Notities persoon | Bewoonde de boerderij aan het Oosteinde 312 (huidige nummering). Deze boerderij zou de bakermat van alle families Aman zijn. Kerkmeester.
landbouwer, imker (zie boedelscheiding) en koopman (1806). In de overlijdensakte genoemd landbouwer van beroep. was kerkmeester van de Ned. Herv. kerk te Vriezenveen (o.a. in 1809 en 1810). Ik vermoed dat Fredrik ook marskramer is geweest. Op 13 februari 1810 staat in stukken van het archief van schoutambt Vriezenveen inv. nr. 34, dat Fredrik Aman als kerkmeester absent was, evenals medekerkmeester Gerrit Fredriks. De wintertijd was de tijd om met de marskraam op pad te gaan.
30 maart 1799 verschenen voor het schoutengericht Berent ten Bruggencate en Jantien Berends verklaren verkocht te hebben aan Fredrik Aman en zijn huisvrouw Kunnegien Jansen hun toebehorende "agtermaat liggende in het zoogenaamde Jan de Ruijterslandt" voor de som van 172 gulden (bron: archief schoutambt Vriezenven inv. nr. 2681).
Volgens het register op de personele quotisatie van 1808 beschikte Fredrik over een inkomen tussen 200 en 250 gulden en dat was aanzienlijk.
Frederik verstrekte aan diverse dorpsgenoten hypotheken en kocht een vierakkerstuk (bron: Ken uw dorp en heb het lief blz. 146). De boerderij van Fredrik brandde in 1818 af. De schout Jan Kruijs schrijft hierover in zijn dagboek: " veertien dagen voor Paasschen brande het Huys van Frederik Aman af. Zulks geschiede op een agtermiddag, Terwyl de vrouw (eten?) bezig waren aan de wasch, de vlam nam zo spoedig de overhand dat selfs het vhee en het Paard niet heeft gered kunnen worden. Ymen, Honig, wasch en byna de geheelen Inboedel is verloren gegaan. Het Huys was gelukkig in de brand cas voor f 1200.- Thans staat er weder een allerbest boeren Huys in de plaats."
In de Staatscourant van 24 maart 1818 wordt de brand zelfs vermeld: "Vrieseveen, den 17 maart. Heden nadenmiddag ten 4 uren, is, door eene geheele onbekende oorzaak, de woning van den landbouwer Frederik Aman in brand geraakt en, met den geheelen inboedel, benevens de schuur, met zeven stuks rundvee en een paard, als in een ogenblik, een prooi der vlammen geworden. Door den ijver der brandspuitgasten, van de ingezetenen ondersteund, zijn de belenden woningen, niettegenstaande den fellen wind, behouden gebleven (Overijsselsche Courant)".
De betreffende boerderij had in 1832 een gemiddelde huurwaarde van 36 gulden en viel daarmee in belastingklasse 4 en was daarmee toendertijd zeker een woning van betere stand. De gegoede stand blijkt ook uit de bijdrage van Frederik aan de verbouwing van de Hervormde kerk in december 1801 ten bedrage van 32 gulden. De inwonende vader Hendrikus doneerde 5 gulden. In het belastingkohier van de quotisatie wordt het jaarlijks inkomen van Fredrik op 250 tot 300 gulden geschat en dat was voor Vriezenveense begrippen erg veel. Op 11-11-1820 vind er een boedelscheiding plaats tussen Fredrik Aman en zijn kinderen in verband met de verdeling van het voormalige aandeel van Kunnigje Jansen Berkhof in de boedel. De gezamenlijke boedel van het voormalige echtpaar omvatte in 1820: 2 akker land bij de boerderij aan het Oosteinde gelegen (toen genummerd 27), gelegen tussen de landerijen van Hendrik Hoff en Jan Hoff. -2 koeweiden in het zogenaamde Onweersland. Diverse stukken wilde veengrond o.a. bij de buurtschap Geesteren. -1 akker wilde grond in de Oosterhoeven -2 akker wilde grond op de Grote Superplus. totale waarde van landerijen geschat op 1.800 gulden. Verder bezat Fredrik Aman: - 5 koeien, waarde 150 gulden. -1 paard, waarde 100 gulden. -2 kalveren, waarde 20 gulden -2 wagens, waarde 40 gulden -2 kisten, waarde 15 gulden -1 kast, waarde 10 gulden -2 tafels en enige stoelen, waarde 10 gulden -2 bedden met toebehoren, waarde 80 gulden - enige potten, pannen, schotels, borden en verder keukengerei, waarde 40 gulden -diverse bouwgereedschappen, waarde 26 gulden -voorraad ongedorste rogge, waarde 70 gulden -dito boekweit, waarde 70 gulden -dito hooi, waarde 40 gulden -dito aardappelen, waarde 50 gulden -bijen, bijenkorven, was, honing, honingvaten en alle toebehoren voor de bijenteelt, waarde 850 gulden.
Aan leningen had het echtpaar in totaal 1.849 gulden uitstaan. 4 kinderen ontvangen een uitkering uit de boedel ter waarde van 712,25 te weten: Hendrik Aman, Johanna Aman, Magdalena Aman en Hendrikus Aman ontvingen een aandeel van 721,- , in totaal 2.521,-. Als gemachtigde van Hendrikus Aman trad op zijn zwager Berend Hof, landbouwer te Vriezenveen (bron: notarieel archief Overijssel nr. 15)
Op 2 december 1790 verklaren Albert Jansen en Harmine Hendriks 150 gulden schuldig te zijn aan Fredrik Hendriks en Kunnetjen Berkhof onder hypotheek van het halve huis (de westkant) en erf en landerijen van wijlen Albert Jansen Scheeper, tegen een rente van 4 gulden 10 stuivers. (bron archief schoutambt Vriezenveen inv.nr. 2680 foto 495). | Notities overlijden | Fredrik is overleden op 10 april ’s-avonds om 6 uur in Almelo nabij het huis van Hendrikus Kortenvoord staande op de Schelfhorst wijk 5 nr. 273 en 274. |
|