|
Geslacht | Man |
Leeftijd | 73 jaar (Gebaseerd op doopdatum) | |
Gedoopt | 28-4-1765 | te | Vriezenveen |
Overleden | 10-4-1839 | te | Vriezenveen |
|
|
Kerkelijk huwelijk |
21-5-1786 |
te |
Vriezenveen |
|
met | Berendina Jansen Berkhof |
| Geboren | 22-3-1759 |
| Overleden | 11-2-1830 |
Notities | Den 7, den 14 en den 21 van Bloei - maand het Huwelijk gekondigd van Gerrit Hendrikus z. van Hendrikus Harmsen j.m. met Berendina Berkhof d. van Jan Berkhof, beide geboortig en woonende alhier In den huwelijken staat bevestigd den 21 van Bloei - maand |
|
|
Notities persoon | Bewoonde volgens H. Jansen (Ken uw dorp en heb het lief blz. 138) Oosteinde 276 (huidige nummering). landbouwer en linnenkoopman. Trok in het huis van zijn schoonouders in. Dit laatste gegeven wordt bevestigd door de lijst van de volkstelling van 1795 waar als absent municipaliteitslid Gerrit Aman wordt genoemd (bron: Statenarchief inv. nr. 5343). Dat wil zeggen dat hij voor zaken op pad zal zijn geweest. En verder wordt dit gegeven bevestigd in de huwelijksregistratie van dochter Leena in 1813 met de koopman Jan Winter, in deze registratie wordt als beroep van Gerrit Hendriks Aman landbouwer/koopman vermeld.
In het belastingkohier van de quotisatie uit 1808 wordt het jaarlijks inkomen van Gerrit op 200 tot 250 gulden (uit land) geschat en dat was voor Vriezenveense begrippen veel. Hiervoor moest Gerrit 4 gulden belasting betalen. Daarboven kreeg hij nog 1 gulden toeslag, kennelijk vanwege zijn inkomen uit de handel.
Oefende diverse bestuurlijke functies uit: lid van de municipaliteit (1795) te Vriezenveen, in 1803 wordt hij als diaken genoemd (bron diakonale jaarrekening van 1802-1803), in 1816 als gemeenteraadslid (bron: gemeentejaarrekening gemeente Vriezenveen) en van 1825-1829 als ouderling (bron: archief NH kerk Vriezenveen). Zie ook artikel "Kwartierstaat van Christina Aman door H. Wagenvoort in Gens Nostra ca. 1977). Gerrit Aman geeft op 5 augustus 1797 de 50e penning aan voor de aankoop van een grasgaarden van Johannes Engberts en Jan Costers, liggend in het land van Berent Coersen, voor de som van 240 gulden (bron: kohier van de 50e penning; Statenarchief van Overijssel inv. nr. 2668).
bij overlijden van zijn vrouw in 1830 wordt als beroep landbouwer vermeld. |
|