Notities persoon | bewoonde een erf in de buurt van zijn broers ter hoogte van Westeinde 260 (bron: boterpachtregisters). Voor het eerst in het boterpachtregister van 1683 vermeld. Het erf is een afsplitsing van het ouderlijk erf en omvatte bijna 1 akker (boterpacht 3 pond). Nog in het boterpachtregister van 1719 vermeld. In 1723 vermeld in het verpondings en contributieregister als "Hend: Frerik Klos". In 1734 en later jaren staan vermeld in de verpondingsregisters "de kind. vant kloster", een indicatie dat hun vader Hendrik Freriks [Bakhuis] dan moet zijn overleden en zijn kinderen de bezittingen hadden overgenomen. In het verpondingsregister van 1768 (!) staan de "kind: int Clooster" als zodanig nog steeds in het verpondingsregister vermeld. De naam Bakhuis is ontleend aan suggesties van Gezinus Grissen dat Henrik Frerix identiek zou zijn aan de Henrik Frerix die het Bakhuiserf te Sibculo betrok, een kloostererf van het voormalige klooster Sibculo. Een zoon van Henrik Freriks Bakhuis genaamd Harmen Henriks Bakhuis wordt in een akte van allimentatie uit het jaar 1771 genoemd als een neef van Jannes Gerritsen (waarschijnlijk de zoon van Gerrit Jansen Fleege) (bron transcriptie Gezinus Grissen van Schoutambt Hardenberg, Toegang 55.2.1, Inventarisnummer 13, Folio 170 en 170vo). Beter gezegd is Harmen Hendriks Bakhuis de neef van Gerrit Jansen Fleege, de vader van Jannes Gerritsen. Eigenlijk is Harmen Hendriks Bakhuis dus een achterneef van Jannes Gerritsen. De verwijzingen in het verpondingsregister van Vriezenveen naar het klooster [Sibculo] ondersteunen de hypothese van Gezinus Grissen dat Hendrick Frerix vertrokken is naar Sibculo en daar pachter was van het Bakhuiserf. Het feit dat Hendrik Frerix niet vermeld staat in de hoofdgeldkohieren van 1723 en 1735 bevestigt het idee dat Hendrik Frerix niet meer op Vriezenveen woonachtig was, maar wel zijn bezittingen aanhield getuige de belastingaanslagen van de verponding en contributie. |
|