van Jannes Berkhof met Jannes Alberts Weijteman.
Notitie bij het overlijden van Kunnigjen: 21-6-1760 datum 2e huwelijk Jannes Berkhof weduwnaar van Kunnigjen Roelofs met Metjen Jansen Tutertjen.
Notitie bij Metje Jansen: Metje maakt op 08-02-1809 haar testament op. Ze is dan zwak en ziek en zal 5 dagen later al overlijden. Tot universeel ergenaam wordt benoemd haar zoon Jan Weiteman. Ten tweede haar kinderen Janna Weiteman, Alberdina Weiteman (gehuwd met Jan Hendrik Stok) en de kinderen van haar overleden dochter Kunnigien Jansen [Berkhof] in echte verwekt door Jannes Berkhof, als erfgenamen in hun legitieme aandeel. De dochters Janna en Alberdina staat het echter ook vrij om in plaats van hun legitieme aandeel, 100 gulden ten laste van de boedel te ontvangen. Daarnaast komt Janna sowieso 100 gulden uit de boedel toe en verkrijgt zij het recht een spint lijn te mogen zaaien op de landerijen van het ouderlijk erf en ook komt (zolang ze ongetrouwd blijft) Janna volgens het testament recht op inwoning toe en zolang ze niet uit naaien gaat ook de kost. Verder krijgt ze nog de kleren uit de kast van haar moeder en het bed door haar beslapen.
Notitie bij het overlijden van Kunnigje Jansen: doop laatste kind in 1801, niet genoemd in de begraafregister welke aanvangen in 1806, dus overlijden moet tussen 1801 en 1806 hebben gelegen.
Notitie bij Fredrik Hendriks: landbouwer, imker (zie boedelscheiding) en koopman (1806). In de overlijdensakte genoemd landbouwer van beroep.
was kerkmeester van de Ned. Herv. kerk te Vriezenveen (o.a. in 1809 en 1810). Ik vermoed dat Fredrik ook marskramer is geweest. Op 13 februari 1810 staat in stukken van het archief van schoutambt Vriezenveen inv. nr. 34, dat Fredrik Aman als kerkmeester absent was, evenals medekerkmeester Gerrit Fredriks. De wintertijd was de tijd om met de marskraam op pad te gaan.
Bewoonde de boerderij aan het Oosteinde 312 (huidige nummering). Deze boerderij zou de bakermat van alle families Aman zijn.
Volgens het register op de personele quotisatie van 1808 beschikte Fredrik over een inkomen tussen 200 en 250 gulden en dat was aanzienlijk.

Frederik verstrekte aan diverse dorpsgenoten hypotheken en kocht een vierakkerstuk (bron: Ken uw dorp en heb het lief blz. 146).
De boerderij van Fredrik brandde in 1818 af. De schout Jan Kruijs schrijft hierover in zijn dagboek:
veertien dagen voor Paasschen brande het Huys van Frederik
Aman af. Zulks geschiede op een agtermiddag, Terwyl
de vrouw (eten?) bezig waren aan de wasch, de vlam
nam zo spoedig de overhand dat selfs het vhee en het
Paard niet heeft gered kunnen worden. Ymen, Honig,
wasch en byna de geheelen Inboedel is verloren gegaan.
Het Huys was gelukkig in de brand cas voor f 1200.-
Thans staat er weder een allerbest boeren Huys in de
plaats."

In de Staatscourant van 24 maart 1818 wordt de brand zelfs vermeld: "Vrieseveen, den 17 maart.
Heden nadenmiddag ten 4 uren, is, door eene geheele onbekende oorzaak, de woning van den landbouwer Frederik Aman in brand geraakt en, met den geheelen inboedel, benevens de schuur, met zeven stuks rundvee en een paard, als in een ogenblik, een prooi der vlammen geworden. Door den ijver der brandspuitgasten, van de ingezetenen ondersteund, zijn de belenden woningen, niettegenstaande den fellen wind, behouden gebleven (Overijsselsche Courant)".

De betreffende boerderij had in 1832 een gemiddelde huurwaarde van 36 gulden en viel daarmee in belastingklasse 4 en was daarmee toendertijd zeker een woning van betere stand. De gegoede stand blijkt ook uit de bijdrage van Frederik aan de verbouwing van de Hervormde kerk in december 1801 ten bedrage van 32 gulden. De inwonende vader Hendrikus doneerde 5 gulden.
In het belastingkohier van de quotisatie wordt het jaarlijks inkomen van Fredrik op 250 tot 300 gulden geschat en dat was voor Vriezenveense begrippen erg veel.
Op 11-11-1820 vind er een boedelscheiding plaats tussen Fredrik Aman en zijn kinderen in verband met de verdeling van het voormalige aandeel van Kunnigje Jansen Berkhof in de boedel. De gezamenlijke boedel van het voormalige echtpaar omvatte in 1820:
2 akker land bij de boerderij aan het Oosteinde gelegen (toen genummerd 27), gelegen tussen de landerijen van Hendrik Hoff en Jan Hoff.
-2 koeweiden in het zogenaamde Onweersland. Diverse stukken wilde veengrond o.a. bij de buurtschap Geesteren.
-1 akker wilde grond in de Oosterhoeven
-2 akker wilde grond op de Grote Superplus.
totale waarde van landerijen geschat op 1.800 gulden.
Verder bezat Fredrik Aman:
- 5 koeien, waarde 150 gulden.
-1 paard, waarde 100 gulden.
-2 kalveren, waarde 20 gulden
-2 wagens, waarde 40 gulden
-2 kisten, waarde 15 gulden
-1 kast, waarde 10 gulden
-2 tafels en enige stoelen, waarde 10 gulden
-2 bedden met toebehoren, waarde 80 gulden
- enige potten, pannen, schotels, borden en verder keukengerei, waarde 40 gulden
-diverse bouwgereedschappen, waarde 26 gulden
-voorraad ongedorste rogge, waarde 70 gulden
-dito boekweit, waarde 70 gulden
-dito hooi, waarde 40 gulden
-dito aardappelen, waarde 50 gulden
-bijen, bijenkorven, was, honing, honingvaten en alle toebehoren voor de bijenteelt, waarde 850 gulden.

Aan leningen had het echtpaar in totaal 1.849 gulden uitstaan.
4 kinderen ontvangen een uitkering uit de boedel ter waarde van 712,25 te weten:
Hendrik Aman, Johanna Aman, Magdalena Aman en Hendrikus Aman ontvingen een aandeel van 721,- , in totaal 2.521,-. Als gemachtigde van Hendrikus Aman trad op zijn zwager Berend Hof, landbouwer te Vriezenveen (bron: notarieel archief Overijssel nr. 15)

Op 2 december 1790 verklaren Albert Jansen en Harmine Hendriks 150 gulden schuldig te zijn aan Fredrik Hendriks en Kunnetjen Berkhof onder hypotheek van het halve huis (de westkant) en erf en landerijen van wijlen Albert Jansen Scheeper, tegen een rente van 4 gulden 10 stuivers. (bron archief schoutambt Vriezenveen inv.nr. 2680 foto 495).
Notitie bij het overlijden van Fredrik Hendriks: Fredrik is overleden op 10 april ’s-avonds om 6 uur in Almelo nabij het huis van Hendrikus Kortenvoord staande op de Schelfhorst wijk 5 nr. 273 en 274.

VIb. Albert Jansen Berkhoff, ged. Vriezenveen 3 maart 1700, † ald. 1742, tr. Vriezenveen omstr. 1725 Hendrikje Jansen Boesschen, ged. Vriezenveen 27 sept. 1705, † ald. omstr. 1753, dr. van Jan Hendriks Timmer en Hendrikje Hendriks.
Uit dit huwelijk:
Jan Alberts Berkhoff, geb. Vriezenveen 10 mei 1728, † ald. 1797.

Notitie bij Albert Jansen: landbouwer en koopman in linnen. Bewoonde een boerderij aan het Oosteinde 301-303 (huidige nummering). Mogelijk dat hij de boerderij, of in elk geval het land had geerfd van zijn schoonvader Jan Hendriks Boesschen, want die woonde in deze buurt. De woning zou later bekend zou worden als het Beemoanserf, een erg oude vakwerkwoning, waarvan nog oude foto´s bestaan. Albert Jansen Berkhof is in 1742 overleden. In dat jaar wordt in het hoofdgeldkohier de weduwe Albert Barckhof genoemd. Zijn weduwe Hendrikjen Jansen Timmer of Boeschen is op 21-6-1749 schuldig aan de wed. van wijlen dhr. Schultus Claas Kruys 163 gld en 16 st, voorts aan Gerrit Costers, Coopman tot Almelo, wegens gekochte en geleverde linnens 190 gld 13 st en 12 p, belovende jaarlix ende alle jaren te sullen en willen verintressen met een somma (?) van 14 gulden jaarlix of twee schuite vol turf. Hypotheek op huis en land. De schulden uit de handel van wijlen haar man waren kennelijk dusdanig opgelopen dat ze haar huis in onderpand moest geven (Bron: Ken uw dorp en heb het leif, blz. 129 en 130).

1738,1741 en 1744 linnen geleverd aan de wed. Albert Berkhof door Gerrit Nieuwkerk en Gerryt Kosters .
*bron: verzamelde info door Herman Jansen (Mieten Herman) dan wel dr. Jonker (museum Vriezenveen).

Volgens het boterpachtregister van 1735 bezat Albert een stukje land (ongeveer 1 akker) op het zogenaamde "Kintmansland" gelegen aan het Oosteinde (dit was een versplit erf .

Albert wordt in het hoofgeldkohier van 1736 aangeslagen voor 3 personen en krijgt daarvoor een aanslag van 1,30 stuivers (43 cent p.p.), daarmee lag hij ongeveer op het gemiddelde aan het Oosteinde (46 cent p.p.).
In 1753 wordt de weduwe Albert Barkhof aangeslagen voor 2 personen en bedraagt de aanslag 15 stuivers en dat is zo´n 38 cent p.p. waarmee men ongeveer op het gemiddelde van dat jaar zat 39 cent p.p.
Notitie bij de geboorte van Albert Jansen: gedoopt als zoon van Jan Berents en Anneken Berents 
Notitie bij het overlijden van Albert Jansen: In het Rekenboek van de Diaconie van Vriezenveen van de Gereformeerde Kerk (later bekend als de Nederl. Herv. Kerk) staat op 29 oktober 1742 vermeld:
“Den 29.8br. heeft Hendrijkjen Jansen Boeschen weduwe van wijlen Albert Berkhof als een Testamenttaire gifte geproflueert, uijt de Nae:laetenschap van wijlen Jan Hendrijksen Timmer gesonden de suma van tachentige: schrijve- - - - - 80-0-0
De geheele gifte is aan: gegeven, de sijn 100 gl. af 10 gl. gelaaten ter dispositie van de Naeste Vrienden om onder Noode lijdende uijt te deelen, rest nog 90 gl. debet”
Notitie bij Hendrikje Jansen: ALIAS Hendrikje Jansen Timmer, wordt voor het laatst nog in het hoofdgeldkohier van 1753 genoemd als de weduwe Albert Barkhof.


Op 10-01-1743 verklaart Hendrikje Jansen Timmer, voor haar zelf en als wettige voogdesse van haar miderjarige zoon Jan Albers Berkhoff enig bouwland, gelegen in het Kintmansland, liggend tussen de landerijen van Willem Post en Hollandersland, verkocht te hebben aan Harmen Jansen Smelt en Hindrikjen Hendriks voor 138 car. gulden.
Op dezelfde dag wordt ook contract gemaakt van de verkoop van een halve akker turfland, gelegen op de Superplus, gelegen in de landerijen van wijlen Jan Egbers, aan Garrijt Koster en zijn huisvrouw voor 122 car. gulden.
(bron:archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675).

Op 24-06-1749 verklaart Hindrikjen Jansen Boeschen, wed. van Albert Berkhoff en wettige voogdesse van haar onmondige zoon Jan Albers Berkhoff schuldig te zijn:
- 263 gulden aan de schout Claas Cruis tegen 3 procent rente.
- 180 gulden en 13 stuivers en 12 penningen aan Gerrijt Costers, koopman te Almelo vanwege geleverde linnen te verrenten tegen 6 gulden jaarlijks, of twee schuiten vol turf.
Onderpand zijn huis en gaarden gelegen in het land van Jannes Jonker, 2 akkers turfland gelegen in de Superplus, een weide gelegen in het Kintmansland, 2 wand bouwland in Geerligsmansland gelegen.
Notitie bij Jan Alberts: koopman? 12 mei 1797 testament van Jan Alberts Berkhof.

11, 12 13 maart 1773. Namens Jan Herman Costers wordt pondinge gedaan op de mob. goederen van Jan Albers Berkhof wegens 27 g. = 15 st. interest van een capitaal
(Jan Herman Coster vermoedelijk leverancier van linnen)
-breukregister 01-03-1750. Jan Albers Berkhoff wordt in het huis van Jan Lambers Nijboer in elkaar geslagen door de broers Jan en Jasper Freriks (bron: AHA inv. nr. 3242).

Jan blijft na het overlijden van zijn moeder alleen op het ouderlijk erf achter dat gelegen was aan het Oosteinde 301-306 (huidige nummering), inzake het hoofdgeld van 1760 wordt Jan aangeslagen voor 1 persoon en moet hij 8 stuivers betalen, wat ondanks de schulden die z´n vader uit de handelsactiviteiten had nagelaten, toch gemiddeld was.

13-03-1773 Jan Hermen Coster daagt Jan Alberts Berkhof voor het schoutengericht vanwege achtersallige intrest ten bedrage van 27 guldens en 15 stuivers over een uitgeleend kapitaal groot 180-13-12 d.d. 21 juni 1749 en eist anpanding van diens goederen.
13-03-1773 Bernardus Spijker daagt Jan Albers Berkhof voor het schoutengericht vanwege achtersallige intrest ten bedrage van 36 guldens 16 stuivers en 8 penningen over een uitgeleend kapitaal groot 81-16-08 d.d. 21 juni 1749 en eist anpanding van diens goederen.
Op 15 januari 1774 verklaren de crediteuren van Jan Alberts Berkhoff, genaamd: Jan Hermen Coster, Bernardus Spijker en de weduwe Jan Cruijs de toestemming van Jan Alberts Berkhoff hebben gekregen om al zijn goederen, niets uigezonderd, "gerigtelijk vrijwillig verwin" te geven. Zij vragen hiervan een gerichtelijke bevestiging (bron: archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 29 foto 141).

05-06-1779 akte van transport: verkoop door Jan Albers Berkhof van 2 akkers turfland op het Superplus gelegen voor de som van 250 gulden aan Albert Weijteman en Frederik Jansen (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2678).

Jan Albers Berkhof benoemt bij testament op 2 mei 1797 tot zijn universele erfgenaam de kinderen van Barend Schoemaker (~1710 zoon van Egbert Hendriks Schoemaker en Grietje Berends), genaamd Gerrit, Francijne en Hendrika Schoemaker en de kinderen van Egbert Esse, genaamd Frederikus en Harmannus Egberts Esse [Voshaar?]. De familierelatie tussen Barend Schoenmaker moet gezocht worden bij zijn echtgenote Berentje Heijneman. Zij was de dochter van Coert Hendriks Heijneman en Geertjen Berents Mink. Laatstgenoemde was een zuster van de grootmoeder van Jan Albers Berkhof. Jans vader en Barend Schoemaker waren dus neven van elkaar. Dat Jan tot universeel erfgenaam de kinderen van Barend Schoemaker benoemt is mogelijk interessant vanwege de handelsactiviteiten in 1758 van Hendrik(us) Schoemaker een broer van Barend in compagnonschap met Wicher Jansen en Jan en Hendrik Berkhof. Mogelijk was de betreffende Jan Berkhof wel deze Jan Berkhof gezien de verwantschappen die vaak bepalend waren in handelsrelaties! Van vader Albert is in elk geval met zekerheid bekend dat deze in de linnenhandel zat.
De verwantschap met Egbert Esse moet gezocht worden via moeders familie, de familie Boesschen. Hendrikje Boesschen, de moeder van Jan Albers Berkhof, was een nichtje van Janna Boeschen de echtgenote van Egbert Esse.
Tenslotte erf Jan Jansen Toet [ook wel Tout] al zijn lijfstoebehoren en de koe. Hoe Jan Toets familierelatie is met Jan Albers Berkhof is mij onduidelijk (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2678).
-Op 19 juni 1797 geeft Egbert Esse voor zijn kleinzoon Jan Mannessen de 50e penning aan voor de erfenis van wijlen Jan Alberts Berkhoff bestaande uit een grasgaarden, liggend in Engbert Hospes zijn land. Dezelfde dag geven de erfgenamen van wijlen Jan Alberts Berkhoff de 50e penning aan voor de geërfde goederen, te weten: een huis met kleine gaarden voor de woning, 2 wanden bouwland op de Geelekerie, en een koeweide op Kintmansland (bron: kohier van de 50e penning; Statenarchief van Overijssel inv. nr. 2668).

9-5-1799 koopt Jenneken Berkhof namens haar schoonvader Jannes Vrielink huis en gaarden, koeweide, hooiland en twee wanden bouwland van de erfgenamen van Jan Alberts Berkhof voor de som van 800 guldens (bron Statenarchief van Overijssel, toegnag 3.1 inv. nr.5711 ).

VIc. Berent Jansen Berkhoff, ged. Vriezenveen 28 okt. 1703,37 † ald. vóór 13 jan. 1758,38 tr. 1e Vriezenveen omstr. 1725 Jenneken Jansen Evertman, ged. Vriezenveen 24 maart 1700, † ald. omstr. 1732, dr. van Jan Hendricks Evertman (Post Olde) en Jenneken Lucassen Fronten; tr. 2e Vriezenveen omstr. 1733 Geertje Lucassen Fronten, ged. Vriezenveen 14 april 1713, † ald. na 1764, dr. van Lucas Lucassen en Aaltje Gerritsen Koster.
Uit het eerste huwelijk:
1. Jan Berends, volgt VIIc.
2. Jannes Berends Berkhoff, ged. Vriezenveen 25 sept. 1729, † ald. vóór 1748.
3. Albert Berends Berkhoff, ged. Vriezenveen 25 nov. 1731, †? na 1771.
Uit het tweede huwelijk:
4. Jenneken Berends Berkhoff, ged. Vriezenveen 10 jan. 1734, † ald. vóór 1790, tr. Vriezenveen 14 maart 1761 Gerrit Jansen Minne, de (ook Nijboer), geb. Vriezenveen 1737, † ald. vóór 1779, zn. van Jan Jansen Nicolaas (Minne) en Hendrikje Wichers Dodde.
5. Kunnigje Berends Berkhoff, ged. Vriezenveen 26 aug. 1736, † ald. vóór 1770, tr. Vriezenveen 13 jan. 1758 Frederik Alberts Weyteman, ged. Vriezenveen 21 sept. 1732, †?, zn. van Albert Freriks en Hendrina Jansen; hij hertr. Vriezenveen 2 maart 1770 Geertjen Janszen.
6. Janna Berends Berkhoff, ged. Vriezenveen 20 maart 1740, †? na 1777, tr. Tubbergen (ondertr. Vriezenveen 13 april) 1763 Jacob van der Kogel, ged. Tubbergen 10 maart 1737, †? na 1777, zn. van Antoni en Geesje Albers.
7. Lutjen Berends Berkhoff, ged. Vriezenveen 3 maart 1743, † Almelo? vóór 5 juni 1784, tr. Almelo 4 april 1770 Lambert ter Brake, ged. Almelo 19 april 1744, † ald. 10 juli 1828,8 zn. van Gerrit ter Brake en Geesje ten Bruggencate; hij hertr. Almelo 2 juli 1784 Anna Westerman.

Notitie bij Berent Jansen: landbouwer en koopman. Hoewel Berent gedoopt in 1703 een zoon is van Jan en Anna, is het toch kwestieus of dit dezelfde is als degene, die in later jaren gehuwd was met Jenneken Evertman en Geertje Fronten. Ik sluit niet uit dat hij ook de zoon kan zijn van Jan Berents Berkhoff (Kruis) waarvan een doopregistratie niet traceerbaar is.

In 1736 in het boterpachtregister genoemd, bezat een vierakkerstuk. Hij bewoonde zeker het ouderlijk erf gelegen aan de noordzijde van de dorpstraat Oosteinde nr. 393 huidige nummering. Dit valt af te leiden uit de verpondingsregisters van 1723 en 1734 ev. Hieruit blijkt dat de belastingbedragen die in 1723 voor de verponding en contributie golden voor de wed. Jan Berents [Berkhof] in 1723 exact hetzelfde waren als in 1734 en volgende jaren, ook de positie op de belastinglijst (van oost naar west is exact dezelfde).
In 1758 wordt Berent Jansen Berkhof nog in het boterpachtregister vermeld. In 1758 bij het huwelijk van zijn dochter Kunnigje is hij echter reeds overleden. In 1760 in het kohier van de hoofdgelden wordt zijn weduwe genoemd als gezinshoofd. In 1764 wordt de wed. Berent Berkhof nog genoemd als eigenaresse van het goed.
In het register van de 1.000e penning van 1758 staat de wed. Berent Berkhof vermeld met een vermogen van 1150 gulden.

In 1754 spreken Jan ten Cate en Harmen Coster, Gerrit Weyteman aan voor 322 g 10 st en nog eens 370 g wegens door hem in compagnonschap met Berend Berkhof gekochte en geleverde linnen.
(*bron Jaarboek Twente 1962: "Het Weytenhuis en zijn bewoners door H. Jansen.)
Hier geldt dat er 3 kandidaten zijn, echter aangezien handelsmaatschappen vaak familieaangelegenheden waren, meen ik dat Berent Berkhoff(gedoopt 28-10-1703) de linnenkoopman moet zijn aangezien hij een schoonzoon had die Weyteman heette en ook de broer van Berent, Albert geheten, was aantoonbaar linnenkoopman. (NB Gerrit Weyteman was een broer van Albert Weijteman).

Het erf is overgenomen door zoon Jan Berkhof en zijn echtgenote Jenneken Hendriks (bron: Herman Jansen, Ken uw dorp en heb het lief, blz.155.)

In 1732 is er een twist tussen de mombaren van de onmondige kinderen van Berent Jansen Berkhof en Berent Jansen Berkhof zelf d.d 15-12-1732 (bron: AHA inv. nr. 2937).
Notitie bij de geboorte van Berent Jansen: gedoopt als Berent, zoon van Jan Berentz en Anneken Berentz  
Notitie bij de geboorte van Jenneken Jansen: gedoopt als Jenneken dv Jan Henrix en Jenneken Lukasz
Notitie bij Geertje Lucassen: familienaam Fronten niet bij de dopen van haar kinderen gevonden noch bij de volkstelling van 1748. In 1764 nog genoemd als de wed. Berent Berkhof in het boterpachtregister. (Relatie met haar ouders gelegd dankzij opmerkzaamheid van Gerard Jansen uit Hoofddorp e-mail 2010).
Notitie bij de geboorte van Jannes Berends: gedoopt als Jannes zoon van Berend Jansen Berkhof en Jenneken Jansen Evertman.
Notitie bij het overlijden van Jannes Berends: niet vermeld bij de volkstelling van 1748.
Notitie bij Albert Berends: timmerman te Houten (Utr.) maakt in 1771 "eenig sins zwak van lichaam" testament op ten huize van z’n broer Jan Berentsen Berkhof. Is timmerman in Houten (Utr.).
Tot universeel erfgenaam benoemt hij zijn volle broer
-Jan Berentsen Berkhof
en zijn half-zusters:
-Jenneken Berkhof gehuwd met Gerrit Jansen
-Janna Berkhoff gehuwd met Jacob van der Koogel
-Lutjen Berkhof gehuwd met Lambert ter Braake
en de 4 nagelaten kinderen van wijlen Kunnegien Berkhoff bij Frederik Weijteman verwekt
-Henderica Weijteman
-Berent Weijteman
-Albert Weijteman
-Berent Weijteman

Vooraf (voordat de boedel tussen de universele erfgenamen kan worden verdeeld) testeert Albert aan zijn broer Jan Berents Berkhoff:
-een halve akker turfland, gelegen naast ’t bouwland van Jannes Derksen [Feijer] gemeenschappelijk bezit met Jan Berends Berkhoff en Gerrit Jansen.
-een halve akker turfland gelegen op het Superplus, gemeenschappelijk bezit met Jan Berkhoff en Harmen Vik
-zijn zakhorloge
-zijn timmergereedschap, zoals hij deze in Vriezenveen, in Houten (in het Sticht Utrecht) of elders heeft liggen
-al de schulden worden omgezet in schenking
-zijn kleding, zowel wollen en linnen en verder alles wat tot zijn lijfsbehoren gerekend mag worden, inclusief de zilveren schoengespen.

Eveneens vooraf testeert Albert aan zijn halfzuster Jenneken Berkhoff gehuwd met Gerrit Jansen:
-een halve akker turfland, gelegen naast ’t bouwland van Jannes Derksen [Feijer] gemeenschappelijk bezit met Jan Berends Berkhoff en Jan Berkhoff
-een som van 50 gulden
Albert Berkhof ondertekent het testament met zijn handtekening.
(bron: Archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2677).
Notitie bij Gerrit Jansen: landbouwer.

bij doop van zijn zoon op 5-2-1764 de Minne genoemd en op 26-2-1769 bij de doop van zijn zoon Gradus eveneens.
In 1779 worden in het kohier van het hoofdgeld de kinderen Gerrit Mene genoemd. Gerrit is dan kennelijk al overleden, evenals zijn vrouw. Volgens André Idzinga werd Gerrit ook Nijboer genoemd.
Het erf was gelegen aan het Oosteinde in de buurt van het Jan Butenserf, maar dan wat westelijker. Schoonzoon Hendrik Mollink neemt dit erf later over.
Gerrit bewoonde het voormalige erf van Albert Berends Berkhof en Janna Lamberts. In 1751 verwerft de latere schoonvader van Gerrit (Berent Berkhof) dit erf, althans hij staat als eigenaar van de woning vermeld in een aantal belastingregisters oa het vuurstedengeldregister van 1751. In het kerspellastenregister van 1758 staat een zekere Kuer Gerrit als hoofdbewoner van dit erf te boek en in 1759 Kuijeer Gerrijt, wat bedoeld zal zijn als Kuier Geriit (huidige spelling). In het kerspellastenregister van 1761 staat Gerrit Mene als hoofdbewoner te boek. Dat zal een andere persoon zijn als Gerrit Kuier.
Notitie bij het huwelijk van Frederik Alberts en Kunnigje Berends: Bewoonde het zogenaamde Weitemanshuis over de Schipsloot, buiten het dorp, gelegen. Zie Ken uw dorp en heb het lief, blz. 169.
Notitie bij Janna Berends: wordt volgens het Tubbergs lidmatenboek van de Nederlands Hervormde Kerk tegen het feest van kerstmis als "Janna vrouw van der Kogel" als lidmaat van de kerk aangenomen.
Notitie bij het huwelijk van Jacob en Janna Berends: In het huisarchief van Almelo zit een stuk met inventarisnummer 2007 over een faillisement van een zekere Jacob van der Kogel. Mogelijk is hij identiek met de echtgenoot van Janna Berkhof.
Het erf de Roskam of de Kogel was een boerenherberg te Almelo.
Akte van transport door de curator van de insolvente boedel van Jacob van der Kogel aan de vrouwe van Almelo van het erve Roskam of de Kogel, gebouwd op grond van de vrouwe van Almelo, 1788. Met een retroactum, 1774.
2 stukken.
Notitie bij Jacob: Jacob vertrekt volgens het Tubbergs llidmatenboek in 1763 naar Almelo, het echtpaar laat in Almelo (gereformeerd) op 21-9-1777 een zoon Gerrit dopen.

koopman, handelt d.d. 22-04-1773 in compagnonschap met Hendrik Leenders, Derk Arents en Gerrit Lucas (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 29 foto 135).
Notitie bij het huwelijk van Lambert en Lutjen Berends: van Lutje staat in de huwelijksakte vermeld dat ze laatst woonachtig was te Tubbergen.
Notitie bij Lambert: koopman (bron: overlijdensakte).
Notitie bij het overlijden van Lambert: heet bij zijn overlijden weduwnaar te zijn van Aleijda

VIIc. Jan Berends Berkhoff, ged. Vriezenveen 25 aug. 1726, † ald. na 1782, tr. Vriezenveen 7 maart 1761 Jenneken Hendriks Smit, ged. Vriezenveen 12 okt. 1732, †?, dr. van Hendrik Berentsen en Hendrijkjen (Hendrika) Koerts Heijneman.
Uit dit huwelijk:
Janna Berkhoff, ged. Vriezenveen 24 jan. 1762, † ald. vóór 1790, tr. Vriezenveen 1785 Jannes Boeschen, geb. Vriezenveen 19 juni 1757, † ald. 1818,39 zn. van Jan Hendriks Boesschen en Gerritdina (Gerhardina) Jansen Broertjen; hij hertr. 1790 Janna Hendriks Kosters.

Notitie bij Jan Berends: bewoonde het ouderlijk erf Oosteinde 393 (huidige nummering; zie Ken uw dorp en heb het lief, blz.155).
In 1782 wordt Jan B. Berkhof nog genoemd in het hoofdgeldkohier. In 1790 staat zijn schoonzoon Jannes Boeschen genoemd in het hoofdgeldregister en is Jan waarschijnlijk al overleden.
Wordt in 1780 als één van de sestienen genoemd (bestuurdersfunctie in het college van sestienen te Vriezenveen).
Zal ook turfschipper zijn geweest, want in de gemeentejaarrekening van 1767 staat vermeld dat zijn schuit aan de Paterswal is gebruikt en tevens ontvangt hij een vergoeding vanwege 2 dagen werkzaamheden inzake de inning van het hoofdgeld; in totaal ontvangt Jan Berends Berkhoff hiervoor een vergoeding van 2 gulden.
Notitie bij de geboorte van Jan Berends: gedoopt als Jan zoon van Berend Jansen Berkhof en Jennegjen Jansen Evertman.

VId. Berent Jansen Berkhof (Kooijker), geb. Vriezenveen 1706, † ald. vóór 12 april 1755,40 tr. Vriezenveen omstr. 1730 Aaltje Berends Kooijker, geb. Vriezenveen 23 nov. 1704, † ald. na 6 febr. 1758, dr. van Berent Egberts en Aaltie Hendricks.
Uit dit huwelijk:
1. Berend Berends, volgt VIId.
2. Janna Berends Berkhof, ged. Vriezenveen 19 mei 1735, † ald. na 1780, tr. Vriezenveen omstr. 1752 Henricus Boesschen, ged. Vriezenveen 2 juni 1727, † ald. na 1780, zn. van Hendrik Jansen Boesschen (Timmer) en Metjen Jansen Huisman.
3. Albert Berends, volgt VIIe.

Notitie bij Berent Jansen: kooiker en landbouwer. Heeft de boerderij van zijn schoonvader overgenomen dat een pachtgoed was van de heer van Almelo in tegenstelling tot de boterpachterven. Voor dit goed golden andere voorwaarden, de boerderij was eigendom van de Heer van Almelo.
wordt in het register van de 1.000 penning in 1734 aangeslagen voor een vermogen van 1.000 gulden, een aardig bedrag. Ook zijn schoonmoeder wordt apart aangeslagen voor deze belasting met een vermogen van 1.500 gulden (Statenarchief Overijssel, inv.nr. 2550). In 1739 wordt het vermogen eveneens op 1.000 gulden gesteld. In 1751 wordt Berent Kooijker in het kohier van de 1.000e penning aangeslagen voor een vermogen van 1.100 guldens, daarvan waren er 300 gulden voor personeel dat hij in dienst had. Ook dat werd als vermogen/welstand uitgedrukt en was belast. In 1758 als Berent is overleden, wordt de familie niet meer vermeld. slechts schoonzoon Hendrikus Boeschen (schoonzoon en inwonend?) staat vermeld in het belastingkohier van de 1.000e penning met een vermogen van 1.133 gulden en 7 stuivers. Maar hij was zelf afkomstig uit een rijke familie, dus dit kapitaal kan ook van zijn eigen ouders afkomstig zijn geweest.

Volgens de lokale dorpshistoricus Herman Jansen was Berent Jansen berkhoff Kooijker één van de aanvoerders in een conflict rond de doorvaart van Geesterense turfschippers door de zijl (sluis) in de Schipsloot bij het Kooikershuis. Het conflict speelde tussen 1742 en 1755. De Vriezenveners verloren dit proces en worden ieder veroordeeld tot een boete van 20 zilveren dukatons en de proceskosten. Volgens mij was hierbij echter niet Berent Jansen Berkhof Kooiker in het geding, maar de verwalter-schout Berent Jansen Berkhof. Dit blijkt eveneens uit archiefstukken van Huize Weleveld. Op 12-01-1763 ontvangen Egbert Berends Berkhof en Wolter Derks Schipper (gehuwd met Jenneken Berends Berkhof) van de schout Jan Dikkers 237,10 gulden, in verband met gemaakte proceskosten inzake de sluis bij het Kooikershuis, die wijlen hun (schoon) vader als verwalter-schout had gemaakt en van gemeentewege had voorgeschoten (Archief Huis Weleveld, kerspel Vriezenveen, inv. nr. 2). Egbert Berends Berkhof was een zoon van de verwalter-schout en niet van de Kooiker.

Berent Jansen Berkhoff Kooijker wordt genoemd als getuige in een proces dat handelt om de mishandeling van Lucas Jonker door Harmen Klaassen (processtuk 8-3-1747 Archief Huize Almelo inv.nr. 2932). Berent zegt dan omtrent 41 jaar oud te zijn. Volgens het archief Jansen-Jonker wordt hij ook als getuige genoemd in het proces om de Schipsloot. Dit is in 1746, dan is Berent 40 jaar oud.

Wordt doorgaans niet onder de naam Berkhoff aangeduid, in de kohieren van het hoofdgeld wordt hij kortweg de Koijker genoemd. In 1737 wordt hij inzake het hoofdgeld aangeslagen voor 2 personen en daarvoor krijgt "berent Koijker" een aanslag van 1 gulden, met 50 cent p.p. ligt dat boven het gemiddelde van 47 cent voor het Oosteinde.
In 1753 bedraagt de aanslag 1,25, echter voor hoeveel mensen dit precies is is onduidelijk.

In 1748 tijdens de volkstelling wordt het echtpaar genoemd met 3 kinderen boven de 10 jaar te weten, Berent, Albert en Janna.

Op 17-09-1740 verkoopt Albert Berendsen Berkhof bouwland gelegen in het land van Berend Berkhof, bekend als het Onweersland, aan Berend Berkhof, Jan Lucas Coster en Hendrik Jansen Timmer, bedrag niet vermeld in de transportacte van 28 januari 1741 (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2675).
Ook op 17-09-1740 verkoopt Albert Berendsen Berkhof 2 akkers turfland, gelegen op de Superplus aan Berend Jansen Berkhof, bedrag niet vermeld in de transportacte van 8 april 1741 (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2675). NB uit info uit de aktes van het hoogericht d.d. 23-09-1742 blijkt dat het hier om Berent Jansen Berkhof, gehuwd met Aaltje Berends Kooijker gaat.
Op 25-12-1741 verkopen Berent Berkhoff en Aeltjen Berents Kooijker samen met Hendrik Jansen Timmer voor zich zelf en mede namens laatsgenoemdes minderjarige kinderen, 300 roeden bouwland gelegen in de landerijen van Jan Onweer gelimiteerd oostwaards Jan Berends Doode en westwaards Lukas Onweer, zoals zij dit land uit de boedel van Albert Berends Berkhof hebben aangekocht en verkopen 2 wanden aan Jan Willems en zijn vrouw en 1 wand aan Jan Jansen Jacobs voor een som van 168 gulden akte 25 september 1742 (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2675).

Op 12-2-1757 worden vijf aktes van transport vastgelegd inzake verkoop van land door Aaltjen Berends Kooijker wed. van Berend Barkhoff. En genoemd worden bij deze transacties verder nog als medeverkopers genoemd Jan Berens Barkhoff en Jan Barkhof als mombaren (Voogden) van Albert Barkhoff, en Berent Berentsen Barkhoff (de 2 zoons van Aaltje Berends Kooijker waarvan Albert dus nog minderjarig was en daarom voogden toegewezen had gekregen) (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2675). De voogden van de kinderen waren doorgaans naaste bloedverwanten, in dit geval van vaderszijde, aangezien de moeder nog leefde.
Dit zorgt toch wel voor enige verwarring, maar ook de enige link naar de voorouderlijn van Berent. Hoewel ik aan Berent altijd een andere vader had toegewezen ben ik inmiddels door deze voogdijstelling tot een andere conclusie gekomen.
Jan Berens Barkhoff is volgens mij identiek aan de oudste zoon van Berent Jansen Berkhof gehuwd met Jenneken Jansen Evertman die geboren was in 1726. Jan Barkhoff moet welhaast Jan Berkhof wezen gehuwd met Hendrikje Smelt (van de Jan Butens voorouderlijn). In dat geval moet Berent Jansen Berkhoff Kooijker een broer zijn van Jan Jansen Berkhof gehuwd met Hendrikje Jansen Smelt. Dat zou betekenen dat de ouders van Berent, Jan Berends Berkhof en Anna Berends Mink 2 zonen hadden met de naam Berent. Dit gegeven heeft me altijd weerhouden om aan Berent deze ouders te koppelen maar na jarenlang onderzoek ben ik daar toch anders over gaan denken. Twee zonen of dochters met dezelfde naam in hetzelfde gezin kwam met een zekere regelmaat in Vriezenveen voor, met name in de 17e eeuw en in het begin van de 18e eeuw. Dat gebeurde om toch beide grootvaders/moeders vernoemd te krijgen. Meestal was er dan een toevoeging "de Jonge" en "de Oude". In het geval van deze Berent was dit onderscheid niet nodig omdat hij met de afwijkende naam Kooijker door het leven ging. Dit in plaats van of samen met de naam Berkhof. Het geboortejaar van deze Berent moet op ongeveer1706 gesteld worden voor Berent Berkhof Kooijker want bij een proces in 1746 is hij omtrent 40 jaar oud en in 1747 bij een ander proces ca. 41 jaar oud. De Berent die gedoopt is als zoon van Jan Berents Berkhof en Anna Berents Mink is gedoopt in 1703. Van een doop uit 1705 is niets geregistreerd. Maar anderzijds zijn de doopboeken verre van volledig. Mogelijk is er een tweede zoon van dit echtpaar als Berent gedoopt rond 1706. Immers er waren 2 grootvaders Berent die vernoemd moesten worden.
De voogdijstelling bij een akte van verkoop van het voormalige boerenerf van wijlen Jan Jansen Berkhof (Kruijs) op 12-5-1764 lijkt echter het omgekeerde te bewijzen. Bij deze akte van verkoop wordt Berent Berentsen Berkhof (zoon van Berent Jansen Berkhoff (Kooijker) genoemd als één van de mombers (voogden) van de weeskinderen van Jan Jansen Berkhof (Kruis). Maar de reden hiervan kan in dat geval ook gezocht worden in de moederlijn omdat zowel Berent Jansen Berkhof Kooijker als Jan Jansen Berkhof Kruis met een dochter van Berend Engberts Kooijker waren gehuwd.
NB In 2016 heb ik in het archief van de Diaconie van de Hervormde Kerk van Vriezenveen inderdaad het bewijs gevonden dat Jan Berends Berkhof en Anna Berends Minck inderdaad 2 zonen Berend hadden. In 1742 staat in het Diaconie rekenboek: “Den 6. maij heeft Broeder Berend Berkhof uijt sijn, en sijner Broeders Berend Berkhofs naem als een vrijwillige Liefde gave, van wegens derselver moeder Annetjen Berends, in leven weduwe van Jan Berends Berkhof in:gebragt 5-10-0”. Het ultieme bewijs dat Jan Berends Berkhof en Anna Berends Minck inderdaad twee zonen had met de naam Berend!
Over de inhoud van de transportakten:
A: verkoop van een akker hoevenland op de Superplus aan Wolter Schipper en huisvrouw voor 116 car. guldens.
B: verkoop van een dagwerk hooiland vanaf de Schipsloot "de Torterie" genaamd voor 126 car. guldens aan [schoonzoon] Henricus Boesschen, welke gehuwd was met Janna Berends Berkhof.
C: 2 akkers hoevenland gelegen op de Superplus aan Harmen Fik voor 241 car. guldens.
D: een bouwgaarden en enig grasland, gelegen naast die van Willem Onweer tot aan ’t Schothorstdijkjen voor 79 gulden aan Jannes Barkhoff en diens erfgenamen.
E: 1 akker turfland, beginnend aan de Schipsloot, een negende part van 2 akker turfland, gemeenschappelijk bezeten (onverscheiden) met Harmen Smelt, het derde part turf of greftenland, liggend tegen de Kooij, beginnend aan de Schipsloot tot aan de [Kooij]-plas; 4 dagwerk hooiland "de Deele" genaamd; een bouwgaarden met twee hoekjes bouwland tot aan de Kooijendijk; en nog een dagwerk hooiland achter de Kooijendijk voor 211 guldens en 12 stuivers aan [zoon] Berent Berents Barkhoff en zijn echtgenote.
Het is verlijdelijk om ook in Harmen Fik een verwant te zien, hij is drie maal voogd van de weduwe Aaltje Berents Kooijker en dus ook nog eens koper van een deel van de landerijen. Mogelijk heeft Harmen Fik (gehuwd met Janna Onweer) een eerder huwelijk gehad met een nog onbekende dochter van Aaltje Berents Kooijker? Echter bij zijn huwelijk op 13 april 1754 met Janna Lucassen [Onweer] staat niet vermeld dat hij weduwnaar is. Dus deze stelling lijkt toch niet voor de hand te liggen.

31 januari 1756 Frerik Jansen doet pondinge aan de goederen van weduwe Berend Jansen Berkhoff alias de Kooyker XXIV,164 (Bron: Dumentatiecentrum vereniging Oud Vriezenveen).
Notitie bij de geboorte van Berent Jansen: bij proces in 1746 omtrent 40 jaar oud en in 1747 bij een ander proces ca. 41 jaar oud. Doop niet gevonden
Notitie bij het overlijden van Berent Jansen: Als zijn zoon Berent op 12-4-1755 trouwt is Berent Jansen Berkhoff al overleden.
Notitie bij Aaltje Berends: De weduwe Berent Barkhof Kooiker voert in 1758 een proces tegen de wed. Jan ten Cate Hendrikssoon en Harmen Coster over een schuldvordering op penningen berustende onder de graaf van Rechteren (Archief Richterambt Almelo toegangsnummer 40, 2.3.1.2.2. inventarisnummer 34).

2007_1221c foto 190
-12-02-1757 verkoop van land door Aaltje Wichers wed. van Berent Barkhoff (geassisteerd met Harmen Fick), voorts Jan Berens Barkhof en Jan Berkhof als mombaren van Albert Berens Barkhoff en Berent Berens Barkhoff bekennen en verklaren op de 5e febr. 1756 verkocht te hebben hun akker hoevenland gelegen op de Superplus, onverscheijden met Jan Vrielink ten profijte van Wolter Schipper en zijn vrouw voor de som van 116 Car. Guldens.
2007_1221c foto 191
-12-02-1757 verkoop van land door Aaltje Wichers wed. van Berent Barkhoff (geassisteerd met Harmen Fick), voorts Jan Berens Barkhof en Jan Berkhof als mombaren van Albert Berens Barkhoff en Berent Berens Barkhoff bekennen en verklaren op de 5e febr. 1756 verkocht te hebben hun 1 1/2 dagwerk hooiland aan den Schipsloot de Torterie genaamd , ten profijte van Henrikus Boesschen en zijn erfgen. voor de som van 126 Car. Guldens.
2007_1221c foto 192
-12-02-1757 verkoop van land door Aaltje Wichers wed. van Berent Barkhoff (geassisteerd met Jannes Barkhoff), voorts Jan Berens Barkhof en Jan Berkhof als mombaren van Albert Berens Barkhoff en Berent Berens Barkhoff bekennen en verklaren op de 5e febr. 1756 verkocht te hebben 2 akker hoevenland gelegen op de Superplus, ten profijte van Harmen Fik en diens huisvrouw. voor de som van 241 Car. Guldens.
2007_1221c foto 193
-12-02-1757 verkoop van land door Aaltje Wichers wed. van Berent Barkhoff (geassisteerd met Harmen Fick), voorts Jan Berens Barkhof en Jan Berkhof als mombaren van Albert Berens Barkhoff en Berent Berens Barkhoff bekennen en verklaren op de 5e febr. 1756 verkocht te hebben haar eigen toebehorende bouwgaarden met enig grassland, naast dat van Willem Onweer groot omtrent 200 tret tot aan het Horstdijkjen aan den Schipsloot de Torterie genaamd , ten profijte van Jannes Barkhoff en zijn erfgen. voor de som van 79 Car. Guldens.
2007_1221c foto 193, 194
-12-02-1757 verkoop van land door Aaltje Wichers wed. van Berent Barkhoff (geassisteerd met Harmen Fick), voorts Jan Berens Barkhof en Jan Berkhof als mombaren van Albert Berens Barkhoff bekennen en verklaren op de 5e febr. 1756 verkocht te hebben haar eigen toebehorende akker turfland gelegen aan de Schipsloot hinbuiten een negende part turfland van 2 akker onverscheiden met de wed. Harmen Smelt het derde part turf of greffenland liggende tegen de Kooije begint aan den Schipsloot hen buiten tot aan den Plas, 4 dagwerken hooiland de Deele genaamd een bouwgaarden met de 2 stukjes tot aan den Kooije en nog een dagwerk hooiland achter den Kooijendijk , ten profijte van Berent Berents Barkhoff en zijn huisvrouw en erfgen. voor de som van 211 Car. Guldens 12 st..
(bron: Archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2675).
-06-02-1758 de wed. Jan ten Cate Hendrikszoon en Harmen Coster leggen beslag op een uitstaande lening aan de heer van Almelo van 400 gulden om hierop uitstaande schulden van de wed. Barkhof Kooicker te verhalen (bron: Richteramt Almelo inv nr 34 foto 2065).
Notitie bij de geboorte van Aaltje Berends: gedoopt als Aeltjen dv Berent Egberts Kooiker en Aeltjen Henrix.
Notitie bij Janna Berends: getuige in een gerechtelijk vooronderzoek in 1780 (archief Huize Almelo inv. nr. 2932)
Notitie bij het overlijden van Janna Berends: getuige in een gerechtelijk vooronderzoek in 1780 (archief Huize Almelo inv. nr. 2932)
Notitie bij Henricus: landbouwer, woont met de volkstelling van 1748 nog op het ouderlijk erf met zijn broers en zuster. De familie Boeschen was in goede doen. In het register van de 1.000e penning uit 1758 staat Henricus vermeld met het merkwaardige vermogen van 1133 guldens en 7 stuivers.

akte van transport 12-02-1757 verkoop van land door Aaltje Wichers wed. van Berent Barkhoff (geassisteerd met Harmen Fick), voorts Jan Berens Barkhof en Jan Berkhof als mombaren van Albert Berens Barkhoff en Berent Berens Barkhoff bekennen en verklaren op de 5e febr. 1756 verkocht te hebben hun 1 1/2 dagwerk hooiland aan den Schipsloot de Torterie genaamd akker hoevenland gelegen op de Superplus, ten profijte van Henrikus Boesschen en zijn erfgen. voor de som van 126 Kar. Guldens. (bron: archief schoutambt Vriezenven, inv. nr. 2675).

Op 11-08-1759 kopen Henricus Boesschen en zijn echtgenote voor 120 car. guldens 1 1/2 akker hooiland, bezwaard met 5 pond boter, van Hendrik Roelofs Schuurman (bron: archief schoutambt Vriezenven, inv. nr. 2675).

akte van transport 20-07-1765; verkoop door wed. van Gerrijt de Ruiter van drie vierendeel akker turfland (gemeenschappelijk met Gerrit Berensen Snijder bezeten) voor 75 car. guldens aan Henrikus Boesschen en zijn echtgenote (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2676).

akte van transport 08-05-1775; aankoop door Henricus Boesschen en Janna Berents Berkhof van 6 wanden bouwland voor 358 gulden van Kunnegien Jansen wed. van Frederik Lubbers (bron: archief schoutambt Vriezenven, inv. nr. 2678).
Notitie bij het overlijden van Henricus: getuige in een gerechtelijk vooronderzoek in 1780 (archief Huize Almelo inv. nr. 2932)

VIId. Berend Berends Berkhof Kooijker, ged. Vriezenveen 1733, † ald. na 1792, tr. Vriezenveen (ondertr. 12 april) 1755) Aaltje Wichers, ged. Vriezenveen 18 nov. 1725, †? na 1766, dr. van Wicher Roelofs en Jenneken Waanders.
Uit dit huwelijk:
1. Berend Berends Berkhof, ged. Vriezenveen 1 aug. 1756, † ald. 28 febr. 1814.41
2. Jennigjen Berends Berkhof, ged. Vriezenveen 26 aug. 1759, † ald. 31 okt. 1832, tr. Kobus Vrielink, geb. Vriezenveen 1772, † ald. 1 juni 1836, zn. van Jannes en Hendrikje Koops.
3. Albert Berends, volgt VIIIb.
4. Wieger Berends, volgt VIIIc.

Notitie bij Berend Berends: geen doop traceerbaar. turfschipper en tapper ook genoemd Kooikers Berend. Genoemd bij de volkstelling van 1748, is dan ouder dan 10 jaar.
Wordt inzake het hoofdgeld (genoemd "de koijker") aangeslagen voor 2 personen en moet daarvoor 15 stuivers betalen, dat is 0,75 en dat was ongeveer 37 cent p.p. en daarmee iets lager dan gemiddeld (dat lag op 39 cent p.p. voor het Oosteinde).

03-03-1759 genoemd als erfgenaam in het testament van Berend Wichers (broer van echtgenote Aaltje Wichers) en Jenneken Harwig. Erft samen met de andere broers en zuster van Berend Wichers de wollen en linnen kledingstukken.
(archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2676).

2 maart 1782 procureur JF Hein namens de weduwe AH Bartelink doet pondinge aan de roerende goederen van Berend Berkhoff Kooyker wegens 50 carolusguldens zijnde een jaar pacht van de kooykersplaatse, verschenen martini 1781 XXV,58 (Bron: Dumentatiecentrum vereniging Oud Vriezenveen).

15 september 1785, de scholtus Jan hendrik Dikkers doet pondinge aan de roerende goederen /zaadgewassen, schuiten, turf in het veen onverdeeld met de hoogheyd des huizes en heerlijkheid Almelo en Vriezenveen etc etc toestendig de Kooyker Berent Berkhoff wegens 69 gulden verschoten penningen en afrekeningen, XXV,57 (Bron: Documentatiecentrum Vereniging Oud Vriezenveen).

2 december 1786,
Compareert Ernst Fredrik Drost en doet citeren Berent Berkhof alias Koeijker, wegens verdient meesterloon ten bedrage van 19,- over de maanden januari-augustus 1786 . Berent Berkhof verklaart dat het ongemak aan zijn benen genezen moest, anders hoefde hij niet te betalen en het is niet genezen.
(bron: Archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 13).

In de jaarrekening van 1792 is nog een notitie te vinden van een rekening van Berent Berkhof voor verteringen in zijn herberg ten bedrage van 4 guldens en 18 stuivers. In 1791 bedraagt de rekening voor vertering door gesworenen en landmeters 9 gulden. In dat jaar wordt uitsluitend naar de rekening van "de Koijker" verwezen. In 1791 heet de rekening van Berent Berkhof Koijker te zijn. Dan bedraagt de rekening 10 guldens en 7 stuivers. Toch behoorlijke rekeningen voor die tijd.
Notitie bij de geboorte van Berend Berends: gedoopt als Berend
Notitie bij het overlijden van Berend Berends: in de huwelijkse bijlagen van kleindochter Adolffina Berkhoff die op 2 mei 1829 huwde met Egbert Post valt te lezen dat haar grootouders voor meer dan 23 jaar geleden zijn overleden. Berend Berkhof en Aaltje Wichers te Vriezenveen en Fredrik Bosch of van den Bosch en Clasina de Vries te Sint Petersburg.
Notitie bij het huwelijk van Aaltje en Berend Berends: "Berend Berends Berkhof J.M. en N.Z. van Berend Jansen Berkhof en Aeltjen Wichers J.D. van Wichert Roelofz beyde alhier"
Notitie bij Aaltje: 16 oktober 1771 verschenen Waander Wiegers inzake het verzegelde en laatste testament van zijn vader dd 21 juli 1763 is hij bereid ter inzage te tonen voor zijn broers en zusters. Verschenen Roelof Wiegers en Berend Wiegers en Berent Berkhof namens zijn vrouw Aaltje Wiegers.(bron: archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr 29 foto 113).
Notitie bij Berend Berends: landbouwer
Notitie bij de geboorte van Berend Berends: gedoopt als Barend z.v. Barend Barends Barkhof en Aeltjen Wijgers
Notitie bij de geboorte van Jennigjen Berends: gedoopt als dochter van Berend Barends Barkhof en Aeltjen Wiegers
Notitie bij Kobus: landbouwer, bewoonde het erf Oosteinde 301/303, bekend als het Beemoanshuis zie Ken uw dorp en heb het lief, blz. 129. De woning had in 1832 een gemiddelde huurwaarde van 12 gulden en dat was beneden het gemiddelde van 15,27 in Vriezenveen.

VIIIb. Albert Berends Berkhoff, ged. Vriezenveen 5 sept. 1762, † ald. 20 maart 1824, tr. Vriezenveen 1 (kerkelijk 15) april 1792 Berendina van den Bosch, ged. Vriezenveen 3 dec. 1766, † ald. 24 dec. 1825, dr. van Frederik Boss en Clasina de Vries.
Uit dit huwelijk:
1. Barend, volgt IXc.
2. Wicher (Vasily Ivanovitch), volgt IXd.
3. Klasyna Berkhoff, geb. Vriezenveen 13 april 1796, † ald. 29 jan. 1889.
4. Aaltje Berkhoff, geb. Vriezenveen 19 okt. 1798, † ald. 23 aug. 1870,42 tr. Vriezenveen 9 april 182543 Albartus Companjen, ged. Vriezenveen 29 jan. 1786, † ald. 30 dec. 1839, zn. van Gerrit Hendriks en Aaltje Jansen en wedr. van 1e Koerdina Jansen en 2e Wilhelmina Schoemaker.
5. Frederika Berkhoff, geb. Vriezenveen 12 nov. 1800, † ald. 1 okt. 1819.7
6. Adolffina Berkhoff, geb. Vriezenveen 10 april 1804, † ald. 17 april 1869,44 tr. Vriezenveen 2 mei 182945 Egbert Post, geb. Vriezenveen 1802, † ald. 30 okt. 1856, zn. van Gerrit en Frederika Gerrits.
7. Albert, volgt IXe.

Notitie bij Albert Berends: tapper, timmerman en landbouwer. Volgens het Boerboek uit 1783 verwierf Albert in 1799 de woning Oosteinde 413 van Gerrit Jansen Dodde. Volgens het register van de 50e penning d.d. 7 juni 1799 werd de aankoop van het huis en de gaarden erachter en daarbij nog 3 wanden bouwland liggende op het land van Jan Aman gekocht van Gerrit de Groot en de weduwe van wijlen Gerrit Smelt voor een bedrag van 822 gulden (bron: Statenarchief Overijssel inv. nr. 5711). Albert was afkomstig van de oude Kooijkersboerderij, gelegen bij de Kooiplas, volgens de lokale historicus Herman Jansen zou Albert de laatste kooiker zijn geweest. Broer Wicher bleef op het ouderlijk erf, de Kooikerboerderij, wonen.
Albert pacht ook de sluis in de Schipsloot van de Heer van Almelo. Als zodanig wordt hij, net zoals eerder zijn broer Wicher, door de heer van Almelo verschillende keren aangesproken voor achterstallige sluispachtgelden. Dit waren aardige bedragen. Zo bedroeg de aanspraak van de heer van Almelo in 1805 312 gulden en 18 stuivers. In 1809 wordt Albert aangesproken voor achterstallige pachten ten bedrage van 364 gulden en 6 stuivers over de jaren 1805-1808. (Bron: Archief: Jansen-Jonker).

Volgens de volkstelling van 1795 was Albert timmerman, het gezin bestond toen uit 4 leden. Voor de gemeente voerde Albert ook werkzaamheden uit. Zo werkte hij in 1792 aan de sluis in opdracht van de gemeente en ontving daarvoor 16 stuivers (bron: jaarrekeningen gemeente).
Het huis dat Albert bewoonde had volgens het kadaster een gemiddelde huurwaarde van 15 gulden en dat was precies gemiddeld voor Vriezenveen. In 1832 waren de erven Albert Berkhof overigens eigenaar. Dochter Adolfina (gehuwd met Egbert Post), zou later het erf bewonen.

Voor wat betreft de verbouwing van de plaatselijke kerk in 1801 droeg Albert 6 gulden bij en zijn "meid" Hanna Tromp 2 gulden (bron: Archief NH kerk Vriezenveen). Albert moet echter toch wel een zwaar leven hebben gehad. In het register van de quotisatie uit 1808 blijkt dat er geen dienstmeid meer was en zijn jaarlijkse inkomsten werd op minder dan 50 gulden geschat. Daarmee was hij in dezelfde inkomstenklasse ingedeeld als de meid van zijn broer Wicher. Broer Wicher had in datzelfde jaar een vastgesteld jaarlijks inkomen van 100-150 gulden. Het gemiddelde inkomen van de Vriezenveners lag net iets boven de 100 gulden in 1808.
Notitie bij het overlijden van Albert Berends: heet bij zijn overlijden tapper en landbouwer te zijn.
Notitie bij het huwelijk van Berendina van en Albert Berends: "Albert Berkhoff Z van Berent Berkhoff en Altijn Wijghers en Berendijna Bos D. van Frederik Bos en Klasyna de Vries J.D. geboortig en wonende beide alhier. Sijnde alhier getrouwt den 15 April 1792."
Notitie bij het overlijden van Berendina van: bij overlijden 59 jaar oud en genoemd van beroep tapperse.
Notitie bij Klasyna: vertrekt 25 oktober 1819 volgens het kerkelijk attestatieregister naar Zwolle.
Notitie bij het overlijden van Klasyna: Volgens het kadaster (info over 1812-1838) dienstmeid te Haarlem.
Notitie bij Aaltje: zoon Wicher Companje geb 18 3 1826 ging in 1840 naar St. Petersburg en was werkzaam bij de firma Harmsen & Co.
Notitie bij Albartus: landbouwer. Bij overlijdensacte wordt gesteld dat hij dan 54 jaar is.
Notitie bij de geboorte van Albartus: gedoopt als Albartus zoon van Gerrit Hindriks en Aaltjen Jansen
Notitie bij het overlijden van Frederika: ongeveer 19 jaren oud, is bij overlijden dienstmeid bij Jan Harmsen en dochter van Albert Berkhof, tapper van beroep.
Notitie bij Adolffina: bij huwelijk dienstmeid van beroep.
Bewoont met echtgenoot Egbert Post het ouderlijk erf gelegen aan het Oosteinde 413 (huidige nummering). Bron: Ken uw dorp en heb het lief, blz. 158,159. In 1876 bewoont hun zoon Gerrit Post het erf volgens het kadaster. De gemiddelde huurwaarde is dan 30 gulden en dat is aardig lager dan gemiddeld voor Vriezenveen(dat bedroeg nl. 52,22).
Notitie bij Egbert: landbouwer

IXc. Barend Berkhof(f), geb. Vriezenveen 4 sept. 1792, † ald. 1 april 1855,7 tr. Vriezenveen 5 mei 1827 Klasijna Reuten, geb. Vriezenveen 27 nov. 1793, † ald. 16 aug. 1861, dr. van Jannes Kobus en Aaltje Klaassen.
Uit dit huwelijk:
1. Johannes Berkhof, geb. Vriezenveen 25 dec. 1827, † ald. 13 okt. 1828.7
2. Johanna Berendina Berkhof, geb. Vriezenveen 7 sept. 1829, † ald. 10 april 1896.
3. Jezina Berkhoff, geb. Vriezenveen 1834, † ald. 6 dec. 1916.7
4. Albert Berkhof, geb. Vriezenveen 17 juni 1836, † Ermelo 15 dec. 1892, tr. Neede 23 sept. 186546 Johanna Louisa Gantvoort, geb. Neede 1837, † ald. 12 maart 1920, dr. van Gerrit Jan.

Notitie bij Barend: landbouwer, deserteerde in 1814 van zijn dienstplicht. Op 17 mei 1821 werd hij ingedeeld in het 7e regiment, nadat hij was overgedragen door de Krijgsraad van Overijssel. Zijn aangezicht was langwerpig, voorhoofd: smal, ogen: blauw, neuw en mond klein, kin: rond, haar en wenkbrauwen blond (bron: familysearch: militaire stamregister boeknr. 204, inschrijvingsnummer 8950 foto 123).
Notitie bij Klasijna: bij huwelijk dienstmeid
Notitie bij het overlijden van Johannes: 9 maanden oud
Notitie bij Johanna Berendina: landbouwster
Notitie bij de geboorte van Johanna Berendina: geboren als dv Berend Berkhof, landbouwer 38 jaar en Klasina Reuten zijn huisvrouw, zonder beroep, 37 jaar.
Notitie bij het overlijden van Jezina: bij overlijden 82 jaar oud.
Notitie bij Albert: (hoofd)onderwijzer, 3 7 1861 als hoofdonderwijzer naar Wanneperveen vertrokken.Was voor deze functie, ondanks handtekeningenactie van de plaatselijke bevolking gepasseerd te Vriezenveen. In 1864 wordt hij benoemd tot onderwijzer aan de Latijnse school voor voortgezet onderwijs te Almelo.

IXd. Wicher (Vasily Ivanovitch) Berkhoff (Berkov), geb. Vriezenveen 21 aug. 1794, † St. Petersburg, Rusland 5 april 1870, tr. Sint Petersburg 13 mei 182147 Alexandrine Wolkow, geb. Rusland 1804, †?, dr. van Ivan Prokovievich en Nadeschka Wolkow.
Uit dit huwelijk:
1. Elena Vasilievna Berkova, geb. Sint Petersburg (Rusland) omstr. 1828, †? na 1846, tr. Sint Petersburg (Rusland) omstr. 1846 N.N. Speshnev, geb. Sint Petersburg (Rusland)?, † ald. na 1846.
2. Nadezhda Vasilievna Berkova, geb. Sint Petersburg (Rusland) 23 okt. 1834, † na 1846.
3. Victor Vasilievich Berkov, geb. Sint Petersburg (Rusland) 15 dec. 1837, † Sint Petersburg (Rusland)? vóór 1912, tr. Egorevna Natalia Berkova, geb. omstr. 1840, † Sint Petersburg (Rusland) na 1917.
4. Alexandra Vasilievna Berkova, geb. Sint Petersburg (Rusland) 1 maart 1840, †?.
5. Maria Vasilievna Berkova, geb. Sint Petersburg (Rusland) 15 maart 1842, †?.
6. Alexander Vasilivich, volgt Xd.

Notitie bij Wicher (Vasily Ivanovitch): in Rusland genaamd Wasily Ivanovitch Berkov, te Petersburg Rusland, was chef van de Marinewerven te St. Petersburg. (zie o.a D.G. Harmsen; Vriezenveners in Rusland, 1966).
Bewoonde het pand Bolshaya Dvorianskaiastraat nummer 19 in de wijk Petrogradskaya (momenteel heet de straat ulitsa Kuybysheva).
Studeerde aan het College voor scheepsarchitectuur te Sint-Petersburg, een zesjarige opleiding tot scheepsbouwer.

Wicher doet op 8 april 1812 in de Hollandse Hervormde Kerk van Sint Petersburg belijdenis. Regelmatig, tot en met 1869 is hij aanwezig bij het avondmaal van de Hollandse Kerk. In 1840 wordt hij daarbij aangeduid als hofraad. In 1842 wordt hij op de lijst van avondmaalgangers met de rang collegieraad aangeduid.
(Bron: Lidmatenregisters: De Hollandse hervormde kerk in Sint-Petersburg 1713-1927 deel III, gepubliceerd door de de Theologische Universiteit van de Protestantse Kerk in Nederland te Kampen.).

De rang hofraad en collegieraad zijn ambtelijke-adelijke titels. In Rusland kenden men 2 soorten adel. Adel door geboorte en adel door beroep. Ambtenaren werden in Rusland ingedeeld in 16 klassen en de eerste 8 klassen werden tot de adel gerekend. Hofraad was een rang van de 8e klasse. Bijvoorbeeld: iedere hoogleraar had automatisch de rang van hofraad, en na 5 jaar trouwe dienst verkeeg hij de rang van collegieraad (7e rang). De adelijke titels waren niet slechts persoonlijk maar ook erfelijk. De titel werd doorgegeven aan het nageslacht. De ambtenaar van de 8e klas, ook al was hij een boerenzoon zoals Wicher, werd evengoed tot de adel gerekend als de geboren graaf of vorst. Het is zelfs zo dat iemand met de ambtelijke adelijke titel hofraad voor ging op de adel die de titel door geboorte verworven had, zoals een prins of graaf. Dit kon het geval zijn bij openbare optochten, kerkelijke gelegenheden, voorstellingen aan het hof etc. De ambts-adelijke rangen waren onmiddelijk zichtbaar op de borduursels van de kleding, zodat dit ook publiek leidde tot een bepaalde behandeling van de persoon. De geboren adel kende dit voorrecht niet. Wicher had volgens de overlijdensregistratie echt carriére gemaakt, want hij was toen staatsraad. Dit was de 4e rang van de ambtelijke adel. Hij was toen vice-admiraal van de scheepswerven van Kronstadt.

Opmerkelijk is dat in de lijsten van avondmaalgangers van 24 dec.1844 en 22 december 1846 ook een mejuffrouw Berkhoff staat vermeld. Wellicht was dit de tante van Wicher Aaltje Boss (zie notities bij haar naam). Kinderen van Wicher zijn in elk geval niet gedoopt in de Hollandse Kerk en zullen volgens de wettelijke regels Russisch Orthodox gedoopt zijn (als Wicher al nakomelingen had). Het huwelijk werd namelijk door een Russische priester ingezegend in de Hollandse Kerk.
Notitie bij de geboorte van Wicher (Vasily Ivanovitch): gedoopt als Wijgher zoon van Albert Berkhoff en Berendina van den Bosch.
Notitie bij het overlijden van Wicher (Vasily Ivanovitch): "D. 5 april Wicher Berkhoff, staatsraad in werkelijke dienst, zesenzeventig jaar, verzwakking, d.11 april op Wolkowa"

(Bron: Overlijdensregisters: De Hollandse hervormde kerk in Sint-Petersburg 1713-1927 deel III, gepubliceerd door de de Theologische Universiteit van de Protestantse Kerk in Nederland te Kampen.).

Wolkowa (ook wel Volkovo) is het kerkhof waar Wicher begraven ligt en waar zijn grafsteen nog steeds staat.
Notitie bij het huwelijk van Alexandrine en Wicher (Vasily Ivanovitch): "Den .....mei, zijn na eene driemalige proclamatie in onze hervormde en in de Russische kerk-den 23 april, den 1 en 7 mei-alhier door den Russischen priester in den staat des huwelijks bevestigd: de heer lieutenant Wicher Berkhoff, zoon van Albert Berkhoff en Berendina Bosch, en de demoiselle Alexandrine Wolkow, dochter van den keizerl. mondschenker Johann Wolkow en Nadeschda Wolkow.

(Bron: Trouwregisters: De Hollandse hervormde kerk in Sint-Petersburg 1713-1927 deel III, gepubliceerd door de de Theologische Universiteit van de Protestantse Kerk in Nederland te Kampen.)
Notitie bij de geboorte van Alexandrine: verklaart in 1870 66 jaar oud te zijn.
Notitie bij N.N.: klerk (9e klas) bron: RGIA, Fond 1343 inventory 17 file 3232. Case of registering Berkov hereditary nobility in St. Petersburg province. Year 1847.
Notitie bij Nadezhda Vasilievna: bron persoon: RGIA, Fond 1343 inventory 17 file 3232. Case of registering Berkov hereditary nobility in St. Petersburg province. Year 1847.
Notitie bij Victor Vasilievich: majoor-luitenant, in 1905 woonachtig op het adres Mohovayastraat 30 te Sint Petersburg.
Notitie bij Egorevna Natalia: in 1912 en 1917 genoemd de weduwe van majoor-generaal Berkov is dan woonachtig aan de Baskovlaan 35.

Xd. Alexander Vasilivich Berkov, geb. Sint Petersburg (Rusland) 20 dec. 1843, †? vóór 1917, tr. vóór 1870 Maria Andreyevna Pivinsky.
Uit dit huwelijk:
1. Alexander Alexandrovich, volgt XId.
2. Nicolai Alexandrovitch, volgt XIe.

Notitie bij Alexander Vasilivich: opleiding: Nikolayevskoye ingenieursschool.
Service (in short): He started service in the conductor company of this school on December 17, 1859. After graduation the school, was appointed to service in rank of ensign in the 5th sapper battalion.
On July 27, 1866, he was promoted to the rank of second lieutenant.
On January 6, 1869, he asked to discharge him “because of disordered family situation”, and this petition was satisfied by the Highest injunction of February 22, 1869. He was going to reside in St. Petersburg being retired.
Notitie bij het overlijden van Alexander Vasilivich: zijn zoon heet in 1917 de zoon te zijn van de overleden majoor Berkov (bron: dienstdossier opgemaakt in 1917).
Notitie bij Maria Andreyevna: rang: collegie raad (6e klasse).

XId. Alexander Alexandrovich Berkov, geb. Provincie Chernigov (Ukraïne, Rusland) 1 juni 1870, † Sint Petersburg (Rusland) na 1891, tr. Olga Alexandrovna Treder, † Sint Petersburg (?) (Rusland) na 1902.
Uit dit huwelijk:
1. Gleb Berkov, geb. Sint Petersburg (?) (Rusland) 24 juni 1897, †?.
2. Zoya Berkova, geb. Sint Petersburg (?) (Rusland) 4 juni 1898, †?.
3. Zoon, geb.? na 1902, † ald..

Notitie bij Alexander Alexandrovich: opleiding 2e cadettencorps en 2e militaire Konstantinovskoye school

1891 gepromoveerd tot 2e luitenant. In 1896 nam hij deel aan de ceremonisch van de kroning van Tsaar Nicolaas de II. Zijn kroning vond op 26 mei 1896 plaats in de Oespenski-kathedraal van Moskou.
In1900 werd hij staf-kapitein

XIe. Nicolai Alexandrovitch Berkov, geb. Sint Petersburg (?) (Rusland) 20 okt. 1873, † na 1917.
Zijn kinderen:
1. George Berkov, geb. 1 sept. 1899, †?.
2. Leonid Berkov, geb. 22 febr. 1902, †?.

Notitie bij Nicolai Alexandrovitch: 1917 kolonel in het Russische leger.

IXe. Albert Berkhoff, geb. Vriezenveen 22 maart 1809, † ald. 13 okt. 1871, tr. Vriezenveen 7 mei 1836 Berendina Johanna Hendrika Holland, geb. Vriezenveen 1817, † ald. 20 april 1888, dr. van Jan en Hendrika Brink.
Uit dit huwelijk:
1. Jan, volgt Xe.
2. Berendina Berkhof, geb. Vriezenveen 1839, † ald. 21 april 1839.
3. Albertus Berkhof, geb. Vriezenveen 1840, † ald. 22 mei 1840.
4. Albertus Berkhof, geb. Vriezenveen 1841, † ald. 16 mei 1842.
5. Berendina Berkhof, geb. Vriezenveen 1844, † Den Ham 14 mei 1872,48 tr. Den Ham 28 maart 186749 Gerhardus Broekate, geb. Den Ham (Magele) 1837,50 ged. Den Ham 18 juni 1837,50 † ald. 1874,51 zn. van Gerrit en Fennigje ter Burg en echtg. van Berendina Klomp; hij hertr. Den Ham 7 nov. 187250 Gerridina Geertruida Praas.
6. Albartus, volgt Xf.
7. Hendrik, volgt Xg.
8. Fredrik, volgt Xh.
9. Johannes Berkhof, geb. Vriezenveen 24 okt. 1855, † ald. 24 aug. 1927.7

Notitie bij Albert: timmerman, landbouwer bij huwelijk zoon Albartus (1871).
Notitie bij het overlijden van Berendina: bijna 8 weken oud
Notitie bij het overlijden van Albertus: 6 weken oud.
Notitie bij het overlijden van Albertus: 8 maanden oud.
Notitie bij het huwelijk van Gerhardus en Berendina: weduwnaar van Berendina Klomp, bruidegom 29 jaar, bruid 22 jaar.
Notitie bij Gerhardus: wever van beroep (bron: Anita Kampherbeek, mail 24-5-2006)
Notitie bij Johannes: landbouwer (bron: akte van overlijden 1927).

Xe. Jan Berkhof, geb. Vriezenveen 1837, † ald. 30 dec. 1916, tr. Vriezenveen 10 april 1873 Helena Aleida Braakman, geb. 1844, † Vriezenveen 12 nov. 1917, dr. van Antonie en Fina Kenkhuis.
Uit dit huwelijk:
1. Albert, volgt XIf.
2. Fina Berendina Berkhof, geb. Vriezenveen 3 aug. 1878, † ald. 11 okt. 1928,13 tr. Vriezenveen 17 nov. 1905 Berend Dekker, geb. Vriezenveen 24 aug. 1873, † ald. 29 dec. 1957,13 zn. van Albertus en Jezina Smelt.
3. Alberdina Hendrika Berkhoff, geb. Vriezenveen 13 maart 1883, † ald. 15 okt. 1897.7

Notitie bij Jan: landbouwer (bron eigen huwelijksregistratie (1873) en van zoon Albert in (1906)
Notitie bij het overlijden van Jan: volgens akte van overlijden 80 jaar oud.
Notitie bij Helena Aleida: bij huwelijk dienstmeid
Notitie bij het overlijden van Fina Berendina: overleden op het adres wijk 1 nummer 109.
Notitie bij Berend: molenaar bron (huwelijksregistratie 1905)
Notitie bij het overlijden van Alberdina Hendrika: grafsteen nog aanwezig op kerkhof Vriezenveen anno 2005

XIf. Albert Berkhof, geb. Vriezenveen 20 jan. 1874, †?, tr. Vriezenveen 16 maart 1906 Fina Berendina Fik, geb. Vriezenveen 1875, † ald. 11 juni 1916, dr. van Albert en Dina Smelt.
Uit dit huwelijk:
1. Helena Aleida Berkhof, geb. Vriezenveen 29 okt. 1909, † 12 mei 1999.52
2. Albert Berkhof, geb. Vriezenveen 17 juni 1913, † ald. 7 nov. 1986, tr. Vriezenveen 11 april 1942 Jezina Jonker, geb. Vriezenveen 23 okt. 1916, † ald. 22 juni 2001.
3. Janna Dina Berkhof, geb. Vriezenveen 1916, † ald. 9 okt. 1916.

Notitie bij Albert: landbouwer (bron: huwelijksregistratie)
Notitie bij het overlijden van Janna Dina: bij overlijden 4 maanden oud

Xf. Albartus Berkhof(f), geb. Vriezenveen 12 jan. 1847, † ald. 7 jan. 1939,7 tr. Vriezenveen 8 april 1871 Aaltje Folbert, geb. Vriezenveen 1847, † ald. 14 febr. 1919,53 dr. van Jannes en Fina Johanna Dekker.
Uit dit huwelijk:
1. Jannes Berkhof, geb. Vriezenveen 27 maart 1872, † ald. 25 juni 1938, tr. Vriezenveen 29 maart 1902 Fredrika Jansen, geb. Vriezenveen 1872, †?, dr. van Hendrikus en Hendrika Grobben.
2. Albert Berkhof, geb. Vriezenveen 18 jan. 1874, † ald. 17 febr. 1956.
3. Jezina Johanna Berkhof, geb. Vriezenveen 30 aug. 1876, † ald. 28 juli 1947.7
4. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 9 febr. 1879, † ald. 1960.
5. Frederika Berkhof, geb. Vriezenveen 1882, † ald. 17 juni 1885.7
6. Frederika Berkhof, geb. Vriezenveen 8 sept. 1886, † ald. 11 sept. 1908.7
7. Albertus Berkhof, geb. Vriezenveen 15 juli 1889, † ald. 1963.

Notitie bij Albartus: turfschipper bij huwelijk, volgens het bevolkingsregister van Vriezenveen, landbouwer van beroep. Bewoonde het erf Oosteinde wijk 1 nummer 64 (nu Oosteinde 335).
Notitie bij Jannes: landbouwer (bron huwelijksakte 1902 en overlijdensakte 1938)
Notitie bij Jezina Johanna: bij overlijden zonder beroep. in het bevolkingsregister van Vriezenveen staat Jezina Johanna te boek als naaister.
Notitie bij Albertus: fabrieksarbieder in 1932 (bron: overlijdensakte nummer 38 van 1932 waar Albertus als getuige optreedt, 42 jaar oud.

Xg. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 11 dec. 1849, † ald. 29 maart 1938,54 tr. Vriezenveen 27 nov. 1890 Dina Hilberink, geb. Tubbergen 6 okt. 1867, † Vriezenveen 20 mei 1932,13 dr. van Albert en Hendrikje Maatman.
Uit dit huwelijk:
1. Albert, volgt XIg.
2. Albertus Berkhof, geb. Vriezenveen 3 nov. 1892, † ald. 8 febr. 1933.55
3. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 1894, † ald. 18 april 1895.7
4. Hendrika Berkhof, geb. Vriezenveen 1896, † ald. 17 okt. 1918.
5. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 1897, † ald. 29 sept. 1898.
6. Hermina Berkhof, geb. Vriezenveen 5 juli 1900, †? 8 juni 1997, tr. Vriezenveen 19 okt. 1939 Mannus Stegeman, geb. Vriezenveen omstr. 1900, †?.
7. Berendina Berkhof, geb. Vriezenveen 5 april 1903, † ald. 13 okt. 1918.7
8. Johannes, volgt XIh.
9. Kind, geb. 25 jan. 1907, † Vriezenveen 25 jan. 1907.
10. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 1908, † ald. 21 dec. 1909.7
11. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 1910, † ald. 15 maart 1911.
12. Jezina Berkhof, geb. Vriezenveen 1912.
13. Helena Berkhof, geb. Vriezenveen 1914.

Notitie bij Hendrik: landbouwer (bron huwelijksakte zoon Albert), bewoonde het erf wijk 1 nummer 99 (later Oosteinde 303).
Notitie bij het overlijden van Dina: overleden in het huis wijk 1 nummer 128.
Notitie bij Albertus: fabrieksarbeider volgens akte van overlijden.
Notitie bij het overlijden van Albertus: volgens een artikel in de Gooi en Eemlander van 10 februari 1933 zou Albertus, die landbouwer was, in de sloot naast zijn weiland zijn gevallen en daarbij verdronken, er wordt in de krant gesuggereerd dat hij zijn handen heeft willen wassen en daarbij voorover is gevallen.

"VRIEZENVEEN, 10 Fe b r. De 40-jarige landbouwer Berkhof is in een sloot, loopende langs zijn weiland, verdronken. De oorzaak van de verdrinking is onbekend, doch men veronderstelt, dat hij na afloop van zijn werk zijn handen heeft willen reinigen en toen voorover in het water is gevallen, met het gevolg, dat hij is verdronken."

Ook in de overlijdensakte staat: overleden "in een sloot nabij den Oudenweg".
Notitie bij het overlijden van Hendrik: 10 maanden oud
Notitie bij het overlijden van Hendrika: bij overlijden 22 jaar oud.
Notitie bij het overlijden van Hendrik: 1 jaar oud.
Notitie bij het overlijden van Berendina: volgens akte van overlijden 15 jaar oud
Notitie bij het overlijden van Hendrik: overleden, oud 1 jaar adres wijk 1 nummer 99 Vriezenveen, zoon van Hendrik Berkhof landbouwer en Dina Hilberink.
Notitie bij Helena: 1942 met attestatie naar den Ham

XIg. Albert Berkhof, geb. Vriezenveen 1892, †?Vriezenveen 1933, tr. Vriezenveen 26 mei 1917 Sina Johanna Dasselaar, geb. 1894, †?, dr. van Hermannus en Janna Mulder.
Uit dit huwelijk:
1. Dina Berkhof, geb. Vriezenveen 1918, † ald. 4 juli 1918.
2. Dochter, geb. Vriezenveen 23 juni 1918, † ald. 23 juni 1918.
3. Hendrik, volgt XIIi.
4. Hermannus Berkhof, geb. 1921, † Vriezenveen 11 febr. 1922.7

Notitie bij Albert: bij huwelijk fabrieksarbeider
Notitie bij Sina Johanna: bij huwelijk dienstbode
Notitie bij het overlijden van Dina: bij overlijden 10 dagen oud.
Notitie bij de geboorte van N.N.: levenloos geboren.
Notitie bij het overlijden van Hermannus: volgens akte van overlijden 1 jaar oud.

XIIi. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 1919, † Nijverdal 4 sept. 1969, tr. Janna Winkel, † Nijverdal 16 aug. 2011.
Uit dit huwelijk:
Annie Berkhof, † Nijverdal 11 dec. 2001,56 tr. Henk Brinkhuis, † Nijverdal 14 nov. 2006.57

Notitie bij het overlijden van Janna: bij overlijden 88 jaar oud.
Notitie bij het overlijden van Annie: bij overlijden 51 jaar oud.
Notitie bij het overlijden van Henk: 59 jaar oud bij overlijden.

XIh. Johannes Berkhof, geb. Vriezenveen 1 april 1905, †?, tr. Johanna Koerssen, geb. Vriezenveen omstr. 1905, †?.
Uit dit huwelijk:
1. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen dec. 1941, † ald. 1971.
2. Barend Berkhof, geb. Vriezenveen 1944, † ald. 1 dec. 1946.7

Notitie bij Hendrik: winkelier in elektra (Expert) Vroomshoop

Xh. Fredrik Berkhoff, geb. Vriezenveen 15 april 1853, † ald. 2 maart 1927, tr. Vriezenveen 4 mei 1888 Hanna Boeschen, geb. Vriezenveen 21 juli 1863, † ald. 15 juni 1897, dr. van Hermannus en Berendina Kunna Aman.
Uit dit huwelijk:
1. Hermannus Berkhof, geb. Vriezenveen 1890, † ald. 22 april 1890.7
2. Hermannus Berkhof, geb. Vriezenveen 10 april 1891, † ald. 2 maart 1920.
3. Albert Berkhof, geb. Vriezenveen 1893, † ald. 19 aug. 1893.
4. Hendrika Berendina Hanna Berkhof, geb. Vriezenveen 1897, † ald. 3 jan. 1898.

Notitie bij Fredrik: landbouwer (bron: huwelijksregistratie 1888 en overlijdensakte 1921).
Bewoonde het erf Oosteinde wijk 1 nummer 62
Grafsteen nog aanwezig op kerkhof Vriezenveen (anno 2004)
Notitie bij het overlijden van Fredrik: grafsteen nog aanwezig op kerkhof Vriezenveen anno 2005
Notitie bij Hanna: grafsteen nog aanwezig op kerkhof Vriezenveen (anno 2004)
Notitie bij het overlijden van Hanna: grafsteen kerkhof Vriezenveen nog aanwezig anno 2005.
Notitie bij Hermannus: landbouwer (bron: akte van overlijden). Bewoonde het ouderlijk erf.
Notitie bij het overlijden van Hermannus: bij overlijden 28 jaar oud, wonend wijk 1 nummer 62.
Notitie bij het overlijden van Albert: 23 dagen oud
Notitie bij het overlijden van Hendrika Berendina Hanna: 7 maanden oud

VIIIc. Wieger Berends Berkhof (Kooijker), ged. Vriezenveen 3 juli 1766, † ald. 27 juni 1810,58 tr. Vriezenveen omstr. 1797 Lena Jansen Schipper, ged. Vriezenveen 14 febr. 1779, † ald. na 11 aug. 1804,8 dr. van Jan Derks en Jenneken Prinsen.
Uit dit huwelijk:
1. Aaltje Berkhof(f), geb. Vriezenveen 12 mei 1800,59 † ald. 9 sept. 1867,60 tr. Vriezenveen 7 sept. 1822 Egbert Teunis, geb. Vriezenveen 26 febr. 1783,61 † ald. 24 maart 1861,62 zn. van Jan en Eva Egberts en wedr. van Gesina Maijoor.
2. Johanna Berkhof(f), geb. Vriezenveen 24 juni 1802, † ald. 23 aug. 1879,63 tr. Vriezenveen 13 nov. 1819 Jan Jonker, geb. Vriezenveen 15 aug. 1794,12 † ald. 12 sept. 1863,7 zn. van Jannes en Jasperdina Fredriks.

Notitie bij Wieger Berends: turfschipper en tapper. In de volksmond genaamd Kooikers Wicher. Hij maakt zijn testament in 1810.
Pacht van de heer van Almelo de sluis bij het "Kooykershuis" waar de familie Berkhof aanvankelijk woonde; wordt als zodanig aangesproken wegens achterstallige pachtgelden door de Municipaliteit van Vriezenveen, het ging om een restantbedrag van 140 gulden over 1796 en 1797, broer Albert zou later dezelfde problemen hebben met de betaling van de pachtsommen van de sluizen. (bron: Archief Jansen-Jonker).

Volgens het register op de 50e penning d.d. 1 november 1793 kocht Wiecher Berkhof een huis en land (gelegen aan het Oosteinde nummer 417 huidige nummering) van B. de Vries voor de som van 1100 gulden.

Volgens de gegevens van de Volkstelling van 1795 was Wieger schipper van beroep, dat wil zeggen turfschipper. Het aantal gezinsleden bedroeg 5, dit zal te maken hebben gehad met de inwonende broer Berend Berkhof, die ook in het testament van Wieger uit 1810 speciaal wordt genoemd vanwege verrichtte diensten in de afgelopen jaren.
Gerrit Smelt en Wieger Berkhof leidden een opstand van Vriezenveense turfschippers in 1798 (tijd van de Franse revolutie) tegen de tollen die ze op verschillende doorvaarten moesten betalen (Bavesbeek?) aan de heer van Weleveld. Gerrit Smelt en zijn knecht en de zoon van Hoff Berend vernielden de tolslagboom. Gerrit Smelt de Boer wordt veroordeeld tot het betalen van 100 zilveren ducatons "ten profijte van het Bataafse Volk, plus de kosten van het proces" (zie Herman Jansen in Ken uw dorp en heb het lief, blz.168).

Voor wat betreft de verbouwing van de plaatselijke kerk in 1801 droeg Wieger 9 gulden bij en zijn "meid" Aaltjen Jansen 1 gulden.(bron: Archief NH kerk Vriezenveen).

Brief van 12 augustus 1807 van onderscholtus (vervangend schout) Jasper ten Cate waarin hij Wieger Berkhof aanzegde dat hij zijn gewezen meijd Griettien Gerrits een bedongen bedrag moest betalen en kleren en linnen (inventarisnr. 76.2 Bron: Documentatiecentrum vereniging Oud Vriezenveen).

19 september 1807, Grietje Gerrits heeft zich van Pasen 1807 tot Pasen 1808 verhuurd als dienstmaagd bij Wicher Berkhof tegen 28 gulden en 16 stuiver per jaar aan geld, voorts 2 ½ el breed doek, 2 hemden, 2 voorschoten, 1 paar schoenen, 2 ½ pond vlas, 15 dagen voor haar te spinnen, twee dagen zijn paard aan haar te lenen. Voor enige tijd heeft W Berkhof haar doen delegeren en verhuizen. Het loon in geld is uitgedrukt 41 gulden en 10 stuiver, XXVI,21 (Bron: Documentatiecentrum vereniging Oud Vriezenveen).

29 oktober 1808 Wicher Berkhof contra Grietje Gerrits, pandverweerder woont op het Vriesenveen en wel in een huys en daar achter gelegen gaarde, door hem voor eene somma van f 1100,-- aangekocht, is niet op het land of boerschap geboren of opgevoed maar van anders afkomstig, die dezelfde kostwinning als hij ….de welke bestaat in eene tapperij, sluizepagt van het Vriesenveen en negotie in turf, zijn landerijen liggen van het huis verwijderd zijn bouwerij strekt alleen tot bij werk en eigen gemak en voordeel, hij mest zelf geen beesten maar is gewoon de door hem gebruikte varkens jaarlijks te Almelo te kopen en een vet koebeest van Zwol. Zijne overledene vrouw was ook van geen boerenafkomst maar heeft eene niet onaanzienlijken negotiant tot vader gehad. Dat hij de meid als werkmeid heeft opgegeven voor de belasting maakt hem niet tot boer, dan kan men even goed de Graaf van Twikkel onder de boeren rangschikken, XXVI,25,26 (Bron: Documentatiecentrum vereniging Oud Vriezenveen en archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 34).

Wicher had volgens het quotisatiekohier van 1808 een vastgesteld jaarlijks inkomen van 100-150 gulden. Het gemiddelde inkomen van de Vriezenveners lag net iets boven de 100 gulden in 1808 en de gemiddelde aanslag voor deze belasting bedroeg 1,66 per hoofd van de bevolking. Wicher betaalde 2,50. Wicher lag dus qua inkomen boven het gemiddelde van de Vriezenveense bevolking. De tappersnering zal hier ongetwijfeld debet aan zijn geweest.

Op 26-06-1810, een dag voor zijn overlijden laat Wieger zijn testament opmaken. Zijn dochters Aaltje en Johanna worden tot erfgenaam benoemd en mogen de boedel gemeenschappelijk benutten. Tot voogden over zijn kinderen benoemt Wieger zijn neef Berent de Jonge (gehuwd met Hendrikje Prinsen) en broer Albert Berkhof. Zij moeten toezien op de boekhouding van de goederen en de huishouding en de opvoeding regelen. Broer Berent Berkhof wordt bedacht met 500 gulden voor verrichte diensten in de afgelopen jaren en bovendien het recht op kost en inwoning en ondersteuning, als de nalatenschap tenminste daarin kan voorzien tezijnertijd.
Notitie bij de geboorte van Wieger Berends: gedoopt als Wieger zoon van Berend Berendz Berkhof Kooyker en Aeltjen Wiegers.
Notitie bij Lena Jansen: In 1804 wordt Lena vermeld in het tesatament van haar moeder Jenneken Prinsen. Haar wordt 500 gulden toegedeeld alsmede de helft van haar kleding (bron: archief Jansen-Jonker).
Notitie bij Egbert: koopman en landbouwer. Bij het overlijden van zijn eerste echtgenote in 1822 en bij zijn eigen overlijden in 1861 wordt hij landbouwer van beroep genoemd.
Huwt in op het erf van zijn echtgenote Gesina Maijoor (bron: Kohier op de quotisatie 1808, huisnummer 17). (wonende in de eerste wijk nummer 16; bron: hoofdelijke omslag 1850) Bewoonde het erf Oosteinde 348 (huidige nummering).
Notitie bij de geboorte van Egbert: NB volgens de informatie van de huwelijksregistratie moet Egbert zijn geboren op 23-2-1783. De vader van Egbert, Jan Teunis heeft eigenhandig op een stukje papier (archief van de familie Teunis) geschreven dat hij geboren is op 26 februari.
Notitie bij Johanna: 2 kinderen te weten Jannus geb. 1822 en Lambertus geb. 1824 zijn koopman te St. Petersburg.
Notitie bij het huwelijk van Jan en Johanna: dit huwelijk was een moetje, het eerste kind werd ruim een maand na het huwelijk geboren.
Notitie bij Jan: bij eigen huwelijksregistratie nog landbouwer, later evenals zijn schoonvader tapper van beroep (bron: oa trouwregistratie dochter Jasperdina op 6-12-1851 met Jan Abbink een wever uit Borne).
bij zijn overlijden als beroep vermeld: tapper en landbouwer.

VIIe. Albert Berends Berkhof, geb. Vriezenveen omstr. 1739, begr. Amsterdam 18 dec. 1773,64 tr. 1e Amsterdam 22 april 1768 Jannetje Wamelink, geb. Meppel omstr. 1740, begr. Amsterdam 15 okt. 1770,65 dr. van Annigje Jans Brandlegt; tr. 2e Amsterdam 20 sept. 1771 Gerritje de Wit, geb. Lopikerkapel omstr. 1747, begr. Amsterdam 16 okt. 1805; zij hertr. Amsterdam 23 sept. 1774 Hendrik Gerrits Schipper.
Uit het eerste huwelijk:
1. Barent Berkhof, ged. Amsterdam 26 maart 1769, † ald. 29 aug. 1787.
Uit het tweede huwelijk:
2. Janettie Berkhof, ged. Amsterdam 2 dec. 1772, begr. ald. 17 mei 1773.66

Notitie bij Albert Berends: in 1748 genoemd bij de volkstelling te Vriezenveen, is dan ouder dan 10 jaar.
Bij zijn huwelijk in 1768 was zijn neef Johannes Berkhof (die eveneens naar Amsterdam was verhuisd) getuige.
Als dochter Janettie wordt begraven woont het gezin aan de Oostenburger Agterstraat (17-5-1773).

"Aalbert Berkhoff" komt al op 12-9-1765 voor in de lidmatenboeken van de NH-kerk van Amsterdam, hij is dan afkomstig van Amstelveen en is reeds woonachtig op Oostenburg. Opmerkelijk is dat op de ondertrouwregistratiedatum van Albert nog 2 Vriezenveners in Amsterdam in ondertrouw gingen, te weten, Willem Aalbers en Willem Hendriks.
25-12-1768 is het echtpaar Berkhof-Wamelink getuige bij de doop van Joannes Ingbartus Tuijnkoort in de Westerkerk, zoon van Isaak Tuijnkoort en Hendrikje van Beest. 5-11-1769 is het echtpaar getuige bij de doop van Roelof Bovenhuijs in de Oosterkerk, deze was de zoon van Teijje Bovenhuijs en Antie Horren.
Jannetje Wamelink werd op 15-10-1770 begraven op het Sint Anthoniekerkhof, het gezin is dan woonachtig op Oostenburg in de Achterstraat.
Opmerkelijk is dat zoon Barent op 4-jarige leeftijd naar het diaconieweeshuis ging met de registratie "meer schuld als goed, geen erfenis te verwachten". Zijn stiefmoeder hertrouwde in 1774 met de Vriezenvener Hendrik Gerrits Schipper. Barent werd slechts 19 jaar oud, hij had het weeshuis toen in totaal 1210 gulden en 10 cent gekost en door werkzaamheden slechts 134,15 opgeleverd, aldus de registratie van het weeshuis.
Notitie bij het overlijden van Albert Berends: op Oostenburg wonend, laat 1 kind na. pro deo op kosten van de diaconie begraven.

na het overlijden van Albert wordt op 23 december door het diaconieweeshuis een boedelbeschrijving opgemaakt: het totaal van de waarde van de huisraad en kleding bedroeg 133 gulden bestaande uit:
-1 bed en 1 peluw 25,- transport 114,-
-3 hoofdkussens 3,- 70 stuks porcelijn 3,-
-3 deekens 3,- 40 de. aardewerk 2,-
-2 mansrokken 10,- 3 de. houtwerk 1,-
-2 broeken 1 jas 1 buijs 5,- 1 houte kast 3,-
-5 jakken 4,- 2 gordijn & val 3,-
-6 vrouwsrokken 15,- 2 schild. 2 spiegels 2,-
-32 klijn lijnwaat 4,- wat rommelding. 2,-
-10 hembden 7,- wat kindergoet 3,-
-10 sloopen luijeren 6,-
-5 laakens 4,-
-1 sijde japon 7,-
-12 stuks koper en tin 5,-
-9 stoelen 5,-
-1 tafel 1 lessenaar 10,-
------------------------------
114,-

Het feit dat er een boedelbeschrijving werd opgemaakt zegt toch wel iets over de huishouding, want in veel gevallen werd geen eens de moeite genomen een boedelbeschrijving op te maken, maar er waren daartegenover meer schulden 131 gulden (" en diverse schulden die nu nog onbekend zijn"), dus het diaconieweeshuis wees de boedel af vanwege de uitstaande schulden. Het kind Barent werd op 29 december opgenomen in het Diaconie Weeshuis van de Gereformeerde Kerk.
Notitie bij Jannetje: bij huwelijk wonend aan de Prinsengracht, ook wel Wameling, zoals ze haar eigen naam schrijft bij het huwelijk.
Notitie bij het overlijden van Jannetje: woonachtig aan de Oostenburger Agterstraat, nalatend 1 kind. pro deo op kosten van de diaconie begraven.
Notitie bij Barent: gedoopt in de Oosterkerk te Amsterdam. Wordt op 4-jarige leeftijd als wees ingenomen in het Hervormde Diaconieweeshuis (29-12-1773). Als notitie staat vermeld, meer schulden dan bezittingen, geen erfenis te verwachten. Het diaconieweeshuis deed hem in de kost en dat kostte het weeshuis in totaal 1210,12. Aan opbrengsten leverde Barent 134,15 op voor verrichtte werkzaamheden. Zodat de kosten netto door het diaconiehuis zijn vastgesteld op 1075,17. Barent was dus een verliespost geweest.
Zijn stiefmoeder hertrouwde in 1774 met de Vriezenvener Hendrik Gerrits Schipper.
Notitie bij het overlijden van Barent: begraven op het Sint Anthonie Kerkhof.
Notitie bij de geboorte van Janettie: getuigen bij de doop in de Zuiderkerk zijn Wouter Reijnders en Hendrikje van Beesten
Notitie bij het overlijden van Janettie: woonachtig aan de Oostenburger Agterstraat.

IVb. Jasper Hendriks Berckhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1650, † ald. omstr. 1720, tr. Vriezenveen 3 dec. 1682 Jennigje Hendriks, geb. omstr. 1655, †?, dr. van Hendrik Jansen Jutten.
Uit dit huwelijk:
1. Hendrikjen Jaspers Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1684, † ald. vóór 1748, tr. Vriezenveen omstr. 1720 Jan Fredriks, geb. omstr. 1685, † Vriezenveen omstr. 1768;67 hij hertr. Vriezenveen omstr. 1735 Aeltjen Luicas.
2. Jennigje Jaspers Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1686, †? na 20 sept. 1707, tr. Vriezenveen omstr. 1717 Frerick Frericks Vratte, geb. Vriezenveen omstr. 1685, † ald. na 1744, zn. van Frerick Jansen Mies.
3. Fennigje Jaspers Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1688, † ald. vóór 1748, tr. Vriezenveen omstr. 1724 Lucas Jansen Onweer, ged. Vriezenveen 26 maart 1699, † ald. na 20 maart 1781,68 zn. van Jan Jansen en Hendrikjen Lucas Fronten.
4. Hendrik Jaspers Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1690, †? na 1733.
5. Gerrijt Jaspers, volgt Vb.

Notitie bij Jasper Hendriks: landbouwer
Wordt vanaf 1679 voor het eerst in de boterpachtregisters genoemd, bewoond een (nieuw?: althans als erf voor´t eerst genoemd in de boterpachtregisters) erf op steenworp afstand van het ouderlijk erf, wat later bekend zou worden als de Wolters, adres Oosteinde nr. 368 (huidige nummering). Heeft aanvankelijk slechts 1 akker grond, verworven uit het ouderlijk erf. Maar verwerft ca. 1689 het voormalige erf van zijn schoonvader (Hendrik Jansen Jutten) dat 5 akkers groot is. Het huis is in de zeventiger jaren van de 20e eeuw opnieuw opgebouwd in oude stijl. Het was een vierakkerstuk en gelegen aan de zuidzijde van de dorpstraat. Jasper wordt in 1719 nog in de boterpachtegisters genoemd. In 1721 wordt Jan Frericks zijn schoonzoon vermeld als degene die het goed bewoond (getrouwd met Hendrikje Berkhoff).

Jasper wordt in het zoutgeldkohier van 1694 genoemd en wordt dan aangeslagen voor 14 stuivers, was zeker niet onbemiddeld, want hij is één van de 71 Vriezenveners die in 1694 aangeslagen wordt voor het hoofdgeld (ter vergelijking in het zoutgeldkohier van 1694 staan 198 peronen vermeld). Hij had toen een geschat eigen vermogen van 700 caroli guldens. Jasper komt niet voor in het vuurstedenregister van 2 februari 1683. Broer Berent staat vermeld met een vermogen van 600 gulden.

De kinderen van Jasper, te weten: Henrickjen, Jennejen, Fennejen, Henrick en Gerrit worden in 1707 (20 september) in een testament van (hun tante?) Hendrikje Jansen tot enige erfgenamen benoemd (archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2673). Ik vermoed dat ze, gezien het patroniem Jansen, de zus is van hun grootvader Hendrik Jansen Jutten van moederszijde. Dat ligt tenminste het meest voor de hand. Op basis van dit testament heb ik de kinderen van Jasper Berkhof geboortejaren toegekend. Kinderen worden doorgaans van oud naar jong in een testament opgesomd.

In 1712 is Jasper verwikkeld in een rechtzaak met Jan Henrixen, vermoedelijk zijn zwager, want ook de vader van Jan Henrixen (die dan dus nog leeft!) Henrick Jansen en [diens zuster?] Berendje Jansen worden vermeld en Henrick Jansen is de vader van echtgenote Jennigje Hendriks. Wellicht speelt een erfkwestie een rol aangezien Jasper Berckhoff op het erf van de familie Jansen was ingetrouwd (arch. Sch.ambt Vriezenveen inv. nr. 22, foto 482).
Notitie bij het huwelijk van Jennigje en Jasper Hendriks: den 4 novemb. Jasper Hendriksen Berkhof N. Soon van Hendrik Berentsen Berkhof, J.M. en Jennighjen Hendriks d. van Hendrik Janssen beijde op ’t Friesenveen copul: den 3 decemb. (transcriptie: Gerard Jansen, Hoofddorp)
Notitie bij Hendrikjen Jaspers: Bewoont het ouderlijk huis, Oosteinde nr. 368. In 1721 wordt Jan Frericks de schoonzoon van Jasper Berckhoff vermeld als degene die het goed bewoond (getrouwd met Hendrikje Berkhoff). Zie ook blz. 153 Ken uw dorp en heb het lief.
Notitie bij Jan: Huwt in op het erf van zijn eerste vrouw Hendrikjen Berkhof, Oosteinde nr. 368 (huidige nummering) het erf stond later bekend onder de bijnaam "de Wolters". In 1721 wordt "Jan Frericks" de schoonzoon van Jasper Berckhoff vermeld als degene die het goed bewoond (getrouwd met Hendrikje Berkhoff) in de boterpachtregisters, het erf is 4 akkers groot.
Jan Fredriks wordt nog in het boterpachtregister van 1763 genoemd. Hij wordt ook genoemd in het testament van zijn zoon Jan in 1752.

In 1737 wordt Jan Fredriks inzake het hoofdgeld aangeslagen voor 2 personen en moet dan 1,20 betalen, met 60 cent p.p. een meer dan gemiddeld bedrag. In 1753 bedraagt de aanslag voor 3 personen 1,30, met 43 cent p.p. nog steeds een bovengemiddeld bedrag (dit lag op 39 cent). In 1760 bedraagt de aanslag voor 2 personen 1,80 een erg hoge aanslag als je rekening houdt met een gemiddelde van 39 cent p.p. De familie moet dus welvarend zijn geweest voor plaatselijke begrippen.

In het kohier van de 1.000e penning van 1734 en 1739 wordt Jan Fredriks vermogen geschat op 500 gulden. In 1751 is dit gegroeid tot 1100 gulden en in 1758 1150 gulden. Daarmee behoorde Jan tot de meer welgestelden van het dorp.

In 1768 nog genoemd in de balestingkohieren van gehoornde beesten en gezaaide landen; in 1769 staat zoon Fredrik Jansen vermeld als hoofdbewoner.

Genoemd in het testament van zijn zoon Jan op 22-05-1752.
Notitie bij Frerick Frericks: Landbouwer en volgens Herman Jansen varkenskoopman, bewoonde een erf aan het Oosteinde in de buurt van nr. 260, 266 huidige nummering. Wordt met de familienaam Vratte aangeduid in o.a. de boterpachtregisters van 1736 en 1740. Bezat een 6-akkerstuk. Wordt in 1727 en 1740 aangesproken voor het niet betalen van geleverde varkens. (Bron: Ken uw dorp en heb het lief , blz. 134).
De vraag is of de toeschrijving van de varkenshandel aan Frerick Frericks door Herman Jansen wel klopt. Er is in diezelfde periode nl. nog een Frerick Frericks, ook wel Frerick Waanders of Frerick Frericks Waanders genoemd, die samen met 3 andere Vriezenveners in 1722 aangeklaagd wordt vanwege het verhandelen van varkens buiten Overijssel , hetgeen verboden was. Frerick Waanders was toen 34 à 35 jaar oud.(Bron: Archief Huize Almelo nr.2852). Deze Frerick woonde aan het Westeinde, dicht bij het Midden en wordt o.a. in het boterpachtregister over 1743 en1752 aangeduid als Frerik Freriksen Waanders en in het Hoofdgeldkohier van 1753 als Frederyk Fredrijksen. Ook in het kohier van dienstbodenbelasting uit 1736 wordt hij aangeduid als Fredrik Fredriks. Gezien de gedetailleerdere naamsbeschrijving van laatstgenoemde in de processtukken van 1722, zouden de kwesties uit 1727 en 1740 dus heel goed op hem kunnen slaan.

Frerick Frericks had volgens het kohier van de 1.000e penning in 1734 en 1739 een geschat vermogen van 500 gulden.
Notitie bij Lucas Jansen: landbouwer en turfschipper, Oosteinde 345 huidige nummering.
doopnaam Lucas zeer moeilijk leesbaar.

-2-10-1723 Nicolaas Harwigh doet panding aan de mobiele goederen en het koren op de zolder van Lucas Jansen Onweer om hierop te verhalen 21 gulden vanwege de 50e penning vanwege gemaakt akkoord vanwege de landerijen door wijlen zijn broer Frerick Jansen Onweer gekocht van Jan Jansen Onweer, welke landerijen nu weer eigendom zijn van Lucas Jansen Onweer door wijlen zijn broer aan hem verkocht met inbegrip van hierop rustende schulden (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 24).

Wordt in 1736 in de boterpachtregisters genoemd, bezat toen een tweeakkerstuk. Daar z´n broer Jan Jansen Onweer al voor 1736 in de boterpachtkohieren wordt genoemd, -nl. in elk geval vanaf 1721 en wel met een vierakkerstuk- en deze vanaf 1736 net zoals z´n broer bezitter is geworden van een tweeakkerstuk, kan geconcludeerd worden dat het land is opgesplitst. Volgens Herman Jansen in het boek Ken uw dorp en heb het lief, blz. 147. is het Onweerserf, dat oorspronkelijk eigendom was van het klooster Sibculo, -en in 1649 of daarvoor was overgegaan naar de provincie Overijssel- op 9 februari 1717 van de gedeputeerden van de provincie verkocht aan Jan Jansen Onweer die de helft van het vierakkerstuk nog in hetzelfde jaar doorverkoopt aan zijn broer Lucas voor 750 car. guldens. Dit zou betekenen dat de gegevens van de boterpachtregisters niet up-to-date zijn. In elk geval tot en met 1733 wordt nl. alleen Jan Jansen Onweer in de boterpachtregisters als de bezitter van het vierakkerstuk genoemd. Het oorspronkelijke vierakkerstuk was belast met 16 pond boter voor het Huis Almelo en met de "geregtigheid van haver ende een schepel rogge aan de Pastoor" plus een schepel jufferenhaver te betalen aan de Kerkvoogdij te Almelo ten bate van de aldaar ingestelde tweede predikantsplaats. (citaat uit het boek Ken uw dorp en heb het lief, blz. 147).
Bij de belastingen der personele quotisatie van 1750 wordt zijn jaarinkomen onder de 200 gulden geschat. Van het jaar 1753 is bekend uit de belastingregisters dat Lucas 1 paard had en 20 bijenkorven, daarmee was Lucas de grootste imker van Vriezenveen in deze tijd. In 1762 is het aantal bijenkorven zelfs uitgegroeid tot 33! (Bron archief Huize Almelo, belastingregisters reliqua).


Lucas wordt nog genoemd in het boterpachtregister van 1763, hij had z´n landerijen toen inmiddels uitgebreid en was bezitter geworden van een vierakkerstuk.

Met de volkstelling van 1748 wordt de weduwnaar Luicas Onweer genoemd en zijn 2 kinderen Janna en Jasper (beiden ouder dan 10 jaar).

Nog genoemd in de kohieren van het hoofdgeld in 1760, aangeslagen voor 1 gulden en 14 stuivers voor 3 personen, dat is ongeveer 57 cent p.p. wat aardig boven het Vriezenveense gemiddelde van 39 cent lag. In 1753 lag de aanslag nog op 1,30 voor 3 personen wat ca. 43 cent p.p. is en daarmee iets boven het gemiddelde van 39 cent p.p..

Op 20-4-1754 wordt Lucas samen met zijn broer Willem benoemd tot momber over Hendrik Jansen Onweer, de zoon van hun broer Jan Jansen Onweer. Jan Frederik Fronten die eerder momber was, geeft het momberschap op omdat de nalatenschap van Jan Jansen Onweer teveel werk vergde, de "daaruyt voortgevloeyde administratie en sijne effecten" zijn hem teveel. (Archief Huize Almelo inv. nr. 2958).

Lucas Onweer wordt genoemd als getuige in een proces dat handelt om de mishandeling van Lucas Jonker door Harmen Klaassen (processtuk 8-3-1747 Archief Huize Almelo inv.nr. 2932). Lucas zegt dan omtrent 48 jaar oud te zijn.

Op 6-12-1755 wordt de overdrachtsakte opgemaakt ("cessie van transport") van de verkoop van een stuk hooiland door Lukas Jansen Onweer voor de som van 250 car. guldens. Het stuk land is gelegen in de landerijen van Lucas Lucassen beginnen bij de Wetering tot aan de Aa en genaamd de Agtermaat en was eerder door Lucas Jansen Onweer gekocht van wijlen Lukas Jansen en wordt verkocht aan Geertjen Fronten, wed. van Hendrik Feijer (bron: archief schoutamt Vriezenveen, inv. nr. 2675).
Notitie bij het overlijden van Lucas Jansen: genoemd als getuige in een kwestie inzake de kerkmeesters (20-3-1781), verklaart dan ca. 83 jaar oud te zijn.
Notitie bij Hendrik Jaspers: Komt niet in de boterpachtregisters, of anderzins voor, vermoedelijk of jong overleden of uit Vriezenveen vertrokken. Leefde in elk geval nog in 1707, als hij tot erfgenaam van Hendrikje Jansen wordt genoemd (zie notities hierover bij vader Jasper).
In 1733 tekent een Hendrik berkhof als getuige in een oproep aan de tappers van Vriezenveen geen alcohol meer te schenken aan de alcoholist Gerrit Jonkman (bron: AHA inv. nr. 2957 foto 331). Wellicht was hij inwonend op het ouderlijk erf bij zijn zuster Hendrikje Berkhof.

Vb. Gerrijt Jaspers Berkhof, geb. Vriezenveen 1693,69 † ald. omstr. 1747,70 tr. Vriezenveen 1724 Grietjen Hendriks Schuurman, geb. Vriezenveen omstr. 1690, † ald. na 27 nov. 1762, dr. van Hendrick Arends (Schuurman) en [Hendrikje] Hendriks Braemhaer.
Uit dit huwelijk:
1. Hendrik Gerrits Berkhof, ged. Vriezenveen 14 maart 1724, †? na 20 nov. 1779.
2. Jasper Gerrits Berkhof, ged. Vriezenveen 31 maart 1726, † ald. vóór 1748.
3. Jan Gerrits Berkhof, ged. Vriezenveen 14 maart 1728, † ald. vóór 20 nov. 1779.
4. Hendrikje Gerrits Berkhof, ged. Vriezenveen 13 nov. 1729, † ald. na 20 nov. 1779, tr. Vriezenveen 31 dec. 1763 Jannes Jansen Bramer, ged. Vriezenveen 22 mei 1740, † ald. 7 jan. 1811, zn. van Jan Berends en Jenneken Jansen Coster.
5. Janna Hendrijne Gerrits Berkhof, ged. Vriezenveen 12 juli 1733, † ald. 3 dec. 1807,71 tr. Vriezenveen 13 dec. 1761 Gerhard Harwigh, ged. Vriezenveen 12 aug. 1736, † ald. 13 febr. 1805, zn. van Nicolaes en Grietjen Broertjen.
6. Jenneken Gerrits Berkhof, ged. Vriezenveen 17 april 1735, † ald. vóór 1748.

Notitie bij Gerrijt Jaspers: landbouwer. Gezien zijn grote vermogen wellicht ook koopman geweest, evenals zijn zoons Jan en Hendrik. In 1739 kerkmeester (bron: AHA 2770). Heeft ook in andere jaren een bestuurlijke functie aangezien hij de jaarrekeningen van de gemeente van 1740,1743 en 1744 mede ondertekent.
Wordt genoemd in het boterpachtregister van 1736, heeft dan het erf (waarschijnlijk reeds langere tijd) overgenomen van zijn schoonvader Hendrick Arends (zie notities Hendrick Arends). Het is een vierakkerstuk. Het was gelegen aan het Oosteinde (zuidzijde) nr. 300, huidige nummering.
Van 1750 tot en met 1760 wordt in de kohieren van het hoofdgeld de weduwe Gerryt Barkhof genoemd. Ze wordt aangeslagen voor 2 gulden.
Vanaf 1761 wordt Hinderkin Berkhof genoemd, de dochter van Gerrijt die kennelijk het erf heeft overgenomen.


24-02-1725 Adolph Henrik Harwig en Berent Raphuis als volmachtigers van de minderjarige Janna Raphuis overleden bij derselver minderjarigheid contra haar mombaren Evert Harmsen Coster en Hendrik Arends, Janna Raphuis heeft al een aantal keren om rekening van haar mombaren verzocht. heer van Almelo heeft dit verzoek gehonoreerd en de erven van Henrik Arendsen om rekening verzocht.
27-10-1725 de erfgenamen van wijlen kerkmeester Hendrik Arends [Schuurman] met name: Jan Prinsen, Arend Hendriks, Janna Hendriks, Gerrit Berkhoff en Jan Lucas Koster, Egbert Jansen Roest, Jan Hinrixen en Berendje Hinrixen. contra Janna Raphuis (bron: archief schoutambt Vr.veen inv. nr. 24 foto 110 en 204).

15-7-1739 wordt Garrijt Barckhoff genoemd als erfgenaam van Jan Egbers, naast Jan Prinsen, Jan Luykas Coster, Jan Henr. Schuurman en Arent Henr. Schuurman, benevens hun vrouwen (akte uit het familiearchief van de familie Teunis, (Mariën), in de zeventiger jaren door de familie Berkhof (Onweer) overgedragen aan de Oudheidkamer van Vriezenveen).

Op 3-2-1748 worden de volgende personen genoemd als de erfgenamen van Jan Egberts: Jan Prinsen, Gerrit Berkhoff, Jan Hendriks Schuurman, Hendrik Heijneman, Jan Hendriks Glas mede voor hun echtgenotes en absente erfgenamen, voorts Klaas Krol en Jan Herms (bron: archief Sch. ambt Vr. veen inv. nr. 2675 foto 347).
Gerrit moet een geziene en welgestelde persoon geweest, bij het personele quotisatiekohier wordt hij genoemd als één van de weinigen die een inkomen tussen 200 en 400 gulden op jaarbasis heeft. Ook in de kohieren van de 1000e penning uit het Statenarchief van Overijssel komt Gerrit als een meer dan gemiddeld bemiddeld man naar voren (1734 en 1739 geschat vermogen 500 gulden). Slechts een minderheid van vriezenveners werd voor deze belasting aangeslagen. Regelmatig is hij bij de inning van de lokale belastingheffing betrokken (bron: gemeentejaarrekeningen Archief Huize Almelo). Bij de volkstelling van 1748 was Gerrit al overleden. Dan wordt de weduwe Gerrit Berkhof genoemd. In het register van de 1.000e penning van 1751 staat de wed. Gerrit Berkhof te boek met een vermogen van maar liefst 1680 gulden en voor personeel komt daar nog 200 gulden bovenop. In 1758 is dit geslonken tot 1025 gulden.
Notitie bij de geboorte van Gerrijt Jaspers: verklaart in 1733 omtrent 40 jaar oud te zijn bron: AHA inv. nr. 3241. Hoewel het stuk uit het breukregister van de schout Claas Cruijs ongedateerd is, het is opgeborgen in stukken uit het jaar 1733. De leeftijd van oa de getuige Albert Jonker stemt met deze info overeen, hij is in dit stuk ca. 55 jaar en in 1731 was hij bij een proces ca. 54 jaar.
Notitie bij Grietjen Hendriks: Wordt in de kohieren van het hoofdgeld (Archief Huize Almelo) als weduwe genoemd in 1750 tot en met 1760. In 1761 staat dochter Hinderken in het hoofgeldkohier als hoofdbewoonster genoemd.

Op 27 november 1762 geeft de weduwe Garrijt Berkhoff 50 gulden als liefdegave aan de kerk (Bron: Kasboek diaconie NH Kerk).
Notitie bij Hendrik Gerrits: Hendrik Berkhof handelde in 1758 in compagnie met Hendrik Schoemaker, Jan Berkhof en Wicher Jansen. Wicher vertrok samen met Hendrik in juli 1758 naar Curaçao. Ze hadden voor 15.828,- aan waar mee. de anderen die reeds vroeger vertrokken waren hadden voor 15.132,- meegenomen. Laatste aantekening van W. Jansen te Curaçao 27.2 1760. Het verblijf van Jan Berkhof op de Antillen blijkt overigens niet uit het koopmansboekje van Wicher Jansen.
Volgens de Vriezenveense historicus Herman Jansen moeten de handelaars Hendrik en Jan Berkhof in een andere tak van de familie Berkhof worden gezocht (Hendrik Berkhof geb. in 1727 en Jan geb. in 1719 zonen van Berent Jansen Berkhof en Geertje Jansen Evertman. Twijfelde ik al eerder gezien de dooptata van de kinderen van Jan en Hendrik in combinatie met de reisdata, nu is de twijfel omgeslagen in onmogelijkheid. In de handelsnotities van compagnon Wicher Jansen staat vermeld dat Hijndrik Berkhof aan z´n zwager Derk Boes, -getrouwd met zijn zuster Jenneken-, 2 stuks linnen heeft gegeven. (Bron: koopmansboekje Wicher Jansen, eigendom van J. Nijkamp te Vriezenveen).Volgens de info van Jan Nijkamp, zou hij daar dus in september 1759 nog zijn als hij stukken laken aan zijn zwager geeft. Dit terwijl Hendrik zelf op 27 februari 1759 te Vriezenveen trouwde!!! Hier klopt dus iets niet. Ook Derk Boes (echtgenoot van Jenneken Berkhof), waarnaar Herman Jansen refereert is reeds een aantal jaren voor 1759 overleden, nl. voor 1752, want dan is Jenneken inmiddels gehuwd met Roelof Wolters Koster. Gezien het vele geld dat bij de de vader van een andere Hendrik en Jan Berkhof, te weten Gerrit Jaspers Berkhof moet deze volgens mij de vader zijn van de Hendrik en Jan Berkhof die zich naar Curacao hebben begeven. Vooralsnog hou ik het vaderschap van Jan en Hendrik dus op Gerrit Jaspers Berkhof. Van Gerrit is bekend dat hij een vermogend Vriezenvener was (bron: personele quotisatiekohier van 1750 van Vriezenveen RA Zwolle), dit . Berent Jansen Berkhof de vader van de andere Hendrik en Jan Berkhof viel bij deze belasting van 1750 in een lagere vermogenskategorie en gezien het feit dat de heren 15.000 gulden aan handelswaar meenamen moet er toch wel veel geld bij de familie van de West-Indiëgangers hebben gezeten. Vandaar mijn conclusie dat Gerrit Jaspers wel de vader van de West-Indiëgangers moet zijn. Hoe de zwager Derk Boes dan in het plaatje past blijft onduidelijk. Ik vermoed dat, zowel Hendrik als Jan hun heil buiten Vriezenveen hebben gezocht (in koopmanszaken?). Mogelijk zijn ze ook elders getrouwd en is dat een mogelijke verklaring voor een zwager Derk Boes van elders. Hendrik en Jan (zonen van Gerrit Berkhof) zijn in belastingregisters niet traceerbaar wat hun vertrek naar elders lijkt te bevestigen. Hendrik wordt nog op 20-11-1779 genoemd als erfgenaam van hun grootvader Hendrick Arentsen (Schuurman?) bij de verkoop van een stuk land aan Eva Egberts. Hij moet dan dus nog geleefd hebben, zijn woonplaats wordt helaas niet vermeld.
Hendrik wordt bij deze verkoop vertegenwoordigd door zijn aangetrouwde neef Hendrik Coster, (zie ook notities Hendrick Arends Schuurman).

Ook in 1755 zou Wicher Jansen met Hendrik Berkhoff en Hendrik Schoemaker op een zakenreis naar Curaçao zijn geweest ("Vriezenveners in Rusland: D.G. Harmsen 1966).

Interessant is nog een transportakte d.d. 03-06-1758 in het archief van schoutambt Vriezenveen waarbij de 4 kooplieden Henricus [Egberts] Schoemaker (gehuwd met Stientjen Herwig d.d. Ad. Hendr. Harwig), Wijcher Jansen, Hendrik Berkhoff en Jan Berkhoff gezamenlijk landerijen opkopen (transactie op 18 sept. 1756) uit de boedel van Gerrijt Berens ten Caate van de koopman Andries ten Cate te Almelo voor 615 car. guldens. :
-1 akker hooiland gelegen op het Westeinde bij het Strijkersland.
-1 akker bovenwegsland gezamenlijk in eigendom met Willem Gerrits van Dijk
-1/2 akker bovenwegsland gezamenlijk in eigendom met Hendrik Albers
-1/2 akker bovenwegsland gezamenlijk in eigendom met de wed. van Hendrik Feijer

Transportakte d.d. 25-04-1759 Hendrik en Jan Berkhof kopen een akker turfland op het superplus uit de boedel van wijlen Jan freriks Fronten en Grietje ten Cate voor het bedrag van 168 gulden (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2676).

Op 17-03-1764 dagen Othmar ten Cate, Jan Harmen Costers en Hermannus ten Cate (allen linnenfabrikanten) Hendrik Berkhof voor het gericht (kennelijk vanwege uitstaande schulden?). Er wordt vermeld dat Hendrik zonder vaste verblijfplaats is. (bron: zwarte boekjes dr. Jonker XXV/30) archief Museum Vriezenveen, archief nr. 1.9 index op de archiefboekjes van dr. Jonker).

20-11-1779 als erfgenaam van Hendrik Arents in een transportakte genoemd. Is daarbij niet zelf present, maar wordt vertegenwoordigd door Hendrik Coster. Dit lijkt er op te wijzen Hendrik niet meer in Vriezenveen woonde (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2678).
Notitie bij Jasper Gerrits: vermoedelijk jong overleden. Tijdens de volkstelling van 1748 en bij de akte van verkoop van een stuk gond door de erfgenamen van zijn grootvader Hendrick Arends in 1779 niet genoemd.
Notitie bij Jan Gerrits: 20-11-1779 niet genoemd als erfgenaam van zijn grootvader Hendrick Arentsen (Schuurman)bij de verkoop van een stuk land aan Eva Egberts. Dit terwijl zijn broer Hendrik en zijn zusters Janna en Hendrikje wel met name genoemd worden. Dus vermoedelijk voor die datum overleden.
Waarschijnlijk één van de kooplieden die op West-Indië handelden (zie notities bij broer Hendrik)..
Notitie bij Hendrikje Gerrits: zie notities grootvader Hendrick Arends Schuurman, genoemd in een akte van verkoop uit 1779.

Hedrikje neemt het ouderlijk erf aan het Oosteinde over. Ze wordt vanaf 1761 in het hoofdgeldkohier van dat jaar genoemd als Hinderkin Berkhof.

Op 03-02-1763 verklaren Jan Freriks en Cunnentjen Gerrits Faijer schuldig te zijn aan Gerhardus Harwig en zijn vrouw Janna Barkhoff en haar zuster Hindrikjen Barkhoff de som van 100 car. guldens. Op 10-01-1778 verklaren Gerhardus Harwig en Janna Berkhoff dat de schuld is afgelost. (bron: Archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2676).

diverse akten van transport 06-05-1764 ivm het echtpaar Jan Jansen Jacobs en Berentjen Jansen:
o.a.
-verkoop huis gelegen achter de nieuwe Berkweg aan Jannes Jansen Bramer en Hendrikjen Barkhoff voor 550 guldens
bron: schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2676

Op 1 april 1774 beklaagt Lucas Jonker zich bij de schout over het feit dat Hendrikje Berkhof, de vrouw van Jannes Bramer, hem tot bloedens toe had geslagen vanwege zijn drinkgedrag bij het luidebier dat gedronken werd ter gelegenheid van "het overluiden van het lijk van de wed. Lucas Berents" (bron: AHA inv. nr. 3242).
Notitie bij Jannes Jansen: landbouwer en koopman te St. Petersburg, en Moskou , als Ruslandganger genoemd in de namenlijst van het boek Vriezenveense Rusluie van J. Hosmar). Niet te verwarren met Jannes Jaspers Bramer die met zijn broer Jan een koopmanschap had te Lissabon AHA inv. nr. 2965 d.d. 23-12-1755). Heeft Hosmar zich in de persoon vergist?
Bewoonde het erf van z´n schoonouders, Oosteinde 300. Bestond in 1763 uit een breedte van 6 akkers. Voor die tijd een hele omvang. Zie blz. 144 Ken uw dorp en heb het lief.
Met de volkstelling van 1795 staat Jannes Bramer als boer te boek met 4 gezinsleden.
Jannes is in 1772 getuige in een gerechterlijk vooronderzoek tegen de jager Jannes Hendriks van Huize Almelo, die de hond van Jan Berends Hof had doodgeschoten. Getuige is eveneens de meid van Jannes Bramer, de 18 jarige-Harmina Vrielink. (Archief Huize Almelo inv. nr. 2932).

Op 07-12-1764 maken Jannes Bramer en Hendrikje Berkhoff (ondertekent als Hinerikien Berkhof) hun testament. Het is een langstlevende testament waarbij testator aan zijn vader Jan Bramer zijn legitieme erfdeel legateert. De kerk komt een legaat van 50 gulden toe en de armen 25 gulden door de langstlevende uit te keren bij het overlijden van de eerste. (bron: schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2676)

Akte van transport 23-05-1767: verkoop van 1 akker hooiland gelegen in het Strijkersland door Gerh: Harwig en zijn huisvrouw Janna Berkhoff voor het bedrag van 281 gulden aan de zwager van Janna, Jannes Bramer en diens echtgenote [Hendrikje Berkhoff] (bron: Archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2677).

Akte van transport 23-04-1774 Hendrik Jansen Koster (treedt op als voogd van de minderjarige zoon van Jan Bramer genaamd Hendrik Jansen Bramer, eertijds verwekt door Janna Jansen Bramer) en Berent Jansen Hofman en zijn huisvrouw Janna Jansen Bramer verkopen land en erf voor 200 gulden aan Jannes Bramer en Hendrikje Berkhof (archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2678).

Op 1 oktober en 15 oktober 1774 daagt Jan Hermen Coster, koopman te Almelo Jannes Bramer voor het schoutengericht vanwege een schuld van 1471 gulden daterend van 1 september 1770 terugbetaald te krijgen. Jan Hermen Coster eist beslaglegging van de goederen van Jannes Bramer (bron: archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 29 foto 147).
A.kte van transport 20-05-1775 Jan Bramer en Janna Gerritsen Smelt kopen diverse diverse landpercelen met huis, staande aan de zuidzijde van de dorpsstraat (oostwaarts Berent Coster en westwaarts Gerrit Henderix) voor 700 gulden van zoon Jannes Bramer en huisvrouw Hendrikje Berkhof. Op dezelfde dag wordt ook een akte van transport opgemaakt inzake de verkoop van een akker turland op het Superplus aan Gerrit Holland voor 100 gulden door Jannes Bramer en Hendrikje Berkhof (archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2678).


Akte van transport 09-02-1776 Jannes Bramer en Hendrikjen Berkhof verkopen hun grasgaarden, gelegen achter de Waterleijdink, gelegen in de landerijen van Jan Berents Bramer aan Hermen Vik voor 75 gulden (archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2678).

In 1801 doterden jannes Brame en kinders 40 gulden voor de bouw van een nieuwe kerk, een behoorlijk bedrag. De inwonende meid Gerhardina Jansen doteerde 1 gulden.
Notitie bij Janna Hendrijne Gerrits: genoemd in de akte van verkoop van een stuk land door de erfgenamen van haar grootvader Hendrick Arends (Schuurman) in 1779 (zie notities Hendrick Arends Schuurman).

Op 03-02-1763 verklaren Jan Freriks en Cunnentjen Gerrits Faijer schuldig te zijn aan Gerhardus Harwig en zijn vrouw Janna Barkhoff en haar zuster Hindrikjen Barkhoff de som van 100 car. guldens. Op 10-01-1778 verklaren Gerhardus Harwig en Janna Berkhoff dat de schuld is afgelost. (bron: Archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2676).

Akte van transport 23-05-1767: verkoop van 1 akker hooiland gelegen in het Strijkersland door Gerh: Harwig en zijn huisvrouw Janna Berkhoff voor het bedrag van 281 gulden aan de zwager van Janna, Jannes Bramer en diens echtgenote [Hendrikje Berkhoff] (bron: Archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2677).
Notitie bij Gerhard: schoolmeester en gerichtsschrijver, vermoedelijk tevens koster (bron: Ken uw dorp en heb het lief blz.183).
Notitie bij Jenneken Gerrits: vermoedelijk jong overleden. Niet genoemd tijdens de volkstelling van 1748 en ook niet bij de akte van verkoop van een stuk gond door de erfgenamen van haar grootvader Hendrick Arends in 1779.

IIIb. Berent Berentsen Berckhof, geb. Vriezenveen 1619, landbouwer,72 † Vriezenveen omstr. 1676,73 tr. omstr. 1650 Jenneken Lucassen, geb. Vriezenveen (?) omstr. 1625, † Vriezenveen na 1660, dr. van Luicken (Luichien, Luijkas) Frericks (Ooster) en N.N. Hans.
Uit dit huwelijk:
1. Hermen Berents, volgt IVc.
2. Berent Berentsen, volgt IVd.
3. Jan Berents, volgt IVe.

Notitie bij Berent Berentsen: Vanaf 1645 staan, in plaats van alleen Berent Berckhoff, opeens 2 namen nl. Hendrick en Berendt Berckhof, in het boterpachtregister, die als eerste boterpachtplichtigen van het Oosteinde worden genoemd, Het erf is dan gesplitst. De boterpacht is gehalveerd. De aanvankelijke 10 akkers zijn opgesplitst in 2 vijfakkerstukken. Beiden hebben hun erf aan de noordkant van de dorpsstraat Oosteinde 393 (huidige nummering) en Berent Berentsen Oosteinde (407 huidige nummering) later bekend als het Feyerserf. Dit valt af te leiden uit de gegevens van het boek Ken uw dorp en heb het lief (blz. 155-157) in combinatie met de gegevens van de boterpachtregisters.

Berent wordt tot en met 1671 in de boterpachtregisters genoemd, meestal als Berckhof, maar ook onder de naamvarianten Berrickhoff, Berckhoff en Barckhoff dan wel Barckhoof. In 1678 staat zijn zoon Harmen Barckhof vermeld.

Berent is in 1649 koper bij een openbare verkoop van landerijen van de desolate boedel van wijlen Hermen Geerts ook wel Oostert of Kremer genoemd. (Archief Huize Almelo inv. nr. 2857). Bij de verkoop van de landerijen is Berent Berentsen Berrichof hoogste bieder van een stuk land voor de som van 318 goltgulden, daarbij gaf hij als borg op de vader van zijn vrouw te weten Luicken Frerix.
Naast bieder was berent ook schuldeiser van de desolate boedel, dit blijkt uit kanttekeningen in het dossier gedateerd 21-1-1654. Hoeveel Berent aan geld uit had staan bij Hermen Geerts Kremer of Oostert wordt niet duidelijk uit de stukken. Diverse andere Vriezenveners worden als schuldeiser genoemd, waaronder Jan Jansen Wichers, Hendrick Hendricks Bruineman, Jan Berents Kuijper Jungste en ook de schout Frerick Egberts.

Op 28-4-1645 lenen Berent Berentsen Berkhoff en Jenneken zijn huisvrouw aan Johan Berentsen Swissen en Anneken zijn huisvrouw de somma van "hondert daller ad 30 stûver"onder hypotheek van huis en hof . Bij deze acte staat aangetekend dat op 30-4-1677 Hermen Berents Berchoff erfgenaam van zijn vader Berent Berents Berchoff compareert en dat voornoemd bedrag door Berent Hondebeeck is afgelost, betaald en voldaan (Bron: Rechtsprotocollen Stad Almelo).

Berent is op 21-1-1654 één van de schuldeisers van de erfgenamen van Harmen Geerts Kramer of Cremer (Archief Huize Almelo inv. nr. 2957).

Op 14-2-1668 is hij samen met een groot aantal Oosteinders getuige in een onderzoek, waarbij alle getuigen, ook nog eens verdachte zijn. Er was geknoeid met de turf, die voor de Heer van Almelo was bestemd, er was onder de turf vuiligheid gestopt, zodat het leek alsof het allemaal goede turf was. Ook broer Hendrick treedt in dit onderzoek als getuige op. (Archief Huize Almelo inv. nr. 2932).

(copyright Erik Berkhof, Onweersberkhof.com)
Notitie bij de geboorte van Berent Berentsen: als getuige in een proces op 14-2-1668 (Archief Huize Almelo inv. nr. 2932) verklaart hij omtrent 50 jaar oud te zijn. Dus moet hij ca. 1618 zijn geboren.
Echter ook als getuige in een proces in 1653 genoemd inzake een belastinggeschil over de verpachting van het geslacht (Archief Huize Almelo inv. nr. 3224) , dan is Berent "omtrent 34 jaeren", dat zou inhouden dat hij rond 1619 geboren zou moeten zijn.
Notitie bij Jenneken: De naam Jenneken is afgeleid uit de volgende akte:
Op 28-4-1645 lenen Berent Berentsen Berkhoff en Jenneken zijn huisvrouw aan Johan Berentsen Swissen en Anneken zijn huisvrouw de somma van "hondert daller ad 30 stûver" onder hypotheek van huis en hof. Bij deze acte staat in de kantlijn aangetekend dat op 30-4-1677 Hermen Berents Berchoff erfgenaam van zijn vader Berent Berents Berchoff compareert en dat voornoemd bedrag door Berent Hondebeeck is afgelost, betaald en voldaan (Bron: Rechtsprotocollen Stad Almelo).

De achternaam van Jenneken is afgeleid uit informatie van een openbare verkoop van landerijen in 1649 van de desolate boedel van wijlen Hermen Geerts ook wel Oostert of Kremer genoemd. (Archief Huize Almelo inv. nr. 2857). Bij de verkoop van de landerijen is Berent Berentsen Berrichof hoogste bieder van een stuk land voor de som van 318 goltgulden, daarbij gaf hij als borg op de vader van zijn vrouw te weten Luicken Frerix. Hij is de stamvader van de Onweersfamilie. Vandaar dat het patroniem van Jenneken bekend is.
Het zou theoretisch natuurlijk kunnen dat de vrouw van Berent in 1645 niet dezelfde is als zijn vrouw in 1649. Bij overlijden werd er vaak snel weer getrouwd, er moest immers een vrouw in huis zijn voor de vrouwenzaken. Als de vrouw van Berent in 1645 en 1649 niet dezelfde is, is mijn conclusie in deze natuurlijk ook niet juist.

Natuurlijk is niet met volledige zekerheid vast te stellen of Jenneken de moeder van de kinderen van Berent is, vaak werd er meerdere keren gehuwd als de vrouw vroegtijdig stierf.

IVc. Hermen Berents Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1650, † ald. na 13 sept. 1727, tr. Vriezenveen omstr. 1680 Berendje Alberts Jonker, geb. Vriezenveen omstr. 1660, † ald. 1747, dr. van Albert Frerix Joncker en Jenneken Alberts.
Uit dit huwelijk:
1. Berend Hermsen, volgt Vc.
2. Jennegjen Herms (de oudste) Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1685, †?, tr. omstr. 1704 Jan Hendriks Bouman, geb. omstr. 1685, † Vriezenveen na 9 maart 1714.74
3. Aaltje Hermsen Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1686, † ald. vóór 6 jan. 1714, tr. Vriezenveen 13 jan. 171075 Derk Jansen Faijer, geb. Vriezenveen omstr. 1682, † ald. vóór 1736, zn. van Jan Jansen en Lutgertje (Lutjen) Derx; hij hertr. omstr. 1713 Jennigje Geerts.
4. Jennegjen Hermsen (de jongste) Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1687, †?, tr. 1e Jan Jansen Fronten, geb. Vriezenveen omstr. 1690, † ald. vóór 1735; tr. 2e vóór 1734 Hendrik Gerritsen Koster, geb. omstr. 1690, †? na 1751, zn. van Gerrit Jansen Westert (ook Koster?) en Kunnigje Wolters.
5. Albert Hermsen Berkhoff, ged. Vriezenveen 21 mei 1702, †?.

Notitie bij Hermen Berents: landbouwer en turfsteker.
Wordt vanaf 1678 in de boterpachtregisters genoemd tot 1713. Bezat een vierakkerstuk, bewoonde het ouderlijke erf aan het Oosteinde nr. 407. In 1713 heeft zijn schoonzoon Derck Jansen Faijer het goed op zijn naam staan.
Toch was Hermen toen nog niet overleden. Op 9-3-1714 wordt hij samen met Jan Henricksen Bouwman genoemd als voogd van Luttjen Derks (Faijer) in verband met een schuldverklaring van Luicas Harmssen Hospis en zijn vrouw Henrickjen Engberts (Klooster) van 50 Caroli gulden onder hypotheek van een akker turfland op de Oosterhoeve.(Archief Schoutambt Vriezenveen).

Op 29-1-1696 worden Fr(er)ick Alberts Joncker en Hermen Berkhof (gehuwd met Berendje Alberts Jonker) als bloedmombers over de kinderen van het echtpaar Henr. Jansen Bour en Frer. Alberts (Jonker) aangesteld in de plaats van Jan Bour (HAA inv. nr. 3097 foto 428).

Op 19-5-1701 koopt Hermen Berends Berkhof 24 daghwerk genaamd de Plaay (ook Plaij), zoals Berent Berkhof deze lange tijd in gebruik of pacht heeft gehad (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2673).

Op 01-10-1706 verklaart Berentjen Roelofsen (weduwe van Jan Jansen) schuldig te zijn aan Herman Berkhoff en Berentjen Albers de som van 114 guuldens.(Bron: Archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2673 foto 081).


Op 6-1-1714 is er een kwestie tussen Hermen Berkhoff en zijn schoonzoon Derk Fayer over 40 pond spek, 8 pond reuzel en 4 pond "gegootenongel" waarvan Derk Fayer dacht dat hij het gekregen had, maar Hermen wilde het terugzien, omdat het volgens hem geleend was (Archief Jansen/Jonker)

Op 28-4-1645 lenen Berent Berentsen Berkhoff en Jenneken zijn huisvrouw aan Johan Berentsen Swissen en Anneken zijn huisvrouw de somma van "hondert daller ad 30 stûver"onder hypotheek van huis en hof . Bij deze acte staat aangetekend dat op 30-4-1677 Hermen Berents Berchoff erfgenaam van zijn vader Berent Berents Berchoff compareert en dat voornoemd bedrag door Berent Hondebeeck is afgelost, betaald en voldaan.

In 1694 genoemd in het register van de 1000e penning (heeft dan een geschat eigen vermogen van 500 gulden) en het kohier van het zoutgeld, wordt hierin aangeslagen voor 13 stuivers ( Bron: Statenarchief Overijssel nr. 2391).

In 1707 is Hermen Berckhoff één van de schuldeisers van de desolate boedel van Berentje Roelofs, de weduwe van de Vriezenveense linnenkoopman Jan Jansen Egberts; Hermen heeft een bedrag van 114 gulden tegoed (HAA inv. nr. 2967).


Het echtpaar laat in Almelo voor het stadgerecht hun testament opmaken d.d. 21-01-1718 (Archief Stadsgericht Almelo inv. nr. 2618).
Hermen Berkhof en Berentien Alberts [Jonker] maken elkaar erfgenaam (langslevende testament).
Verder benoemen zij na hun overlijden als erfgenaam:
-Berent Hermsen Berkhof
-Jennegien Hermsen Berkhof de oudste
-Jennegien Hermsen Berkhof de jongste
-Albert Hermsen Berkhof
-het kind van hun overleden dochter Lutjen Derks Faaier, met dien verstande dat dit kind niet meer zal hebben dan die 400 golt gulden, daar zijn moeder dit bedrag op 13-01-1710 als bruidschat is uitgekeerd.

Verder:
- krijgt dit kleinkind de kleerkist van haar grootvader en 1/5 deel van zijn zondagse kleren.
-krijgt de jongste dochter de kast in plaats van de kist.
-Gods armen komen 20 car. guldens toe.

Op 13-09-1727 verklaart de schout van Vriezenveen dat Berent Harms Berkhof op de "olde Superplus"een dagwerk turf heeft gegraven. De heer van Almelo koopt deze turf voor 2-16-0. Het bedrag wordt betaald aan Hermens zoon Berent die ervoor tekent (bron: AHA inv. nr.1037 foto 2872 en AHA inv. nr. 1028 foto 2779).
Notitie bij het overlijden van Hermen Berents: Echtgenoot Berendje Jonker wordt op 16-4-1733 genoemd de weduwe van Hermen Berkhof, als haar een aantal juridische stukken wordt voorgelezen omtrent een hansdelsschuld die Jan van Oink schuldig is aan haar schoonzoon Derk Faijer (inv. nr. 2965 HAA).
Notitie bij Berendje Alberts: 1743 ruim 80 jaar oud (gegevens archief Jansen/Jonker). Zij bleef op het erf wonen van haar man toen haar dochter Aaltje met Derk Faijer trouwde. Ze wordt genoemd de weduwe van Hermen Berkhof op 16-4-1733 als haar een aantal juridische stukken wordt voorgelezen omtrent een hansdelsschuld die Jan van Oink schuldig is aan haar schoonzoon Derk Faijer (inv. nr. 2965 HAA).

Op 22 juli 1713 spreekt Berendjen Alberts, huisvrouw van Harmen Berendsen Berckhoff, vanwege ziekte van haar man geassisteert door haar broer Frederick Albertsen Joncker, Frerick Janssen aan ivm een schuld van 125 guldens (bron: archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22).
Notitie bij het huwelijk van Jan Hendriks en Jennegjen Herms (de oudste): 3-5-1705 wordt Jenneken gedoopt dochter van Jan Henrix en Jennegjen Hermz
Notitie bij Jan Hendriks: Wordt als momber genoemd op 9-3-1714 van Luttjen Derks (Fayer) samen met zijn schoonvader Hermen Berents Berkhoff , zie ook opmerkingen hierover bij Hermen Berents Berkhoff.
Notitie bij Aaltje Hermsen: Op 9-3-1714 wordt haar vader Harmen Berendsen Berkhoff samen met Jan Henricksen Bouwman genoemd als voogd van Luttjen Derks (Faijer) in verband met een schuldverklaring van Luicas Harmssen Hospis en zijn vrouw Henrickjen Engberts [Klooster] van 50 Caroli gulden onder hypotheek van een akker turfland op de Oosterhoeve. Dit betekent dat Aaltje toen reeds was overleden.(Archief Schoutambt Vriezenveen; inv. nr. 2673).
Notitie bij het overlijden van Aaltje Hermsen: op 6 januari 1714 verschijnt Hermen Berkhoff voor het gericht vanwege een kwestie over oa geleend spek. Er is dan sprake van Aaltje Herms gewezen vrouw van Derk Faijer. Aaltje is dan dus reeds overleden (bron: Schoutambt Vriezenveen inv.nr. 22).
Notitie bij het huwelijk van Derk Jansen en Aaltje Hermsen: Als bruidschat kreeg het echtpaar op 13-01-1710 400 gulden mee van de Berkhofskant. Dit blijkt uit het testament van Hermen Berkhof en Berentien Alberts [Jonker] d.d. 21-01-1718. De datum van het huwelijk is door mij afgeleid van de datum van de bruidschat. (Archief Stadsgericht Almelo inv. nr. 2618).
Notitie bij Derk Jansen: koopman (?) en landbouwer. Bewoonde het erf van zijn schoonvader Hermen Berkhoff (Oosteinde 407 huidige nummering). Wordt vanaf 1713 in de boterpachtkohieren genoemd. Het betreft een goed van 4 ½ akkers. In het boterpachtkohier over het jaar 1736 wordt de weduwe "Derk Janse Fayer" als eigenaresse genoemd van het goed.
In het hoofdgeldkohier van 1737 wordt "Derk Feijer" echter nog wel genoemd, "hij" wordt dan aangeslagen voor 3 personen en moet 1,50 betalen, met 50 cent p.p. ligt hij wat boven het gemiddelde voor het Oosteinde (0,46).

Zijn vermogen werd in 1715 geschat op 800 gulden, in 1734 eveneens 800 gulden en in 1739 op 600 gulden (bron: 1000e penningkohier 1734/39; Statenarchief van Overijssel inv. nr. 2553/2550). Derk behoorde daarmee niet tot de allerrijksten, maar gold toch zeker als een welgesteld persoon.

Op 6-1-1714 is er een kwestie tussen Hermen Berkhoff en zijn schoonzoon Derk Faijer over 40 pond spek, 8 pond reuzel en 4 pond "gegooten ongel" waarvan Derk Faijer dacht dat hij het gekregen had, maar Hermen wilde het terugzien, omdat het volgens hem geleend was (bron: archief Schoutambt Vriezenveen inv.nr. 22).

Een zoon van Derk, Jannes (gedoopt 10-4-1719) was volgens de dorpshistoricus Herman Jansen koopman in Sint Petersburg (1749) (Bron: Ken uw dorp en heb het lief blz. 156). Hij neemt het ouderlijk erf over. Ik betwijfel het gegeven dat Jannes Faijer koopman in Sint Petersburg was. Er was namelijk nog een naamgenoot Jannes Derks, woonachtig aan het Westeinde, die zeker linnenkoopman was. Ik vermoed dat hij degene was die in Sint Petersburg was.
De helft van de landerijen van het Faijerserf komt bij schoonzoon Jan Berkhof terecht, ook wel bekend als Jan Buten.

Derk Faijer wordt genoemd als schuldeiser van Willem van Oinck inzake een bedrag van 300 gulden ("van Derk Faijer genegotieerd hebbende"). Negotie staat voor verkregen gelden (bron: akten 16-4-1733 en 9-7-1733 (inv. nr. 2965 HAA). Uit andere stukken blijkt dat de schuld eigenlijk uit stond bij Willems broer Jan van Oink, maar Derk eist zijn geld terug waardoor Willems huis verkocht dreigt te moeten worden om de schulden te kunnen voldoen. Willem heeft zelf geld tegoed van zijn zuster. Derk liet het aankomen op een publieke verkoping van huis en erf van Jan van Oink om aan zijn geld te komen. Jan zocht wanhopig steun bij de Heer van Almelo om dit te voorkomen. De Heer van Almelo stak er een stokje voor en stelde dat Jan door de verkoop van zijn huis onevenredig benadeeld zou worden, hij had het geld uitstaan bij zijn eigen familie en kon dit niet direct opeisen, maar werd op termijn wel geacht het geleende terug te betalen. Derk, die geen schade zou lijden als de terugbetaling later zou plaatsvinden werd dus tot de orde geroepen door deze uitspraak, die op 18 april 1733 werd voorgelezen aan de wed. van Hermen Berkhof, dit omdat Derk niet aanwezig was (verblijf in het buitenland vanwege koopmanschap?) (bron: AHA inv. nr.2964 foto 260)

Op 21 februari 1716 treedt Derk Jansen Faijer samen met Geert Herms Holst op als voogd op van het onmondige kind Willem Roelofs inzake de verkoop van zijn moeders zaliger kleren. NB Willem Roelofs is de zoon van Roelof Willems en Armke Geerts.(bron AHA inv. nr. 2966).
Notitie bij Jennegjen Hermsen (de jongste): woonde op een erf op het uiterste Westeinde, richting Wierden. In 1748 bij de volkstelling genoemd met echtgenoot " Henr. Gerritsen" en 6 kinderen, 4 boven de 10 jaar Gerrit Henderix, Harmtjen Henderix, Claes Henderix en Berentjen Henderix en 2 onder de 10 jaar, te weten Albert en Aeltjen Henderix. Inwonend is Jan Fronten. In 1753 wordt het gezin inzake het hoofdgeld aangeslagen voor 6 personen en moet 2,30 worden betaald, dat is 38 cent p.p. en daarmee gemiddeld.
Notitie bij Jan Jansen: Volgens André Idzinga zou de persoon Jan Lucassen Fronten heten. De info die ik uit het archief Jansen/Jonker heb spreekt echter over Jan Jansen Fronten
Notitie bij Hendrik Gerritsen: Bewoonde het erf Westeinde 638 (huidige nummering). Had volgens het register op de 500e penning uit 1734 een geschat vermogen van 500 gulden. In 1751 is dit 450 gulden.

Vc. Berend Hermsen Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1681, † ald. na 13 sept. 1727, tr. Vriezenveen omstr. 1708 Jenneken Berends Fayer, geb. Vriezenveen omstr. 1680, † ald. na 7 febr. 1719,76 dr. van Berent Jansen Faijer en Grietje Geertsen.
Uit dit huwelijk:
1. Albert Berendsen Berkhoff, ged. Vriezenveen 26 dec. 1709, † ald. vóór 1711.
2. Albert Berendsen, volgt VIe.
3. Henrikjen Berendsen Berkhoff, ged. Vriezenveen 9 okt. 1712, † ald. vóór 1763, tr. 1e na 1724 Lambert Harms Spijker (ook Klijster of Cliester), geb. Vriezenveen omstr. 1700, † ald. na 1748, zn. van Hermen Klijster en Geesje Jansen en echtg. van Hendrikje Alberts; tr. 2e Vriezenveen 14 nov. 17506 Steven Nijland, geb. omstr. 1710, † Vriezenveen na 1770, echtg. van Maria Egberts Spijker.
4. Aaltje Berendsen Berkhoff, ged. Vriezenveen 9 sept. 1714, † ald. vóór 1725.
5. Hermen Berendsen Berkhoff, ged. Vriezenveen 23 aug. 1716, †?.
6. Gerrit Berendsen Berkhoff, ged. Vriezenveen 26 dec. 1719, †?.
7. Aaltje Berendsen Berkhoff, ged. Vriezenveen 21 dec. 1721, †?.

Notitie bij Berend Hermsen: linnenkoopman(?). Komt niet voor in het boterpachtregister. In 1723 wel genoemd (onder zijn patroniem) in het verpondings en contributieregister).
Aangezien zijn zoon Albert naast of op het ouderlijk erf van Berend Hermsen woonde, is het zeer waarschijnlijk dat ook Berend Hermsen in deze buurt woonde, dwz Oosteinde 407 huidige nummering. De weduwe van Albert Berentsen (Berkhof) wordt nl. in het Volkstellingregister van 1748 gelijk na Jannes Fayer genoemd welke laatste het erf van zijn schoonvader Hermen Berents Berkhoff had overgenomen.

Wordt bij de dopen van 3 van zijn kinderen met de achternaam Barckhof genoemd. Bij de overige dopen wordt hij met zijn patronym aangeduid.


Op 07-02-1719 in het schoutengericht van Vriezenveen genoemd als erfgenaam van Berent Faijer (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2674).


Op 13-09-1727 verklaart de schout van Vriezenveen dat Berent Harms Berkhof op de "olde Superplus"een dagwerk turf heeft gegraven. De heer van Almelo koopt deze turf voor 2-16-0. Het bedrag wordt betaald aan Hermens zoon Berent die ervoor tekent (bron: AHA inv. nr.1037 foto 2872 en 1028).
Notitie bij Henrikjen Berendsen: Op 21-12-1744 maakt het echtpaar Jan Jansen Kleijne en Geertje Berends Feijer hun testament. Geertje is dan al zwak en ziek. Het is een testament op langstlevende. Daarnaast legateert Geertje aan haar nicht Hendrikje Berends [Berkhof] huisvrouw van Lambert Harms Spijker al haar linnen en wollen kleding en 25 car. guldens, welk bedrag na dode van de langstlevende moet worden uitgekeerd (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2675).
In het kohier van de 1.000e penning (1751) wordt haar vermogen geschat op een betrekkelijk lage 100 gulden.
Notitie bij de geboorte van Henrikjen Berendsen: volgens Vriezenveners.nl gedoopt 08/08/1728 zv Lammert Jansen en Janna Jansen.
Notitie bij Lambert Harms: herbergier of waard (1730,1731,1733), ook broer Gerrit oefende dit beroep uit. Woonde aan het Westeinde, in de buurt van nummer 240 (vlak naast of er tegenover). Met de volkstelling van 1748 woont broer Gerrit een behoorlijk stuk westelijker op het Westeinde.
Wordt al in de belastingkohieren van 1723 genoemd. In het hoofdgeldkohier van 1723 staat hij vermeld als Lambert Kliester.
Lambert en zijn vrouw gaan in de jaren 1730-1733 regelmatig naar de schout om aangifte te doen van vecht en scheldpartijen in hun etablishement. Zo meldt Klijsters vrouw op 3 januari 1731 dat op de avond van 1 januari er een vechtpartij was geweest tussen Arent Waanders en Wolter van Uijtert. Getuigen hierbij waren Krols Klaas (= Klaas Hendriks Bramer) en Quants Müller (bron: AHA inv. nr. 3241).

Op 7 april 1733 gaat de vrouw van Lambert naar de schout om haar beklag te doen over Jan Wolters Smit die op de vuist was gegaan met zijn schoonzoon Derk Timmer. Getuigen zijn de 2 dochters van Lamberts vrouw ! (bron breukregisters: AHA inv. nr. 3241).

Ook op 16-08-1733 en 19-10-1733 raken Hendrik Jansen Quant en Gerrit Jansen Ruiter slaags in het etablishement van Lambert
(bron breukregisters: AHA inv. nr. 3241).

3-3-1724 testament Lambert Harms en Hendrikje Alberts enigszins ziek van lichaam maar gezond van geest, langslevende testament, moeder van testator Geesien Jansen komt haar legitieme portie toe, testatrice legateert aan Jan Alberts haar broers kinderen en haar zuster Geesien Alberts haar kinderen haar klederen, zowel wollen als linnen, uitgezonderd zal Henrikjen Harms daaruit hebben een blauw laken leiffien en de zwart gebloemde kroplappen en zal haar man krijgen van haar klederen, een zwarte rok en een zwarte schort. Verder is het een langstlevende testament. Langstelevende dient uit te keren aan Gods armen 10 gulden. Beiden ondertekenen met een kruisje (bron: 2674 Sch.a.v. 2007_1221b-069).
Notitie bij Steven: in 1753 in het hoofdgeldregister aan het Westeinde genoemd en aangeslagen voor een schamele 15 stuivers. De aanslag betrof 2 personen.
Volgens Herman Jansen in Ken uw dorp en heb het lief, bewoonde hij Westeinde 175-177 huidige nummering.

Rechtzaak tegen Steven Nijland wegens het betichten van de predikant van Almelo van onrechtzinnigheden en het verspreiden van "famosi libelli", 1744. (Archief Huize Almelo inv. nr. 3030).

03-05-1757 worden Steven Nijland en zijn vrouw N.N. genoemd als koper van een stuk bouwland voor 130 car. guldens van Frerik Scholten en Jaspertjen Wolters Krul (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675)

Op 18-01-1770 verklaren Steven Nijland en maria Egberts 60 gulden schuldig te zijn aan de schout Dikker vanwege achterstallige landsmiddelen (belastingen) (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2677).

Steven Nijland zou de vader zijn van het onechte kind van Geertje Jansen (ook wel Fluit Geert) wiens dochter Gardina op 10 maart 1754 werd gedoopt. Steven ontkende dit vaderschap echter. (bron: AHA inv. nr. 2945).
Notitie bij Aaltje Berendsen: In 1747 is haar oom Jan Jansen Kleine gehuwd met Grietje Fayer momber(=voogd) Bron: Archief Jansen/Jonker

VIe. Albert Berendsen Berkhof, ged. Vriezenveen 7 juni 1711, † ald. vóór 1748, tr. Janna Lamberts, ged. Vriezenveen 15 nov. 1716, † Alkmaar? na 1768, dr. van Lambert Waanders en Maria Egberts Spijcker.
Uit dit huwelijk:
1. Berendina Berkhof, ged. Vriezenveen 15 mei 1738, † ald. vóór 1742.
2. Maria Berkhoff, ged. Vriezenveen 7 febr. 1740, †?, tr. Vriezenveen 5 maart 1768 Waander Jansen Bos, ged. Vriezenveen 25 dec. 1743, †?, zn. van Jan Lucassen en Hendrijkjen Hendrijks.
3. Berendina Berkhof, ged. Vriezenveen 23 maart 1742, begr. Alkmaar 16 nov. 1793, tr. Alkmaar 11 mei 1777 Jan (Johannes) Agricola, † Alkmaar (?).
4. Jannes Berkhoff, ged. Vriezenveen 2 febr. 1744, †?.

Notitie bij Albert Berendsen: linnenkoopman. Zijn erf moet aan het einde van het Oosteinde (ongeveer nummer 380 huidige nummering) hebben gelegen gezien de positie op de lijst van de weduwe Alb. Berentsen bij de volkstelling van 1748. Inwonend zijn dan nog de inwonende kinderen onder de 10 jaar : Maria, Berendina en Janna.
Wordt in 1736 als Albert Berens in het Hoofdgeldregister genoemd en voor 2 personen belast met een bedrag van 16 stuivers. Dit bedrag ligt iets beneden het gemiddelde van het Oosteinde (46 cent p.p.). In het hoofdgelkohier van 1753 wordt het gezin niet meer met name genoemd. Mogelijk is de familie dan al naar Alkmaar verhuisd. Zo is uit de trouwakte van dochter Maria duidelijk dat Janna Lamberts in 1768 te Alkmaar woont en ook van dochter Berendina is bekend dat ze in Alkmaar en Amsterdam woonde (1772), zie notities dochter Berendina.
Waarschijnlijk is de boedel van het gezin in verband met schulden verkocht. Wij zouden nu van een faillissement spreken.

Op 09-11-1737 heeft Albert Berents Berkhof het aan de stok met Jan Willems. Zij kwamen lopend van de Wierdens markt en raakten slaags met elkaar (bron breukregister van de schout: AHA inv. nr. 3242).

Op 2-4-1740 wordt verpondinge gedaan op huis en landerijen vanwege een schuld die hij heeft aan Gerrit Kosters Egbz. inzake voor 70 Caroli gulden geleverde linnen en bij de scholtinnen een boekschuld van 69 gulden en 15 stuivers . Op 9-4-1740 maakt ook Jan Lucas Koster aanspraak op het onroerend goed van Albert ivm een uitstaande schuld van 100 Caroli gulden (Archief Jansen/Jonker).
Op 29-04-1740 verzoeken Gerrit ten Cate Hermansz. en Lambert Costers, reders en kooplieden te Almelo, bij de Heer van Almelo tot aanstelling van bekwame curatoren over de desolate boedel van Albert Berents Berkhof door het schoutgericht van Vriezenveen (bron: Requesten Huize Almelo inv. nr. 2964).
7-6-1749 Compareert voor het schoutengericht de Gerrit Costers, koopman te Almelo, doet anpanding op de goederen van de weduwe van wijlen Albert Berkhof, in verband met schulden (bron: archief schoutambt Vr.veen inv. nr. 27 foto 20081230e_088).

Op 17-09-1740 verkoopt Albert Berendsen Berkhof bouwland gelegen in het land van Berend Berkhof, bekend als het Onweersland aan Berend Berkhof, Jan Lucas Coster en Hendrik Jansen Timmer, bedrag niet vermeld in de transportacte van 28 januari 1741 (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2675).
Ook op 17-09-1740 verkoopt Albert Berendsen Berkhof 2 akkers turfland, gelegen op de Superplus aan Berend Jansen Berkhof, bedrag niet vermeld in de transportacte van 8 april 1741 (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2675).

Albert beschikte volgens het boterpachtregister van 1735 over een akker land op het Jan Onweersland aan het Oosteinde.
Notitie bij Janna: woont op 5-3-1768 te Alkmaar volgens de trouwakte van haar dochter Maria.
Notitie bij het huwelijk van Waander Jansen en Maria: Het huwelijk vindt met toestemming van de Graaf van rechteren plaats, omdat de moeder van Maria in Alkmaar woont en de vader reeds overleden was.
Notitie bij Waander Jansen: bewoonde een huis (oostzijde) van de kerk aan het Westeinde, een zogenaamd vicariënerf (inv. nr. 1868 HAA). Het huis werd voor hem bewoond door wijlen Waander Lucas en zijn vrouw (Fenneken Berents). Vader Jan Bos, bewoonde het huis aan de westzijde van het pand (1768).

14-11-1774 daagt luitenant Galenus van Veen schuldeiser Waander Jansen Bos voor het schoutengericht vanwege een achterstallige schuld van 36 gulden vanwege pacht en landhuur en eist verpanding van goederen hiervoor (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 29).
Notitie bij Berendina: is met grote waarschijnlijkheid met haar moeder naar Alkmaar vertrokken, hiervandaan vertrekt ze op 3-2-1772 onder de naam Dina Alberts Berkhoff van Alkmaar (attestatieboek Grote Kerk) naar Amsterdam, vanuit Amsterdam keert ze al weer snel terug naar Alkmaar nl. op 5-3-1772 (kerkelijke attestaties NH Kerk Amsterdam). In Amsterdam aangegeven door Johanna Timan.
Ze krijgt een aantal kinderen in Alkmaar:
Gerredina gedoopt 8-10-1777 te Alkmaar
Johanna gedoopt 6-6-1779 te Alkmaar
Janna gedoopt 27-2-1781 te Alkmaar
Janna gedoopt 23-10-1783 te Alkmaar
Notitie bij het overlijden van Berendina: klasse 3 gulden. huisvrouw van Jan Agricola (gehuurt graf) 24 gld 12 st laat 4 minderjarige kinderen
Notitie bij het huwelijk van Jan (Johannes) en Berendina: bij het huwelijk heet het echtpaar Johannes Agricolaa en Barendina Berkhooff

IVd. Berent Berentsen Berckhoff Kruis, geb. Vriezenveen omstr. 1655, † ald. omstr. 1713, tr. Vriezenveen omstr. 1680 Jennigje Jansen Kruijs (?), geb. Vriezenveen omstr. 1655, † ald. na 9 aug. 1712, dr. van Johan Claaszoon en Hendrikje Lamberts.
Uit dit huwelijk:
1. Jan Berents, volgt Vd.
2. Aaltje Berends Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1685, † ald. na 1712.
3. Berendje Berends Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1687, † ald. na 1729, tr. Vriezenveen omstr. 1712 Dirk Jansen Krikke (ook Krigt), geb. omstr. 1690, † Vriezenveen omstr. 1750, echtg. van Berendje Jansen.
4. Jenneken Berends (Kruys) Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1688, † ald. na 21 maart 1756, tr. omstr. 170977 Jan Claassen Wijchers, geb. Vriezenveen (?) omstr. 1685, † Vriezenveen na 21 maart 1756, zn. van Claas Jansen en N.N. N.N..
5. Grietje Berends Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1690, † ald. na 1748, tr. Egbert Gerrits Enter (Enthe), geb. Vriezenveen omstr. 1690, † ald. na 1718, zn. van Gerrit Berendsen Enthe en Cunnigjen Egberts.

Notitie bij Berent Berentsen: landbouwer. Woonde op het zogenaamde Éémsgoed, thans Oosteinde 193 (blz. 101 Ken uw dorp en heb het lief).
Doet 17 februari 1679 opsage van de penningen welke hij uit heeft staan bij Jan Bruynholt.
Doet 12 mei 1679 opsage van de penningen welke hij uit heeft staan bij Geert ter Weel. (Bron rechtsprotocollen stad Almelo nr. 2629). Kennelijk uitstaande leningen welke zijn vader was aangegaan en welke vrij kwamen na zijn overlijden. Deze opsages kunnen echter evengoed op Berent Hendricksen Berckhof slaan omdat er geen link is te leggen met hypotheekcontracten.

Komt in de boterpachtkohieren van Huize Almelo doorgaans voor onder de dubbele naam Berkhoff Kruijs, maar ook onder de naam Berkhoff. Bezat een vierakkerstuk aan het Oosteinde, op een steenworpafstand van de scholtes Claas Kruis. In 1713 vermeldt het boterpachtkohier Berent Berentsen Berckhoff, nu Jan Berents Kruis. Dit betekent dat Berent Berents toen waarschijnlijk was overleden.
Van 1698 tot 1713 wordt hij vermeld onder de dubbele naam Berckhoff Kruis. In 1696 wordt hij in deze registers genoemd Berckhoff tevens Kruis. Van 1682 tot en met 1696 wordt hij uitsluitend vermeld onder de naam Berckhoff.

In 1668 en 1670 woonde op het erf Berent Claes , die in 1658 ook wordt genoemd, maar dan met de toevoeging alias Cruis (bron boterpachtregister). Ook in 1645 wordt op dezelfde lokatie nog steeds Berent Claassen genoemd. In 1619 wordt op dit goed Johan ten Cruzeler genoemd (Cruys lijkt hier een verbastering van te zijn; Cruseler is trouwens de naam van een stuk land bij Almelo en komt regelmatig in de archieven van Huize Almelo voor). In 1602 bij de belasting op beesten (Statenarchief) wordt hij Johan ten Crutzeler genoemd.

Berent Berentsen Berckhoff Kruis zou natuurlijk ook de zoon kunnen zijn van Berent Claes alias Cruis, maar omdat hij zich aanvankelijk toch Berckhoff noemt, en de toevoeging Kruis van later datum is en daarbij ook een toevoeging is na de naam Berkhoff, lijkt het meer aannemelijk dat het hier toch om een echte Berkhof gaat die mogelijk door huwelijk met de familie Kruys verwant is. (Zie notities bij zijn vrouw). Ik ga er daarom van uit dat Jan Berentsen Berkhoff (Kruis) een zoon is van Berent Berentsen Berkhoff (geb. ca. 1620). Volgens het archief Jansen/Jonker heette zijn vrouw echter Smelt van haar achternaam. Mogelijk is hij twee keer getrouwd geweest, maar het wordt allemaal wel erg speculatief.

In het boterpachtregister van 1693 staat dat van de boterpacht 1 pond is overgegaan op Jan Jansen Beuter en 2 pond op Hermen Berents, mogelijk zijn beide schoonzonen van Berent.
(copyright Erik Berkhof, Onweersberkhof.com)
Notitie bij Jennigje Jansen: testament Van Jennigje Jansen op 09-08-1712 ten huize van Jan Berends vermoedelijk is dit haar zoon Jan Berents Berkhoff (Kruys).
Genoemd worden haar kinderen: Jan Berentsen, Aaltjen Berentsen, Berendje Berentsen, Jennigje Berentsen en Grietje Berentsen. Berendje Jansen d.v haar dochter Jennigje wordt bedeeld met 6 car. gldns. Jan Jansen z.v. haar zoon Jan Berentsen wordt bedeeld met 61 car. gldns. Gods armen krijgen verder 3 car. gldns. Deze genoemde bedragen zijn schamel vergeleken bij andere testamenten uit deze tijd, waarbij de armen toch meestal wel op 20 gulden konden rekenen. De vraag kan dan ook gesteld worden of de welstand van deze familie nu zo groot was, ondanks het vermoeden van verwantschap met de familie Kruijs. De voogd van testatrice is Jan Gerritsen Smelt. Jennigje ondertekent het testament met een kruisje.

Hoewel de naam Berkhoff of Cruys niet in de akten voorkomen meende dr. Jonker toch dat het hier om deze familie gaat. Overigens meende dr. Jonker dat Jennigje Jansen, Smelt van haar achternaam heet. Waarom is mij onbekend. Kennelijk vanwege de naam van de voogd van testatrice, maar hij was gewoon een naaste buurman.

De kunst is nu om de familielink tussen de Berkhof´s en de familie Kruijs te vinden. Ik denk dat Jennigje Jansen van het Kruyserf kwam. Zij is mogelijk een dochter van Hendrikje Lamberts en Johan Claaszoon. Zekerheid hieromtrent verkrijgen we volgens het genealogische blad "De Nederlandse Leeuw" uit de informatie van een testament van 24-12-1700. Op die dag testeert Hendrikje Lamberts, weduwe van Johan Claaszoon. Jan Berentsen, zoon van haar schoonzoon Berent Berentsen [Berkhof] een legaat (bron archief Schoutamt Vriezenveen; Blad De Nederlandse Leeuw 1934 blz. 278). Nu is de naam Claas niet een erg veelvoorkomende naam in Vriezenveen en het is opvallend dat de pachter voordat Berent Berentsen Berckhoff Cruys een Berent Claassen, alias Cruijs was. Mogelijk waren Johan Claassen en Berent Claassen broers die gezamenlijk het erf hebben bewoond, wat niet ongebruikelijk was. Door vererving zou het goed dan in handen zijn gekomen van Jennigje Jansen en haar man Berent Berckhoff. De Nederlandse Leeuw zoekt de Cruijslink via de naam Lamberts, een nog minder gebruikelijke naam in Vriezenveen, die ook in de familie Cruijs voorkomt. Gezien de nieuwe gegevens van de boterpachtregisters lijkt me deze link nu toch echter minder waarschijnlijk. In elk geval minder aannemelijk voor de verklaring dat Berent Berckhoff zich tevens de naam Kruijs toeeigent. Overigens moet ook genoemd worden dat de naam Kruijs of Berkhof in het gehele testament van Hendrikje Lamberts ontbreekt, deze is door het blad de Nederlandse Leeuw zelf toegevoegd.
Notitie bij Aaltje Berends: genoemd op 9 aug. 1712 bij testament van haar moeder Jennigje Jansen ten huize van Jan Berentsen.
Notitie bij Berendje Berends: genoemd op 9 aug. 1712 bij testament van haar moeder Jennigje Jansen ten huize van Jan Berentsen.


Bij de dopen van haar kinderen heet ze Berendje Berends (7x); echter 1 x heet ze Berkhof, bij de doop van haar dochter Gesientje op 30-3-1725.
Notitie bij het overlijden van Berendje Berends: laatste kind gedoopt in 1729, leefde niet meer met de volkstelling van 1748.
Notitie bij het huwelijk van Dirk Jansen en Berendje Berends: 1e doop kind in 1713
Notitie bij Dirk Jansen: Bewoonde het erf Éémshink, Oosteinde 160, (zie blz. 102 Ken uw dorp en heb het lief).
Het erf zal een afsplitsing van het erf van de Ééms zijn, van zijn echtgenote Berendje Berkhoff. Maar dan gelegen aan de overzijde van de straat.

In 1739 wordt een Derk Jansen genoemd in het dienstbodengeldregister (archief Huize Almelo). Hij woont aan het Oosteinde.
Op 25-02-1733 staat in het breukregister Derk Jansen alias Krikke! ivm een ruzie ten zijnen huize. Vaak betekende dit dat de eigenaar van de woning waar de ruzie plaats vond waard of caféeigenaar was.(archief Huize Almelo inv. nr. 3241 foto113).

In het vuurstedengeldregister van 1735 staat Dirk met de naam Krikke (Derck Kricken) vermeld naast zwager Jan Cruis (= Berkhof).

Bij de doop van dochter Gesientje op 30 maart 1723 wordt Derk met de naam Krigt vermeld.

met de volkstelling van 1748 staan Derk Jansen en Berentjen Jansen (zijn 2 echtgenote) vermeld aan het Oosteinde.

Zoon Fredrik is in 1751 de hoofdbewoner van het erf volgens diverse belastingregisters, zie oa register op de 1000e penning van 1751.
Notitie bij het overlijden van Dirk Jansen: in 1750 nog vermeld in het vuurstedenregister.
Notitie bij Jenneken Berends (Kruys): genoemd op 9 aug. 1712 bij testament van haar moeder Jennigje Jansen ten huize van Jan Berentsen.
Notitie bij Jan Claassen: heeft 1/2 akker land aan het Oosteinde in de buurt van nummer 100. Wordt vanaf 1724 in het boterpachtregister genoemd. Het is dan een nieuw erf. De grond is verworven/gekocht (?) van de erfgenamen van Hendrik Bramer (bron: ongedateerd boterpachtregister) .
Zijn vader is vermoedelijk Claas Jansen Wichers die een stukje oostelijker op het Oosteinde woonde.
In 1748 bij de volkstelling genoemd samen met z´n vrouw Jenneken Berends, verder 2 kinderen boven de 10 jaar: Claes Jansen en Aeltien Jansen.
Niet te verwarren met Jan Claassen Olde die van oudere datum is.
Mogelijk was Jan Claassen, evenals later zijn zoon Klaas Jansen timmerman (bron: verkoopakte 1783, archief van de Marieën, familie Teunis, thans in bezit van de Vereniging Oud Vriezenveen).

Op 21-03-1756 verklaren Jan Claassen en Jenneken Berens Cruis op 19 maart 1750 verkocht te hebben 5 want bouwland en enig ander land en huis en erf aan Claas Jansen [hun zoon] en zijn vrouw Grietje Hendriks (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2675).

Op 06-05-1754 maken Gerrit Harms (gedoopt 1705) [Grobben] en en een zieke Hindrikjen Jansen hun testament. Hendrikje kent haar ouders Jan Claassen en Jenneken Berents Kruis hun legitieme erfdeel toe. Verder is het een testament op langstlevende (bron: schoutambt Vriezenveen inv. nr.2675).

(copyright Erik Berkhof, Onweersberkhof.com)
Notitie bij Grietje Berends: 1748 genoemd bij de volkstelling van 1748 ’t gezin heeft een scheper (schaapherder) Otto Jansen. Ze wordt met de naam Berkhof genoemd. Genoemd op 9 aug. 1712 bij testament van haar moeder Jennigje Jansen ten huize van Jan Berentsen.

Woont met haar man aan het Westeinde , ze bezitten een vierakkerstuk. (Boterpachtregister 1740)
Notitie bij Egbert Gerrits: Egbert Gerrtis Enthe wordt samen met anderen in 1714 voor het Vriezenveense schoutengericht gedaagd door tapper Wicher Bramer vanwege drankschulden. Echter het verweer was dat schout Claas Kruis hen had getrakteerd (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22).

Vd. Jan Berents Berkhoff (Kruis), geb. Vriezenveen omstr. 1680, † ald. omstr. 1744, tr. omstr. 1705 Janna Egberts, geb. omstr. 1680, †? na 1708, dr. van Egbert Berends Kooijker en N.N. Berents Berkhoff (IVa,1).
Uit dit huwelijk:
Jan Jansen, volgt VIf.

Notitie bij Jan Berents: landbouwer bezat een vierakkerstuk volgens de boterpachtregisters.
Jan Berents Berkhoff komt niet voor in het register op de 1.000e penning van 1715. In 1734 staat "Jan Berens Barckhof" vermeld met een vermogen van 500 gulden. In het kohier op de 1.000e penning van 1739 staat Jan Beerens Barckhof vermeld met een vermogen van 1.000 gulden. In een paar jaar is zijn vermogen dus verdubbeld.
Woonde op het ouderlijk erf, thans Oosteinde 193. Wordt vanaf 1713 tot en met 1719 in het boterpachtregister vermeld onder de naam Kruis, Cruis, Cruijs dan wel Kruys of Kruijs. Vanaf 1720 noemt hij zich in de boterpachtregisters Berckhoff. In dat jaar staat nog toegevoegd alias Cruijs. In het verpondingsregister van 1723 heet hij heel vreemd Jan Kruthof, wat een verbasterde samenvoeging lijkt van Kruis en Berkhof. Ook in het boterpachtregister van ca. 1735 wordt een stuk land onder de naam Kruithof aangeduid. Jan gaat in elk geval tot en met 1727 in de boterpachtregisters onder de naam Berckhoff door het leven, wel staat z´n vader Berent Berentsen Ber(c)khoff in de registers nog steeds vermeld, maar steeds met de toevoeging "nu Jan Berentsen Ber(c)khoff".
In 1729 en In 1734 staat in de registers alleeen de naam van de vader Berent Berentsen. Het noemen van een oudere naam gebeurt vaker in de registers, verschillende malen verwordt een naam van een voorouder tot een erfnaam, ook als deze al lang is overleden. De naam van de daadwerkelijke pachter wordt dan in het geheel niet meer genoemd. Of dat ook hier het geval is, is moeilijk vast te stellen, echter het blijvend herhalen in de registers van de naam Berent Berentsen, ook al is Jan Berentsen de pachter, geeft wel aanleiding dit te veronderstellen. In de verpondingsregisters wordt Jan Berends (zonder de toevoeging Berkhof of Kruis) nog tot en met 1738 genoemd. In het boterpachtregister van 1736 staat z´n zoon Jan Jansen Berkhof opeens vermeld. In andere belastingregisters staat Jan Berkhof (Kruis) nog tot en met 1744 vermeld (hoofdgeldkohier, kohier op het geslacht). In 1745 staat vervolgens de wed. Jan Kruijs vermeld (kohier op het geslacht). Dienstbodengeldregister wed.Jan Jansen (1745). Het vuurstedengeldregister vermeld eerst in 1746 de wed. Jan Jansen.

23-01-1702 testament Hendrikje Lamberts wed. van Jan Claassen geassisteerd met momber Freerijck Gerrits Braemer testeert aan Jan Berents, zoon van haar schoonzoon Berent Berents de halve………groot 75 goldgulden met eene koe en een halve torffakker gelegen op de Ooster Hoeve tussen gelimiteert oostert Henrijck Frerixs, westert Jan Gerrits cs en de rest van haar nalatenschap onder haar kinderen te verdelen. Aan Gods armen 6 gulden, na haar dood uit te keren. Hendrikje tekent met een kruisje. Frerik Bramer met een handtekening (bron: archief schoutambt Vr. veen inv. nr. 2673 foto 019).

15-04-1708 testament op langstlevende van Jan Berents en Janna Egberts. Testator legateert aan zijn moeder Jennigje Jansen haar legitieme erfdeel en testatrice begunstigd haar broers en zusters Berent, Hendrik en Gerrit Egberts en Henrikjen, Jennigjen en Geertjen Egberts. Geertje haar kist met kleren en ZILVEREN oorijzer (bron: archief schoutambt Vr. veen inv. nr. 2673 foto 110).

Doordat van beide kinderen van Jan Berents geen doopgegevens zijn te vinden is hun broederverwantschap moeilijk aantoonbaar. Hoewel beiden een zoon hebben gekregen die naar Amsterdam verhuisden en neven van elkaar worden genoemd (1768). (Zie notities huwelijk Albert Berends Berkhof geb. 1737). is dit niet voldoende bewijs aangezien zij ook via de moeders lijn ook neven zijn, aangezien hun moeders zusters waren.
Meer zekerheid over de broederband wordt verkregen door een akte van verkoop van het voormalige boerenerf van wijlen Jan Jansen Berkhof (Kruijs) op 12-5-1764. Bij deze akte van verkoop wordt Berent Berentsen Berkhof (zoon van Jan Berents Berkhoff (Kooijker) genoemd als één van de mombers (voogden) van de weeskinderen van Jan Jansen Berkhof (Kruis). Doorgaans zijn de mombers familieleden. Hiermee acht ik de broederelatie tussen de kinderen van Jan Berents, te weten Jan en Berent bewezen.
(zie ook notities over deze akte van verkoop bij Jan Jansen Berkhof (Kruijs).

Volgens informatie uit het archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 23 legde Jan Cruis in 1722 beslag op de penningen die Jan Bourman tegoed had van Engbert Jansen Smit in verband met door Jan Cruis aan Jan Bourman geleverde, maar door laatsgenoemde niet betaalde tuinzaden (hofsadinge). Het lijkt erop dat Jan Cruis (mogelijk Berkhof), Jan Bourman en Engbert Jansen Smit wellicht samen handelden en over en weer schulden aan elkaar hadden.
Notitie bij het overlijden van Jan Berents: Wordt in de boterpachtkohieren van Huize Almelo voor het eerst genoemd in 1713 heet dan Jan Berentsen Kruijs, zijn vader staat dan vermeld als Berent Berentsen Berkhoff. Ze bezitten een vierakkerstuk. In het boterpachtregister wordt hij afwisselend met de naam Berkhoff en Kruijs (of Cruis;1719) aangeduid

in het hoofdgeldkohierr van 1745 staat vermeld de wed. Jan Krus. In 1744 stond nog vermeld Jan Jansen.
Notitie bij Janna: Gezien het feit dat de zoon van Jan een dochter heeft die Janna heet lijkt het aannemelijk dat de vrouw van Jan Berents Berkhoff Janna heet. In de doopregisters zijn geen dopen te vinden van de kinderen. De moeder van moeders kant heet nl. Aaltje Hendriks.

15-04-1708 testament op langstlevende van Jan Berents en Janna Egberts. Testator legateert aan zijn moeder Jennigje Jansen haar legitieme erfdeel en testatrice begunstigd haar broers en zusters Berent, Hendrik en Gerrit Egberts en Henrikjen, Jennigjen en Geertjen Egberts. Geertje haar kist met kleren en ZILVEREN oorijzer (bron: archief schoutambt Vr. veen inv. nr. 2673 foto 110). In het belastingregisterarchief van de familie Kruijs wordt Janna Egberts aangeduid als de echtgenote van Jan Berents [Berkhof], dit is mogelijk. De moeder van Jan heet inderdaad Jennigje. Het zou dan een aanduiding zijn dat de vader van Jan waarschijnlijk voor 1708 is overleden, aangezien alleen de moeder in het testament vermeld staat. De naam Berkhof komt in het testament echter niet voor. Op zich hoeft dat niets te zeggen. Veel mensen gebruikten uitsluitend hun patroniem en af en toe hun familienaam.

Op grond van dit testament koppel ik Janna aan Egbert Berends Kooiker die in elk geval een zoon Berent had en een dochter Geertje. Dat is de belangrijkste aanwijzing voor deze koppeling. Het zilveren oorijzer past bij de welstand van de Kooikersfamilie in deze tijd.

(copyright Erik Berkhof, Onweersberkhof.com)

VIf. Jan Jansen Berkhof (Kruijs), geb. Vriezenveen omstr. 1710, † ald. vóór 5 dec. 1745, tr. Geertje Berends Kooijker, ged. Vriezenveen 13 aug. 1719,37 † ald. omstr. 1764, dr. van Berent Egberts en Aaltie Hendricks; zij hertr. Vriezenveen 5 okt. 17486 Jan Roelofs.
Uit dit huwelijk:
1. Berent Jansen, volgt VIIf.
2. Aaltjen Berkhof, geb. Vriezenveen 1739, † ald. 4 juli 1815, tr. Vriezenveen 29 mei 176237 Berend Hendriks Smit, ged. Vriezenveen 10 febr. 1737, † ald. 22 okt. 1817, zn. van Hendrik Berentsen en Hendrijkjen (Hendrika) Koerts Heijneman.
3. J(oh)annes Jansen, volgt VIIg.
4. Janna Jansen Berkhof, ged. Vriezenveen 5 dec. 1745,37 † ald. 1822, tr. Vriezenveen 27 febr. 1768 Jan Hendriks Smit, ged. Vriezenveen 24 april 1740, † ald. 11 dec. 1817, zn. van Hendrik Berentsen en Hendrijkjen (Hendrika) Koerts Heijneman.

Notitie bij Jan Jansen: Woonde op het ouderlijke erf aan het Oosteinde 193 (huidige nummering), het zogenaamde Éémsgoed, een vierakkerstuk. Wordt in het boterpachtregister onder de naam Jan Jansen Berkhof genoemd (1737, 1741, 1744). Bij de doop van z´n kinderen wordt hij Kruijs genoemd. Bij het dienstdbodengeld van 1739 wordt hij Jan Krus genoemd (archief Huize Almelo). Moet in goede doen zijn geweest want zijn vrouw wed. Jan Berkhof, had tijdens de volkstelling van 1748 twee dienstboden te weten Jan Jansen en Kunnigje Freriks.
Zijn vrouw Geertje hertrouwt met Jan Roelofs, beiden zijn in of voor 1764 overleden. Dit blijkt uit een akte van verkoop van de goederen op last van de grootste schuldeiser (grootste "uythebber") Gerrit Costers Egbertzoon een linnenkoopman uit Almelo. Dit duidt erop dat de schulden in handelszaken zijn gemaakt.

Op 02-05-1729 maakt Claas Hendriksen Feijer (gehuwd met Geertje Lucas Fronten) zijn testament en legateert aan de zoon van Jan Berents Berckhof, genaamd Jan 20 car. guldens. Aangezien de vader van Jan de enige is die van de 3 kandidaten nog leeft op de datum van het testament en er niet gesproken wordt over de zoon van wijlen Jan Berents Berckhof, meen ik dat Jan Jansen Berkhof (Kruijs) degene is die in het testament wordt bedoeld (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2674).

Op 12 mei 1764 (akte van transport) is de tweede man Van Geertje Berends Kooyker overleden.
De mombaren (voogden) te weten:
Berent Albers Roelofs
Berent Berentsen Berkhof
Jan Jansen
Frederik Derksen
verkopen land en huis (oostwaarts Gerrit Bramer westwaarts Jan Jansen Jonkman)en verdere bebouwing en de bakoven welke in gemeenschap wordt gebruikt met Frerik Derks aan Gerrit Gerritsen Fleege voor 1340 Car. guldens.
De 4 kinderen van wijlen Jan Jansen Berkhoff, bij wijlen Geertje Berens verwekt, behouden een "stede bij den Heert" " een brandvrije en eene bekwaame slaapplaatse en vrij scharbier zolang zij ongetrouwd zijn.
Een akker turfland wordt nog verkocht (gemeenschappelijk bezit met Jannes Jansen Barkhoff!) aan Jan Broekhuis uit Geesteren verkocht voor 110 car. guldens.
(bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2676).

De zonen Berent en Jannes vertrekken uit Vriezenveen naar Holland waar ze een nieuw bestaan proberen op te bouwen en waar ze beiden trouwden onder armoedige omstandigheden. Ze kunnen het geld niet betalen voor de huwelijksvoltrekking, waardoor beiden gratis (uitdrukkelijk vermeld) trouwen.
Notitie bij het overlijden van Jan Jansen: bij doop van zijn dochter Janna op die datum is hij overleden.
Notitie bij Aaltjen: doop niet te vinden, waarschijnlijk gedoopt in 1739 (dit jaar ontbreekt in de doopboeken van Vriezenveen). Wordt bij de volkstelling van 1748 genoemd na Berent en voor Johannes. Dit betekent dat ze jonger zou moeten zijn dan Berent en ouder dan Johannes, want de kinderen staan altijd op volgorde van leeftijd bij de volkstelling. Echter als Aaltje in 1815 overlijdt wordt gesteld dat ze 78 jaar is, dat betekent dat ze rond 1737 geboren zou moeten zijn. Zou ze dan toch de oudste zijn?
Notitie bij het overlijden van Aaltjen: volgens overlijdensakte 78 jaar oud.
Notitie bij Berend Hendriks: landbouwer
Notitie bij de geboorte van Berend Hendriks: De doopdatum staat tussen 3 en 17 februari.
Notitie bij de geboorte van Janna Jansen: de moeder wordt vermeld als de wed. van Jan Kruijs. Dit betekent dat de vader vlak voor de geboorte van Janna overleden is.
Notitie bij Jan Hendriks: timmerman (bron: overlijdensakte)

VIIf. Berent Jansen Berkhof (Kruijs), ged. Vriezenveen 31 aug. 1738, † Benthuizen 8 juli 1775, tr. Nieuwkoop 13 mei 1764 Anna Konijnenburg, geb. Swammerdam 8 maart 1733, † Benthuizen (gem. Hazerswoude) 15 juni 1775, begr. Benthuizen 17 juni 1775, dr. van Leendert Cornelissen en Pietertje Huygen Westerheuvel.
Uit dit huwelijk:
1. Leendert Berkhof, geb. Oudewater 24 febr. 1765, † Benthuizen? vóór 1767.
2. Jan, volgt VIIId.
3. Leendert Berkhof, geb. Benthuizen 25 jan. 1767, † Azië 21 sept. 1790.
4. Cornelis Berkhof, geb. Benthuizen 6 maart 1768, †?.
5. Geertje Berkhof, geb. Benthuizen 18 jan. 1770, †?.
6. Willem Berkhof, geb. Benthuizen 24 mei 1772, begr. ald. 23 febr. 1786.
7. Huyg Berkhof, geb. Benthuizen 1 jan. 1775, †?.

Notitie bij Berent Jansen: In het huwlijksregister van de gaarders in Nieuwkoop als armlastig omschreven. Hierdoor hoefden ze geen leges te betalen.

Beheersnummer: B066
Archief: Notarieel archief Bodegraven
Type index: Notariële akten Bodegraven, 1775
Inventarisnummer: 882
Aktenummer: 38
Naam: Barend Jansz Berkhof
Datum: 05-07-1775
Type akte: testament
Inhoud: Mutueel testament van het echtpaar Leendert Cornelisz Konijnenburgh en Pietertje Huygen Westenheuvel te Alphen. Ze benoemen elkaar en hun kinderen Huyg Konijnenburgh, Jan Konijnenburgh en Pleuntje Konijnenburgh, gehuwd met Leendert van Hees, tot erfgenamen. Ook de kinderen van wijlen Antje Leenderts Konijnenburgh en Barend Jansz Berkhof worden erfgenaam. De zoons Huyg en Jan, beide wonend te Boskoop, worden tot executeur-testamentair en medevoogd benoemd.
Notitie bij de geboorte van Berent Jansen: de vader wordt bij de doop vermeld als Jan Jansen Kruijs.
Notitie bij het overlijden van Berent Jansen: begraven in de kerk van Benthuizen
Notitie bij het overlijden van Anna: begraven in de kerk van Benthuizen
Notitie bij Leendert: matroos bij de V.O.C. wordt hier genoemd afkomstig van Zevenhuizen, overlijdt tijdens één van z´n reizen in Azië (bron: digitaal V.O.C. archief: http://voc.websilon.nl/)
Notitie bij Geertje: Bij doop op 18 1 1770 was Johanna Berkhof getuige. Vermoedelijk de zuster van Berend uit Vriezenveen.
Notitie bij het overlijden van Willem: Willim Berkhof begraven door de regenten van de armen, begraven op 23-02-1786, graf op het kerkhof .

VIIId. Jan Berkhof, geb. Oudewater, ged. Oudewater 24 febr. 1765, † ald. 13 okt. 1834, tr. 1e omstr. 1794 Margje Vink, geb. Hekendorp omstr. 1765, † Oudewater 6 nov. 1811; tr. 2e Oudewater 5 mei 1813 Annigje Broekhuizen, ged. Bodegraven 22 sept. 1776, † Oudewater 14 juni 1831, dr. van Hermannus en Jannigje van het Riet en wed. van Jan van Wateringe.
Uit het eerste huwelijk:
1. Johanna Berkhof, geb. Oudewater 1 maart 1795, † ald. 11 okt. 1827.
2. Adriaantje Berkhof, geb. Oudewater 1796, † omstr. 1803, tr. Snelrewaard 25 april 1822 Hendrik Versluis, geb. Oudewater omstr. 1795, †?, zn. van Jan en Jannigje Hogervorst.
3. Pieter, volgt IXf.
4. Adriaantje Berkhof, geb. Oudewater 1803, † ald. 3 maart 1858, tr. Snelrewaard 25 april 182278 Hendrik Versluis, geb. Oudewater omstr. 1795, †?.
5. Baartje Berkhof, geb. Oudewater 1809, †?, tr. Utrecht 18 febr. 185778 Dirk Stroomenbergh, geb. Hoorn 1798, †?.

Notitie bij Jan: bouwman, Leeuwerikkenstraat 126 Oudewater
Notitie bij het huwelijk van Margje en Jan: Bron Burgerlijke stand - Huwelijk
Archieflocatie Het Utrechts Archief
Algemeen Toegangnr: 481
Inventarisnr: 252
Gemeente: Oudewater
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 7
Datum: 05-05-1813
Bruidegom Jan Berkhof
Leeftijd: 48
Geboorteplaats: Oudewater
Bruid Annigje Broekhuizen
Leeftijd: 37
Geboorteplaats: Bodegraven
Vader bruidegom Barend Jansse Berkhof
Moeder bruidegom Annigje Leenderse Konijnenburg
Vader bruid Hermanus Broekhuizen
Moeder bruid Jannigje van het Riet

IXf. Pieter Berkhof, geb. Oudewater 6 dec. 1799,79 † ald. 26 aug. 1849, tr. 1e Papekop 9 febr. 1821 Cornelia Blok, ged. Jaarsveld 10 nov. 1799, † Oudewater 9 juli 1829, dr. van Cornelis en Maria van den Berg; tr. 2e Hekendorp 22 juni 1832 Geertruida de Kramer, geb. Hekendorp 10 juli 1808, † Oudewater 15 aug. 1853, dr. van Jacob Pietersz en Lijsje Bouthoorn en wed. van Willem Breeklandt.
Uit het eerste huwelijk:
1. Jan Berkhof, geb. Jaarsveld 10 jan. 1821, † ald. 14 jan. 1821.
2. Cornelis Berkhof, geb. Jaarsveld 10 jan. 1821, † ald. 12 jan. 1821.
3. Marrigje Berkhof, geb. Hoenkoop 25 maart 1822, † Oudewater 24 aug. 1849, tr. Oudewater 4 nov. 1846 Marinus de Haan, geb. Maassluis 21 juni 1814, †?, zn. van Jan en Neeltje Bubbesson.
4. Maria Berkhof, geb. Oudewater 29 aug. 1823, † ald. 7 jan. 1883, tr. Oudewater 8 aug. 1851 Willem Jasper Vreeswijk, geb. Oudewater 24 mei 1825, †?, zn. van Jan en Wilhelmina Katharina Smit.
5. Aaltje Berkhof, geb. Oudewater 7 dec. 1824, † ald. 30 aug. 1849.
6. Cornelia Berkhof, geb. Oudewater 11 mei 1826, † ald. 22 aug. 1849.
7. Johanna Berkhof, geb. Oudewater 25 sept. 1827, † ald. 11 okt. 1827.
Uit het tweede huwelijk:
8. Jan, volgt Xi.
9. Lijsje Berkhof, geb. Oudewater 9 okt. 1835, † ald. 15 febr. 1837.
10. Jacob, volgt Xj.
11. Johannes Berkhof, geb. Oudewater 9 april 1840, † Montfoort 10 juli 1914,7 tr. Bodegraven 27 okt. 1865 Lena Uittenboogaard, geb. omstr. 1840, † Montfoort 23 april 1907,7 dr. van Arie en Johanna van Wijngaarden.
12. Hendrik, volgt Xk.
13. Elizabeth Berkhof, geb. Oudewater 29 april 1847, †?, tr. Oudewater 18 mei 1871 Willem Fritschy, geb. Montfoort 10 jan. 1836, †?, zn. van Jacob en Susanna Bosman.

Notitie bij Pieter: pakhuisknecht, daggelder, winkelierpersoonskenmerken volgens certificaat van de nationale militie 1818.
gezicht: rond
kin: rond
neus: groot
ogen: blauw
haar: bruin
beroep: boerenknegt

1821 bij geboorte tweeling Jan en Cornelis boerenknegt wonend te Diemerbroek, Cornelia Blok dienstmeid wonend te Jaarsveld (ongehuwd?)

winkelier:1849(bij overlijden)
in 1849 overlijden 3 van z’n dochters en hijzelf. (1848,1849 in Nederland jaren van grote armoe)
Notitie bij Geertruida: naaister (1832)
Notitie bij Marinus: schipper bij huwelijk (1846)
Notitie bij Maria: huisnr. 478
Notitie bij het overlijden van Maria: Beheersnummer: O063
Archief: Notarieel archief Oudewater
Type index: Notariële akten Oudewater, 1883
Inventarisnummer: 2040
Aktenummer: 1525
Naam: Maria Berkhof
Datum: 12-06-1883
Type akte: boedelscheiding
Inhoud: Scheiding en verdeling van de nalatenschap van Maria Berkhof, gehuwd met Willem Jasper Vreeswijk, overleden op 07-01-1883 te Oudewater. De erfgenamen zijn Willem Jasper Vreeswijk, weduwnaar van Maria Berkhof, winkelier te Oudewater, en Catharina Maria Vreeswijk, zonder beroep te Oudewater.
Retroacta: 01-03-1864, notaris H. Blanken Dz te Schoonhoven; 25-11-1875, notaris C.A. van Blaricum te Oudewater; 26-04-1827, onderhandse koopakte.
[ sluiten ]
Notitie bij Willem Jasper: schipper, winkelier

Beheersnummer: O063
Archief: Notarieel archief Oudewater
Type index: Notariële akten Oudewater, 1883
Inventarisnummer: 2040
Aktenummer: 1525
Naam: Maria Berkhof
Datum: 12-06-1883
Type akte: boedelscheiding
Inhoud: Scheiding en verdeling van de nalatenschap van Maria Berkhof, gehuwd met Willem Jasper Vreeswijk, overleden op 07-01-1883 te Oudewater. De erfgenamen zijn Willem Jasper Vreeswijk, weduwnaar van Maria Berkhof, winkelier te Oudewater, en Catharina Maria Vreeswijk, zonder beroep te Oudewater.
Retroacta: 01-03-1864, notaris H. Blanken Dz te Schoonhoven; 25-11-1875, notaris C.A. van Blaricum te Oudewater; 26-04-1827, onderhandse koopakte.
[ sluiten ]
Notitie bij Johannes: volgens akte van overlijden smid van beroep.

Beheersnummer: M023
Archief: Notarieel archief Montfoort
Type index: Notariële akten Montfoort, 1880
Inventarisnummer: 1540
Aktenummer: 19
Naam: Johannes Berkhof
Datum: 26-02-1880
Type akte: testament
Inhoud: Johanna van Wijngaarden, weduwe van Arie Uittenbogaard, zonder beroep te Montfoort, maakt haar testament. Ze legateert haar bed met beddegoed aan haar dochter Elizabeth Uittenbogaard, gehuwd met Nicolaas van Willigen, te Montfoort. Ze benoemt haar kinderen tot erfgenamen en Johannes Berkhof, smid te Montfoort, tot executeur-testamentair

Beheersnummer: M023
Archief: Notarieel archief Montfoort
Type index: Notariële akten Montfoort, 1880
Inventarisnummer: 1540
Aktenummer: 129
Naam: Johannes Berkhof
Datum: 08-11-1880
Type akte: hypotheek
Inhoud: Johannes Berkhof, smid te Montfoort, leent 2000 gulden tegen 4,75% van Cors van den Houdijk, bouwman te Benschop (gemachitgde is Jan Benschop, gemeentebode te Montfoort). Als hypotheek stelt hij een huis, smederij, opstallen en erf aan het Wedde te Montfoort.
Notitie bij Willem: DATE 10 Jan 1836
PLAC MontfoortDATE 18 May 1871
PLAC OudewaterPLAC koopman

Xi. Jan Berkhof, geb. Oudewater 14 okt. 1833, † ald. 30 okt. 1899, tr. Oudewater 18 nov. 1858 Anna Elisabeth Montijn, geb. Oudewater 4 mei 1835, † ald. 5 maart 1907, dr. van Wouter en Maria Bredius.
Uit dit huwelijk:
1. Pieter Berkhof, geb. Oudewater 15 okt. 1859, † ald. 17 dec. 1860.
2. Maria Berkhof, geb. Oudewater 23 mei 1861, † Apeldoorn 15 nov. 1935.7
3. Geertien Berkhof, geb. Oudewater 13 jan. 1863, † Den Haag 1 dec. 1927.
4. Pieter Berkhof, geb. Oudewater 11 april 1865, † ald. 14 maart 1867.
5. Levenloos kind, geb. Oudewater 15 febr. 1867.
6. Wilhelmina Berkhof, geb. Oudewater 18 april 1868, † ald. 12 mei 1889.
7. Pieter, volgt XIi.
8. Johanna Petronella Berkhof, geb. Oudewater 18 nov. 1874, † ald. 11 maart 1958, tr. Oudewater 26 aug. 1897 Klaas Goudriaan, geb. omstr. 1871, † Renkum 18 jan. 1954, zn. van Lourens.
9. Levenloos kind, geb.?.

Notitie bij Jan: pakhuisknecht, koetsier, winkelier
Notitie bij het overlijden van Maria: bij overlijden zonder beroep.
Notitie bij Johanna Petronella: Oudewater trouwakte en huwlijkse bijlagen ontbreken; gegevens ontleend aan de 10-jarige tafels.
Notitie bij het overlijden van Klaas: Bron Burgerlijke stand - Overlijden
Archieflocatie Het Utrechts Archief
Algemeen Toegangnr: 1221-1
Inventarisnr: 1858
Gemeente: Oudewater
Soort akte: Overlijdensakte
Aktenummer: 6
Aangiftedatum: 27-01-1954
Overledene Klaas Goudriaan
Geslacht: M
Overlijdensdatum: 18-01-1954
Leeftijd: 85
Overlijdensplaats: Renkum
Vader Lourens Goudriaan
Moeder Marrigje Stuivenberg
Partner Johanna Petronella Berkhof
Relatie: gehuwd

XIi. Pieter Berkhof, geb. Oudewater 18 jan. 1872, † Rotterdam 27 aug. 1906, tr. Spijkenisse 10 okt. 189580 Aaltje van Dijk, geb. Spijkenisse 17 febr. 1868, † Rotterdam 19 febr. 1915, dr. van Cornelis en Cornelia Oprel.
Uit dit huwelijk:
1. Anna Elizabeth Cornelia Berkhof, geb. Rotterdam 26 nov. 1896, †? na 1929, tr. Hendrikus Potters, † Renkum 17 juni 1950.
2. Cornelis Berkhof, geb. Rotterdam 24 jan. 1898,81 † ald. vóór 5 maart 1962, tr. Rotterdam 5 dec. 192382 Willemina Clasina Reiff, geb. Rotterdam 1887, † ald. 23 nov. 1976, dr. van Nicolaas en Willemina van Bergen van der Grijp.
3. Levenloos Berkhof, geb. Rotterdam 14 dec. 1898, † ald. 14 dec. 1898.
4. Jan, volgt XIIj.
5. Jacob Berkhof, geb. Rotterdam 28 april 1903, † Rhenen (Utr.) 10 maart 1927.

Notitie bij Pieter: timmerman (1898, bij overlijden doodgeboren zoontje), monteur (bij geboorte zoon Jan 1901), tehnicien (bij overlijden 1906).
Volgens het bevolkingsregister was Pieter monteur bij de gasfabriek. Het gezin woonde aan Wollefoppenstraat 38 (is geworden 38b)
Notitie bij Aaltje: baker (bron: persoonskaart bevolkingsregister gem. Rotterdam).

193 Kornelis van Dijk senior en Kornelia Oprel, in leven echtelieden in de Voorstraat te Spijkenisse, huisnr. 39, overleden aldaar resp. 25-8-1900 en 12-3-1915. Erfgenamen: - Kornelis van Dijk, timmerman te Rotterdam - Pietertje van Dijk, gehuwd met Bastiaan Bosman, collectant te Rotterdam - Kaatje van Dijk te Spijkenisse - wijlen Job van Dijk, overleden te Spijkenisse, 29-6-1910, voor wie in de plaats komen Kornelia van Dijk en Klaas van Dijk, zijn minderjarige kinderen uit huwelijk met Geertruida van Hamburg te Spijkenisse. Toeziend voogd is Kornelis van Dijk vnd. - wijlen Aaltje van Dijk, overleden te Rotterdam, 19-2-1915 als weduwe van Pieter Berkhof, voor wie in de plaats komen hun kinderen Anna Elisabeth Kornelia Berkhof, Kornelis Berkhof, Jan Berkhof en Jacob Berkhof, allen minderjarig. Voogd is Kornelis van Dijk vnd, toeziend voogd Klaas Goudriaan, schilder te Oudewater. Een zoon Jacob van Dijk Kornelisz. is op 3-10-1912 te Spijkenisse ongehuwd overleden. Onroerende goederen: huis annex timmermanswerkplaats met houtschuur en erf te Spijkenisse, kad. E 160. Volgt opsomming gereedschappen, huisraad, contanten, vorderingen en schulden.
Aktedatum:

04-05-1915
Aard van de akte:

inventaris
Naam notaris:

Cornelis Loeff
Omschrijving1:

Kornelis van Dijk senior en Kornelia Oprel, in leven echtelieden in de Voorstraat te Spijkenisse, huisnr. 39, overleden aldaar resp. 25-8-1900 en 12-3-1915. Erfgenamen: - Kornelis van Dijk, timmerman te Rotterdam - Pietertje van Dijk, gehuwd met Bastiaan Bosman, collectant te Rotterdam - Kaatje van Dijk te Spijkenisse - wijlen Job van Dijk, overleden te Spijkenisse, 29-6-1910, voor wie in de plaats komen Kornelia van Dijk en Klaas van Dijk, zijn minderjarige kinderen uit huwelijk met Geertruida van Hamburg te Spijkenisse. Toeziend voogd is Kornelis van Dijk vnd. - wijlen Aaltje van Dijk, overleden te Rotterdam, 19-2-1915 als weduwe van Pieter Berkhof, voor wie in de plaats komen hun kinderen Anna Elisabeth Kornelia Berkhof, Kornelis Berkhof, Jan Berkhof en Jacob Berkhof, allen minderjarig. Voogd is Kornelis van Dijk vnd, toeziend voogd Klaas Goudriaan, schilder te Oudewater. Een zoon Jacob van Dijk Kornelisz. is op 3-10-1912 te Spijkenisse ongehuwd overleden. Onroerende goederen: huis annex timmermanswerkplaats met houtschuur en erf te Spijkenisse, kad. E 160. Volgt opsomming gereedschappen, huisraad, contanten, vorderingen en schulden.
Toegangsnummer:

110 Notarissen
Inventarisnummer:

8099
Vindplaats:

Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg (bron: archieven.nl).
Notitie bij Anna Elizabeth Cornelia: als persoon vermeld in de overlijdensadvertentie van haar broer Jan in 1929 (bron: CBG)
Notitie bij Cornelis: bij zijn huwelijk mechanicien
Notitie bij het overlijden van Cornelis: Bron: Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad
Datum, editie: 05-03-1964, Dag
Jaargang, nummer: 19, 5758
Uitgever: De Arbeiderspers
(burgelijke stand berichten Rotterdam, overlijdens ongedateerd).
Notitie bij het huwelijk van Willemina Clasina en Cornelis: Cornelis is bij huwelijk 25 jaar en Willemina 26 jaar.
Notitie bij het overlijden van Willemina Clasina: Bron: Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad
Datum, editie: 29-11-1976, Dag
Jaargang, nummer: 32, 9076
Uitgever: De Arbeiderspers
(burgelijke stand berichten Rotterdam, overlijdens ongedateerd).
Notitie bij het overlijden van Jacob: "wonende te Rotterdam" 23 jaar oud.

XIIj. Jan Berkhof, geb. Rotterdam 15 april 1901,83 † ald. 4 maart 1929, begr. Rotterdam (Crooswijk), tr. Rotterdam 15 nov. 1927 Otje Valentijn, geb. Rotterdam 1 okt. 1902, † 12 dec. 1973.
Uit dit huwelijk:
Pieter Berkhof, geb. Rotterdam 12 mei 1927, †?.

Notitie bij Jan: elektricien, getuige bij huwelijk van broer Cornelis in 1923. gereformeerd
Notitie bij het huwelijk van Otje en Jan: volgens overlijdensadvertentie CBG was het adres van Jan Berkhof Florastraat 4b
Notitie bij Otje: gereformeerd van religie
Notitie bij het overlijden van Otje: Naam: Oude begraafplaats
Adres: Nijverheidstraat 2901 AP Capelle aan den IJssel
(bron: online-begraafplaatsen.nl).

overleden als echtgenoot van Van Wijhe,

Xj. Jacob Berkhof, geb. Oudewater 19 nov. 1837, † Rotterdam 28 nov. 1918, tr. Oudewater 1 sept. 1864 Johanna Christina Kerkhoff, geb. Oudewater 23 juli 1841, † Rotterdam na 1894, dr. van Cornelis en Adriana Schoenmaker.
Uit dit huwelijk:
1. Pieter, volgt XIj.
2. Cornelis Berkhof, geb. Oudewater 3 aug. 1866, † ald. 29 okt. 1866.
3. Cornelis Berkhof, geb. Oudewater 8 sept. 1867, † ald. 26 sept. 1867.
4. Geertrui Adriana Berkhof, geb. Oudewater 8 febr. 1869, † ald. 28 juni 1869.
5. Cornelis Berkhof, geb. Oudewater 3 april 1870, † ald. 26 mei 1870.
6. Jan Berkhof, geb. Oudewater 21 aug. 1871, † ald. 18 sept. 1871.
7. Maria Cornelia Berkhof, geb. Oudewater 2 maart 1873, † ald. 28 maart 1873.
8. Geertruida Berkhof, geb. Oudewater 2 juni 1874, † ald. 17 aug. 1874.
9. Maria Cornelia Berkhof, geb. Oudewater 15 sept. 1875, † ald. 7 jan. 1876.
10. Levenloos kind, geb.?.
11. Levenloos kind, geb.?.
12. Jacoba Johanna Berkhof, geb. Oudewater 2 jan. 1882, † ald. 6 febr. 1883.

Notitie bij Jacob: timmerman
Notitie bij het overlijden van Jacob: zonder beroep, weduwnaar, 81 jaar, geboren te Oudewater. Volgens de overlijdensregistratie zoon van Pieter Berkhof en Pieternella Jansen.

XIj. Pieter Berkhof, geb. Lange Ruigeweide (gem. Oudewater) 18 juni 1865, † Rotterdam (Kralingen) (?) 28 jan. 1953, tr. Rotterdam 23 mei 1894 Maria Marrigje Hagoort, geb. Oudewater omstr. 1871, †?, dr. van Hendrik.
Uit dit huwelijk:
Johanna Christina Berkhof, geb. Kralingen 11 febr. 1895, †? na 23 febr. 1961, tr. Rotterdam 23 febr. 1921 Dirk de Korte, geb. Middelharnis omstr. 1895, †? 23 febr. 1961, zn. van Pieter en Adriaantje Buth.

Notitie bij Pieter: timmerman
Notitie bij het overlijden van Pieter: Bron: Familiebericht
Krantentitel: Het vr?e volk : democratisch-socialistisch dagblad
Datum, editie: 29-01-1953, Dag
(brugelijkestand berichten Rotterdam)
Notitie bij Johanna Christina: is gereformeerd geworden, bron persoonskaart bevolkingsregister Rotterdam
Notitie bij het huwelijk van Dirk en Johanna Christina: op 23-2-1961 viert het echtpaar hun 40- jarig huwelijk met het adres Oostmaaslaan 113A te Rotterdam

Xk. Hendrik Berkhof, geb. Oudewater 13 nov. 1843, † ald. 6 sept. 1921, tr. Schoonhoven 15 mei 18677 Johanna Lasonder, † Oudewater 17 juni 1913.
Uit dit huwelijk:
1. Pieter Berkhof, geb. Oudewater 16 april 1868, † ald. 6 juni 1868.
2. Samuel Bernard Berkhof, geb. Oudewater 20 febr. 1869, † ald. 17 maart 1869.
3. Geertruida Berkhof, geb. Oudewater 5 febr. 1870, † ald. 21 juni 1870.
4. Samuel Pieter, volgt XIk.
5. Samuel Berkhof, geb. Oudewater 14 maart 1873, † ald. 30 april 1873.
6. Barendina Christina Berkhof, geb. Oudewater 24 april 1874, † ald. 29 juli 1874.
7. Samuel Berkhof, geb. Oudewater 18 juli 1875, † ald. 6 sept. 1898.

Notitie bij Hendrik: bouwkundig opzichter
Notitie bij Samuel: student theologie (bron: overlijdensannonce "Het nieuws van den dag")
"Heden overleed, na eene langdurige ongesteldheid, onze geliefde Zoon, Broeder en Behuwd Broeder
SAMUEL
Theol. Student, in den ouderdom van 23 jaren.
H. Berkhof.
J. Berkhof-Lasonder.
S.P. Berkhof
M. Berkhof-de Haan
Oudewater, 6 sept. 1898"

XIk. Samuel Pieter Berkhof, geb. Oudewater 23 dec. 1871, † De Wilp (Deventer) 31 maart 1950, tr. Marrigje de Haan, geb. omstr. 1874, † De Wilp (Deventer) 18 sept. 1951.
Uit dit huwelijk:
Johanna Berkhof, geb. Oudewater 8 aug. 1899, † De Wilp (Deventer) 12 maart 1956, tr. Oudewater 8 juni 1921 Reynard Cathrinus Willem Johannes Hoek, geb. omstr. 1894, †?, zn. van Jacob en Johanna Cornelia van Staveren.

Notitie bij Samuel Pieter: woonachtig Wijdstraat C18 Oudewater bron: Woerdensch weekblad 12-03-1927.
gemeenteopzichter/gemeentearchitekt van beroep, opzichter der Ned. Herv. Kerk van Oudewater (1926) bron: Woerdensch weekblad 08-05-1926. Had als zodanig ontslag genomen, maar op aandrang "van verschillende zijden"nam hij de functie weer op zich.
Voorzitter van de Christelijke Historische Unie (1927-1932) bron: Woerdensch weekblad 09-04-1927, idem 06-03-1929, idem 09-04-1930, idem 24-02-1932 .
in 1927 gekozen tot lid van het kiescollege van de Ned. herv. kerk (bron: Woerdensch weekblad 12-11-1927).

Op 31-01-1931 staat in het Woerdensch weekblad dat Samuel Pieter Berkhof in zijn functie als gemeentearchitekt om gezondheidsredenen 3 maanden met ziekteverlof gaat. In de krant van 13-06-1931 staat dat hij defintief is afgekeurd en dat hem pensioen verleend is. Formeel ontslag is hem op 1 augustus 1931 verleend bron: Woerdensch weekblad 04-07-1931.

Opmerkelijk: in het Woerdensch weekblad wordt op 21-11-1952 gesproken over de architekt S.P. Berkhof die architekt is te Oudewater en de eerste steen legt van het gemeentehuis te Hoenkoop.
Notitie bij Marrigje: presidente van de meisjesvereniging "Martha en Bloesemknop" (1929-1931) bron: Woerdensch weekblad 28-12-1929 en 09-08-1931.
In 1931 is zij erepresidente van de "christelijke meisjesvereniging Bloesemknop"en heet ze woonachtig te zijn te Wassenaar bron: Woerdensch weekblad 05-12-1931.
Notitie bij Reynard Cathrinus Willem Johannes: predikant(de Wilp/Deventer)

VIIg. J(oh)annes Jansen Berkhof, ged. Vriezenveen 9 juni 1743,37 begr. Amsterdam 10 jan. 1773, tr. Amsterdam 14 april 1769 Hendrikje Wolkers, †?.
Uit dit huwelijk:
1. Jan, volgt VIIIe.
2. Joseph Berkhof, ged. Amsterdam 17 febr. 1771, † ald. 5 juli 1772.
3. Aaltie Berkhof, ged. Amsterdam 22 maart 1772, † ald. 19 jan. 1773.

Notitie bij J(oh)annes Jansen: Gedoopt als Jannes.
Bij huwelijk te Amsterdam vermeld als wonend bij de Schuttebrug in de Watergraafsmeer. Johannes afkomst is volgens de huwlijksacte uit "De Meer" d.w.z. Watergraafsmeer, ook wel Diemermeer genoemd. Johannes was getuige bij het huwelijk van zijn neef Albert Berkhof in 1768. Beide ondertekenen hun trouwacte op dezelfde wijze: "Berk Hof".
Bij zijn huwelijk is Barend van Olden zijn getuige, deze verklaart dat de ouders van Johannes overleden zijn (dit stemt overeen met de Vriezenveense gegevens). Van Olden is vrijwel zeker ook van Vriezenveense afkomst. Bij de doop van het derde kind Aaltje is heel opmerkelijk een Jan Jansen Krus getuige. Gezien het feit dat deze tak van de families Berkhof zich ook Kruis noemden is dit mogelijk een bloedverwant, hoewel niet te plaatsen in de stamboom, al kwam het soms wel voor dat twee kinderen in een zelfde gezin dezelfde voornaam hadden, dan meestal aangeduid met de aanvulling "de oude" of "de jonge". En halfbroer Roelof Jansen (uit het tweede huwelijk van Geertje Berends Kooyker) uit Vriezenveen is in 1771 in de Zuiderkerk getuige bij de doop van zoon Joseph.
Gezien het voorgaande lijkt er geen twijfel aan de Vriezenveense afkomst van Johannes.
Bij de doop van zoon Jan in 1769 was een zekere Barend Berkhof getuige. Dit zou zijn broer geweest kunnen zijn die in Benthuizen (bij Alphen a/d Rijn ) woonde.
Notitie bij de geboorte van J(oh)annes Jansen: de vader wordt vermeld als Jan Jansen Kruijs.
Notitie bij het overlijden van J(oh)annes Jansen: begraven op het Sint Antoniekerkhof, vermeld staat dat hij woont buiten de Weesperpoort. De Schutte of Schulpbrug genoemd bij begrafenisregistraties van de kinderen
Notitie bij Hendrikje: bij haar huwelijk wonend op de Uyleburg, Amsterdam.
Notitie bij Joseph: Gedoopt in de Zuiderkerk te Amsterdam. Getuigen Jan Jansen Krus en Maria Wolkers.
Notitie bij het overlijden van Joseph: woonachtig bij de Schulpbrug.
Notitie bij Aaltie: Gedoopt in de Zuiderkerk te Amsterdam. Getuigen Roelof Jansen en Maria Wolkers.
Notitie bij het overlijden van Aaltie: woonachtig bij de Schuttebrug.

VIIIe. Jan Berkhoff, ged. Amsterdam 30 aug. 1769, tr. 1e (ondertr. Amsterdam 23 aug.) 1793 Alida Jacoba de Haas, geb. Slooten omstr. 1767, † Amsterdam vóór 1801; tr. 2e (ondertr. Amsterdam 3 juli) 1801 Maria Elisabeth Draijer (Dreijer), ged. Amsterdam 24 jan. 1770, † ald. 7 okt. 1834, dr. van Johannes Gerrit Draijer en Sara Margaretha Lefeber.
Uit het eerste huwelijk:
1. Adriana Hendrika Berkhoff, geb. Amsterdam 12 mei 1794, begr. ald. 20 okt. 1794.
2. Eliesebeth Berkhoff, ged. Amsterdam 5 aug. 1796, †?.
3. Bernardus Berkhoff, ged. Amsterdam 17 dec. 1796, begr. ald. 17 juni 1797.
4. Jan Berkhoff, ged. Amsterdam 26 aug. 1798, †?.
Uit het tweede huwelijk:
5. Sara Marregreta Berkhoff, geb. Amsterdam 19 nov. 1802, begr. ald. 9 dec. 1802.
6. Jan Berkhoff, geb. Amsterdam 19 nov. 1802, †?.
7. Engelje Berkhoff, geb. Amsterdam 30 okt. 1804, begr. ald. 30 jan. 1805.

Notitie bij Jan: Jan is bij zijn huwelijk afkomstig van Amstelveen en zijn eerste echtgenote Alida woont volgens de huwelijksregistratie aan de Overtoom bij de Pestbrug (dat moet dus in de buurt van het Pestgasthuis, het latere Wilhelminagasthuis zijn geweest). In 1801 als Jan voor de tweede keer trouwt woont hij ook aan de Overtoom bij de Pestbrug. Zijn 2e vrouw Maria Elisabetrh Dreijer of Draijer is afkomstig van de Laurierstraat, ter hoogte van de 2e dwarsstraat, terwijl de moeder van Maria Elisabeth volgens de ondertrouwakte woont aan de Prinsengracht, ter hoogte van de "Roosenstraat".
Notitie bij de geboorte van Jan: gedoopt in de Zuiderkerk. getuigen Barent Berkhof (volgens mij is hij een broer van vader Johannes en woonachtig te Oudewater) en Janettie Wolkers.
Notitie bij het huwelijk van Alida Jacoba en Jan: Alida wordt bij de ondertrouw geassisteerd door haar zuster Elisabet de Haas
Notitie bij het huwelijk van Maria Elisabeth en Jan: woont bij haar huwelijk al aan de Laurierstraat, bij de 2e dwarsstraat, ze wordt geassisteerd door Grietje La Feber haar moeder.
Notitie bij Maria Elisabeth: ook Draijer genoemd, overleden aan de Laurierstraat 116 kanton 5, (huidige nummering 147) 65 jaar oud.
Notitie bij de geboorte van Maria Elisabeth: is Evangelisch Luthers gedoopt, hoewel in de trouwakte staat dat ze gereformeerd is.
Notitie bij de geboorte van Adriana Hendrika: gedoopt in de Westerkerk, getuigen zijn Jan Berkhoff (neef van vader uit Oudewater?) en Adriana van Alphen.
Notitie bij de geboorte van Eliesebeth: gedoopt in de Oude Kerk, getuigen zijn Jan den Outen en Elisebet de Haas, opmerkelijk is dat al in decemeber van dat jaar nog een kind van Jan en Alida Jacoba wordt gedoopt. Eigenlijk kan dit niet, tenzij Elisebeth veel later gedoopt is dan dat ze geboren was. Gewoonlijk werden kinderen binnen ongeveer een week gedoopt.
Notitie bij de geboorte van Bernardus: gedoopt in de Zuiderkerk, getuigen zijn Bernardus Barent en Maria Janse.
Notitie bij het overlijden van Bernardus: Bernardus is begraven op het Heiligeweg en Leidse Kerkhof te Amsterdam. In het begraafregister staat vermeld zoon van Jan Berkhoff aan de Passseerderstraat.
Notitie bij de geboorte van Jan: gedoopt in de Westerkerk, getuigen zijn Abraham Morre en Marretje Morre.
Notitie bij de geboorte van Sara Marregreta: gedoopt in de Westerkerkvan een tweeling, getuigen zijn Josua Hagedoore en Sara Mergreta le Febvre
Notitie bij het overlijden van Sara Marregreta: Begraven op het Westerkerkhof, vermeld staat in het begraafregister, dochter van jan Berkhoff in de Blomstraat.
Notitie bij de geboorte van Jan: gedoopt in de Westerkerkvan een tweeling, getuigen zijn Josua Hagedoore en Sara Mergreta le Febvre
Notitie bij de geboorte van Engelje: gedoopt in de Westerkerk, getuigen Fredrek Bredeka en Catriena Sovia Beerings
Notitie bij het overlijden van Engelje: Engeltje is begraven op het Karthuizer Kerkhof te Amsterdam

IVe. Jan Berents Berkhoff, geb. Vriezenveen omstr. 1660, † ald. omstr. 1713, tr. Vriezenveen 14 okt. 168337 Fennighjen Hermsen, geb. Vriezenveen omstr. 1660, † ald. na 1723, dr. van Harmen Egberts en Fenneken Berends.
Uit dit huwelijk:
1. Berent Jansen, volgt Ve.
2. Jan Jansen Berkhoff, geb. Vriezenveen 25 sept. 1701, † ald. 29 sept. 1763.
3. Hermen Jansen Berkhoff, geb. Vriezenveen 1702, † ald. na 1753.

Notitie bij Jan Berents: Jan Berents Berckhoff wordt in het boterpachtregister over 1682 voor het eerst genoemd, hij heeft dan het goed van zijn schoonvader Hermen Egberts overgenomen. Het erf staat bekend als de "Jan Clups", het erf was gelegen aan het Oosteinde 109 huidige nummering. (Ken uw dorp en heb het lief, blz. 82). Het goed was een 5 1/2 akkerstuk.
In januari 1685 brandt het huis van Jan met veel en inboedel tot de grond toe af. Het gezin zelf ontvluchtte naakt de boerenwoning. Op 11 februari 1685 krijgt Jan een subsidie van 25 gulden toegekend van Ridderschap en steden van Overijssel als tegemoetdkoming in de kosten vanwege de brand (bron: toegang 3.1 inventarisnummer 383 HCO).

In het boterpachtregister over het jaar 1713 wordt de wed. Jan Berentsen Berckhoff genoemd. Als zodanig wordt ze nog genoemd in het boterpachtregister over het jaar 1733, geïnd in 1734.
In 1693 en 1694 is een Jan Berents Berckhof genoemd als kerkmeester bij de aanstellingsakte van de schout Jan Berentsen Brouwer, mogelijk is het ook zijn naamgenoot gehuwd met Anna Berents Minck die tegelijkertijd leefde. (bron Archief Huize Almelo inv.nr. 2649). Ook op 31-12- 1691 in de protocollen van het hooggericht Almelo als kerkmeester genoemd (HAA inv. nr. 2649).
In het zoutgeldkohier van 1702 worden beide Jan Berendsen Berkhof’s aangeslagen voor 12 stuivers belasting (bron: Statenarchief Overijssel inv. nr. 2394).

In het kohier van de 1.000e penning van 1715 wordt de wed. Jan Berens genoemd met een vermogen van 600 gulden.
Notitie bij het huwelijk van Fennighjen en Jan Berents: ondertrouw 16-09-1683 Jan Berentsen N.S. van wijlen Berent Berkhof J.M. en Fennighjen Hermssen N.D. van wijlen Hermen Egberts beijde op ’t Vriesenveen copul: den 14 octob.
Notitie bij het overlijden van Fennighjen: nog genoemd als de wed. Jan Berens in het verpondings en contributieregister van 1723. Het boterpachtregister waar ze nog tot 1734 in vermeld staat is niet betrouwbaar in deze periode.
Notitie bij Jan Jansen: Op 21-2-1764 geeft Jan Berentsen Berkhof het versterf aan van zijn oom Jan Jansen Berkhof op St. Michiel 1763. (Bron Archief Jansen/Jonker; RA Almelo nr. 2658).
Notitie bij Hermen Jansen: kerkmeester (o.a. 1726-1730). Hoewel hij reeds genoemd wordt in een zeer uitgebreid boterpachtkohier van 1720, wordt z´n moeder als de weduwe Jan Berentsen Berkhoff nog tot 1734 genoemd, als eigenaresse van het erf Oosteinde 109. Hermen of Harmen wordt pas weer in het boterpachtkohier over het jaar 1736 genoemd. Dit tot 1755. Het betrof een 5 ½ akkerstuk.
Uit het volkstellingsregister van 1748 blijkt dat hij het erf samen met zijn ook ongetrouwde broer Jan bewoonde. Inwonend is dan Fenneken Berends. Het meest waarschijnlijk is dat zij de dochter is van hun broer Jan Jansen Berkhoff.
Volgens het hoofdgeldkohier van 1737 bestaat het huishouden uit 3 personen en wordt hij aangeslagen voor een bedrag van 1,60. Dat is ca. 0,53 p.p en daarmee had het gezin een hogere aanslag dan gemiddeld op het Oosteinde dat jaar (nl. 0,46). In 1753 wordt Hermen dan Harmen genoemd weer aangeslagen voor 3 personen en de aanslag bedraagt dan 1,30 (0,43 p.p.), dit ligt iets boven het Vriezenveense gemiddelde van 0,39 p.p..
Volgens Herman Jansen (in Ken uw dorp en heb het lief blz. 82) werd het goed in 1756 verkocht aan de echtgenoot van Fenneken Berents Berkhoff nl. Frederik Bramer. Kennlijk koopt hij niet het hele goed, want volgens Herman Jansen gaat het hier om de verkoop van "3 akkeren land met daarop staand huis" en verdere bebouwing. Waarschijnlijk blijven de broers Jan en Hermen gewoon in de oude boerderij wonen, want in 1760 wordt Frederik Bramer, inzake de Hoofdgeldbelasting aangeslagen voor 4 personen (1 gulden en 14 stuivers). Dit is 1,70 en afgerond 0,43 p.p., dit is iets boven het gemiddelde van 0,39 p.p. voor Vriezenveen. In 1753 wordt Harmen IJansen (Berkhoff) voor 3 personen aangeslagen en moet hij 1 gulden en 6 stuivers betalen.
Uit het kohier van de 1.000e penning blijkt dat Harmen een behoorlijk vermogen had, namelijk 1000 gulden in 1734 en 1739 en 1250 gulden in 1751.

Zal identiek zijn aan de kerkmeester Hermen "Berckhoff" in 1729 en 1730; wordt als kerkmeester Hermen Berckhoff op 4-2-1730 aangesteld als hoofdgeldsetter, dat wil zeggen dat hij de bedragen van de hoofdgeldbelasting in zijn buurt vaststelde (bron: HAA inv. nr. 2737).

Ve. Berent Jansen Berkhof, geb. Vriezenveen 1691, † ald. vóór 29 juli 1758,84 tr. Vriezenveen omstr. 1718 Geertje Jansen Evertman (Post), geb. Vriezenveen omstr. 1695, † ald. na 27 maart 1769, dr. van Jan Hendricks Evertman (Post Olde) en Jenneken Lucassen Fronten.
Uit dit huwelijk:
1. Jan Berends, volgt VIg.
2. Jenneken Berends Berkhof, ged. Vriezenveen 6 april 1721, † ald. vóór 1785,85 tr. 1e Vriezenveen 24 maart 17486 Derk Harms Does (alias Hopster), ged. Vriezenveen 17 sept. 1719, †? omstr. 1750, zn. van Hermen Berends Hopster en Aeltjen Berendsen Smelt; tr. 2e Vriezenveen omstr. 1751 Roelof Wolters Koster, ged. Vriezenveen 19 dec. 1728, † ald. na 15 april 1791,86 zn. van Wolter Gerrits en Fenneken Roelofs (van Olde).
3. Fenneken Berends Berkhof, ged. Vriezenveen 16 sept. 1725, † ald. na 1801, tr. Vriezenveen 1755 Frerik Hendriks Bramer, ged. Vriezenveen 30 dec. 1718, † ald. vóór 27 jan. 1773,87 zn. van Hendrik Freriks en Hendrikje Hendriks Winter.
4. Hendrik Berends, volgt VIh.
5. Janna Berends Berkhof, geb. Vriezenveen omstr. 1730, † ald. na 1773, tr. 1e Vriezenveen omstr. 1748 Jan Hendriks Brink (de jonge), ged. Vriezenveen 8 okt. 1713, † ald. vóór 16 jan. 1762,88 zn. van Hendrik Jansen Brink en Jennigjen Jansen en wedr. van Janna Berends Smelt; tr. 2e Vriezenveen (kerkelijk 21 mei) 1768 Hendrik Berends Holland(er), ged. Vriezenveen 17 jan. 1740, † ald. na 1773, zn. van Berend Berends Hollander en Berendje Alberts Jonker.
6. Egbert Berends, volgt VIi.
7. Jenneken Berends Berkhof, ged. Vriezenveen 3 mei 1733, † ald. na 1782, tr. Vriezenveen 11 maart 1758 Wolter Derks Schipper, ged. Vriezenveen 31 jan. 1734, † ald. 1779, zn. van Derk Berends en Lutje Derks Fayer.
8. Frederik Berends Berkhof, ged. Vriezenveen 15 jan. 1736, † ald. vóór 8 dec. 1763.
9. Hermina Berkhof, ged. Vriezenveen 11 sept. 1740, † ald. vóór 1748.

Notitie bij Berent Jansen: was van 1734-1752 verwalter-scholtus van Vriezenveen. Ook Key Berend genoemd (Archief Jansen/Jonker), bewoonde het pand Oosteinde 251, bekend als het Keibeerndserf (blz. 114,115 Ken uw dorp en heb het lief). In 1737 en 1740 vermeld als kerkmeester (bron: Rekenboek van de Diaconie).

In 1720 voor het eerst in het boterpachtregister vermeld. Had toen een 3-akkerstuk overgenomen van zijn schoonmoeder de weduwe Jan Henrixen Post, die in 1719 nog als eigenaresse van het goed genoemd werd, dat toen overigens nog 5 akkers besloeg. Key Berend kon zich ook nog eigenaar noemen van een halve akker "woestenland". Wordt in het boterpachtkohier van 1756 (over 1755) nog genoemd. In 1763 wordt als eigenaar van het goed genoemd zijn schoonzoon Wolter Derks Schipper.
29-12-1730 krijgt Berent Berkhof 28 gulden betaald voor 10 1/2 dagwerk op Toet Jansland gegraven geleverde turf (bron: rekeningen Huize Almelo (AHA inv. nr. 1040).

Berend wordt in 1737 inzake het Hoofdgeld aangeslagen voor 2 personen en moet betalen 1 gulden en 6 stuivers. Dat is 0,65 per persoon. Behoorde met zo´n aanslag zeker niet tot de minder bemiddelden van het dorp. In het Oosteinde lag de gemiddelde aanslag destijds op ongeveer 0,46.
In 1753 wordt Berend inzake het hoofdgeld aangeslagen voor 5 personen en moet 1,85 betalen. Dat is 0,37 tegen een gemiddelde in Vriezenveen van 0,39 per persoon. Daarmee was de familie op de maatschappelijke ladder enigszins gedaald , tenminste als je dat aan de hoofdelijke aanslag af mag meten.

Diakonale kerkrekening:
8-12-1763 ontvangen van de wed. Berent Jansen Berkhoff de somma van 25 gulden welke penningen zijn bekomen uit de nalatenschap van haar overleden zoon Frederik Berkhoff (bron: Gens Nostra, artikel van de heer H. Wagenvoort ca. 1977)

Op 05-05-1750 verklaart Berent Jansen Berkhof 150 gulden schuldig te zijn aan Bernardus Spijker en Gezijna Cruijs (Archief Huis Weleveld, kerspel Vriezenveen, inv. nr. 2).

Rond 1750 was er een grote sociale onrust in Vriezenveen. Deze onrust hield verband met de landelijke onrust (in Amsterdam bekend als de Doelistenbeweging). Berent was onderdeel van deze onrust, zo was hij één van de 9 Vriezenveners die zich met de strijd inzake de sluis bij het Kooikershuis tegen de Heer van Almelo keerde, samen met 8 andere Vriezenveners voerde hij processen namens de Vriezenveense gemeenschap, inzake de bevoegdheid en het gezag van de Heer van Almelo aangaande de sluis. Verder had Berent zich in 1747 actief bemoeid om de door de Heer van Almelo gewenste nieuwe beroepen predikant van Eibergen persoonlijk te overtuigen dit beroep niet aan te nemen, hetgeen Berent op een boete van 200 zilveren dukaten kwam te staan en de proceskosten. Het gezag van de Heer van Almelo die predikanten in Almelo, Vriezenveen en Wierden benoemde was in het geding. Berent werd eveneens in juli 1752 uit z’n ambt als verwalter-schout gezet wat de Vriezenveense boeren protestbeweging niet accepteerden. In een smeekschrift van Jan Brink en Hendrik ten Cate aan Ridderschap en steden van Overijssel d.d. 07-08-1752 werd onder andere gevraagd dit ontslag door de Heer van Almelo terug te nemen en de benoeming van procurator Harwig, die nieuw benoemd was in zijn plaats, ongedaan te maken. Het smeekschrift mocht niet baten. Berent bleef aan de kantlijn staan en door de grote boete heeft de familie ongetwijfeld grote schade gelden.
In 1752 werd Berent in verband met de kwestie ondervraagd en verklaarde hij als verwalter-schout aangesteld te zijn geweest door de Richter met een akte die ondertekend was door de Heer van Almelo en dus niet door de schout of de Vriezenveense gemeente was aangesteld. Berkhof verklaarde ook dat de Heer van Almelo in juli en augustus zijn ontslag als verwalter-schout had medegedeeld. De Heer van Almelo beweerde dat Berkhof op 31 juli 1752 zelf om zijn ontslag had verzocht en liet dit Berent Berkhof ook verklaren. De hele verklaring paste precies in het straatje van de Heer van Almelo. Het lijkt er sterk op dat Berent inzake zijn verklaringen sterk onder druk was gezet (bron AHA inv nr’s 3209 en 2969).

12-01-1763 ontvangen Egbert Berends Berkhof en Wolter Derks Schipper (gehuwd met Jenneken Berends Berkhof) van de schout Jan Dikkers 237,10 gulden, in verband met proceskosten inzake de sluis bij het Kooikershuis, die wijlen hun (schoon) vader als verwalter-schout had gemaakt en van gemeentewege had voorgeschoten (Archief Huis Weleveld, kerspel Vriezenveen, inv. nr. 2).
Er is nog een waterput van Berent Jansen Berkhof, die verplaatst is naar de achtertuin van J. Eshuis, Oosteinde 42 met de inscriptie BJBGJ 1754 (mei 2012). BJB is de afkorting voor Berent Jansen Berkhof en GJ is de afkorting voor Geertje Jansen (put nog aanwezig mei 2012).
Notitie bij de geboorte van Berent Jansen: is in 1752 61 jaar volgens eigen getuigenverklaring (HAA inv. nr. 3209)
Notitie bij het overlijden van Berent Jansen: op een lijst van Vriezenveners die de boerhaverplicht (uit protest) niet hadden voldaan staat op een lijst,( die opgesteld is tussen 28 november en 1 december 1752), de vrouw van de gewezen verwalter scholtus Berent Berkhoff. In het belastingregister van de 1000e penning van 29-7-1758 wordt genoemd de weduwe Berent Barckhoff.
Notitie bij Geertje Jansen: Schoutambt Vriezenveen nr. 2677: (Rijksarch. Overijssel)
6-6-1768 testament van Geertje Jansen Post ten huize van schoonzoon Wolter Schipper.
Erfgenamen zijn: Jan, Jenneken (x Roelof Wolters), Fenneken(x Frederik Braemer), Hendrik, Egbert, Jenneken (x Wolter Schipper)
en de 4 kinderen van haar dochter Janna Berends Berkhof bij haar eerste man Jan Hendrix Brink verwekt (Janna vruchtgebruik).
legaat aan diaconie van 25 Car. gulden.
Zij had geen zegel (uitdrukkelijk vermeld).
27-3-1769 is dit testament ingetrokken en vernietigd.
Notitie bij Jenneken Berends: In het register van de 1.000e penning van 1751 wordt het vermogen van de wed. Derk Harmsen geschat op 400 gulden.

Op 28 mei 1751 verklaart Jenneken Berens Berkhoff, wed. van Derk Harms en geassisteerd met [haar vader] Berent Jansen Berkhoff, verkocht te hebben een stukje bouwland aan Berent Henriks. Het stukje land is belast met pastoriekoren, kosterskoren, jufferenhaver, haver voor Huize Almelo, armenjagerskoren en de boterpacht! Ook wordt dezelfde dag nog een stuk bouwland verkocht aan Jannes Jansen Pleij.
(bron: schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675)
Notitie bij Derk Harms: Hij is de zoon zijn van Hermen Berendsen Hopster en Aeltjen Berends Smelt.

Op 13-06-1750 zijn Lubbert Derx Smit en Derk Harms voogden over de handelsonbekwaam ("prodigus") verklaarde Jan Berens Smelt. Dat suggereert trouwens een familierelatie tussen deze personen. Het blijkt dat het huis en wat land dat deze voogden verkopen, gelegen is op de landerijen van Dirk Lubberts Smit. De goederen worden voor 940 car. guldens verkocht aan Derk Harms [Does/Hopster] en zijn echtgenote Jenneken Berens Berkhoff. De moeder van Derk Harms was trouwens Aaltje Berents Smelt, zodat Jan Berents Smelt waarschijnlijk een broer was van Aaltje. Lubbert Derksen Smit was gehuwd met Jennigje Berents Smelt, zodat het kwartje op deze wijze lijkt te moeten vallen. (bron: schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675).
Notitie bij Roelof Wolters: Akte van transport 07-05-1765 verkoop door Roelof Wolters Koster en Jenneken Berends Barkhoff van 6 wanden bouwland aan Jan Schol en GarrijtDina Kruijs voor 210 guldens; ook worden voor 100 gulden nog 3 wanden bouwland (gelegen in Egbert ten Cate zijn land) verkocht aan Wijcher Jansen en zijn vrouw (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv.nr. 2676).

Volgens het verpondingskohier van 1764 woonde Roelof Wolters [Koster] wat westelijk van de kerk aan het Westeinde.

-schuldverklaring 09-03-1778 van Roelof Wolters Costers en Jenneken Berents Berkhof aan Johan Julius Diederik mr. chirurgijn het bedrag van 225 gulden vanwege geleend geld onder hypotheek van recentelijk aangekocht land gelegen tussen het land van Albert Prinsen en Gerrit Heethuis (Westeinde in de buurt van de kerk).
-schuldverklaring 07-07-1785 van Roelof Wolters Koster, mede als boedelhouder en voogd over zijn kinderen ten bedrage van 300 gulden aan o.a. Jan Engberts vrouw.

(bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2678).
Notitie bij Fenneken Berends: wordt nog genoemd in 1801 in het intekenregister voor de verbouwing van de plaatselijke kerk; is dan inwonend bij haar schoonzoon Gerrit Costers (gehuwd met haar dochter Hindrica Bramer), die het erf van haar man heeft overgenomen. Ze tekent in voor 6 gulden, haar schoonzoon tekent in voor het grote bedrag van 30 gulden.
Notitie bij Frerik Hendriks: ook Braemhaer of Braamhaar genoemd. Koopt in 1756 3 akker land en huis van zijn schoonvaders ongetrouwde broer, Harmen Jansen Berkhof, waar Fenneken eerder het huishouden als vrouw al bestierde. De boerderij was gelegen aan het Oosteinde 109 (huidige nummering), zie Ken uw dorp en heb het lief, blz.82.
in 1760 wordt Frederik Bramer, inzake de Hoofdgeldbelasting aangeslagen voor 4 personen (1 gulden en 14 stuivers). Dit is 1,70 en afgerond 0,43 p.p., dit is iets boven het gemiddelde van 0,39 p.p. voor Vriezenveen.

Was in het dagelijks leven verwalter-scholtus, deze functie vervult hij tot aan zijn dood, in zijn plaats treedt op 27 januari 1773 Gerrit Bramer hiertoe aangesteld door de Heer van Almelo..(zijn broer?) Heeft een wapen, waarmee hij akten bezegeld, een hart, met daarboven een kroon (HAA inv. nr. 2649)


Frerik Bramer zat er warmpjes bij in de kohieren van de 1000e penning van 1758 wordt zijn vermogen geschat op 1275 gulden.

Op 06-03-1756 wordt een transportacte vastgelegd van de koop door Frerick Hendriks Braamer en Fennegjen Beerens [Berkhof] van 3 akkers en 1 1/2 vierendeel akker voor 350 car. gulden van Harmen Jansen [Berkhof] op 29-02-1755.
(Archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675).
Notitie bij Janna Berends: Akte van transport: 16-01-1762 verkoop door Berentjen Rotgers wed. van Egbert Jansen Dekker en de voogden van haar onmondige kinderen te weten Claas Jansen de Jonge en Hendrik Berens Barkhoff (weduwnaar van Grietje Hoff) op 13-01-1761 2 akkers land en een vierendeel land + huis en erf aan Janna Berens Barkhoff wed. van Jan Hendrik Brink voor 1405 car. guldens (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2676).
Notitie bij Jan Hendriks: Bewoonde erve Brinkhuis, Oosteinde 183 (Bron: Ken uw dorp en heb het lief, blz. 100)


Op 19-08-1756 verklaren Egbert Jansen Hoffman en Berentjen Rutgers 700 car. guldens schuldig te zijn aan Jan Hendriks Brink en zijn echtgenote. In 1762 wordt dit bedrag afgelost door Berentje Rutgers aan de echtgenote van Jan Brink, te weten Janna Berens Berkhof (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2657).

Op 13-11-1756 kopen Jan Brink en Janna Berens Berkhoff 2 akkers woestenland van Bernardus Spijker x Gesina Kruis, Jan Cruis als voogd van de onmondige kinderen van de schout Johannes Kruis en Gerrit Hendriks Hesseling, schout te Wierden, als voogd van zijn kinderen (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2657).
Notitie bij Hendrik Berends: op 24-12-1773 maken Henderik Holland en Janna Berkhoff hun testament. Hendrik is dan enigzins zwak van lichaam. Janna Berkhof laat zich hierbij assisteren door Jan Jonkman.
testator legateert aan zijn "innocente" (=onnozel) broer Bernardus Berentsen Holland het recht op zijn moeders erfdeel. Verder komt hem nog daaarboven 50 gulden toe.
Berent Jansen Brink, zoon van Janna Berkhof uit haar eerdere huwelijk, komt het beste bruine pak van testator toe.
Voor het overige is het een testament op langstlevende. Uitgezonderd de kleren, zowel linnen als wollen en 12 hemden. Deze moeten aan zijn erfgenamen en testators moeder worden overgedragen.
Testatrice vermaakt aan haar man een kindsdeel en aan de armen en de kerk ieders 25 gulden.
(bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2677).

Op 20 juni 1772 treedt Hendrik Hollander op als momber voor de weduwe Coert van Olde en haar kinderen ivm de schuldeiser koopman Bernardus Spijker die achterstallige gelden opeist (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 29).
Notitie bij Jenneken Berends: Bij het dienstbodengeld van 1782 nog genoemd als de weduwe Wolter Schipper.
Notitie bij Wolter Derks: Bewoonde het pand Oosteinde 251, bekend als het Keibeerndserf (blz. 114,115 Ken uw dorp en heb het lief).
Nam het erf over van zijn schoonvader Berend Jansen Berkhoff wordt in 1763 als eigenaar van het goed genoemd. Het goed was toen een 3-akkerstuk. Bij het Hoofdgeld van 1760 wordt Wolter aangeslagen voor 4 personen en moet hij 2 gulden betalen. Dat is 0,50 per persoon, en hiermee lag men boven de gemiddelde aanslag van 0,39 per persoon. In 1779 wordt genoemd de weduwe Schipper, zij krijgt een aanslag van 3 gulden voor 2 personen.
Wolter Schipper heeft waarschijnlijk en rol gespeeld in het Vriezenveens bestuur, herhaaldelijk komt in de gemeentejaarrekeningen voor (zestiger jaren van de 18e eeuw) dat Wolter betrokken was bij vaststelling van belastingregisters, in 1779 wordt met de weduwe van Wolter Schipper nog een bedrag in de gemeentejaarrekening opgenomen van 5,25 voor het beestentellen. Zoon Berent zal de functie van zijn vader op dit vlak overnemen en staat vanaf 1780 in de gemeentejaarrekening als beestenteller vermeld.

Op 12-01-1763 ontvangen Egbert Berends Berkhof en Wolter Derks Schipper van de schout Jan Dikkers 237,10 gulden, in verband met proceskosten inzake de sluis bij het Kooikershuis, die wijlen hun (schoon) vader als verwalter-schout had gemaakt en van gemeentewege had voorgeschoten (Archief Huis Weleveld, kerspel Vriezenveen, inv. nr. 2).
Notitie bij het overlijden van Wolter Derks: In 1779 wordt de weduwe Wolter Schipper genoemd in de gemeentejaarrekening, waarbij haar nog een vergoeding toekomt van het beestentellen voor de belastingvaststelling dat Wolter kennelijk dat jaar voor zijn overlijden nog heeft uitgevoerd.
Notitie bij Frederik Berends: Diakonale kerkrekening:
8-12-1763 ontvangen van de wed. Berent Jansen Berkhoff de somma van 25 gulden en 8 penningen welke penningen zijn bekomen uit de nalatenschap van haar overleden zoon Frederik Berkhoff (bron: Kasboek Diaconie NH kerk Vriezenveen).
Notitie bij het overlijden van Hermina: niet vernmeld bij de volkstelling van 1748.

VIg. Jan Berends Berkhof, ged. Vriezenveen 21 mei 1719, † ald. na 1788, tr. Vriezenveen 27 juni 17506 Lugertje Jansen Broertjen, ged. Vriezenveen 5 nov. 1724, †?, dr. van Jan Gerrits en Hendrikje Hendriks Evertman.
Uit dit huwelijk:
1. Jan Jansen Berkhof, ged. Vriezenveen 14 nov. 1751, †?.
2. Geertjen Jansen Berkhof, ged. Vriezenveen 8 juli 1753, † ald. 26 febr. 1813, tr. Jan Fikkert, geb. Vriezenveen 13 mei 1759, † ald. 30 nov. 1821, zn. van Hendrik en Janna Gerrits Grobbe.
3. Hendrik Jansen Berkhof, ged. Vriezenveen 15 juni 1755, †?.
4. Berendina Jansen Berkhof, geb. Vriezenveen 22 maart 1759, † ald. 11 febr. 1830, tr. Gerrit Hendriks Aman, ged. Vriezenveen 28 april 1765, † ald. 10 april 1839,89 zn. van Henricus Harmsen en Hendrikje Gerrits Smelt.
5. Hendrika Jansen Berkhof, ged. Vriezenveen 18 nov. 1764, †?.

Notitie bij Jan Berends: alias Keij Jan. landbouwer, kerkmeester 1762/88. Op Vriezenveen was in de 50-ger jaren nog een waterput van Jan Berkhof uit 1758 (bron: Ken uw dorp en heb het lief blz. 137,138). Bewoonde het pand Oosteinde 276, huidige nummering. Neemt het gedeeltelijke erf over van zijn schoonvader Jan Gerritsen Broertjen, het is een 3-akkerstuk (1763). Zijn zwager Jan Boesschen krijgt het andere deel 3 ½ akker. In het boterpachtboek van 1755 staan de 2 zwagers nog gezamenlijk als eigenaar genoemd. Jan heeft toen een nieuwe boerderij gebouwd, gezien de datering van de waterput (1758) die hier vrijwel naadloos op aan sluit.

Volgens dr. Jonker koopman W. Indië . Ik ben die mening niet toegedaan (zie notities bij zijn broer Hendrik).
Op 21-2-1764 geeft Jan Berentsen Berkhof het versterf aan van zijn oom Jan Jansen Berkhof op St. Michiel 1763. (Bron Archief Jansen/Jonker; RA Almelo inv.nr. 2658).

Opmerkelijk is de verklaring van de getuige Jan Berents, die in 1781 verklaart 54 jaar oud te zijn en neef van de kerkmeester Jan Berkhof en neef van de sestiene Jan Berends Berkhof. Dit suggereert dat het hierbij, in elk geval in 1781, om 2 verschillende personen zou handelen (Statenarchief inv.nr. 4067).

akte van transport 03-10-1772: aankoop van een halve akker turfland, gemeenschappelijk bezit met Jan Berens Berkhof alias Keij Jan door de voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Jan Geerts Toet en Janna Gerrits Schuurman aan Jan Berens Berkhof alias Keij Jan (bron: archief Huize Almelo, inv. nr. 2677).
Notitie bij het overlijden van Jan Berends: nog op 14-3-1788 wordt kerkmeester "Jan Barkhof" genoemd in het kasboek van de hervormde kerk.
Notitie bij Geertjen Jansen: bij geboorteakte d.d. 15-08-1812 vermeld als de grootmoeder van de onecht geboren Johanna Fikkert, dv Hendrika Fikkert. Vroedvrouw Hendrikje Wolters Schipper die de aangifte de van de geboorte van Johanna Fikkert.
Notitie bij Jan: landbouwer (bij akte overlijden van zijn vrouw Geertje in 1813 en zijn eigen overlijden in 1821).
In 1790 wordt hij genoemd als bewoner van het Oosteinde in het dienstbodengeldregister van dat jaar, wordt dan aangeslagen voor 14 stuivers.
Moet in de buurt van Oosteinde 253 hebben gewoond (afgaande op de informatie in het dienstbodenregister)..
Notitie bij de geboorte van Jan: gedoopt als Jan zoon van Hendrik Vicker en Janna Garretzen.
Notitie bij het overlijden van Jan: volgens overlijdensregistratie 67 jaar oud.
Notitie bij Berendina Jansen: Oosteinde 36 (bij overlijden in 1830).
Notitie bij Gerrit Hendriks: landbouwer en linnenkoopman. Dit laatste gegeven wordt bevestigd door de lijst van de volkstelling van 1795 waar als absent municipaliteitslid Gerrit Aman wordt genoemd (bron: Statenarchief inv. nr. 5343). Dat wil zeggen dat hij voor zaken op pad zal zijn geweest. En verder wordt dit gegeven bevestigd in de huwelijksregistratie van dochter Leena in 1813 met de koopman Jan Winter, in deze registratie wordt als beroep van Gerrit Hendriks Aman landbouwer/koopman vermeld.

In het belastingkohier van de quotisatie uit 1808 wordt het jaarlijks inkomen van Gerrit op 200 tot 250 gulden (uit land) geschat en dat was voor Vriezenveense begrippen veel. Hiervoor moest Gerrit 4 gulden belasting betalen. Daarboven kreeg hij nog 1 gulden toeslag, kennelijk vanwege zijn inkomen uit de handel.

Oefende diverse bestuurlijke functies uit: lid van de municipaliteit (1795) te Vriezenveen, in 1803 wordt hij als diaken genoemd (bron diakonale jaarrekening van 1802-1803), in 1816 als gemeenteraadslid (bron: gemeentejaarrekening gemeente Vriezenveen) en van 1825-1829 als ouderling (bron: archief NH kerk Vriezenveen). Zie ook artikel "Kwartierstaat van Christina Aman door H. Wagenvoort in Gens Nostra ca. 1977). Bewoonde volgens H. Jansen (Ken uw dorp en heb het lief blz. 138) Oosteinde 276 (huidige nummering).
Gerrit Aman geeft op 5 augustus 1797 de 50e penning aan voor de aankoop van een grasgaarden van Johannes Engberts en Jan Costers, liggend in het land van Berent Coersen, voor de som van 240 gulden (bron: kohier van de 50e penning; Statenarchief van Overijssel inv. nr. 2668).
Notitie bij de geboorte van Gerrit Hendriks: bij overlijden van zijn vrouw in 1830 wordt als beroep landbouwer vermeld

VIh. Hendrik Berends Berkhof, ged. Vriezenveen 9 nov. 1727, † ald. omstr. 1798, tr. 1e Vriezenveen 17 febr. 1759 Grietje Hendriks Hoff, ged. Vriezenveen 26 dec. 1728, † ald. vóór 9 jan. 1768, dr. van Hendrik Jansen Hofman en Berendje Jansen; tr. 2e Vriezenveen 9 jan. 1768 Hendrika Willems, ged. Vriezenveen 18 jan. 1733, †?, dr. van Willem Hendriks en Jennigje Koers.
Uit het eerste huwelijk:
1. Hendrikus Berkhof, ged. Vriezenveen 23 dec. 1759, † Amsterdam 4 nov. 1842, tr. 1e Amsterdam 10 febr. 1786 Helena Jurgens, geb. Groningen omstr. 1760, † Amsterdam 21 april 1800, wed. van Hendrik Elsink; tr. 2e Amsterdam 31 okt. 1813 Trijntje Wallenbroek, geb. Nieuwe Pekela 29 juni 1765, † Amsterdam 4 maart 1820, dr. van Jan en Jantje Harms; tr. 3e Amsterdam 11 okt. 1820 Sara van Staveren, geb. Diemen 10 juni 1770, †?, dr. van Aart en Elbertje Sukkels van der Linde; tr. 4e Amsterdam 2 okt. 1822 Femmetje Visser, ged. Amsterdam 14 nov. 1760, † ald. 17 april 1826, dr. van Albert en Maria Agterman; tr. 5e Amsterdam 10 juli 1833 Fenna Daalhof, geb. Ulsen (Duitsland) 30 maart 1770, † Amsterdam 24 juni 1847, dr. van Hendrik en Catharina Vorrink en wed. van Hendrik Schreuder.
2. Berend Berkhof, ged. Vriezenveen 7 juni 1761, †?.
3. Berendina Berkhof, ged. Vriezenveen 19 sept. 1762, † ald. 21 juli 1809, tr. Vriezenveen 25 april 1790 Hendrik Jansen Brink, ged. Vriezenveen 4 febr. 1753, † ald. 30 maart 1809, zn. van Jan Hendriks Brink (de jonge) en Janna Berends Berkhof (Ve,5).
4. Frederik, volgt VIIh.

Notitie bij Hendrik Berends: landbouwer, bewoonde het Hofmansgoed aan het Oosteinde 115 (bron: Ken uw dorp en heb het lief blz. 85) dat door huwelijk met zijn vrouw Grietje Hoff in handen kwam van de familie Berkhof.
Volgens het boterpachtregister van 1790 beschikte Hendrik Berkhof over ongeveer 4 akkers land. In 1795 nog steeds vermeld tussen het Hofmansland in eigendom van de kinderen van G. Winter en anderzijds Gerrit Freriks. Hendrik Berkhof wordt als zodanig voor het laatst vermeld in het boterpachtregister van 1798. In 1799 heeft zoon Fredrik Berkhof het erf (met een boterpacht van 15 pond, is bijna 4 akkers) het erf in eigendom. Met de volkstelling van 1795 staat Freerik Berkhof overigens reeds als de hoofdbewoner van dit erf genoemd met 6 personen met boer als beroepsregistratie. In 1792 staat Hind. Barkhof vermeld in het kerspelregister van Vriezenveen met de forse aanslag van 7 guldens en 10 stuivers.

Volgens Herman Jansen samen met zijn broer Jan koopman in W. Indië (zie notities bij zijn broer Jan). Hendrik Berkhof handelde in 1758 in compagnie met Hendrik Schoemaker, Jan Berkhof en Wicher Jansen. Wicher vertrok samen met Hendrik in juli 1758 naar Curaçao. Ze hadden voor 15.828,- aan waar mee. de anderen die reeds vroeger vertrokken waren hadden voor 15.132,- meegenomen. Laatste aantekening van W. Jansen te Curaçao 27-2-1760.
Zekerheid omtrent het linken van de handelsactiviteiten aan deze Hendrik blijven problematisch, zo niet onmogelijk. Twijfelde ik al eerder gezien de dooptata van de kinderen van Jan en Hendrik in combinatie met de reisdata nu is de twijfel omgeslagen in onmogelijkheid. In de handelsnotities van compagnon Wicher Jansen staat vermeld dat Hijndrik Berkhof aan z´n zwager Derk Boes, 2 stuks linnen heeft gegeven. (Bron: koopmansboekje Wicher Jansen, eigendom van J. Nijkamp te Vriezenveen).Volgens de info van Jan Nijkamp, zou hij daar dus in september 1759 nog zijn als hij stukken laken aan zijn zwager geeft.Dit terwijl Hendrik zelf op 27 februari 1759 te Vriezenveen trouwde!!! Hier klopt dus iets niet. Ook Derk Boes (echtgenoot van Jenneken Berkhof), waarnaar Herman Jansen refereert [diens naam is overigens niet Boes, maar Does alias Hopster] is reeds een aantal jaren voor 1759 overleden, nl. voor 1752, want dan is Jenneken inmiddels gehuwd met Roelof Wolters Koster. Gezien het vele geld dat bij de de vader van een andere Hendrik en Jan Berkhof, te weten Gerrit Jaspers Berkhof moet deze volgens mij de vader zijn van de Hendrik en Jan Berkhof die zich naar Curacao hebben begeven. Vooralsnog hou ik het vaderschap van Jan en Hendrik dus op Gerrit Jaspers Berkhof. Van Gerrit is bekend dat hij een vermogend Vriezenvener was (bron: personele quotisatiekohier van 1750 van Vriezenveen). Hoe de zwager Derk Boes dan in het plaatje past blijft onduidelijk. Ik vermoed dat, zowel Hendrik als Jan hun heil buiten Vriezenveen hebben gezocht (in koopmanszaken?). Mogelijk zijn ze ook elders getrouwd en is dat een mogelijke verklaring voor een zwager Derk Boes van elders. Hendrik en Jan (zonen van Gerrit Berkhof) zijn in belastingregisters niet traceerbaar wat hun vertrek naar elders lijkt te bevestigen. Hendrik wordt nog op 20-11-1779 genoemd als erfgenaam van hun grootvader Hendrick Arentsen (Schuurman?) bij de verkoop van een stuk land aan Eva Egberts. Hij moet dan dus nog geleefd hebben, zijn woonplaats wordt helaas niet vermeld.
Hendrik wordt bij deze verkoop vertegenwoordigd door zijn aangetrouwde neef Hendrik Coster, (zie ook notities Hendrick Arends Schuurman).
Notitie bij de geboorte van Grietje Hendriks: was bij de volkstelling in 1748 ouder dan 10 jaar, geen doop te vinden. Echter in het archief van Huize Almelo is in het breukregister een uittreksel te vinden van het huwelijk van de ouders (Hendrijk Jansen en Berendje Jansen), gedateerd 4 april 1728 en een uittreksel uit het doopboek met de vermelding: "hebben een Cint laaten doopen der 26: decemb: 1728 waar van de Doomenie geen brieffien heeft ontfangen" en verder "Hend. Jansen sij vrouw heeft bekent te vroeg bijgeslapen te hebben dog geen afdragt (bedoeld wordt boete) gemaakt naderhant geaccordeert en boven de bet: boete noch ........(?)".
Notitie bij Hendrikus: smid, kruidenlezer. Bewoonde Rapenburg 13 en Foeliestr. 13 in Amsterdam (toenmalige nummering). Huidige nummering Rapenburg 27 en Foeliestraat 27. Woont in 1786 op Kattenburg .
Aangifte van overlijden in 1842 deed Hendrikus Berkhof, landbouwer te Vriezenveen, oud 39 jaar, neef van overledene.
kruidenlezer op het Oost-Indiehuis(1820-1822), woonde toen aan de Foeliestraat boven nummer 13.
Notitie bij Helena: woont tijdens haar huwelijk (1786) aan de Leliegracht.
Notitie bij Femmetje: gedoopt in de Oude kerk
Notitie bij Fenna: In het Centraal Bureau voor Genealogie is een annonce van het overlijden van Fenna Daalhof bewaard gebleven:
" In Amsterdam is op den 24 ste junij 1847, aan verval van krachten overleden mijn geachte vriendin Mejufvr. Fenna Daalhof, laatst weduwe van Hendrikus Berkhof, in den ouderdom van 73 jaren. B.C. Weber Executeur testamentaire".
Notitie bij Hendrik Jansen: landbouwer, Bewoonde het erf Brinkhuis, Oosteinde 183 (Bron: Ken uw dorp en heb het lief, blz. 100).
Op 7 april 1810 worden FredrikBerkhof en Jan de Jager vermeld als de voogden van de onmondige kinderen van hendrik Brink en Berendina Berkhof (archief van schoutambt Vriezenveen inv. nr. 34, foto 606).

VIIh. Frederik Berkhoff, ged. Vriezenveen 11 nov. 1764, † ald. 16 juli 1832, tr. Vriezenveen 25 april 1791 Derkdina Wolters Schipper, ged. Vriezenveen 15 juni 1766, † ald. 14 maart 1841,90 dr. van Wolter Derks en Jenneken Berends Berkhof (Ve,7).
Uit dit huwelijk:
1. Geesijna (Gesina) Berkhoff, geb. Vriezenveen 28 nov. 1792, † ald. 12 maart 1858,91 tr. 1e Vriezenveen 22 mei 1813 Jan Frederiks Nijhuis, ged. Vriezenveen 25 dec. 1788,92 † ald. vóór 20 dec. 1814, zn. van Fredrik Jansen en Jennigje Jansen; tr. 2e Vriezenveen 5 april 1815 Wolter Schipper, ged. Vriezenveen 29 sept. 1792,93 † ald. 24 jan. 1855,7 zn. van Berend en Berendina Bramer.
2. Wolterdina Berkhof, geb. Vriezenveen 13 nov. 1794,94 † ald. 16 april 1848, tr. Vriezenveen 20 juli 1816 Derk Meijer, geb. Vriezenveen 27 dec. 1794,95 † ald. 20 maart 1861, zn. van Berend en Gerhardina Bos.
3. Hendryka Berkhoff, geb. Vriezenveen 7 okt. 1796, † ald. 6 febr. 1835, tr. Vriezenveen 10 april 1830 Jan Scherphof, geb. Vriezenveen 14 jan. 1806, † ald. 7 okt. 1880, zn. van Jannes en Berendina Gerrits; hij hertr. Vriezenveen 1835 Klasina Hendriks.
4. Jan, volgt VIIIf.
5. Hendrikus, volgt VIIIg.
6. Gradus (Gerhardus), volgt VIIIh.

Notitie bij Frederik: landbouwer (bij overlijden 1832) woonde toen op het adres Oosteinde 124 (nummering 1832). 1811 genoemd als diaken van de Ned. Herv. Kerk (Bron: Archief NH kerk Vriezenveen) (Volgens Ken uw dorp en heb het lief, blz. 85,86, Oosteinde 115 huidige nummering). Betreft het oude Hofmansgoed.
Notitie bij het huwelijk van Derkdina Wolters en Frederik: "Fredrik Berkhof Z. van Hendrik Berkhof J.M. met Derkdina Schipper N.D. van Wolter Schipper J.D. geb. en won. alhier, getrouwt den 25 oct."
Notitie bij Geesijna (Gesina): dienstmeid bij huwelijkin 1813. in 1815 landbouwerse.
Notitie bij het overlijden van Geesijna (Gesina): overleden Gesina Berkhoff, weduwe van Wolter Schipper, 65 jaar landbouwersche dv Fredrik Berkhoff en Derkdina Schipper.
Notitie bij Jan Frederiks: landbouwer bij huwelijk
Notitie bij het overlijden van Jan Frederiks: op 20-12-1814 wordt Gezina Berkhof genoemd de weduwe van Jan Fredriks Nijenhuis bij de aangifte van de geboorte van haar zoon Jan, de vroedvrouw Jenneken de Groot verzorgt om die reden de aangifte.
Notitie bij Wolter: landbouwer bij huwelijk. vervulde diverse bestuurlijke functies in Vriezenveen.
1851/53 raadslid, 1841/..kerkvoogd, 1821/25 diaken, 1839/43 ouderling, 1845 notabele
Notitie bij Derk: landbouwer (bron: huwelijksregistratie 1816)
Notitie bij Jan: landbouwer
Notitie bij de geboorte van Jan: gedoopt als Jan zoon van Jannes Scharphof en Berendina Gerrits.

VIIIf. Jan Berkhoff, geb. Vriezenveen 25 jan. 1800, † ald. 25 mei 1856, tr. Vriezenveen 19 april 182396 Hendrika Brink, geb. Ambt Vollenhove 17 okt. 1803,94 ged. Vriezenveen 23 okt. 1803, † ald. 30 aug. 1858,7 dr. van Hendrik Jansen en Berendina Berkhof (VIh,3).
Uit dit huwelijk:
1. Hendrik, volgt IXg.
2. Derkdina Berkhof, geb. Vriezenveen 9 sept. 1835, † ald. 20 jan. 1860, tr. Vriezenveen 4 aug. 1855 Berend Brink, geb. Vriezenveen 6 jan. 1827, † ald. 31 juli 1896, zn. van Hendrikus en Berendina Waanders; hij hertr. Vriezenveen 3 aug. 1861 Gesina Cornelia Bramer.
3. Levenloze dochter, geb. Vriezenveen 27 nov. 1839.
4. Frederik Berkhof, geb. Vriezenveen 2 sept. 1841, † ald. 7 jan. 1856.

Notitie bij Jan: landbouwer en wever, bewoonde Oosteinde 115 huidige nummering (bron kadaster). Familie droeg de bijnaam de Hitte .(bron, Ken uw dorp en heb het leif, blz. 84. Was van 1833-1837 ouderling en van 1847-1851 diaken van de N.H. kerk van Vriezenveen. (bron: kerkelijk archief)
Notitie bij het overlijden van Hendrika: in de overlijdensakte staat vermeld dat Hendrika is geboren in het Ambt Vollenhove dv Hendrik brink en Berendina Berkhof, beiden alhier overleden.
Notitie bij Berend: landbouwer (bron: huwelijksregistratie 1855).

IXg. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 29 aug. 1824, † ald. 2 dec. 1874, tr. Vriezenveen 20 maart 1852 Clasina Berkhof (VIIIg,1).
Uit dit huwelijk:
1. Hendrika Berkhof, geb. Vriezenveen 19 jan. 1853, † ald. 18 juli 1925,7 tr. Vriezenveen 23 juni 1876 Gerhardus Alberts, geb. Vriezenveen 1851, † ald. 27 aug. 1884,97 zn. van Jan en Aleida Gerritdina Dekker.
2. Johannes Berkhof, geb. Vriezenveen 1857, † ald. 27 febr. 1859.
3. Johanna Berkhof, geb. Vriezenveen 25 maart 1861,98 † ald. 21 sept. 1888.
4. Jan Hendrikus, volgt X-l.
5. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen na 1866, †?.
6. Hendrina Berkhof, geb. Vriezenveen 26 mei 1869, † ald. 6 juni 1936,13 tr. Vriezenveen 9 april 18987 Johannes Aman, geb. Vriezenveen 5 aug. 1870, † ald. 17 april 1917,13 zn. van Jan Johan en Jennigjen Fikkert.

Notitie bij Hendrik: landbouwer, bewoonde boerderij Oosteinde 115 (huidige nummering) bron: kadaster 1876.
Notitie bij de geboorte van Clasina: geboren als Clasina dv Hendrikus Berkhof, 24 jaar, landbouwer en Hendrika Oudendijk, zonder speciaal beroep zijne huisvrouw, 32 jaar
Notitie bij Gerhardus: turfschipper, bron huwelijksregistratie 23-6-1876.
landbouwer volgens akte van overlijden.
Notitie bij het overlijden van Johannes: 2 jaar oud
Notitie bij het huwelijk van Johannes en Hendrina: Johannes is bij zijn huwelijk 27 jaar oud.
Notitie bij Johannes: vervener (bron: huwelijksakte dochter Hendrika Aman 1924)
landbouwer (bron: huwelijksakte zoon Jan Johan Aman 1926)
landbouwer (bron: eigen overlijdensakte 1917 en huwelijksakte 1898)

bewoonde het erf wijk 1 nummer 109 (later Oosteinde 238).

X-l. Jan Hendrikus Berkhof, geb. Vriezenveen 11 okt. 1865, † ald. 24 juni 1937,13 tr. Vriezenveen 15 april 1899 Gerritdina Brink, geb. Vriezenveen 1860, † ald. 8 juni 1928, dr. van Frederik Harmen en Frederika Johanna Koster.
Uit dit huwelijk:
1. Clasina Frederika Berkhof, geb. Vriezenveen 7 dec. 1901, † ald. 4 maart 1902.
2. Juliana Johanna Berkhof, geb. Vriezenveen omstr. 1905, †?.

Notitie bij Jan Hendrikus: landbouwer (bron: trouwregistatie 1899, overlijdensakte 1937). Bewoonde boerderij, Oosteinde 115 (huidige nummering, bekend als "de Hitte"; Bron: Ken uw dorp en heb het lief, blz.295)

VIIIg. Hendrikus Berkhof, geb. Vriezenveen 7 febr. 1804, † ald. 19 jan. 1852,7 tr. Vriezenveen 13 april 1827 Hendrika Oudendijk, geb. Vriezenveen 1797, † ald. 25 nov. 1849,7 dr. van Jan en Kunnigjen Smelt.
Uit dit huwelijk:
1. Clasina Berkhof, geb. Vriezenveen 25 okt. 1828, † ald. 23 april 1898,97 tr. Vriezenveen 20 maart 1852 Hendrik Berkhof (IXg).
2. Frederik Johannes, volgt IXh.
3. Dina Berkhof, geb. Vriezenveen 1842, † ald. 11 maart 1905,7 tr. Vriezenveen 26 maart 1864 Gerrit Stegeman, geb. Vriezenveen 1836, † ald. 22 febr. 1924, zn. van Hermen en Berendina Kobes.

Notitie bij Hendrikus: kuiper, 1837-1841 ouderling namens het Oosteinde in de Ned. Herv. Kerk, volgens trouwakte landbouwer van beroep.
landbouwer volgens overlijdensakte.
Volgens het kohier van de hoofdelijke omslag uit 1850 moest hij 5 gulden belasting betalen en woonde hij toen op het adres: wijk 3 nr. 181.
Notitie bij de geboorte van Clasina: geboren als Clasina dv Hendrikus Berkhof, 24 jaar, landbouwer en Hendrika Oudendijk, zonder speciaal beroep zijne huisvrouw, 32 jaar
Notitie bij Hendrik: landbouwer, bewoonde boerderij Oosteinde 115 (huidige nummering) bron: kadaster 1876.
Notitie bij Dina: dienstmeid van beroep bij huwelijksregistratie in 1864.
Notitie bij Gerrit: wever van beroep bij huwelijksregistratie in 1864.

IXh. Frederik Johannes Berkhof, geb. Vriezenveen 7 jan. 1833, † ald. 22 maart 1873,99 tr. 1e Vriezenveen 3 mei 1862 Johanna van’t Schot, geb. Vriezenveen 1837, † ald. 17 juli 1870, dr. van Gerrit en Hendrika Tijhof; tr. 2e Vriezenveen 24 dec. 1870 Gerritdina Tijhof, geb. Vriezenveen omstr. 1840, † ald. 13 okt. 1925, dr. van Johannes en Hendrika Poortman; zij hertr. Vriezenveen 21 april 1876 Hendrikus Dekker.
Uit het eerste huwelijk:
1. Hendrikus, volgt Xm.
2. Gerrit Berkhof, geb. Vriezenveen 1865, †?.
3. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 1867, † ald. 27 aug. 1868.7
4. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 1869, †?.
5. Gerritdina Berkhof, geb. Vriezenveen omstr. 1870, †?.

Notitie bij Frederik Johannes: wever (bron: huwelijksregistratie 1862), volgens huwlijksregistratie 1870 landbouwer.
Notitie bij de geboorte van Frederik Johannes: geboren als Fredrik Johannes zv Hendrikus Berkhof, landbouwer 29 jaar en Hendrika Oudendijk, zijne huisvrouw, 36 jaar.
Notitie bij Gerritdina: bij huwelijk boerwerkster
Notitie bij het overlijden van Hendrik: ruim 8 maanden oud

Xm. Hendrikus Berkhof, geb. Vriezenveen 5 febr. 1863, † ald. 17 juni 1909,7 tr. Vriezenveen 11 mei 1888 Annigjen Schotman, geb. Wierden 30 april 1865, † Vriezenveen 14 mei 1941, dr. van Jan en Maria Heuver.
Uit dit huwelijk:
1. Frederik Johannes Berkhof, geb. Vriezenveen 15 okt. 1889, † ald. 2 juni 1909.7
2. Maria Berkhof, geb. Vriezenveen 15 febr. 1892, † 21 febr. 1976,13 tr. Vriezenveen 18 maart 192129 Jan Cornelis Aalderink, geb. Vriezenveen 16 juli 1889, † 29 juni 1969,13 zn. van Johan en Gerritdina Abbink.
3. Jan, volgt XI-l.
4. Johannes, volgt XIm.
5. Johanna Berkhof, geb. Vriezenveen 1900, † ald. 8 juni 1900.7
6. Johanna Berkhof, geb. Vriezenveen 1 sept. 1901, † Lemelerveld 1909.
7. Hendrik, volgt XIn.

Notitie bij Hendrikus: fabrieksarbeider (bron: huwelijksakte 1888 en overlijdensakte 1909), bewoonde een woning wijk 6 nummer 691 (overlijden dochter Johanna 1900), Westeinde in de buurt van het huidige nummer 277.
Notitie bij de geboorte van Annigjen: bron: bevolkingsregister Vriezenveen
Notitie bij Frederik Johannes: fabrieksarbeider (bij overlijden).
Notitie bij Jan Cornelis: schilder
Notitie bij het overlijden van Johanna: 2 maanden oud bij overlijden en overleden ten huize van wijk 6 nummer 691

XI-l. Jan Berkhof, geb. Vriezenveen 28 dec. 1894, † ald. 26 juni 1969,13 tr. Vriezenveen 28 okt. 1921 Jesina Johanna Makkinga, geb. Vriezenveen 18 aug. 1893, † 28 juli 1981, dr. van Jan Hendrik Johannes en Hendrika Kleinhalle.
Uit dit huwelijk:
1. Jan Hendrik Johannes Berkhof, geb. Vriezenveen 3 aug. 1924, † ald. 22 juli 1925.7
2. Hendrikus (Dieks) Berkhof, geb. Vriezenveen 28 juli 1929.

Notitie bij Jan: textielarbeider: bron huwelijksregistratie 1921
Notitie bij het overlijden van Jan Hendrik Johannes: volgens akte van overlijden 11 maanden oud.

XIm. Johannes Berkhof, geb. Vriezenveen 1898, † Enschede 1979, tr. Vriezenveen 5 dec. 19297 Barendina Webbink, geb. Vriezenveen 28 okt. 1908, † Almelo 1977, dr. van Jan Hendrik en Gerritdina de Witte.
Uit dit huwelijk:
1. Hendrikus Berkhof, geb. Vriezenveen 5 sept. 1930, † Wierden 28 febr. 2006, tr. Frederika (Riek) Koster, †? vóór 2006.
2. Jan Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 19 april 1932,13 † ald. 24 juni 1937.
3. Fredrik Johannes Berkhof, geb. Vriezenveen 15 aug. 1935, † 21 maart 2009, begr. Wierden.
4. Annigjen Berkhof, geb. Vriezenveen 1941, † ald. 16 jan. 1942.7
5. Gerritdina Berkhof, geb. Vriezenveen 1941, † ald. 15 jan. 1942.7

Notitie bij Johannes: fabrieksarbeider (bron: huwelijksregistratie)
Notitie bij het overlijden van Johannes: bron: Vriezenveners.nl
Notitie bij Barendina: fabrieksarbeidster (bron: huwelijksregistratie)
Notitie bij de geboorte van Barendina: bij huwelijk 21 jaar oud
Notitie bij het overlijden van Barendina: bron: Vriezenveners.nl
Notitie bij het overlijden van Jan Hendrik: 5 jaar oud bij overlijden
Notitie bij Annigjen: tweeling
Notitie bij het overlijden van Annigjen: 1 maand oud bij overlijden
Notitie bij Gerritdina: tweeling
Notitie bij het overlijden van Gerritdina: bij overlijden 1 maand oud

XIn. Hendrik Berkhof, geb. Vriezenveen 17 april 1906, † ald. 7 dec. 1981, tr. Vriezenveen 11 nov. 1933 Egbertha Weijers.
Uit dit huwelijk:
Annigjen Berkhof, geb. Vriezenveen 2 sept. 1934, † 25 jan. 2005, begr. Wierden, tr. Hermannus Wolters, geb. Wierden 22 juli 1935, † 30 maart 2009, begr. ald..

Notitie bij Annigjen: bron persoon: bevolkingsregister Vriezenveen

VIIIh. Gradus (Gerhardus) Berkhof, geb. Vriezenveen 21 juni 1806, † ald. 14 jan. 1879,7 tr. 1e Vriezenveen 7 sept. 1833 Johanna Tijhof, geb. Vriezenveen 2 sept. 1805, † ald. 10 juli 1845, dr. van Hermannus en Kunnigjen Hendriks Klaassen; tr. 2e Vriezenveen 16 sept. 1848100 Gesina Fikkert, geb. Vriezenveen 1825, † ald. 9 juli 1900,7 dr. van Jan en Johanna Klein.
Uit het eerste huwelijk:
1. Janna Alberdina Berkhof, geb. Vriezenveen 13 aug. 1834, † ald. 27 okt. 1841.
2. Derkdina Berkhof, geb. Vriezenveen 1836, † ald. 24 dec. 1907,7 tr. Vriezenveen 2 juni 1860 Gerrit Smoes, geb. Vriezenveen 1836, † ald. 21 jan. 1905, zn. van Berend en Johanna Meulenbeld.
3. Hermannus, volgt IXi.
4. Frederika Berkhof, geb. Vriezenveen 1841, † ald. 2 dec. 1896, tr. Vriezenveen 4 april 1863 Johannes Smoes, geb. 1833, † Vriezenveen 19 juni 1892, zn. van Berend en Johanna Meulenbeld.
5. Albertus Johannes Berkhof, geb. Vriezenveen 1844, † ald. 22 okt. 1847.
Uit het tweede huwelijk:
6. Johanna Berkhof, geb. Vriezenveen 1849, † ald. 15 maart 1928,7 tr. Vriezenveen 6 april 1872 Bertus Wichers, geb. 1839, † Vriezenveen 11 aug. 1912, zn. van Gerhardus en Aaltje Fijneman.
7. Johanna Jesina Berkhoff, geb. Vriezenveen 1851, † Wierden 20 febr. 1935, tr. Wierden 23 nov. 18767 Jan Smit, geb. Wierden omstr. 1850, †?, zn. van Berend en Jantien van Beerse.
8. Janna Alberdina Berkhoff, geb. Vriezenveen 12 sept. 1852,101 † ald. 30 aug. 1937, tr. Vriezenveen 24 dec. 1873 Cornelius Gerhardus Weyers, geb. Vriezenveen 7 sept. 1849, † ald. 9 maart 1934, zn. van Gerrit Weijers en Klasina Kobus.
9. Jezina Berkhoff, geb. Vriezenveen 1857, † ald. 25 april 1858.
10. Jezina Berkhof, geb. Vriezenveen 10 aug. 1860, † Almelo 3 april 1928, tr. Vriezenveen 29 april 1882102 Gerhardus Alberts, geb. Vriezenveen 1854, † Almelo 13 jan. 1929,7 zn. van Egbert en Gerritdina Frederika Dekker.
11. Gerharda Berkhoff, geb. 1863, † Almelo 22 maart 1928, tr. 1e Vriezenveen 15 okt. 1881103 Albert Hopster, geb. Vriezenveen 1858, † ald. 5 dec. 1893, zn. van Lykel en Wolterdina Sina Spieker; tr. 2e Vriezenveen 13 april 1895104 Steffen Smelt, geb. Vriezenveen 1853, † Ambt Almelo 26 april 1902, zn. van Hendrikus en Christina Berendina Aman; tr. 3e Ambt Almelo 21 febr. 1903 Jan Smit, † Deventer 1 juni 1936,7 zn. van Hendrik en Jennigje Nijkamp en wedr. van Janna Veldhuis.
12. Levenloze dochter, geb. Vriezenveen 28 dec. 1866.

Notitie bij Gradus (Gerhardus): landbouwer
Notitie bij de geboorte van Gradus (Gerhardus): gedoopt als Gradus zoon van Fredrik Berkhoff en Derkdina Schipper
Notitie bij het overlijden van Janna Alberdina: 7 jaar oud bij overlijden. vermeld als Johanna Berkhof in de overlijdensakte.
Notitie bij Gerrit: bij huwelijk turfschipper, bij overlijden landbouwer.
Notitie bij Johannes: bij huwelijk turfschipper van beroep, volgens overlijdensakte landbouwer.
Notitie bij het overlijden van Johannes: 59 jaar oud volgens akte van overlijden.
Notitie bij Bertus: boerwerker bij huwelijksregistratie in 1872
fabrieksarbeider (bron: huwelijksakte dochter Hendrika Aman 1924)
Notitie bij het huwelijk van Jan en Johanna Jesina: Jan Smit is bij zijn huwelijk in 1876 26 jaar oud.
Notitie bij Jan: landbouwer
Notitie bij het overlijden van Janna Alberdina: bij overlijden vermeld als Janna Alberdina Berkhoff, oud 84 jaar.
Notitie bij Cornelius Gerhardus: landbouwer
Notitie bij het overlijden van Jezina: 10 maanden oud, overleden als Jezina Berkhoff dv Gradus Berkhoff en Gezina Fikkert.
Notitie bij het overlijden van Gerhardus: 74 jaar oud volgens overlijdensregistratie.
Notitie bij Albert: arbeider
Notitie bij Steffen: landbouwer
Notitie bij Jan: arbeider of dagloner.
Notitie bij het overlijden van Jan: bij overlijden 74 jaar oud.

IXi. Hermannus Berkhof, geb. Vriezenveen 21 sept. 1838, † ald. 13 nov. 1872, tr. Vriezenveen 11 april 1868 Gezina Fokke, geb. 1840, † Vriezenveen 21 juni 1928, dr. van Berend en Alberdina van der Veen; zij hertr. Vriezenveen 1873 Derk Keijzer.
Uit dit huwelijk:
1. Gerhardus Berkhof, geb. Vriezenveen 1868, † ald. 25 aug. 1868.
2. Gerhardus Berkhof, geb. Vriezenveen 1870, † ald. 3 juni 1873.
3. Alberdina Berkhof, geb. Vriezenveen 1872, † ald. 12 april 1873.

Notitie bij Hermannus: bij huwelijk (1868) landbouwer van beroep
Notitie bij het overlijden van Hermannus: 34 jaar oud.
Notitie bij Gezina: bij huwelijk (1868) dienstmeid.
Notitie bij het overlijden van Gerhardus: 3 weken oud
Notitie bij het overlijden van Alberdina: 6 maanden oud

VIi. Egbert Berends Berkhof, ged. Vriezenveen 4 febr. 1731, † Maarssen vóór 24 juni 1801, tr. Maarssen 21 april 1758 Geertruy Keizer, geb. omstr. 1730, †?.
Uit dit huwelijk:
1. Geertruy Berkhof, ged. Maarssen 11 febr. 1759, † Amsterdam 3 nov. 1819.
2. Hendrik, volgt VIIi.
3. Barend, volgt VIIj.
4. Frederik, volgt VIIk.
5. Evertje Berkhof, ged. Maarssen 18 febr. 1774, † ald. 11 maart 1834, tr. Lopikerkapel 1793 Coos (Cors) Ruis, geb.?Lopikerkapel omstr. 1774, †?.

Notitie bij Egbert Berends: 12-01-1763 ontvangen Egbert Berends Berkhof en Wolter Derks Schipper (gehuwd met Jenneken Berends Berkhof) van de schout Jan Dikkers 237,10 gulden, in verband met proceskosten inzake de sluis bij het Kooikershuis, die wijlen hun (schoon) vader als verwalter-schout had gemaakt en van gemeentewege had voorgeschoten (Archief Huis Weleveld, kerspel Vriezenveen, inv. nr. 2).
Notitie bij Geertruy: (bij trouwen wonend op Maarsseveen)
Notitie bij Geertruy: In de overlijdensakte sataat vermeld dat zij 56 jaar zou zijn en werkster van beroep is.. Overleden in het Binnen Gasthuis.

VIIi. Hendrik Berkhof, geb. Maarssen 1 aug. 1762, † Amsterdam 3 april 1829, tr. 1e Utrecht 1788 Willemientje van Houten, geb.?Utrecht omstr. 1760, †?; tr. 2e Amsterdam 16 april 1790 Aletta van Woudenberg, geb. Renswoude omstr. 1757, † vóór 3 april 1829, dr. van Teunis Hendrik.
Uit het eerste huwelijk:
1. Anne Maria Berkhof, geb. Maarssen 1 jan. 1789, †?.
Uit het tweede huwelijk:
2. Geertruy Berkhof, geb. Amsterdam 3 jan. 1791, † ald. 18 nov. 1864, tr. Amsterdam 26 juli 1812 Gijsbert de Graaf, geb. Amsterdam 19 sept. 1784, †?, zn. van Arie en Jannetje van Beem.
3. Teunis Johannes Berkhof, geb. Amsterdam 20 jan. 1793, † ald. 30 juli 1793.
4. Jannetje Catriena Berkhof, geb. Amsterdam 21 dec. 1794, † ald. 28 dec. 1796.
5. Jan Berkhof, geb. Amsterdam 5 juni 1797, †?.

Notitie bij Hendrik: timmerman, Nieuwe Looyerstraat 1(1796)18-4-1788 ondertrouw te Maarssen; trouw te Utrecht
1790 bij trouwen wonend op’t Rusland naast de "smitt".

1793, bij overlijden zoon Teunis Johannes wonend aan de Noorderdwarsstraat tussen Heiligeweg en Leidsche kerkhof.
woont op 2-6-1818 in de Nieuwe Looierstraat in het Groene Hofje nr.1 (bron: notarieel archief Almelo 1818, boedelscheiding van Jan Brink te Vriezenveen, waarin Aletta van Woudenberg een erfdeel in heeft, dit betekent dat Aletta van moederszijde verwant zal zijn geweest aan de familie Brink, mogelijk was haar moeder een Brink)
Overleden in het Buiten Gasthuis.
Notitie bij Geertruy: naaister, Amstel 773 kanton 1, gedoopt in de Amstelkerk.
Volgens bevolkingsregister Amsterdam ca. 1850 wonend aan de Bloemstraat 163 later 263.
Notitie bij Gijsbert: timmermansknecht (bij trouwen 1812). Is getuige bij het overlijden van zijn tante Gijsbertje van Woudenberg, die gehuwd was met de Vriezenvener Jan Brink (1812). Is dan woonachtig op het adres Sint Jansstraat 47.
Notitie bij Teunis Johannes: Noorderdwarsstraat (1793), gedoopt in de Amstelkerk
Notitie bij Jannetje Catriena: Nieuwe Looyerstraat, gedoopt in de Amstelkerk.

VIIj. Barend Berkhof(f), ged. Maarssen 21 febr. 1765, † ald. 21 febr. 1800, tr. Breukelen (ondertr. Maarssen 7 aug.) 1795 Margrietje van den Heuvel, geb.?Breukelen omstr. 1765, †?.
Uit dit huwelijk:
1. Geertruy Berkhof(f), ged. Maarssen 31 jan. 1796, † Amsterdam 21 jan. 1817.
2. Johanna Berkhof, geb. Maarssen 29 okt. 1797, †?.
3. Egbert Jan Berkhof, ged. Maarssen 26 nov. 1798, †?.

Notitie bij Geertruy: Woont volgens de overlijdensakte aan de Jonkerstraat 2 te Amsterdam.

VIIk. Frederik Berkhof, geb. Maarssen 23 okt. 1768, † ald. 7 jan. 1850, tr. Maarssen 22 april 1805 Johanna van der Louw, geb. Utrecht omstr. 1778, † Maarsseveen 11 april 1856.
Uit dit huwelijk:
1. Johannes Berkhof, geb. Maarssen (?) omstr. 1806, † Maarsseveen 19 febr. 1868.
2. Bartje Berkhof, geb. Maarssen 28 okt. 1811, † ald. 28 nov. 1812.
3. Geertruy Berkhof, geb. Maarssen 15 febr. 1813, † ald. 20 febr. 1813.
4. Fijtje Berkhof, geb. Maarssen 29 dec. 1814, † Amsterdam 19 nov. 1888, tr. Amsterdam 25 juli 1850 Hendrik de Jong, geb. Amsterdam omstr. 1818, †?, zn. van Hendrik en Antonia Pouw.
5. Geertruy Berkhof, geb. Maarssen 20 nov. 1821, †?.
6. Geertruy Berkhof, geb. Maarssen 3 nov. 1822, † Amsterdam 3 dec. 1888.

Notitie bij Frederik: daggelder
Notitie bij het overlijden van Johanna: bij overlijden 78 jaar oud. ouders onbekend geboren te Utrecht.
Notitie bij het overlijden van Johannes: werkman, ongehuwd oud ruim 60 jaren, geboren te Maarsserbroek zoon van"Fredrik Berkhof en Hanna van de Wal". De achternaam van de moeder is onjuist vastgelegd bij de overlijdensregistratie.
Notitie bij Fijtje: Leidsestraat 93 kanton 2, R.K.
Notitie bij Hendrik: zilversmid en tapper,Leidsestraat 31, R.K.
Notitie bij Geertruy: Volgens het bevolkingsregister van Amsterdam april 1859 met attestatie van Maarssen, woont dan tot mei 1859 bij haar zuster aan de Leidsestraat nr. 31. RK


Bronnen

1. o.a. boterpachtregisters Huize Almelo. Verpondingsregister Staten van Overijssel 1601. Alles te vinden in het Rijksarchief Zwolle.
2. rechtsprotocollen stad Almelo; zie notities echtgenoot
3. Archief Schoutamt Vriezenveen (hypotheek) zie notties, echtgenoot
4. (archief Huize Almelo inv. nr. 3212).
5. correctie doorgevoerd 11-07-2008 nav e-mail Daan Vossebelt.
6. AHA inv. nr.3242
7. Genlias
8. André Idzinga; Vriezenveners.nl
9. akte nr. 20
10. Register van aangegeven lijken 1810 (André Idzinga)
11. akte nr. 10 (Gen Lias)
12. huwelijksakte 1819
13. grafsteen kerkhof Vriezenveen
14. Historisch Archief Overijssel digitaal
15. akte nr. 18 d.d. 1 maart 1826
16. genlias akte nr. 15
17. Vriezenveners.nl
18. http://www.geneaservice.nl/ar/2003/ar-262.html
19. http://www.woltersgen.nl/berkpar-frm3.htm
20. woltersgen.nl
21. mensenlinq.nl
22. grafsteen kerkhof Leiderdorp
23. graftombe.nl
24. Rouwkaart
25. grafsteen Steenwijk
26. genlias akte nr. 3
27. akte 5
28. aktenr. 28 d.d. 30-4-1862
29. Historisch Centrum Overijssel digitaal
30. overlijdensannonce Reformatiorisch Dagblad
31. André Idzinga
32. akte nummer 3
33. Genlias akte 64
34. Genlias akte 24
35. Genlias akte 3
36. akte nr. 12
37. DTB
38. trouw dochter Kunnigje in 1758
39. André Idzinga ; Vriezenveners.nl
40. trouwboek, trouwen zoon Berend met Aaltje Wichers
41. akte nr. 12 sup Genlias
42. genlias akte nr. 83
43. genlias akte nr. 4
44. genlias akte nr. 38
45. genlias akte nr.6
46. Genlias akte 15
47. Archiefonderzoek Rusland (2011)
48. digitaal overlijdensregister Historisch Centrum Overijssel aktenr. 41
49. akte nr. 2
50. Anita Kampherbeek, mail 24-5-2006
51. digitaal overlijdensregister Historisch Centrum Overijssel aktenr. 57
52. bron: grafzerk kerkhof Vriezenveen
53. genlias akte nr. 18
54. grafsteen kerkhof Vriezenveen/genlias
55. grafsteen kerkhof Vriezenveen; genlias
56. overlijdensadvertentie Twentse Courant Tubantia 13-12-2001
57. overlijdensadvertentie Twentse Courant Tubantia 17-11-2006
58. Register van aangegeven lijken 1810 (André Idzinga)
59. trouwakte 7-9-1822
60. Genlias, akte nummer 66
61. persoonlijke aantekeningen van vader Jan Teunis in familiearchief Teunis.
62. Genlias, aktenr. 17
63. genlias akte nr. 58
64. begraafregister Sint Anthonie Kerkhof
65. begrafenisregister Sint Anthooniekerkhof
66. bebrafenisregister Sint Anthonie Kekrhof
67. nog genoemd in belastingregister van gehoornde beesten en bezaaide landen uit 1768
68. inv.nr. 4067 Statenarchief Overijssel
69. AHA inv. nr.3241
70. volkstelling 1748
71. Register van aangegeven lijken 1807 (André Idzinga)
72. boterpachtkohieren archief Huize Almelo
73. boterpachtregisters
74. (Archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2673).
75. Testament Hermen Berkhof en Berendje Jonker d.d. 09-03-1714
76. (bron: Archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2674).
77. doopdata kinderen vanaf 1710
78. Genlias database
79. mail: G. Klijn d.d. 4-1-2004
80. Burgelijke stand Huwelijken; aktenummer 13
81. digitale stamboom Rotterdam, aktenr. 708
82. Burgerlijke Stand, huwelijken akte nummer r54v (digitaal archief gemeente Rotterdam)
83. digitale stamboom Rotterdam
84. Archief Huize Almelo inv. nr. 2778,
85. Schuldverklaring echtgenoot in 1785 waarbij deze de voogd is van zijn kinderen. Dit betekent dat Jenneken Berends Berkhof dan moet zijn overleden.
86. getuige bij huwelijk dochter Diena te Amsterdam op 15-04-1791
87. Archief Huize Almelo, akte aanstelling verwalter-scholtus inv. nr.2649.
88. Akte van transport: 16-01-1762 genoemd Janna Barkhoff de weduwe van Jan Hendrik Brink (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2676).
89. aangiftedatum overlijden is 11 april 1839
90. akte nr. 25 genlias
91. akte nr. 27 (Gen Lias)
92. huwelijksregistratie 1813
93. bron: huwelijksregistratie 1815
94. huwelijksakte 1816
95. bron huwelijksakte 1816
96. Genlias ake nr.4
97. André Idzinga Vriezenveners.nl
98. akte nr. 33 d.d.26-03-1861
99. genlias akte nr. 25
100. genlias akte nr.24
101. grafzerk
102. )
103. Genlias akte 25
104. Genlais akte nr. 5

Index

Aa, Hendrikje Jansen van der (1675-1756)  Va,2; VIa
Aalderink, Jan Cornelis (1889-1969)  Xm,2
Aalderink, Johan  Xm,2
Abbink, Gerritdina  Xm,2
Agricola, Jan (Johannes) (x1777)   VIe,3
Agterman, Maria (-1791)  VIh,1
Albers, Geesje  VIc,6
Alberts, Egbert (1820-)  VIIIh,10
Alberts, Gerhardus (1851-1884)  IXg,1
Alberts, Gerhardus (1854-1929)  VIIIh,10
Alberts, Hendrikje (-1724)  Vc,3
Alberts, Jan (1825-)  IXg,1
Alberts, Jenneken (1625-1697)  IVc
Aman, Albartus Bernardus (1826-1888)  IXa,3; Xc,4
Aman, Berendina Kunna (1835-)  Xh
Aman, Christina Berendina (1825-)  VIIIh,11
Aman, Fredrik Hendriks (1762-1827)  VIIIa,5; VIIb,2
Aman, Gerrit Hendriks (1765-1839)  VIg,4
Aman, Hendrikus (1857-1914)  Xc,4
Aman, Hendrikus Fz. (1788-1855)  IXa,3; Xa
Aman, Henricus Harmsen (1730-1806)  VIIb,2; VIg,4
Aman, Jan (1798-1846)  VIIIa,5
Aman, Jan Johan (1838-1887)  IXg,6
Aman, Janna (1824-1879)  Xa
Aman, Jannes (1929-2013)  XIIe,5
Aman, Johanna (1784-1830)  IXa,1
Aman, Johannes (1870-1917)  IXg,6
Arends (Schuurman), Hendrick (1647-1724)  Vb
Barckhof, Jan Berents (1630-1677)  II,4
Beem, Jannetje van (1760-1812)  VIIi,2
Beerse, Jantien van  VIIIh,7
Berchoff, Hermen Berendz (1611-1633)  II,1
Berckhof, Berent Berentsen (1619-1676)  IIIb
Berckhoff, Berendt Jansen (1580-1644)  II
Berckhoff, Jasper Hendriks (1650-1720)  IVb
Berckhoff, Johan (1550-1601)  I
Berckhoff, Wisse (1575-1590)  I,1
Berckhoff (ook Berchof en Barchof), Berent Hendriks (1640-1702)  IVa
Berckhoff Kruis, Berent Berentsen (1655-1713)  IVd
Berends, Fenneken (1630-1683)  IVe
Berendsen, Aeltjen (1695-1759)  VIIb
Berg, Cornelia van den (1914-2003)  XIIIa
Berg, Maria van den  IXf
Bergen van der Grijp, Willemina van  XIi,2
Berkhof, levenloze dochter (1839)  VIIIf,3
Berkhof, levenloos kind (1867)  Xi,5
Berkhof, levenloos kind (1877)  Xj,10
Berkhof, levenloos kind (1877)  Xi,9
Berkhof, levenloos kind (1878)  Xj,11
Berkhof, Aaltie (1772-1773)  VIIg,3
Berkhof, Aaltje (1824-1849)  IXf,5
Berkhof, Aaltje (1857-1862)  Xc,3
Berkhof, Aaltjen (1739-1815)  VIf,2
Berkhof, Adriaantje (1796-1803)  VIIId,2
Berkhof, Adriaantje (1803-1858)  VIIId,4
Berkhof, Alberdina (1854-1855)  Xc,1
Berkhof, Alberdina (1872-1873)  IXi,3
Berkhof, Albert (1836-1892)  IXc,4
Berkhof, Albert (1874-1956)  Xf,2
Berkhof, Albert (1874-)  XIf
Berkhof, Albert (1892-1933)  XIg
Berkhof, Albert (1893-1893)  Xh,3
Berkhof, Albert (1913-1986)  XIf,2
Berkhof, Albert Berends (1739-1773)  VIIe
Berkhof, Albert Berendsen (1711-1748)  VIe
Berkhof, Albertus (1840-1840)  IXe,3
Berkhof, Albertus (1841-1842)  IXe,4
Berkhof, Albertus (1887-1943)  XIIc
Berkhof, Albertus (1889-1963)  Xf,7
Berkhof, Albertus (1892-1933)  Xg,2
Berkhof, Albertus (1928-2000)  XIId,4
Berkhof, Albertus Johannes (1844-1847)  VIIIh,5
Berkhof, Anna Elizabeth Cornelia (1896-1929)  XIi,1
Berkhof, Anne Maria (1789-)  VIIi,1
Berkhof, Annie (-2001)  XIIi,1
Berkhof, Annigjen (1934-2005)  XIn,1
Berkhof, Annigjen (1941-1942)  XIm,4
Berkhof, Baartje (1809-)  VIIId,5
Berkhof, Barend (1944-1946)  XIh,2
Berkhof, Barendina Christina (1874-1874)  Xk,6
Berkhof, Barent (1769-1787)  VIIe,1
Berkhof, Bartje (1811-1812)  VIIk,2
Berkhof, Benjamina Alberta (Mine) (1926-2003)  XIId,3
Berkhof, Berend (1761-)  VIh,2
Berkhof, Berend (1927-1989)  XIIf,3
Berkhof, Berend Berends (1756-1814)  VIId,1
Berkhof, Berendina (1738-1742)  VIe,1
Berkhof, Berendina (1742-1793)  VIe,3
Berkhof, Berendina (1762-1809)  VIh,3; VIIIf
Berkhof, Berendina (1839-1839)  IXe,2
Berkhof, Berendina (1844-1872)  IXe,5
Berkhof, Berendina (1903-1918)  Xg,7
Berkhof, Berendina Hendrika (1921-2001)  XIIe,2
Berkhof, Berendina Jansen (1759-1830)  VIg,4
Berkhof, Berent Jansen (1691-1758)  Ve
Berkhof, Bertha Alberdina (1927-2013)  XIIe,5
Berkhof, Clasina (1828-1898)  IXg; VIIIg,1
Berkhof, Clasina Frederika (1901-1902)  X-l,1
Berkhof, Cornelia (1826-1849)  IXf,6
Berkhof, Cornelis (1768-)  VIIf,4
Berkhof, Cornelis (1821-1821)  IXf,2
Berkhof, Cornelis (1866-1866)  Xj,2
Berkhof, Cornelis (1867-1867)  Xj,3
Berkhof, Cornelis (1870-1870)  Xj,5
Berkhof, Cornelis (1898-1962)  XIi,2
Berkhof, Derk (1955-)  XIIIb,2
Berkhof, Derk Hendrik (1836-1904)  IXb,2
Berkhof, Derkdina (1835-1860)  VIIIf,2
Berkhof, Derkdina (1836-1907)  VIIIh,2
Berkhof, Dina (1842-1905)  VIIIg,3
Berkhof, Dina (1918-1918)  XIg,1
Berkhof, Egbert (1861-1921)  Xc,5
Berkhof, Egbert Berends (1731-1801)  VIi
Berkhof, Egbert Jan (1798-)  VIIj,3
Berkhof, Elizabeth (1847-)  IXf,13
Berkhof, Elizabeth Johanna (1916-2004)  XIIc,2
Berkhof, Engberta Hendrika (1939-1999)  XIIb,6
Berkhof, Engbertus (1895-1943)  XIIb
Berkhof, Evertje (1774-1834)  VIi,5
Berkhof, Ezina (1871-1875)  Xc,8
Berkhof, Fenneken Berends (1725-1801)  Ve,3
Berkhof, Fennigje Jansen (1697-1732)  Va,3
Berkhof, Fijtje (1814-1888)  VIIk,4
Berkhof, Fina Berendina (1878-1928)  Xe,2
Berkhof, Frederik (1768-1850)  VIIk
Berkhof, Frederik (1841-1856)  VIIIf,4
Berkhof, Frederik Berends (1736-1763)  Ve,8
Berkhof, Frederik Johannes (1833-1873)  IXh
Berkhof, Frederik Johannes (1889-1909)  Xm,1
Berkhof, Frederik Willem Huldrik (1949-2013)  XIIIa,1
Berkhof, Frederika (1841-1896)  VIIIh,4
Berkhof, Frederika (1882-1885)  Xf,5
Berkhof, Frederika (1886-1908)  Xf,6
Berkhof, Fredrik Johannes (1889-1938)  XIId
Berkhof, Fredrik Johannes (1935-2009)  XIm,3
Berkhof, Geertien (1863-1927)  Xi,3
Berkhof, Geertje (1770-)  VIIf,5
Berkhof, Geertjen Jansen (1753-1813)  VIg,2
Berkhof, Geertrui Adriana (1869-1869)  Xj,4
Berkhof, Geertruida (1870-1870)  Xk,3
Berkhof, Geertruida (1874-1874)  Xj,8
Berkhof, Geertruy (1759-1819)  VIi,1
Berkhof, Geertruy (1791-1864)  VIIi,2
Berkhof, Geertruy (1813-1813)  VIIk,3
Berkhof, Geertruy (1821-)  VIIk,5
Berkhof, Geertruy (1822-1888)  VIIk,6
Berkhof, Gerhardus (1868-1868)  IXi,1
Berkhof, Gerhardus (1870-1873)  IXi,2
Berkhof, Gerhardus Engbertus (1926-1993)  XIIIb
Berkhof, Gerhardus Lambertus (1839-1907)  IXb,4
Berkhof, Gerri Johanna (Gerri) (1930-2015)  XIIe,6
Berkhof, Gerrijt Jaspers (1693-1747)  Vb
Berkhof, Gerrit (1865-)  IXh,2
Berkhof, Gerritdina (1870-)  IXh,5
Berkhof, Gerritdina (1941-1942)  XIm,5
Berkhof, Gerritdina (Dineke) (1946-2012)  XIIh,1
Berkhof, Gradus (Gerhardus) (1806-1879)  VIIIh
Berkhof, Helena (1914-)  Xg,13
Berkhof, Helena Aleida (1909-1999)  XIf,1
Berkhof, Hendrik (1762-1829)  VIIi
Berkhof, Hendrik (1824-1874)  IXg; VIIIg,1
Berkhof, Hendrik (1843-1921)  Xk
Berkhof, Hendrik (1849-1938)  Xg
Berkhof, Hendrik (1866-)  IXg,5
Berkhof, Hendrik (1867-1868)  IXh,3
Berkhof, Hendrik (1869-)  IXh,4
Berkhof, Hendrik (1879-1960)  Xf,4
Berkhof, Hendrik (1894-1895)  Xg,3
Berkhof, Hendrik (1897-1898)  Xg,5
Berkhof, Hendrik (1897-1967)  XIIg
Berkhof, Hendrik (1906-1981)  XIn
Berkhof, Hendrik (1908-1909)  Xg,10
Berkhof, Hendrik (1910-1911)  Xg,11
Berkhof, Hendrik (1919-1969)  XIIi
Berkhof, Hendrik (1932-1996)  XIIg,5
Berkhof, Hendrik (1941-1971)  XIh,1
Berkhof, Hendrik (1958-)  XIIIb,3
Berkhof, Hendrik Berends (1727-1798)  VIh
Berkhof, Hendrik Derk (1834-1893)  IXb,1
Berkhof, Hendrik Gerrits (1724-1779)  Vb,1
Berkhof, Hendrik Jansen (1755-)  VIg,3
Berkhof, Hendrika (1853-1925)  IXg,1
Berkhof, Hendrika (1896-1918)  Xg,4
Berkhof, Hendrika (1922-1922)  XIIe,3
Berkhof, Hendrika (Riek) (1923-2006)  XIIe,4
Berkhof, Hendrika Berendina Hanna (1897-1898)  Xh,4
Berkhof, Hendrika Jansen (1764-)  VIg,5
Berkhof, Hendrika Johanna (1931-2004)  XIIb,3
Berkhof, Hendrika Johanna (Riek) (1931-2011)  XIId,5
Berkhof, Hendrikje Gerrits (1729-1779)  Vb,4
Berkhof, Hendrikus (1759-1842)  VIh,1
Berkhof, Hendrikus (1804-1852)  VIIIg
Berkhof, Hendrikus (1863-1909)  Xm
Berkhof, Hendrikus (1914-1995)  XIIIa
Berkhof, Hendrikus (1923-1971)  XIIf,1
Berkhof, Hendrikus (1924-1989)  XIId,2
Berkhof, Hendrikus (1925-2012)  XIIg,1
Berkhof, Hendrikus (1930-2006)  XIm,1
Berkhof, Hendrikus (Dieks) (1929-)  XI-l,2
Berkhof, Hendrina (1869-1936)  IXg,6
Berkhof, Hermannus (1838-1872)  IXi
Berkhof, Hermannus (1890-1890)  Xh,1
Berkhof, Hermannus (1891-1920)  Xh,2
Berkhof, Hermannus (1921-1922)  XIg,4
Berkhof, Hermina (1740-1748)  Ve,9
Berkhof, Hermina (1900-1997)  Xg,6
Berkhof, Huyg (1775-)  VIIf,7
Berkhof, J(oh)annes Jansen (1743-1773)  VIIg
Berkhof, Jacob (1837-1918)  Xj
Berkhof, Jacob (1903-1927)  XIi,5
Berkhof, Jacoba Johanna (1882-1883)  Xj,12
Berkhof, Jacobus Martinus (Jaap) (1922-1985)  XIIc,3
Berkhof, Jan (1765-1834)  VIIId
Berkhof, Jan (1797-)  VIIi,5
Berkhof, Jan (1821-1821)  IXf,1
Berkhof, Jan (1833-1899)  Xi
Berkhof, Jan (1837-1916)  Xe
Berkhof, Jan (1863-1894)  Xc,6
Berkhof, Jan (1871-1871)  Xj,6
Berkhof, Jan (1894-1962)  XIIf
Berkhof, Jan (1894-1969)  XI-l
Berkhof, Jan (1901-1929)  XIIj
Berkhof, Jan Berend (1935-2007)  XIIb,5
Berkhof, Jan Berends (1670-1712)  Va
Berkhof, Jan Berends (1719-1788)  VIg
Berkhof, Jan Gerrits (1728-1779)  Vb,3
Berkhof, Jan Hendrik (1932-1937)  XIm,2
Berkhof, Jan Hendrik Johannes (1924-1925)  XI-l,1
Berkhof, Jan Hendrikus (1865-1937)  X-l
Berkhof, Jan Jansen (1695-1758)  VIa
Berkhof, Jan Jansen (1751-)  VIg,1
Berkhof, Janettie (1772-1773)  VIIe,2
Berkhof, Janna Alberdina (1834-1841)  VIIIh,1
Berkhof, Janna Berends (1730-1773)  Ve,5; VIh,3
Berkhof, Janna Berends (1735-1780)  VId,2
Berkhof, Janna Dina (1916-1916)  XIf,3
Berkhof, Janna Hendrijne Gerrits (1733-1807)  Vb,5
Berkhof, Janna Jansen (1745-1822)  VIf,4
Berkhof, Janna(gen) (1753-1822)  VIIa,3
Berkhof, Jannes (1872-1938)  Xf,1
Berkhof, Jannetje Catriena (1794-1796)  VIIi,4
Berkhof, Jasper Gerrits (1726-1748)  Vb,2
Berkhof, Jenneken Berends (1721-1785)  Ve,2
Berkhof, Jenneken Berends (1733-1782)  VIIIa; Ve,7; VIIh
Berkhof, Jenneken Gerrits (1735-1748)  Vb,6
Berkhof, Jennigjen Berends (1759-1832)  VIId,2
Berkhof, Jezina (1860-1928)  VIIIh,10
Berkhof, Jezina (1912-)  Xg,12
Berkhof, Jezina Johanna (1876-1947)  Xf,3
Berkhof, Johan (1927-1997)  XIIb,2
Berkhof, Johan (1928-2011)  XIIg,3
Berkhof, Johan (Joop) (1929-2007)  XIIf,4
Berkhof, Johan Gerrit (1903-1980)  XIIh
Berkhof, Johanna (1795-1827)  VIIId,1
Berkhof, Johanna (1797-)  VIIj,2
Berkhof, Johanna (1827-1827)  IXf,7
Berkhof, Johanna (1849-1928)  VIIIh,6
Berkhof, Johanna (1861-1888)  IXg,3
Berkhof, Johanna (1899-1956)  XIk,1
Berkhof, Johanna (1900-1900)  Xm,5
Berkhof, Johanna (1901-1909)  Xm,6
Berkhof, Johanna (1919-2001)  XIIe,1
Berkhof, Johanna Berendina (1829-1896)  IXc,2
Berkhof, Johanna Christina (1895-1961)  XIj,1
Berkhof, Johanna Hendrika (1934-2006)  XIIb,4
Berkhof, Johanna Petronella (1874-1958)  Xi,8
Berkhof, Johannes (1806-1868)  VIIk,1
Berkhof, Johannes (1810-1885)  IXb
Berkhof, Johannes (1827-1828)  IXc,1
Berkhof, Johannes (1840-1914)  IXf,11
Berkhof, Johannes (1855-1927)  IXe,9
Berkhof, Johannes (1857-1859)  IXg,2
Berkhof, Johannes (1891-1959)  XIIe
Berkhof, Johannes (1898-1979)  XIm
Berkhof, Johannes (1905-)  XIh
Berkhof, Joseph (1771-1772)  VIIg,2
Berkhof, Julia Johanna (1900-1970)  XIb,6
Berkhof, Juliana Johanna (1905-)  X-l,2
Berkhof, Kaatje Johanna (Kea) (1924-2004)  XIIf,2
Berkhof, Klazyna (Clasina) (1807-1860)  VIIIa,5
Berkhof, Leendert (1765-1767)  VIIf,1
Berkhof, Leendert (1767-1790)  VIIf,3
Berkhof, Lena Gerritdina (1837-1902)  IXb,3
Berkhof, Leonard Pieter (1930-1968)  XIIg,4
Berkhof, Levenloos (1898-1898)  XIi,3
Berkhof, Lijsje (1835-1837)  IXf,9
Berkhof, Magdalena Johanna (1954-)  XIIIb,1
Berkhof, Maria (1823-1883)  IXf,4
Berkhof, Maria (1861-1935)  Xi,2
Berkhof, Maria (1892-1976)  Xm,2
Berkhof, Maria Cornelia (1873-1873)  Xj,7
Berkhof, Maria Cornelia (1875-1876)  Xj,9
Berkhof, Marrigje (1822-1849)  IXf,3
Berkhof, N.N. (1907-1907)  Xg,9
Berkhof, N.N. (1918-1918)  XIg,2
Berkhof, Pieter (1799-1849)  IXf
Berkhof, Pieter (1859-1860)  Xi,1
Berkhof, Pieter (1865-1867)  Xi,4
Berkhof, Pieter (1865-1953)  XIj
Berkhof, Pieter (1868-1868)  Xk,1
Berkhof, Pieter (1872-1906)  XIi
Berkhof, Pieter (1927-)  XIIj,1
Berkhof, Roelof (1925-2003)  XIIb,1
Berkhof, Samuel (1873-1873)  Xk,5
Berkhof, Samuel (1875-1898)  Xk,7
Berkhof, Samuel Bernard (1869-1869)  Xk,2
Berkhof, Samuel Pieter (1871-1950)  XIk
Berkhof, Teunis Johannes (1793-1793)  VIIi,3
Berkhof, Wilhelmina (1868-1889)  Xi,6
Berkhof, Willem (1772-1786)  VIIf,6
Berkhof, Wolterdina (1794-1848)  VIIh,2
Berkhof, Wolterdina Benjamina (Dine) (1921-1989)  XIId,1
Berkhof (Buten), Jan (1726-1792)  VIIa
Berkhof (Kooijker), Berent Jansen (1706-1755)  VId
Berkhof (Kooijker), Wieger Berends (1766-1810)  VIIIc
Berkhof (Kruijs), Berent Jansen (1738-1775)  VIIf
Berkhof (Kruijs), Jan Jansen (1710-1745)  VIf
Berkhof Kooijker, Berend Berends (1733-1792)  VIId
Berkhof(f), Aaltje (1800-1867)  Xc; VIIIc,1
Berkhof(f), Albartus (1847-1939)  Xf
Berkhof(f), Albertus (1855-1858)  Xc,2
Berkhof(f), Barend (1765-1800)  VIIj
Berkhof(f), Barend (1792-1855)  IXc
Berkhof(f), Fredrik Johannes (1823-1891)  Xa
Berkhof(f), Geertruy (1796-1817)  VIIj,1
Berkhof(f), Hendrikus (1857-1924)  XIb
Berkhof(f), Jan (1797-1871)  IXa
Berkhof(f), Johanna (1802-1879)  VIIIc,2
Berkhof(f), Johanna Lena (1825-1867)  IXa,3; Xc,4
Berkhoff, levenloze dochter (1866)  VIIIh,12
Berkhoff, levenloze zoon (1880)  Xb,4
Berkhoff, Aaltje (1798-1870)  VIIIb,4
Berkhoff, Aaltje Berends (1685-1712)  IVd,2
Berkhoff, Aaltje Berendsen (1714-1725)  Vc,4
Berkhoff, Aaltje Berendsen (1721-)  Vc,7
Berkhoff, Aaltje Hermsen (1686-1714)  IVc,3
Berkhoff, Adolffina (1804-1869)  VIIIb,6
Berkhoff, Adriana Hendrika (1794-1794)  VIIIe,1
Berkhoff, Alberdina (1859-1934)  Xc,4
Berkhoff, Alberdina Hendrika (1883-1897)  Xe,3
Berkhoff, Alberdina Johanna (1850-1881)  Xa,1
Berkhoff, Albert (1809-1871)  IXe
Berkhoff, Albert (1882-1883)  Xb,5
Berkhoff, Albert Berends (1731-1771)  VIc,3
Berkhoff, Albert Berends (1762-1824)  VIIIb
Berkhoff, Albert Berendsen (1709-1711)  Vc,1
Berkhoff, Albert Hermsen (1702-)  IVc,5
Berkhoff, Albert Jansen (1700-1742)  VIb
Berkhoff, Albertus (1859-1859)  Xb,1
Berkhoff, Albertus (1866-1941)  XIc
Berkhoff, Berend (1828-1893)  Xb
Berkhoff, Berend Hermsen (1681-1727)  Vc
Berkhoff, Berendina (1892-1962)  XIa,3
Berkhoff, Berendina (1915-2000)  XIIa,2
Berkhoff, Berendje Berends (1687-1729)  IVd,3
Berkhoff, Berent Jansen (1703-1758)  VIc
Berkhoff, Bernarda (1860-1920)  Xa,6
Berkhoff, Bernardus (1796-1797)  VIIIe,3
Berkhoff, Derkdika (1921-1929)  XIIa,5
Berkhoff, Dina (1750-1812)  VIIa,1
Berkhoff, Eliesebeth (1796-)  VIIIe,2
Berkhoff, Engelje (1804-1805)  VIIIe,7
Berkhoff, Fennigje Jaspers (1688-1748)  IVb,3
Berkhoff, Frederik (1764-1832)  VIIh
Berkhoff, Frederik Johannes (1888-1967)  XIIa
Berkhoff, Frederika (1800-1819)  VIIIb,5
Berkhoff, Fredrik (1853-1927)  Xh
Berkhoff, Fredrik Hendrikus (1927-1995)  XIIa,6
Berkhoff, Geesijna (Gesina) (1792-1858)  VIIh,1
Berkhoff, Gerharda (1863-1928)  VIIIh,11
Berkhoff, Gerrit Berendsen (1719-)  Vc,6
Berkhoff, Grietje Berends (1690-1748)  IVd,5
Berkhoff, Hendrick Berentsen (1614-1680)  IIIa
Berkhoff, Hendrik (1757-1811)  VIIIa
Berkhoff, Hendrik (1906-1932)  XIc,2
Berkhoff, Hendrik Jaspers (1690-1733)  IVb,4
Berkhoff, Hendrik Johannes (1918-1984)  XIIa,3
Berkhoff, Hendrika (1754-)  VIIb,1
Berkhoff, Hendrika (1820-1875)  IXa,1; Xa,6
Berkhoff, Hendrikjen Jaspers (1684-1748)  IVb,1
Berkhoff, Hendryka (1796-1835)  VIIh,3
Berkhoff, Henrikjen Berendsen (1712-1763)  Vc,3
Berkhoff, Hermen Berendsen (1716-)  Vc,5
Berkhoff, Hermen Berents (1650-1727)  IVc
Berkhoff, Hermen Jansen (1702-1753)  IVe,3
Berkhoff, J(oh)annes (1728-1766)  VIIb
Berkhoff, Jan (1752-)  VIIa,2
Berkhoff, Jan (1769-)  VIIIe
Berkhoff, Jan (1798-)  VIIIe,4
Berkhoff, Jan (1800-1856)  VIIIf
Berkhoff, Jan (1802-)  VIIIe,6
Berkhoff, Jan (1855-1865)  Xa,4
Berkhoff, Jan Alberts (1728-1797)  VIb,1
Berkhoff, Jan Berends (1726-1782)  VIIc
Berkhoff, Jan Berents (1660-1713)  IVe
Berkhoff, Jan Jansen (1701-1763)  IVe,2
Berkhoff, Janna (1762-1790)  VIIc,1
Berkhoff, Janna (1886-1954)  XIa,1
Berkhoff, Janna (Julia) (1877-1936)  Xb,3
Berkhoff, Janna Alberdina (1852-1937)  VIIIh,8
Berkhoff, Janna Berends (1740-1777)  VIc,6
Berkhoff, Jannes (1744-)  VIe,4
Berkhoff, Jannes Berends (1729-1748)  VIc,2
Berkhoff, Jennegjen Herms (de oudste) (1685-)  IVc,2
Berkhoff, Jennegjen Hermsen (de jongste) (1687-)  IVc,4
Berkhoff, Jenneken Berends (1734-1790)  VIc,4
Berkhoff, Jenneken Berends (Kruys) (1688-1756)  IVd,4
Berkhoff, Jennigje Jansen (1695-1761)  Va,2
Berkhoff, Jennigje Jaspers (1686-1707)  IVb,2
Berkhoff, Jezina (1834-1916)  IXc,3
Berkhoff, Jezina (1857-1858)  VIIIh,9
Berkhoff, Johanna (1797-1810)  VIIIa,2
Berkhoff, Johanna (1804-1810)  VIIIa,4
Berkhoff, Johanna (1894-1894)  XIa,4
Berkhoff, Johanna Alberdina (1852-1852)  Xa,2
Berkhoff, Johanna Alberdina (1860-1878)  Xb,2
Berkhoff, Johanna Jesina (1851-1935)  VIIIh,7
Berkhoff, Johannes (1852-1895)  XIa
Berkhoff, Johannes Hendrik (1918-1997)  XIIa,4
Berkhoff, Klasyna (1796-1889)  VIIIb,3
Berkhoff, Kunnigje Berends (1736-1770)  VIc,5
Berkhoff, Kunnigje Jansen (1761-1801)  VIIIa,5; VIIb,2
Berkhoff, Lambertus (1830-1896)  Xc
Berkhoff, Lambertus (1901-1908)  XIc,1
Berkhoff, Lutjen Berends (1743-1784)  VIc,7
Berkhoff, Maria (1740-)  VIe,2
Berkhoff, N. N. (1913-1913)  XIIa,1
Berkhoff, N.N. Berents (1665-)  IVa,1; Vd
Berkhoff, Sara Marregreta (1802-1802)  VIIIe,5
Berkhoff, Wicherdina (1909-2001)  XIc,3
Berkhoff, Wolterdina (1802-1851)  VIIIa,3; Xb
Berkhoff (Berkov), Wicher (Vasily Ivanovitch) (1794-1870)  IXd
Berkhoff (Kruis), Jan Berents (1680-1744)  Vd
Berkov, Alexander Alexandrovich (1870-1891)  XId
Berkov, Alexander Vasilivich (1843-1917)  Xd
Berkov, George (1899-)  XIe,1
Berkov, Gleb (1897-)  XId,1
Berkov, Leonid (1902-)  XIe,2
Berkov, N.N. (1902-)  XId,3
Berkov, Nicolai Alexandrovitch (1873-1917)  XIe
Berkov, Victor Vasilievich (1837-1912)  IXd,3
Berkova, Alexandra Vasilievna (1840-)  IXd,4
Berkova, Egorevna Natalia (1840-1917)  IXd,3
Berkova, Elena Vasilievna (1828-1846)  IXd,1
Berkova, Maria Vasilievna (1842-)  IXd,5
Berkova, Nadezhda Vasilievna (1834-1846)  IXd,2
Berkova, Zoya (1898-)  XId,2
Blok, Cornelia (1799-1829)  IXf
Blok, Cornelis  IXf
Boeschen, Hanna (1863-1897)  Xh
Boeschen, Hermannus (1824-)  Xh
Boeschen, Jannes (1757-1818)  VIIc,1
Boeschen, Johanna Frederika Gerritdina (-1849)  Xb
Boesschen, Gerrit Jansen (1695-1737)  Va,2
Boesschen, Hendrikje Jansen (1705-1753)  VIb
Boesschen, Henricus (1727-1780)  VId,2
Boesschen, Jan Hendriks (1723-1769)  VIIc,1
Boesschen, Jan Hendriks Timmer (1670-1739)  Va,2; VIb
Boesschen (Timmer), Hendrik Jansen (1680-1739)  VId,2
Bokdam, Jan (1881-1949)  XIIa,3
Bokdam, Jezina Janna (1920-2012)  XIIa,3
Bos, Gerhardina (1770-)  VIIh,2
Bos, Jan Lucassen (-1768)  VIe,2
Bos, Waander Jansen (1743-)  VIe,2
Bosch, Berendina van den (1766-1825)  VIIIb
Bosman, Susanna  IXf,13
Boss, Frederik (1742-1811)  VIIIb
Bouman, Jan Hendriks (1685-1714)  IVc,2
Bouthoorn, Lijsje  IXf
Braakman, Antonie (1820-)  Xe
Braakman, Helena Aleida (1844-1917)  Xe
Braemhaer, [Hendrikje] Hendriks (1650-)  Vb
Brake, Gerrit ter (1710-)  VIc,7
Brake, Lambert ter (1744-1828)  VIc,7
Bramer, Berendina (1762-1835)  VIIh,1
Bramer, Frerik Hendriks (1718-1773)  Ve,3
Bramer, Gerrit (1771-1840)  IXa,1
Bramer, Gerrit (1859-1904)  Xa,6
Bramer, Gesina Cornelia (1838-1914)  VIIIf,2
Bramer, Hendrik Freriks (1690-1755)  Ve,3
Bramer, Jan Berends (1710-1798)  Vb,4
Bramer, Jannes Jansen (1740-1811)  Vb,4
Bramer, Johanna (1890-1966)  XIIIb
Bramer, Johannes Gerhardus (1817-1880)  IXa,1; Xa,6
Brandlegt, Annigje Jans  VIIe
Bredius, Maria (x1818)   Xi
Breeklandt, Willem (-1829)  IXf
Brinckhuijs (Brinckhuz), N.N. Johansen ten  II
Brink, Berend (1827-1896)  VIIIf,2
Brink, Derk (1780-)  IXb
Brink, Derkdina (1849-1910)  XIa,1; XIIa; XIc
Brink, Dina Willemina (1813-1843)  IXb
Brink, Frederik Harmen (1835-)  X-l
Brink, Fredrika Hendrika  XIb,6
Brink, Gerritdina (1860-1928)  X-l
Brink, Hendrik Jansen  Ve,5
Brink, Hendrik Jansen (1753-1809)  VIh,3; VIIIf
Brink, Hendrika (1779-1817)  IXe
Brink, Hendrika (1803-1858)  VIIIf
Brink, Hendrikus (1798-1863)  VIIIf,2
Brink (de jonge), Jan Hendriks (1713-1762)  Ve,5; VIh,3
Brinkhuis, Henk (-2006)  XIIi,1
Broekate, Gerhardus (1837-1874)  IXe,5
Broekate, Gerrit  IXe,5
Broekhuizen, Annigje (1776-1831)  VIIId
Broekhuizen, Hermannus (-1776)  VIIId
Broertjen, Alberdina (1796-1834)  IXa
Broertjen, Barend Alberts (1768-1836)  IXa
Broertjen, Gerritdina (Gerhardina) Jansen (1725-)  VIIc,1
Broertjen, Grietjen (1701-)  Vb,5
Broertjen, Jan Gerrits (1690-1739)  VIg
Broertjen, Johanna (1793-1832)  IXa,3; Xa
Broertjen, Lugertje Jansen (1724-)  VIg
Bruggencate, Geesje ten (1710-)  VIc,7
Bubbesson, Neeltje  IXf,3
Burg, Fennigje ter  IXe,5
Buth, Adriaantje  XIj,1
Claaszoon, Johan (1610-1658)  IVd
Companjen, Albartus (1786-1839)  VIIIb,4
Companjen, Gerrit Hendriks (1770-)  VIIIb,4
Corporaal, Sjoukje (1926-2016)  XIIg,3
Coster, Hendrika Johanna  XIIb
Coster, Jenneken Jansen (-1772)  Vb,4
Daalhof, Fenna (1770-1847)  VIh,1
Daalhof, Hendrik (-1782)  VIh,1
Dasselaar, Hermannus  XIg
Dasselaar, Sina Johanna (1894-)  XIg
Dekker, Albertus (1845-)  Xb,3; Xe,2
Dekker, Aleida Gerritdina (1825-)  IXg,1
Dekker, Berend (1873-1957)  Xe,2
Dekker, Berendina (1852-1889)  XIa
Dekker, Bernardus  XIa
Dekker, Fina Johanna (1820-)  Xf
Dekker, Gerritdina Frederika (1820-)  VIIIh,10
Dekker, Hendrikus (-1903)  IXh
Dekker, Johannes (1870-1948)  Xb,3
Derx, Lutgertje (Lutjen) (1655-1684)  IVc,3
Dijk, Aaltje van (1868-1915)  XIi
Dijk, Cornelis van (-1900)  XIi
Dodde, Hendrikje Wichers  VIc,4
Does (alias Hopster), Derk Harms (1719-1750)  Ve,2
Draijer, Johannes Gerrit (1740-1801)  VIIIe
Draijer (Dreijer), Maria Elisabeth (1770-1834)  VIIIe
Egberts, Cunnigjen (-1691)  IVd,5
Egberts, Eva (1755-1828)  VIIIc,1
Egberts, Harmen (1630-1670)  IVe
Egberts, Hermen (-1601)  II
Egberts, Janna (1680-1708)  Vd
Elsink, Hendrik  VIh,1
Engberts, Berendina Hendrika  XIIe
Engberts, Hendrika (1901-1970)  XIIb
Engberts, Roelof  XIIb
Engberts, Roelofdina (1922-1993)  XIIa,4
Enter (Enthe), Egbert Gerrits (1690-1718)  IVd,5
Enthe, Gerrit Berendsen (-1715)  IVd,5
Eshuis, Derk Jan (1919-1973)  XIId,1
Eshuis, Gezina (1873-1926)  XIc
Eshuis, Hein (1848-1909)  XIa,1; XIIa; XIc
Eshuis, Hendrika Derkdina (1888-1965)  XIIa
Eshuis, Hendrikus Fredrik (1876-1957)  XIa,1
Evertman, Hendrik Hendriks (1670-1730)  Va,3
Evertman, Hendrik Hendriksen (1695-1763)  Va,3
Evertman, Hendrikje Hendriks (1690-1756)  VIg
Evertman, Jenneken Jansen (1700-1732)  VIc
Evertman (Post Olde), Jan Hendricks (1660-1713)  VIc; Ve
Evertman (Post), Geertje Jansen (1695-1769)  Ve
Faijer, Berent Jansen (1645-1718)  Vc
Faijer, Derk Jansen (1682-1736)  VIIa; IVc,3
Faijer, Jan Jansen (1658-1715)  IVc,3
Fayer, Jenneken Berends (1680-1719)  Vc
Fayer, Kunneken Derks (1724-1792)  VIIa
Fayer, Lutje Derks (1711-1766)  Ve,7
Fenne, N.N. (1580-1644)  II
Fijneman, Aaltje (1810-)  VIIIh,6
Fik, Albert (1850-)  XIf
Fik, Fina Berendina (1875-1916)  XIf
Fikkert, Gesina (1825-1900)  VIIIh
Fikkert, Hendrik (1730-)  VIg,2
Fikkert, Jan (1759-1821)  VIg,2
Fikkert, Jan (1800-)  VIIIh
Fikkert, Jennigjen (1841-1909)  IXg,6
Fokke, Berend  IXi
Fokke, Gezina (1840-1928)  IXi
Folbert, Aaltje (1847-1919)  Xf
Folbert, Jannes (1820-)  Xf
Fredriks, Jan (1685-1768)  IVb,1
Fredriks, Jasperdina  VIIIc,2
Frericks (Ooster), Luicken (Luichien, Luijkas) (1589-1668)  IIIb
Fritschy, Jacob  IXf,13
Fritschy, Willem (1836-)  IXf,13
Fronten, Geertje Lucassen (1713-1764)  VIc
Fronten, Hendrikjen Lucas (1660-1738)  IVb,3
Fronten, Jan Jansen (1690-1735)  IVc,4
Fronten, Jenneken Lucassen (1660-1719)  VIc; Ve
Fronten, Lucas Lucassen (1685-)  VIc
Fuyck, Ferdinanda (1929-2003)  XIIb,2
Gantvoort, Gerrit Jan (-1856)  IXc,4
Gantvoort, Johanna Louisa (1837-1920)  IXc,4
Geerts, Aeltjen (1700-1729)  Va,3
Geerts, Jennigje (1690-1744)  VIIa; IVc,3
Geertsen, Grietje (1645-1718)  Vc
Gerrits, Berendina (1775-)  VIIh,3
Gerrits, Frederika (1775-)  VIIIb,6
Gerrits, Jenneken (1650-1677)  II,4
Goudriaan, Klaas (1871-1954)  Xi,8
Goudriaan, Lourens (-1883)  Xi,8
Graaf, Arie de (1760-)  VIIi,2
Graaf, Gijsbert de (1784-)  VIIi,2
Grobbe, Janna Gerrits  VIg,2
Grobben, Hendrika (1845-)  Xf,1
Haan, Jan de  IXf,3
Haan, Marinus de (1814-)  IXf,3
Haan, Marrigje de (1874-1951)  XIk
Haas, Alida Jacoba de (1767-1801)  VIIIe
Hagoort, Hendrik  XIj
Hagoort, Maria Marrigje (1871-)  XIj
Hans, N.N. (1590-1655)  IIIb
Harms, Jantje  VIh,1
Harwigh, Gerhard (1736-1805)  Vb,5
Harwigh, Nicolaes (x1723)   Vb,5
Heijneman, Hendrijkjen (Hendrika) Koerts (1697-)  VIIc; VIf,2; VIf,4
Hendricks, Aaltie (1670-1734)  VId; VIf
Hendrijks, Hendrijkjen (x1736)   VIe,2
Hendriks, Hendrikje  VIb
Hendriks, Jenneken (1650-1715)  Va
Hendriks, Jennigje (1655-)  IVb
Hendriks, Klasina (1805-)  VIIh,3
Hendriks, Willem (1700-1773)  VIh
Herms (?), Janna (1580-1644)  II
Hermsen, Fennighjen (1660-1723)  IVe
Heuvel, Margrietje van den (1765-)  VIIj
Heuver, Maria (1825-1892)  Xm
Hilberink, Albert  Xg
Hilberink, Dina (1867-1932)  Xg
Hoek, Jacob (1861-)  XIk,1
Hoek, Reynard Cathrinus Willem Johannes (1894-)  XIk,1
Hoff, Berend  XIIf
Hoff, Grietje Hendriks (1728-1768)  VIh
Hoff, Hendrika Johanna (1899-1970)  XIIf
Hofman, Hendrik Jansen (1700-1756)  VIh
Hogervorst, Jannigje  VIIId,2
Holland, Berendina Johanna Hendrika (1817-1888)  IXe
Holland, Fredrika  XIIh
Holland, Jan (1774-1818)  IXe
Holland, Janna Berends (1769-1836)  IXa
Holland, Johan (-1968)  XIc,3
Holland, Pieterlina (1865-1939)  XIIg
Holland(er), Hendrik Berends (1740-1773)  Ve,5
Hollander, Berend Berends (1716-1754)  Ve,5
Hopster, Albert (1858-1893)  VIIIh,11
Hopster, Hermen Berends (1695-1721)  Ve,2
Hopster, Lykel (1825-)  VIIIh,11
Houten, Willemientje van (1760-)  VIIi
Huisman, Metjen Jansen (1690-)  VId,2
Jansen, Aaltje (1770-)  VIIIb,4
Jansen, Aele (1650-1683)  IIIa
Jansen, Berendje (1690-1748)  IVd,3
Jansen, Berendje (1700-1767)  VIh
Jansen, Engbertus (x1848)   XIa
Jansen, Fredrika (1872-)  Xf,1
Jansen, Geesje (-1726)  Vc,3
Jansen, Hendrikus (1845-)  Xf,1
Jansen, Hendrina  VIc,5
Jansen, Jennigje (1760-)  VIIh,1
Jansen, Jennigjen  Ve,5
Jansen, Jesina (1880-1973)  XIIa,3
Jansen, Johanna (1864-1956)  XIa
Jansen, Johannes (1917-2000)  XIIe,2
Jansen, Koerdina (1788-1813)  VIIIb,4
Janszen, Geertjen (1740-)  VIc,5
Jaspers Faijer, Albartus (1827-1897)  XIb
Jaspers Faijer, Hendrik (1816-1865)  Xa,1
Jaspers Faijer, Johanna (1864-1941)  XIb
Jaspers Faijer, Johannes (1842-1909)  Xa,1
Joncker, Albert Frerix (1625-1703)  IVc
Jong, Hendrik de  VIIk,4
Jong, Hendrik de (1818-)  VIIk,4
Jonker, Albert Freriks (1677-1748)  Va,2
Jonker, Berendje Alberts (1660-1747)  IVc
Jonker, Berendje Alberts (1718-1792)  Ve,5
Jonker, Egbert (1916-2003)  XIIa,2
Jonker, Frerik Alberts (1725-)  VIIa,3
Jonker, Hendrik (1769-1826)  VIIa,3
Jonker, Jan (1794-1863)  VIIIc,2
Jonker, Jannes (1759-1817)  VIIIc,2
Jonker, Jannes Alberts (1714-1761)  Va,2
Jonker, Jezina (1916-2001)  XIf,2
Jurgens, Helena (1760-1800)  VIh,1
Jutten, Hendrik Jansen (1630-1712)  IVb
Keijzer, Derk (x1873)   IXi
Keizer, Geertruy (1730-)  VIi
Kenkhuis, Fina (1820-)  Xe
Kerkhoff, Cornelis  Xj
Kerkhoff, Johanna Christina (1841-1894)  Xj
Klaassen, Aaltje (1765-)  IXc
Klaassen, Kunnigjen Hendriks (1780-)  VIIIh
Klein, Johanna (1800-)  VIIIh
Kleinhalle, Hendrika (x1891)   XI-l
Klijster, Hermen (1665-1717)  Vc,3
Klomp, Berendina (1835-1871)  IXe,5
Kobes, Berendina  VIIIg,3
Kobus, Klasina  VIIIh,8
Koers, Jennigje (1706-1748)  VIh
Koerssen, Johanna (1905-)  XIh
Kogel, Antoni van der (-1763)  VIc,6
Kogel, Jacob van der (1737-1777)  VIc,6
Konijnenburg, Anna (1733-1775)  VIIf
Konijnenburg, Leendert Cornelissen (1700-)  VIIf
Kooijker, Aaltje Berends (1704-1758)  VId
Kooijker, Berent Egberts (1675-1734)  VId; VIf
Kooijker, Egbert Berends (1640-1703)  IVa,1; Vd
Kooijker, Geertje Berends (1719-1764)  VIf
Koops, Hendrikje (1740-)  VIId,2
Korte, Dirk de (1895-1961)  XIj,1
Korte, Pieter de  XIj,1
Koster, Aaltje Gerritsen (1690-)  VIc
Koster, Frederika (Riek) (-2006)  XIm,1
Koster, Frederika Johanna (1835-)  X-l
Koster, Hendrik Gerritsen (1690-1751)  IVc,4
Koster, Roelof Wolters (1728-1791)  Ve,2
Koster, Wolter Gerrits (1690-1768)  Ve,2
Kosters, Janna Hendriks (1756-)  VIIc,1
Kraijenberg, Jenneken ten (1818-1871)  Xb
Kraijenberg, Karel ten (1797-1831)  Xb
Kramer, Geertruida de (1808-1853)  IXf
Kramer, Jacob Pietersz de  IXf
Krikke (ook Krigt), Dirk Jansen (1690-1750)  IVd,3
Kruijs (?), Jennigje Jansen (1655-1712)  IVd
Lamberts, Hendrikje (1615-1700)  IVd
Lamberts, Janna (1716-1768)  VIe
Lasonder, Johanna (-1913)  Xk
Lefeber, Sara Margaretha (1740-1802)  VIIIe
Linde, Elbertje Sukkels van der (-1774)  VIh,1
Los, Adriana Jacoba (1882-1951)  XIIc
Los, Jacobus Martinus (1852-)  XIIc
Louw, Johanna van der (1778-1856)  VIIk
Lucassen, Jenneken (1625-1660)  IIIb
Luicas, Aeltjen (-1748)  IVb,1
Maatman, Hendrikje  Xg
Maijoor, Gesina (1786-1822)  VIIIc,1
Makkinga, Jan Hendrik Johannes (x1891)   XI-l
Makkinga, Jesina Johanna (1893-1981)  XI-l
Meijer, Berend (1770-)  VIIh,2
Meijer, Derk (1794-1861)  VIIh,2
Meulenbeld, Johanna (1805-)  VIIIh,2; VIIIh,4
Mies, Frerick Jansen (1660-1720)  IVb,2
Minck, Anna (Anneken) Berends (1672-1742)  Va
Minck, Berent Berentsen (1645-1683)  Va
Minne, de (ook Nijboer), Gerrit Jansen (1737-1779)  VIc,4
Montijn, Anna Elisabeth (1835-1907)  Xi
Montijn, Wouter (1791-1836)  Xi
Mooijert, N.N. Harms  II,4
Mulder, Janna  XIg
Mullink, Henk (1923-2013)  XIIe,4
Möllink, Hendrik (1766-1842)  VIIIa
N.N., N.N. (-1738)  IVd,4
N.N., Janna (1620-1645)  IIIa
N.N., N.N. (-1602)  I
Nicolaas (Minne), Jan Jansen  VIc,4
Nijhuis, Fredrik Jansen (1760-)  VIIh,1
Nijhuis, Jan Frederiks (1788-1814)  VIIh,1
Nijkamp, Jennigje  VIIIh,11
Nijland, Steven (1710-1770)  Vc,3
Noppers, Harm (1919-1998)  XIIe,1
Onweer, Jan Jansen (1660-1714)  IVb,3
Onweer, Lucas Jansen (1699-1781)  IVb,3
Oprel, Cornelia (-1915)  XIi
Oudendijk, Hendrika (1797-1849)  VIIIg
Oudendijk, Jan (1770-)  VIIIg
Pieterman, Antonia  XIIc,3
Pivinsky, Maria Andreyevna (x1870)   Xd
Poortman, Hendrika (1820-)  IXh
Post, Albert (1830-1873)  Xb
Post, Egbert (1802-1856)  VIIIb,6
Post, Gerrit (1770-)  VIIIb,6
Post, Wolterdina (-1918)  XIId
Pot, Gerritdina Hendrika (1905-1975)  XIIh
Pot, Johanna (1823-1894)  XIa
Pot, Johannes  XIIh
Potters, Hendrikus (-1950)  XIi,1
Pouw, Antonia  VIIk,4
Praas, Gerridina Geertruida (1845-1889)  IXe,5
Prins, Frederik (Frits)  XIId,3
Prinsen, Jenneken (1739-1804)  VIIIc
Reiff, Nicolaas  XIi,2
Reiff, Willemina Clasina (1887-1976)  XIi,2
Reuten, Jannes Kobus (1765-)  IXc
Reuten, Klasijna (1793-1861)  IXc
Riet, Jannigje van het (-1801)  VIIId
Roelofs, Hermen (-1657)  IIIa
Roelofs, Jan (1720-1763)  VIf
Roelofs, Kunnigjen (1723-1760)  VIIb
Roelofs, Wicher (1700-1771)  VIId
Roelofs (van Olde), Fenneken (1700-1772)  Ve,2
Ruis, Coos (Cors) (1774-)  VIi,5
Schelfhorst, Kaatje  XIIf
Scherphof, Jan (1806-1880)  VIIh,3
Scherphof, Jannes (1775-)  VIIh,3
Schipper, Berend (1759-1813)  VIIh,1
Schipper, Berend Albert  XIIe
Schipper, Derk (1889-1964)  XIIIb
Schipper, Derk Berends (1704-1749)  Ve,7
Schipper, Derkdina Wolters (1766-1841)  VIIh
Schipper, Gerritdina Johanna (1890-1956)  XIIe
Schipper, Hendrik Gerrits (1742-1801)  VIIe
Schipper, Hendrika Johanna (1930-)  XIIIb
Schipper, Jan Derks (1744-1795)  VIIIc
Schipper, Johanna Berendina (1821-1862)  Xa,1
Schipper, Lena (1774-1829)  VIIIa
Schipper, Lena Jansen (1779-1804)  VIIIc
Schipper, Roelof Herman (1927-2006)  XIIe,6
Schipper, Wolter (1792-1855)  VIIh,1
Schipper, Wolter Derks (1734-1779)  VIIIa; Ve,7; VIIh
Schoemaker, Wilhelmina (1791-1824)  VIIIb,4
Schoenmaker, Adriana (-1858)  Xj
Schot, Gerrit van’t  IXh
Schot, Johanna van’t (1837-1870)  IXh
Schotman, Annigjen (1865-1941)  Xm
Schotman, Jan (1825-1865)  Xm
Schreuder, Hendrik (-1832)  VIh,1
Schuurman, Grietjen Hendriks (1690-1762)  Vb
Smelt, Aaltje (1865-)  XIa,3
Smelt, Aeltjen Berendsen (1695-1748)  Ve,2
Smelt, Alberdina Johanna (-1888)  XIa
Smelt, Dina (1850-)  XIf
Smelt, Egberdina (1859-1898)  Xc,4
Smelt, Gerrit (1806-1862)  VIIIa,3; Xb
Smelt, Gerrit Jansen (1700-1727)  Va,2
Smelt, Hendrientjen (ook Hendrikje) Jansen (1705-1776)  VIa
Smelt, Hendrika Jesina (1845-1887)  Xb
Smelt, Hendrikje Gerrits (1728-1808)  VIIb,2; VIg,4
Smelt, Hendrikus (1825-1870)  VIIIh,11
Smelt, Jan (1865-)  XIa,3
Smelt, Jan Gerritsen (1662-1720)  Va,2; VIa
Smelt, Janna Berends (1705-)  Ve,5
Smelt, Jesina (1857-1889)  Xc,4
Smelt, Jezina (1845-)  Xb,3; Xe,2
Smelt, Kunnigjen (1770-)  VIIIg
Smelt, Leonard Willem (1890-1961)  XIa,3
Smelt, Lutgertje Roelofs (1670-1730)  Va,3
Smelt, Steffen (1853-1902)  VIIIh,11
Smelt de boer, Jan Gerrits (1776-1832)  VIIIa,3
Smit, Annie Cathariena (1926-1998)  XIId,4
Smit, Berend  VIIIh,7
Smit, Berend Hendriks (1737-1817)  VIf,2
Smit, Geertjen Jansen (1713-1756)  Va,3
Smit, Gerrit Eskes (ook Essen) (1630-1683)  II,4
Smit, Hendrik  VIIIh,11
Smit, Hendrik Berentsen (1700-1768)  VIIc; VIf,2; VIf,4
Smit, Jan (-1936)  VIIIh,11
Smit, Jan (1850-)  VIIIh,7
Smit, Jan Hendriks (1740-1817)  VIf,4
Smit, Jenneken Hendriks (1732-)  VIIc
Smit, Jenneken Lucassen (1680-1761)  Va,2
Smit, Wilhelmina Katharina  IXf,4
Smoes, Berend (1805-)  VIIIh,2; VIIIh,4
Smoes, Gerrit (1836-1905)  VIIIh,2
Smoes, Johannes (1833-1892)  VIIIh,4
Snijders, Janna (x1765)   VIIa,3
Speshnev, N.N. (-1846)  IXd,1
Spieker, Wolterdina Sina (1825-)  VIIIh,11
Spijcker, Maria Egberts (1666-1725)  VIe
Spijker, Maria Egberts (1735-1780)  Vc,3
Spijker (ook Klijster of Cliester), Lambert Harms (1700-1748)  Vc,3
Staveren, Aart van (-1771)  VIh,1
Staveren, Johanna Cornelia van (1859-)  XIk,1
Staveren, Sara van (1770-)  VIh,1
Stegeman, Derk (1898-1981)  XIb,6
Stegeman, Fredrika (1928-1989)  XIId,2
Stegeman, Gerrit (1836-1924)  VIIIg,3
Stegeman, Herman (-1943)  XIb,6
Stegeman, Hermen  VIIIg,3
Stegeman, Mannus (1900-)  Xg,6
Stroomenbergh, Dirk (1798-)  VIIId,5
Teunis, Albertus (1860-1917)  XIId
Teunis, Egbert (1783-1861)  Xc; VIIIc,1
Teunis, Gerhardus Engbertus (1845-1927)  XIIg
Teunis, Hendrika Jesina (1895-1935)  XIId
Teunis, Jan (1752-1810)  VIIIc,1
Teunis, Magdalena Johanna (1896-1953)  XIIg
Teunis, Wicherdina (1831-1905)  Xc
Tijhof, Gerritdina (1840-1925)  IXh
Tijhof, Hendrika  IXh
Tijhof, Hermannus (1780-)  VIIIh
Tijhof, Johanna (1805-1845)  VIIIh
Tijhof, Johannes (1820-)  IXh
Treder, Olga Alexandrovna (-1902)  XId
Tromp, Johanna (1780-1843)  VIIIa,3
Tuijtertjen, Jan Berends (1710-1760)  VIIb
Tutertjen, Metje Jansen (1735-1809)  VIIb
Tuttertjen, Gerritdina (1789-1858)  IXb
Tuttertjen, Hendrikjen Frerijks (1706-1768)  VIIb
Uittenboogaard, Arie (1802-)  IXf,11
Uittenboogaard, Lena (1840-1907)  IXf,11
Valentijn, Otje (1902-1973)  XIIj
Veen, Alberdina van der  IXi
Veldhuis, Janna (x1900)   VIIIh,11
Versluis, Hendrik (1795-)  VIIId,4
Versluis, Hendrik (1795-)  VIIId,2
Versluis, Jan  VIIId,2
Vink, Margje (1765-1811)  VIIId
Visser, Albert (-1801)  VIh,1
Visser, Femmetje (1760-1826)  VIh,1
Vorrink, Catharina (-1812)  VIh,1
Vratte, Frerick Frericks (1685-1744)  IVb,2
Vreeswijk, Jan  IXf,4
Vreeswijk, Willem Jasper (1825-)  IXf,4
Vrielink, Jannes (1740-)  VIId,2
Vrielink, Kobus (1772-1836)  VIId,2
Vries, Clasina de (1740-1815)  VIIIb
Vries, Elisabeth Johanna de (1855-)  XIIc
Waanders, Berendina (1795-1848)  VIIIf,2
Waanders, Jenneken (1700-1742)  VIId
Waanders, Lambert (1685-1760)  VIe
Wallenbroek, Jan  VIh,1
Wallenbroek, Trijntje (1765-1820)  VIh,1
Wamelink, Jannetje (1740-1770)  VIIe
Wateringe, Jan van (-1810)  VIIId
Webbink, Barendina (1908-1977)  XIm
Webbink, Jan Hendrik  XIm
Webbink, Johanna Lena (1837-1869)  XIb
Weijers, Egbertha (x1933)   XIn
Weijers, Gerrit (1820-)  VIIIh,8
Weijteman, Jannes Albersen (-1809)  VIIb
West, Petronella van (1918-2009)  XIIc,3
West, Wouter van  XIIc,3
Westerheuvel, Pietertje Huygen (1700-)  VIIf
Westerman, Anna (1750-)  VIc,7
Westert (ook Koster?), Gerrit Jansen (1650-1712)  IVc,4
Weyers, Cornelius Gerhardus (1849-1934)  VIIIh,8
Weyteman, Albert Freriks  VIc,5
Weyteman, Frederik Alberts (1732-)  VIc,5
Wichers, Aaltje (1725-1766)  VIId
Wichers, Bertus (1839-1912)  VIIIh,6
Wichers, Gerhardus (1810-)  VIIIh,6
Wijchers, Claas Jansen (1655-1734)  IVd,4
Wijchers, Jan Claassen (1685-1756)  IVd,4
Wijngaarden, Johanna van (1806-1885)  IXf,11
Willems, Hendrika (1733-)  VIh
Willemsen, Roelof (1690-1759)  VIIb
Winkel, Janna (-2011)  XIIi
Winter, Hendrikje Hendriks (1698-1741)  Ve,3
Wit, Gerritje de (1747-1805)  VIIe
Witte, Gerritdina de  XIm
Wolkers, Hendrikje (x1769)   VIIg
Wolkow, Alexandrine (1804-)  IXd
Wolkow, Ivan Prokovievich (-1820)  IXd
Wolkow, Nadeschka (-1820)  IXd
Wolters, Hermannus (1935-2009)  XIn,1
Wolters, Kunnigje (-1723)  IVc,4
Woudenberg, Aletta van (1757-1829)  VIIi
Woudenberg, Teunis Hendrik van  VIIi


Gegenereerd met Aldfaer 6.1 op 23 dec. 2016 09:40:37
Bestand d:\aldfaer\familie
© 2016 Erik Berkhof Amsterdam. e-mail: onweersberkhof (at) chello.nl

COMMENTAAR EN FEED-BACK, CORRECTIES EN SUGGESTIES ZIJN ALTIJD WELKOM, MAIL ME!

Copy-right: Ik heb er geen bezwaar tegen, -mits niet voor commerciële doeleinden-, als je informatie van deze website gebruikt, daar is de site ook voor bedoeld. Ik verzoek je dan wel dat je naar de bron van je informatie te verwijzen. Het is van groot historisch belang de afkomst van informatie te kunnen traceren en verifieren. Voor het integraal overnemen van grotere gedeelten van mijn website verleen ik in principe geen toestemming. Zie hier voor meer toelichtende informatie over verantwoording, privacy en copyright.